N°. 122.
12O0 Jaargang.
1877.'
26 Mei.
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s J
met uitzondering van Zon- en Feestdagen,
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.1
Advertentiêm 20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,60
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.'
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffitk G°. te Brussel en Parijs.
Verkiezing.
Gemeente-belastingen.
Middelburg, 25 Mei.
FEUILLETON.
106.
DERDE DEEL.
MIDDELBl
COL
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend
dat bij de op den 23™ Mei il. plaats gehad
hebbende opening van stembriefjes tot benoeming
bi} herstemming van éen lid der provinciale staten
van Zeeland, in het hoofdkiesdistriet Middelburg,
is gebleken, dat als zoodanig is verkozen de heer
m». J. Snijder;
dat de processen-verbaal van steminlevering en
stemopneming van den 22 en 23 dezer maand in
de beneden voorzaal van bet raadhuis aangeplakt,
en op de secretarie der gemeente voor een ieder
ter inzage zijn nedergelegd.
Middelburg, den 25™ Mei 1877.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHOEEK.
De secretaris,
J. W. DE RAAD, l. s.
Kohier orer de plaatselijke directe belasting op de
inkomsten over 1877.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
brengen ter kennis van de ingezetenen,
dat het primitief kohier van de plaatselijke
directe belasting op de inkomsten over het jaar
1877, door gedeputeerde staten van Zeeland is
goedgekeurd en ter invordering aan den gemeente
ontvanger uitgereikt.
Middelburg den 25en Mei 1877.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
S C H O R E R.
De secretaris,
J. W. DE RAAD, l. s.
De gemeenteraad te Vlissingen zal morgen
(Zaterdag) namiddag een openbare zitting houden,
ter behandeling van de volgende onderwerpen:
Advies van de commissie voor het financiewezen
op de vraag of de jaarwedden van den burgemees
ter en den secretaris verhoogd moeten worden;
verzoek van de Koninklijke maatschappij „de
Schelde", scheepsbouw- en werktuigen-fabriek, om
afstand van gronden tot het bouwen van arbei
derswoningen; benoeming van een stembureau
voor de verkiezing van een lid van de 2e kamer
der staten generaal; te doene mededeelingdat
is goedgekéurd het besluit van 2 dezer tot wijzi
ging der gemeentebegrooting voor 1877 dat
zijn goedgekeurd de besluiten van 2 dezer tot
af- en overschrijving op de gemeentebegroo
ting voor 1876 en tot verkoop van gemeente-
Naar het Engelsch van mevrouw Henry Wood.
Hoofdstuk VII.
een weerzien.
(Vervolg).
„In dat opzicht verschillen wij van gevoelen,
juffer Raynor."
„En 't zou bovendien eene kleine vergoeding aan
de familie zijn."
„Eene vergoeding waarvoor?"
„Voorhetgeen gij gedaan hebt," ant
woordde Edina, eerst aarzelend, maar daarna
onbeschroomd er voor uit komende, - „voor bet
verdrijven van dat gezin van den Arendshorst."
„Wat zoudt gij in mijne plaats gedaan hebben?"
vroeg Atkinson bijna schertsend. „Zoudt ge hen
in 't gerust bezit van den Arendshorst hebben
gelaten
„Ikweet nietwat ik zou gedaan
hebben," antwoordde zij stamelend, want die
onverwachte vraag overviel haar. Natuurlijk kwam
de Arendshorst u volgens de wet toe en kan ik
niet zeggen dat gij iets slechts deedt door dat
Jandgoed te aanvaarden. Maar het komt mij voor,
grond, aan A. Tormo, enz,; dat de heer
mr. Ph. J. Callenfels, wegens verandering van
woonplaats, ontslag neemt als lid van den ge
meenteraad en als lid der plaatselijke schoolcom
missie; overlegging van jaarrekeningen der gasfa
briek over 1876; jaarverslag der gemeente over
1876; voorstel betrekkelijk het opgeheven kan
tonnale huis van bewaring; idem tot af- en over
schrijving op de gemeentebegrooting voor 1877.
Men schrijft ons uit Vlissingen:
„Naar ik verneem zien sommige ingezetenen met
belangstelling de beslissing van den gemeenteraad
tegemoet ïd zake het gedaan verzoek om kóste-
loozen afstand van gemeentegrond tot het bouwen
van woningen voor werklieden. Vooral zij, die
voor het afstaan van gemeentegrond hebben
moeten betalenof die zulken afstand slechts
onder bezwarende voorwaarden konden verkrijgen,
meenen dat de kostelooze afstand tegenover hen
onbillijk zijn zou. In het afgetrokkene beschouwd
is er in deze beschouwing wel iets waarsmaar
aan den anderen kant rijst de vraag, of de omstan
digheden, waaronder die aanvragen zijn geschied,
wel dezelfde zijn als die welke nu gelden; en of
het publiek belang in deze niet den doorslag moet
geven.
„Wat de raad besluiten zal is niet te voorzien,
doch het is te verwachten dat wanneer goede
gronden worden aangevoerd om het verzoek, zoo
als het daar ligt, van de hand te wijzen, toch zijn
besluit zoodanig zijn zal, dat het bouwen van
woningen, door wien dan ook, daarvan het gevolg
zal wezen.
„Nog verneem ik dat de kon. maatschappij de
Schelde onderhandelingen voert, of reeds ten einde
heeft gebracht, die het gevolg zullen hebben, dat
door eene firma alhier een zeker aantal woningen
gebouwd zullen worden om aan de werklieden van
genoemde maatschappij verhuurd te worden."
Aan het Haagsche Dagblad wordt uit Vlissingen
geschreven dat de stoomvaartmaatschappij Zeeland
voornemens is „zich te associeeren met de staats
spoorwegen en de Engelsehe spoorweglijn Queen-
boroLonden." Hiervan zou, zoo wordt er
bijgevoegd, het gevolg zijn dat deze beide
maatschappijen het vervoer over de lijn Vlissingen
Engeland zooveel mogelijk zouden bevorderen en
vergemakkelij ken.
De vorm van dit bericht doet vermoeden dat
het op onjuiste inlichtingen berust. Zoowel de
London Chatham and Dover Railway Company,
die hare rails tot aan en op het hoofd te Queen-
boro heeft moeten laten verlengen, als de maat
schappij tot exploitatie van staatsspoorwegen, die
dat gij den slag minder hard hadt kunnen maken.
Ik althans zou een gezin niet uit zijn huis hebben
kunnen zetten, zonder te vragen waar het verder
van zou moeten leven."
„Ik weet dat gij dat niet zoudt hebben kunnen
doen, want, als ik goed onderricht ben, zijt gij
het die voor hen hebt gezorgd. Maar de Ravnor's
hadden eene les noodig én het i3 goed dat zij die
gehad hebben. Wat vernam ik, toen ik weêr in
't vaderland kwam? Had éen van allen éene
enkele goede daad verricht, terwijl zij op den
Arendshorst woonden? Hoe gebruikten zij de
schoone bezitting waar zij in waren gekomen,
goed of slecht? Slecht! dat moet ik zeggen.
Alles ging te gronde. De pachters werden uitge
zogen; den laatsten penning moesten zij betalen,
zonder dat er in hun belang iets hoegenaamd
gedaan werd; naar lichaam en ziel werden
zij aan hun lot overgelaten en moesten zij maar
zien hoe zij het leven zouden doorkomen of anders
maar sterven. En waarvoor dat alles? Om den
hoogmoed, de dwaasheid en de spilzucht van die
opgeblazen Raynor's te voeden. Kunt gij dat alles
goedkeuren, Edina, of er eenp verschooning voor
aanvoeren
Ontkennend schudde zij het hoofd. Hij van zijn
kant scheen haar, zonder het zelf te weten, weêr
Edina genoemd te hebben.
„Zelfzucht was hunne drijfveer, niets anders
dan zelfzucht van den majoor af tot het
kleinste kind," ging hij voort. „Yertooning
maken, veel geld uitgeven, paarden houden, zich
haar dienst geregeld heeft speciaal met het oog
Op de aankomst en het vertrek der mailbooten,
zijn van den aanvang af bij het welslagen der lijn
van Vlissingen naar Engeland ten nauwste be
trokken geweest. Eene „associatie" der drie
maatschappijen, onder welken vorm dan ook te
bedenken, is daarvoor niet noodzakelijk.
Op de algemeene jaarlijksche vergadering te
Schoondijke van eigenaren van den Prins-Wil
lempolder is o. a. besloten eene som van f 1000
op de begrooting te brengen, tot aanvankelijke
verbetering der kunst- en afvoerwerken binnen
den polder, nadat door den civiel-ingenieur Hen-
nequia verslag was uitgebracht over het hem op
gedragen onderzoek naar den staat dier werken.
Uit dat verslag bleek dat de trage afloop van het
land water is toe te schrijven aan de geringe capa
citeit van de zee- en de wachtsluis, aan de hooge
ligging van den dorpel der zeesluis, alsmede aan
den geringen omvang en te hooge ligging van nog
andere waterleidingen.
In dezelfde zitting werd nog de sedert eenige
jaren aan het polderbestuur toegevoegde commissie
om sommige belangen van den polder te behartigen
vermeerderd met twee leden, waartoe benoemd
werden de heeren W. C. de Smidt, notaris te
Schoondijke, en J, F. Hennequin, civiel ingenieur
te Sluis. Tevens werd tot afgevaardigde voor het
waterschap Hoofdplaat benoemd de dijkgraaf, de
heer A. I. Leenhouts.
Aan den heer J. H. L. Vader van 's Graven
polder is op zijn verzoek, wegens verandering
van woonplaats, eervol ontslag verleend als dijk
graaf van den Frederikspolder en ontvanger
griffier van de West- en Oud Cortgeenpolders
terwijl ingelanden daarna hebben benoemd: tot
dijkgraaf van den Frederikspolder en ontvanger
griffier van den Westpolder, de heer P. H. van
Lis, en tot ontvanger griffier van den Oud Cort-
geenpolder de heer C. Schuil werve.
In het belang van het reizend publiek vestigen
wij de aandacht op de 2S en 3* alinea van art.
10 van het „algemeen reglement voor het vervoer
op de spoorwegen," luidende:
„Het is den reiziger vergund zijn reis onderweg
af te breken en met een op denzelfden of den vol
genden dag naar het station van bestemming ver-
trekkenden trein, waarvoor geen hooger tarief van
toepassing is, de reis voort te zetten.
„In beide gevallen is hij verplicht, terstond na
aankomst op het station waar hij zijne reis aibreekt,
bij den stations-chef het plaatsbewijs voor dien
anderen trein geldig te doen maken."
mooi kleeden, dat was het waar die ijdele men-
schen zich op toelegden. Geen penning werd aan
de armen uitgereikt, geen goede les aan de kinde
ren gegeven. En Charles Raynor, de veronder
stelde erfgenaam van alles, was een maar al te
vatbaar leerling. Er waren zelfs vonnissen wegens
schuld ten zijnen laste, ofschoon hij nog minder
jarig was."
Edina kon niets van dat alles tegenspreken,
want het was maar al te waar; doch zij antwoordde
„Dat heeft men u zeker alles bij uwe terugkomst
meêgedeeld, mijnheer Atkinson?"
„Ja, maar ik heb mij daardoor niet alleen laten
leiden. Ik kwam hierheen en keek uit eigen
oogen. Ik heb hen verscheidene weken gade
geslagen."
„Hoe is dat mogelijk?" zei Edina verwonderd.
„De Raynors hebben u toch niet gezien."
„Ik ben incognito hier geweest. Niemand kende
mij. Ik had kamers bij Jetty den timmerman en
gaf mijne oogen den kost. Do inwoners hielden
mij voor een nieuwsgierig men3ch, die zijn neus
in allerlei zaken stak, die hem niet aangingen."
Glimlachend voegde hij er bij: „Ik hoorde, dat
mijnheer Charles Raynor mij met den naam van
Tijger gedoopt had."
Edina hield bijna haar adem in: welke onver
wachte openbaringen!
„Ik was in Australië, toen ik vernam, dat
mevrouw Atkinson den Arendshorst aan mij
vermaakt had," ging hij voort. „Het werd mij
meêgedeeld in een brief van baar zelve, die zij
Voor de retourkaarten zijn dezelfde bepalingen
van toepassing.
Bij gewone en retourkaarten zij men echter in
dachtig op de 4e en 58 alinea van genoemd artikel
waar bepaald is dat de termijn, gedurende welke
retour- en rondreiskaarten geldig zijn, door het bo
vengezegde niet verlengd wordt en dat de afgifte
van bagage niet kan gevorderd worden op het
station waar de reiziger uitstijgt, daar die afgifte,
volgens art. 23, alinea 8, in den regel slechts op
het station van bestemming plaats heeft.
Eindelijk brengen wij nog in herinnering, dat
bij de jongste zomerdienstregeling de duur van
vele retourkaarten verkort is. Zoo duurt een
retourbiljet naar den Haag, dat vroeger vijf dagen
liep, er nu slechts vier.
De firma gebr. Scheuer te Amsterdam waarschuwt
het publiek weder tegen eene bende Engelsehe
oplichters, te Londen gevestigd, leden der long-
firm" die in het afgeloopen jaar onder de firma
Webb co. en nu onder de namen „van Dijk"
„Bour" en tal van andere aliassen weder slachtoffers
zoeken. Zij koopen alles wat zich tusschen hemel
en aarde beweegt betalen doorgaans eerst in
klinkende muut, doch liefst direct in wissels of
cheques op Londensche huizenwaarvan de beta
ling natuurlijk achterwege blijft omdat öf trekkers,
óf betrokkenen óf wel beiden onbekend zijn. Een
vriend der heeren Scheuer is laatstleden zomer de
dupe er van geworden tot een bedrag van circa
4000en zoo zijn er een aantaldie maar liever
zwijgenomdat zij behalve de schade niet ook
nog de schande willen dragen.
Ook de kiezersvereeniging de Grondwet te Am
sterdam heeft de heeren dr. Stieltjes, Hpltzmaa
en mr. Rutgers van Rozenburg gekozen als can-
didaten voor het lidmaatschap der tweede kamer.
Voorts zijn gesteld: door de liberale centrale
kiezersvereeniging te Gorinchem mr. A. H. van
Tienhoven, door de liberale kiezersvereeniging te
Wageningen mr. W. H. Dullert, door de vereeni-
ging „Het algemeen belaag" te Leiden mr. H. N.
Neeb.
De kamer van koophandel te Rotterdam heeft
op eene daartoe betrekkelijke vraag van den mi
nister van binnenlandsche zaken geantwoord dat
de klachten, geheven wordende over het vastge
stelde model der ijzeren gewichten, niet ongegrond
zijn, vooral bij het meten van granen. De kamer
acht echter, indien het model gewijzigd mocht
worden, een ruim tijdperk van overgang onver
mijdelijk.
In dezelfde zitting maakte de heer M. Mees zich
tot tolk van klachten over de exploitatie van den
slechts een paar dagen vóór haar dood had
geschreven, voornamelijk om mij te onderrichten
waar haar testament berustte, te weton bij mijne
notarissen, de heeren Callard en Prestleigh. Zij
voegde er bij, dat een duplicaat van het testament
zich hier, in dit huis, bevond; maar dat moet
eene vergissing zijn."
„Als het hier was geweest, zou het na haar
dood zijn gevonden," merkte Edina aan.
„Dat is ook zoo. Toen die brief van hare hand
te Sydney aankwam, was ik op reis in afgelegene
streken van het land, zoodat ik eerst zes maanden
later, bij mijne terugkomst te Sydney, haar schrij
ven vond. Er lagen daar een aantal brieven op
mij te wachten, zooals gij wel begrijpen kunt,
en ik vernam uit die van mijn compagnon Street
en van zijn broeder den notaris, dat men alleen
van het bestaan van het eerste testament wist en
majoor Raynor den Arendshorst in bezit had ge
nomen. Welk besluit denkt ge nu wel, dat ik
nam? Hem in het voortdurend bezit daarvan te
laten, nooit van het latere testament te spreken,
maar het in 't vuur te werpen als ik in Engeland
terug was, en er nimmer een woord van te reppen.
De majoor had een zeker recht op den A.rends-
horst, ik had er hoegenaamd geen recht op, en
dus kostte dat besluit mij geen oogenblik over
weging
„Dat is ook juist wat ik van u zou verwacht
hebben," zei Edina, terwijl een gloed hare wangen
overtoog.
„Zwaai mij niet meer .lof toe dau ik verdien,