N°.
120® Jaargang.
V rijdag
1 Juni.
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.'
Prijs per 3/in. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën i 20 Cent per regel.'
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.van 1—7 regels f 1,50
v iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte?
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffiti G°. te Brussel en Parijs.
Middelburg, 31 Mei.
FEUILLETON".
xu.
DERDE DEEL.
tranen.
-w-y "s
Op 28 Mei jl. vergaderde de kiesvereeniging
„Plicht en recht" te Vlissingen tot het stellen van
een candidaat voor de tweede kamer der staten-
generaal.
Bij de algemeene beschouwingen over het stand
punt, dat de vereeniging bij deze verkiezing moet
innemen, werd het door velen der aanwezige leden
betreurd de ophanden zijnde verkiezingen weder
hoofdzakelijk beheerscht te moeten zien door een
enkel vraagstuk, het onderwijs, daar toch nog van
zoovele andere quaestiën eene spoedige oplossing
dringend noodzakelijk is. Onder deze vraagstuk
ken werd o. a. genoemd de defensie, en meer in
het bijzonder de anti-dienstver vanging, vooral met
het oog op den toestand, waarin onze weermidde
len zoo hier te lande als in Indië verkeeren.
Verschillende sprekers, op den voorgrond stel
lende dat zij onder dë bestaande omstandigheden
geen liberaal candidaat, erkend voorstander van
het openbaar onderwijs zijnde, met het oog op
andere genoemde vraagstukken zouden tegenstem-
me^ achtten het intusschen wenschelijk dat
ook hierop meer algemeen het oog werd gevestigd,
daar het gansch niet onverschillig moet zijn, hoe
een candidaat in dezen denkt.
Uit de gevoerde discussiën bleek als algemeen
gevoelen, dat bij het stellen van een candidaat
door de vereeniging de eerste vraag moet zijn: is
onze candidaat voorstander van goed en goedkoop
openbaar onderwijs; maar dat men toch meer
in hem wenscht, nl. dat hij is voorstander van
dat betere onderwijswaarop in het bekende
kamerverslag wordt aangedrongen, welk verslag
is een welsprekend getuigenis van waardeering
van het sinds lang door deskundigen in deze aan
gelegenheid uitgesproken oordeel, welk verslag
men kan beschouwen als een weerslag der publieke
opinie. De algemeene wensch der vergadering
is: evenals de onderwijszaak de toetssteen is van
het ministerie, zij het ook de toetssteen van onzen
candidaat.
Door verschillende leden werd als candidaat met
warmte aanbevolen het aftredend lid mr. D. van
Eek èn omdat men overtuigd is in hem den
man te vinden, die in de onderwijszaak, welk
vraagstuk volgens veler gevoelen als kabinets-
quaestie zal worden gesteld, niet zal transigeeren,
maar zal werkzaam zijn in boven omschreven zin,
èn met het oog op de wijze, waarop hij steeds
ook in andere opzichten zijn mandaat vervuld
heeft, in éen woord, omdat hij steeds getoond
Naar het Engelsch van mevrouw Henry Wood.
Hoofdstuk IX.
{Vervolg).
Er werd zachtkens aan de deur geklopt (maar
door het gedruis op straat hoorde zij het niet)
en een heer trad binnen. 'tWas William Stane.
Alice, reeds rood van de warmte, bloosde nog
sterker toen zij hem herkende, en wischte de
tranen van hare oogleden af, niet zoo snel echter
of hij had die reeds opgemerkt.
„Ik vraag verschooning voor mijne komst, juffer
Raynor. Ik hoor, dat mevrouw Preen uit is."
„Ja, zij is met de twee kleine meisjes uit."
„Dat spijt mij wel. Ik was met kaartjes gekomen
voor de bloemententoonstelling in den Plantentuin.
Pas van morgen heb ik ze gekregen. Zou mevrouw
spoedig terugkomen?"
„Niet spoedig genoeg, om er gebruik van te
maken. Zij zijn te Richmond gaan theedrinken."
„Hoe jammer dat die kaartjes niet gebruikt
kunnen worden, 't Is de tentoonstelling van rozen.
Zoudtg ij «iet met m ij willen gaan vroeg
bij aarzelend,
heeft te zijn: eerlijk man van echt liberale begin
selen, onvermoeid ij veraar van al wat dienen kan
tot heil van het land. Bij de daarop gevolgde
stemming werd dan ook mr. D. van Eek met
algemeene stemmen tot candidaat geproclameerd.
Onder de laatstelijk toegelatenen na afgelegd
examen voor eandidaat-notaris, behoort ook de
heer J. de" Voste Kloetinge.
Het (uitwendig) schoone gedenkteeken te Hei-
ligerlee is weder aan 't afbrokkelen. Nu is de
„O neen," antwoordde zij, een verwonderden
blik op hem slaande. „Ik ben u zeer verplicht."
„Zou mevrouw Preen het misschien niet gaarne
zien
„Dat zou zij zeker niet. Gij vergeet, dat ik
hier maar gouvernante ben."
Stane was intusschen aan de andere zijde der
tafel gaan zitten, bladerde gedachteloos in een der
themaboeken en zag daarbij Alice nu en dan aan.
„Waar zat gij over te schreien?" vroeg hij
plotseling.
„Ikgeloof niet dat het schreien was,"
antwoordde zij verrast.
„'t Was er dan toch dicht bij. Wat deerde u?"
„Ik was verdrietig, dat ik deze betrekking ver
laten moet," antwoordde zij naar waarheid.
„Mevrouw Preen gaat, zooals ge misschien weet,
eenigen tijd in Devonshire doorbrengen en de kleine
meisjes worden dan naar cene kostschool gezonden.
Ik ben hier dus niet langer noodig."
„Ik zou dat eerder eeno reden van lachen dan
van schreien vindenhet zal u werk besparen."
„Ach, dat weet ge zoo niet," zei Alice op een
smartelijken toon. „Als ik hier niet werk, moet
ik het op eene andere plaats doen, en eene nieuwe
betrekking kan harder zijn dan mijne tegenwoor
dige."
„En zat ge dus daar reeds bij voorraad over te
schreien
„Neenik schreide dat wil zeggeu ik stond
op het punt van schreien bij de gedachte dat
ik misschien niet spoedig eene andere betrekking
Ook de gemeenteraad van Ovezande heeft,
naar aanleiding der daartoe betrekkelijke aanschrij
ving van gedeputeerde staten, besloten alleen tot
verheoging der jaarwedde van den gemeente
secretaris en niet van die van den burgemeester,
te adviseeren.
In strijd met de tegenwoordig aan de orde
zijnde beweging tot het sparen van het leven der
vogelszal door het gemeentebestuur van 's Heer
Abtskerke in de maanden Juni tot September
eene schouwing op de uitroeiing van „schadelijk
gevogelte" plaats hebben. Men is daar van ge
voelen dat al te groote vermenigvuldiging der
schadelijke vogels stellig moet tegengegaan worden,
en daar de woningen van vele gemeentenaren bui
ten de gemeente verspreid liggenacht men eene
gemeentelijke verordening en schouwing onont
beerlijk.
Bij gelegenheid van het zendingsfeest bij Bie-
zelinge op 20 Juni a. s. zullen evenals het vorige
jaar extra treinen loopen van Rotterdam (Delftscbe
Poort) en Vlissingen naar het feestterrein en terug.
De uren van aankomst en vertrek dier treinen
zijn nog niet bepaald.
De toestand van H. M. de koningin is volgens
de flaagsche bladen, ofschoon niet ernstiger, nog
even zorgwekkend. De benauwdheden hebben zich
echter niet meer herhaald.
Zooals door ons reeds gemeld werd, is aan
Z. K. H. den prins van Oranje te Parijs getele-
grapheerd. De prins is gisteren middag te 2 uren
in den Haag aangekomen en heeft zich dadelijk
naar het huis ten Bosch begeven, waar ook de
prinsen Alexander en Hendrik zich bij voortduring
ophouden. Z. M. de koning wordt heden of
morgen verwacht.
De gewone muziek-uitvoering in het Haagsche
Bosch, alsmede eene avondpartij bij den oud-minister
Fransen van de Putte zijn, uithoofde van de ziekte
der koningin, uitgesteld.
borst van het beeld van graaf Adolf van Nassau
- bezig af te slijten. De regeering overweegt met
den beeldhouwer den heer-Geefs j op Welke wijze
dit te herstellen welk overleg echter niet veel
geven zal, daar men indertijd uit zuinigheid ge
dwongen is geweest eene slechte steensoort te
gebruiken.
Treurige illustratie van de monumenten-manie
onzer dagen!
Generaal Knoop heeft voor de candidatuur te
Gorinchem bedankt.
Tot candidaat der liberale kiezers vereeniging
Eendracht maakt Macht te Breda is verkozen
mr. J. H. van Mierlo.
Ook nevens den heer Schepel is te Appingedam
een tweede liberale candidaat gesteld, zijnde m>\
M. van der Tuuk.
Men schrijft uit Goes het volgende aan het
Handelsblad
„Sedert eenigen tijd hebben wij hier weder een
geregelden stoombootdienst op Rotterdam, tót ver
voer van vee en goederen; voor personen is dit
minder noodig, daar de spoortrein overvloedig in
hunne behoefte voorziet, vooral nadat de loop der
treinen beter geregeld is en de aansluiting te
Roosendaal thans eene kortere verbinding met
Rotterdam aanbiedt. Wij meenen den handel
opmerkzaam te moeten maken op de stoomvaart
onderneming, die tegenover de nog altijd hooge
tarieven der Exploitatiemaatschappij belangrijke
voordeelen aanbiedt, en die daarenboven voor alles
wat beter met scheepsgelegenheid verzonden wordt,
een snelleren overtocht waarborgt dan met de
beurtschepen, die wekelijks van hier op Rotterdain
varen. De concurrentie werkt in deze zaak ook
even heilzaam, en naar wij vernemen zal de boot
waarschijnlijk meerdere reizen gaan doen dan thans,
waardoor onze nijveren en handeldrijvenden zeer
gebaat kunnen worden. Het is noodig dat men
ook elders met deze gelegenheid tot verzending
van goederen bekend zij, teneinde zij zooveel
mogelijk aan haar doel beantwoorde. In den korten
tijd, sedert deze nieuwe onderneming in werking
is, werd ook reeds het bewijs geleverd, dat door
de verbinding met verder gelegen plaatsen daarvan
goede diensten te verwachten zijn. Zoo b. v.
kunnen goederen, die des morgens van hier ver
zonden worden per nachtboot, reeds den volgenden
morgen vroeg te Amsterdam zijn."
De gemee nteraad van 's Gravenhage heeft
besloten eene vaste commissie te benoemen tot
voorlichting van burgemeester en wethouders bij
alle zaken van financieelen aard.
zou vinden. Gij weet niet bij geval, mijnheer
Stane, van eene plaats die open is voegde zij er
schroomvallig bij.
„Ja wel, ik geloof dat ik er een weet en dat
gij juist de meest verkieselijke persoon zult zijn
om die te vervullen."
Er kwam gloed in hare blauwe oogen en haar
geheelo gelaat helderde op van verwachting.
„O, zoudt ge mij daar niet aan kunnen helpen
riep zij uit. „Ik zal er u zoo erkentelijk voor
zpn, om der wille van mama."
„Maar 't is niet als gouvernante."
„Niet? Als wat dan?"
„Als huishoudster."
„Ocb, ochriep zij verslagen uit. „Ik weet
zoo weinig van huishouden en men zou mij ook
niet oud genoeg vinden."
„En als vrouw."
Nu begreep zij hem niet meer. Hij stond op en
kwam met een glimlach naar haar toe terwijl zij
hem met verbazing zat aan te zien.
„Als m ij n e vrouw, Alice," vervolgde hij, zich
tot baar overbuigende. „Laat er een einde aan onze
ongelukkige vervreemding komen! Reeds sedert
geruimen tijd wensch ik dat. Ik wensch een huis
op te zetten en er eene vrouw in binnen te leiden.
Wilt gij dat zijn, Alice? Zoo niet, dan zal ik
waarschijnlijk altijd blijven wat ik nu ben."
Er kon niet langer twijfel bestaanhet was
hem ernst. Zijn teedere toon, zijn smeekende blik,
zijn warme handdruk, het verkondigde haar alles
de verrukkelijke waarheid, dat zij nog steeds zijne
De heer Wittert van Hoogland heeft wegens
vergevorderden leeftijd zijn ontslag als wethouder
en "liiTVan den raad genomen.
Uit het gisteren uitgebracht jaarverslag der
koninklijke Nedcrlandsche stoomvaart-maat
schappij bleek dat deze onderneming, voor de
tweede maal sinds de 20 jaren van haar bestaan,
geen winst maar verlies behaald heeft. De ge
drukte toestand van handel en nijverheid, vele
ongelukken aan de schepen, en de gedwongen
werkeloosheid van twee nieuwe groote stoomsche
pen, bestemd voor de vaart op Amerika, waren
oorzaak dat er 386.516 verloren was, of met
inbegrip van het verlies van verleden jaar, doch
na aftrek van het overgeboekte reservefonds
386,365.
In de algemeene vergadering werd de vraag
besproken wat men doen zou met de beide groote
stoomschepen. De vaart op Amerika te openen
achtte men onder de tegenwoordige omstandig
heden niet wenschelijk en men kwam overeen de
beslissing omtrent het eventueel verkoopeu of
verhuren der schepen geheel aan 't bestuur over
te laten.
Behalve dit bewijs van vertrouwen ontving het
bestuur er nog een, in den vorm eener vraag van
een der leden of de toelagen voor directeuren en
commissarissen thans, nu er geen aandeel in de
winst valt uit te keeren en de werkzaamheden
daarentegen vermeerderenwel groot genoeg
waren. Het bestuur verklaarde echter de toe
lagen als bevredigend te beschouwen en betere
dagen te willen afwachten.
Tengevolge der werkzaamheden verbonden aan
het beheer der stoomvaartmaatschappij „Zeeland
welke door de uitbreiding dier maatschappij nog
toegenomen zijn, heeft het bestuur aan Z. K. H.
prins Hendrik en aan commissarissen dier maat
schappij verzocht het beheer aan anderen op te
dragen. Aan dit verzoek zal weldra voldaan
worden.
Ook de Amsterdamsche Kanaalmaatschappij
hield gisteren hare jaarlijksche vergadering. Uit
het verslag bleek dat te Ymuiden reeds evenveel
schepen binnenkomen als te Nieuwediep, terwijl
de meeste er uitgaan; het vee-transport geschiedt
over Ymuiden, de vaart op Hull is verdubbeld.
De haven- en kanaalgelden zijn van /4a 5000
gestegen tot 12 a 14,000 per maand. Men heeft
dus de beste verwachtingen.
Eenige opmerkingen werden gewisseld over de
bekende handelingen van den gewezen secretaris
der maatschappij, Bruijn, wiens zaak eerlang op
de openbare terechtzitting der Amsterdamsche
rechtbank behandeld zal worden. Een aandeel
liefde bezat. De aandoening deed haar in tranen
uitbarsten en William Stane kuste die weg.
„Acht gij mij dan niet minder, omdat ik gou
vernante ben geweest vroeg zij tusschen haar
snikken.
„Wel, kind, ik heb er u zooveel te liever om
en zal u op des te hooger prijs schatten."
En toen zich naast haar nederzettende vertelde hij
haar alles. Een geruimen tijd na hunne scheiding
had hij zijn gemoed tegen haar verhard en zijn
best gedaan om hare beeltenis uit zijn hart te
verbannen. Hij meende dat hij daarin geslaagd
was en er in volhard zou hebben, indien hij haar
niet opnieuw bij mevrouw Preen had gezien. Toen
was hem gebleken, dat zij hem nog even dierbaar
was als ooit. Desniettemin kampte hij tegen zijne
liefde, maar hij bleef zijne bezoeken bij de Preens,
die oude vrienden van hem waren, voortzetten en
elke maal als hij Alice zag kreeg hij dieper da
overtuiging, dat hij niet van haar kon afzien.
Hij stond juist op het punt zijn vader te verklaren
dat hij vast besloten had juffer Raynor te trouwen,
toen de oude heer stierf, en om dit sterfgeval
meende hij er Alice toen niet dadelijk over te
kunnen spreken.
„Waart gij niet in dit huis gekomen, Alice,",
zei hij, „waardoor ik gelegenheid kreeg u te
zien, wij zouden naar alle waarschijnlijkheid ons
leven lang elkander vreemd gebleven zijn. Ge
ziet dus, dat ik niet anders zou kunnen begeeren
dan dat ge gouvernante geworden waart."
„'t Is niet om die reden dat ik het gezegd heb,