N°. 128. 120® Jaargang. Zaterdag 2 Juni. Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen." Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. AdvertentiSn i 20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer t 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte." Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffitx C°. te Brussel en Parijs. Middelburg, 1 Juni. De verkiezingen. FEUTLLETOlSr. EDÏ3VA. DERDE DEEL. tranen. een brief van mademoiselle. Oprichting* slachterij. De burgemeester en wethouders van Middelburg, gezien de artikelen 6 en 7 der wet van den 2en Juni 1875 (Staatsblad n" 95) tot regeling van het toezicht bij het oprichten van inrichtingen welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken; maken bekend: dat ter gemeente-secretarie ter visie is gelegd een verzoek met bijlagen van J. Botting alhier, om vergunning tot het inrichten van perceel sectie F n° 1392, buiten de voormalige Dampoort, tot slachterij dat op Vrijdag den 15en Juni a., ten raadhuize dezer gemeente, des namiddags te half 2 uur, gelegenheid zal worden gegeven om tegen het maken dezer inrichting bezwaren in te brengen en deze mondeling of schriftelijk toe te lichten. Middelburg den len Juni 1877. De burgemeester en wethouders voornoemd, SCHOKEE. De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. De beschouwingenwelke hij de volgens onze grondwet alle twee jaren terugkeerende, verkiezing van de helft der leden van de tweede kamer op den voorgrond treden, zijn van tweeërlei aard: de beteekenis der verkie zingen voor den politieken toestand des lands in het algemeen en de beteekenis der stem, uit te brengen over het aftredende lid in ieder kiesdistrict in het hij zonder. Wij scheiden deze twee orden van beschouwin gen niet van elkander af. Even verderfelijk als wij het zouden achten eene verkiezing te maken tot eene zuivere quaestie van personen, even onmogelijk en verkeerd achten wij hetde personen der candidaten, en hij periodieke aftreding in het hijzonder den persoon van het aftredende kamerlidhuiten beschouwing te laten. Wij hebben dit gevoelen reeds meer malen ontwikkeld. De beginselen zijn, wij ontkennen het niet, hij eene verkiezing hoofdzaak. Maar die beginselen belichamen zich in personen. Ziet men af van de bevoegd heid om de handelingen en de geuite gevoelens van den persoon, van wien sprake is, te toet sen aan het beginsel dat hij heet te vertegen woordigen en aan de belangenwelker behar- Naar het Engelsch van mevrouw HenryWood. Hoofdstuk IX. (Vervolg). „En waar is juffer Lota Elmaino nu?" „Zij bestaat niet meer; zij is in mevrouw Max Brown veranderd." „Dus hebt ge haar dan toch meêgebraeht „De arme Elmaine overleed voor eenige maan den, en daarna kreeg Lota de koorts. Na haar herstel haalde ik haar over nu maar zonder ver wijl met mij te trouwen, opdat ik haar naar een ander klimaat zou kunnen brengen. Zij is reeds veel heter, want de zeereis heeft haar uitstekend goed gedaan." „Waar hebt ge u nu voorloopig gevestigd „Wij hebben kamers in Westminster genomen." „En nu zult ge zeker wel verlangen," vroeg Frank, „dat ik hoe eer hoe beter plaats voor n maak. Maar mijne vrouw is op het oogenhlik ziek „Ik zou integendeel wenschen dat ge voorgoed bleeft, indien ge dat zelf wilt," viel Brown hem in de rede. >'t ïs eene goede praktijk, dat weet gij, tiging men van hem verlangt, dan doet men van alle zelfstandigheid als kiezer afstand. Men wordt dan genoodzaakt blindelings aan te nemen wat door de leiders en organen ëéner partij omtrent een, vaak geheel onbekenden, candidaat verkondigd wordt. Ieder zelfstandig onderzoekin hoeverre deze candidaat aan de belangendie men in de kamer vertegen woordigd wenscht te zienbeantwoordt, wordt afgewezen met de waarschuwing: „Geen per sonaliteiten Deze voorstelling is volstrekt geen beeld onzer verbeelding. In Noord- Brabant en Limburg gaat het, onder den op- permachtigen invloed der geestelijkheid, reeds zoo toe. De bisschop en de pastoor noemen een naam en de kiezer heeft dien naam slechts op zijn biljet in te vullen. Zoodoende heeft men het geval kunnen aanschouwen dat een der meest doorzettende radicalen op het gebied der koloniale politiek, de heer des Amorie van der Hoeven den volke aanbevolen werd vanwege de geestelijke leiders als een man van conservatieve beginselen! En de kiezers brachten gewillig op den aangewezen man hunne stem uit. Was hij niet een geloovig zoon der kerk, pas uit de dwalingen der pro- testantsche leer tot den schoot van Rome teruggekeerd Tot zulke werktuigen hopen wij dat onze Zeeuwsche kiezers zich nimmer zullen laten maken, niettegenstaande er ook in ons midden krachtig wordt geijverd om hen dien kant op te drijven. Wij verwachten van hen een kalm en zelfstandig onderzoek of de volksvertegen woordiger, die zich aan hunne stem komt on derwerpen, gedurende de jaren dat zijn man daat hem was toevertrouwd, hunne belangen behartigd heeft met al zijne krachten, of hij in het algemeen voor de belangen des lands werkzaam is geweest met eerlijkheid, verstand en goede trouw, of hij, naar den eisch der grondwet, in alle voorkomende zaken gestemd heeft „volgens eed en geweten" en hij zijn eed, bij den aanvang zijner werkzaamheid af gelegd, van „trouw aan de grondwet" onge schonden heeft gehouden. Deze bespreking van de personen onzer aftredende Zeeuwsche kamerleden hopen wij later te zullen volbrengen. Yoor het oogen hlik wenschen wij nogmaals de aandacht onzer lezers te vestigen op de beteekenis der aan staande verkiezingen voor de algemeene poli- eene betere dan toen ik die aan u overdroeg. Als gij haar hebben wilt, zal ik het u zeer gemakke lijk maken." „Wat gaat ge dan zelf beginnen?" vroeg Frank. „Voor 'toogenblik niets," antwoordde Brown. „Lota wenscht eenigen tijd te gaan doorbrengen bij familie van hare moeder, die in Wallis woont. Misschien begin ik daar te practiseeren. Wel is Lota's fortuin meer dan voldoende voor ons, maar ik zou niet kunnen leven zonder iets uit te voeren. Wilt gij dus deze zaak hebben, Ray nor?" „Eigenlijk niet," antwoordde Frank het hoofd schuddende, „want mijne vrouw houdt van dit gedeelte der stad niet." „Dat zou de mijne ook niet doen," zei Brown. „Nu, er is geen haast bij; ge kunt er nog eens over denken. En hoor eens Raynor; als ge soms een paar dagen vrij wilt hebben, want ge zijt lang genoeg hard aan 't werk geweest, zal ik de zaken hier voor u komen waarnemen. Ik zou mijne oude patiënten nog wel eens willen weêrzien, ofschoon er rare potentaten onder waren." „Ik ben u wel verplicht voor uwe goedheid," zei Frank werktuigelijk, want de eeue gedachte verdrong reeds de andere bij hem. Neen, hij wilde hier niet blij ven. Hij had, Goddank, geen verdere noodzaak meer om zich te verbergen, en Madeliefje moest naar eene aangenamer omgeving verplaatst worden. Maar hoe zou hij dan aan de benoodigde middelen komen Hij zou waarschijnlijk nog altijd eene betrekking als assistent moeten aanne men, doch met verloop van tijd kon de fortuin tiek des lands. Ook na het opstel dat wij in ons nommer van den 24en Mei jl. aan het onderwerp wijdden, mag eene korte herinne ring in dit opzicht niet overbodig geacht worden. Men weet hoe onze politieke toestand be- heerscht wordt door het vraagstuk van het lager onderwijs. De waarheid dat onze volks school niet meer voldoet aan de behoeften van onzen tjjd en ons volk, is langzamerhand tot eene algemeene overtuiging geworden van allen, die over de middelen om de natie in stoffelijken en zedelijken zin vooruit te doen gaan met ernst nadenken. Om aan die over tuiging, welke de minister Heemskerk ten laatste verklaard heeft zelf te deelen, voldoe- ning t^ geven, heeft de règeering een wets ontwerp ingediend, dat zoogenaamd de verbe tering onzer volksschool ten gevolge zou hebben. Het is echter gebleken dat de regeering zich van het goede doel heeft laten afbrengen door haar streven om genoegen te geven aan hen, die aan hun afkeer van de openbare school de geheele verbetering van ons volksonderwijs willen opofferen. Hinkende op twee gedach ten, heeft het ontwerp-Heemskerk niemand kunnen voldoen Het bevatte inderdaad voor de openbare school, die het heette te zullen koesteren en kweeken, een aantal verderfelijke bepalingen. Zoo opende het de gelegenheid tot ontduiking der grondwet, die wil dat overal (in iedere gemeejate) voldoend openbaar onderwijs gege ven zal worden, door de bepaling dat daarbij zal worden in aanmerking genomen „of in en hoeverre door anderen dan de gemeente voor voldoend schoolonderwijs wordt gezorgd." Zoo gaf het aan de bepaling der tegenwoordige schoolwet, waarhij den onderwijzer „eerbiedi ging van ieders godsdienstige begrippen" wordt voorgeschreven, eene dubbelzinnige wen ding door te spreken van de „godsdienstige gezindheden." Zoo werden de jaarwed den der onderwijzers verhoogd, maar tot een minimum, dat op dit oogenhlik reeds vol komen onvoldoende is gebleken. Zoo werd hun aantal vermeerderd, maar in eene verhou ding niet voldoende voor de eischen van een bevredigend onderwijs. Zoo werd aan de ver betering van het school-toezicht weinig gedaan, en verzuimd de opleiding der aanstaande on derwijzers aan rijks-kweekscholen, welke door hem wei eens toelachen. En die fortuin was op dat zelfde oogenhlik reeds in aantocht, ofschoon hij er nog niets van wist. Deze dag scheen in ieder geval bestemd om een gewichtige dag in zijn leven te zijn. Des avonds ontving hij namelijk een brief van den heer George Atkinson, die hem verzocht den volgenden dag op den Arendshorst te komen, daar hij hem gaarne wensehte te spreken. „Wat kan hij met mij te bespreken hebben?" dacht Frank, „tenzij hij mij tot zijn lijfarts mocht willen benoemenIk zou echter wel willen gaan, want het zou mij genoegen doen de oude plaats nog eens weêr te zien. Maar kan ik gaan? Madeliefje is beterende en Brown heeft mij een paar dagen vacantie aangeboden. Ja, het kan. Ik zal Max even een briefje schrijven, dat hij morgen reeds zijne vroegere patiënten kan gaan bezoeken." Hoofdstuk X. „Hier is een pak voor u, mijnheer,zei de knecht. „Een pak voor mij?" vroeg de heer Atkinson eenigszins verwonderd, want, niet gewoon pakken te ontvangen, was hij nieuwsgierig wat dat zijn zou. Het pak was niet zeer net met bruin papier omwikkeld en bleek, volgens het opgeplakte etiquet, met den sneltrein uit Hereford te zijn gekomen. Het was niet geadresseerd aan den heer Atkinson, maar „Aan den Heer die op den Arends horst woont." alle deskundigen als de beste opleiding be schouwd wordt, zoo algemeen te maken als door eene onbekrompen uitbreiding van het aantal dier kweekscholen alleen mogelijk ware geweest. Het duidelijkst komt echter de dubbelzinnige zorg van het ontwerp-Heemskerk voor het openhaar, onderwijs uit in de bepaling omtrent de verplichte schoolgeld-heffing. Het is door de ondervinding bewezen, dat eene voldoende verbetering der openbare school slechts te ver wachten is, indien de kosten daarvan voor een gedeelte door de staatskas gedragen wor den. Zoolang alles aankomt op de mildheid van gemeenteraadsleden zullen de onverschil ligheid van velen, de vijandelijkheid van anderen, de tegenzin eindelijk van nagenoeg alle men- schen om in de beurs te tasten voor uitgaven, waarvan zij de nuttigheid niet rechtstreeks voor hun persoon ondervinden, doch die ten behoeve van het algemeen welzijn gedaan moe ten worden, aan eene warme behartiging der volksschool in den weg staan. Daarom deed het wetsvoorstel-Moens een stap in de goede richting, door de helft der kosten van het open baar onderwijs ten laste van den staat te bren gen. Het ontwerp-Heemskerk gaat de tegen overgestelde richting uit, aan welke betaling der kosten van de school, door hen die van de school gebruik maken, ten grondslag ligt. Het verplicht de gemeenten, schoolgeld te hef fen „tot een naar haren toestand billijk bedrag;' het maakt de verleeninc van vUira-onKoïriiSn afhankelijk van de voldoening aan dit voor schrift. De weinige gemeenten, die geen op centen op de grondbelasting en het personeel, geen hoofdelijken omslag en geen verbruiksbe lastingen heffen, en die daardoor ook ontslagen worden van de verplichting om schoolgeld te laten betalen, zouden onder de nieuwe wet feitelijk teruggehouden worden van alle ver beteringen in het schoolwezen, alleen omdat die tot het heffen van de eene of andere he. lasting zouden kunnen voeren, waarvan weder het onmiddellijk gevolg zou zijn: verplicht schoolgeld. Meer school-uitgaven zouden die gemeenten dwingen tot belasting-heffing; be lasting-heffing tot verplicht schoolgeldverplicht schoolgeld tot verminderd schoolbezoeken zoodoende zou men in een cirkel ronddraaien waarvan altijd het middelpunt zou zijnbezwaar tegen den vooruitgang van het onderwijs. „Maak het maar eens .open, Thomas," zet Atkinson. De knecht maakte het touw los en deed het bruine papier weg. Toen verscheen een omslag van wit papier en een verzegeld briefje, geadres seerd als boven. Onderwijl Atkinson het opnam, verwijderde Thomas ook het witte papier, en daar stond de ebbenhouten lessenaar, met den sleutel er aan vastgebonden. „Heriep de heer Atkinson uit. „En wat zal er nu in dat briefje staan?" Het bleek te komen van mademoiselle Delrue, de vroegere gouvernante op den Arendshorst. In eene lange en eenigszins verwarde verklaring, deels in het Fransch en deels in het Engelsch, werden de volgende feiten meêgedeeld. Toen Mademoiselle op het punt stond den Arendshorst te verlaten en de bedienden elkander door de drukte builen in 't hoofd liepen, had Jane de keukenmeid, een goedhartig schepseltje, aange boden haar bij 't inpakken te helpen. Zij had Jane daartoe hare boeken aangewezen, waarvan het. meisje verscheidene pakken had gemaakt, want Mademoiselle hield er eene vrij uitgebreide biblio theek op na. Na haar afscheid van mevrouw Ray nor was zij bij eene familie gekomen die veel reisde bij die tochten mocht zij slechts weinig bagage meenemen en dientengevolge waren hare pakken boeken al dien tijd ongeopend gebleven. Nu zij met de familie weêr in Herefordshire gevestigd was en hare boeken in orde had mogen schikken, had zij in een der pakken tot haar schrik, haar

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1