N». 117. 120® Jaargang. 1877. Zaterdag 19 Mei. Uithoofde van het Pink sterfeest zal deze courant aanstaanden laandag niet uitgegeven worden. E3DI3\TA« Dit blad verschijnt dagelijksj met uitzondering van Zon- en Feestdagen» Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiêni 20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer t 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte; Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Hayas, Lapfite G°. te Brussel en Parijs. Middelburg, 18 Mei. FDBXJIXjXjET03Sr_ DERDE DEEL. MIDDELBURGSC Gemeentebelasting. Kohier joor de plaatselijke directe belasting op de honden voor 1877. De burgemeester en wethouders van Middelburg, maken bekend: dat het kohier voor de plaatselijke directe be lasting op de honden voor het jaar 1877waarvan de heffing is goedgekeurd bij koninklijk besluit van den 8eB Maart 1873n° 17, door den raad in zjjne zitting van den 16en Mei 11. vastgesteld, ingevolge art. 265 der gemeentewetgedurende acht dagenaanvangende Zaterdag den 19™ dezer voor een ieder op de gemeente-secretarie ter lezing zal zijn nedergelegd. Hiervan is heden afkondiging geschied waar het behoort. Middelburg den 18en Mei 1877. De burgemeester en wethouders voornoemd, SC HO EER. De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. Van onderscheiden kanten ontvangt men be richten omtrent candidaten voor verkiezing van leden der tweede kamer op 12 Juni e. k. Aanbevolen wordenvan anti-revolutionaire zijde in het kiesdistrict Sneek de hh. J. Wolbers en mr. O. W. Star Numan. Door de anti-revolutionaire kiesvereeniging „Ne derland en Oranje" te Zutfen is tot candidaat gekozen de heer A. P. R. C. baron van der Borch van Verwolde. Volgens het Wag. Wbl is van anti-revolutionaire zijde te Tiel de candidatuur aangeboden aan den heer A. baron Schimmelpenninck van der Oye, die echter geweigerd heeft en zich alleen te Deven ter candidaat stelt. De liberalen zullen daar stem men op mr. H. J. Dijckmeester, de conservatieven hoogstwaarschijnlijk op mr. W. baron van Golt- stein. Van conservatieve zijde wordt in het hoofdkies district Amersfoort mr. W. baron van Goltstein, oud-minister van koloniën, candidaat gesteld. Naar Tiet Engelsch van mevrouw Henry Wood. Hoofdsti^V. DE EBBENHOtfU^ESSENAAE. {Vervolg). 't Was overigens geen hinderlijke spionnage, want niet éénmaal in dé drie maanden kwam hij met Pellet in aanrakingmaar hij had altijd een gevoel als een man die aan een ketting ligt en juist zoo ver kan gaan als die ketting strekt, maar geen stap verder. Uit den grond zijns harten wenschte hij, dat hij om Madelief je's wil tot een beteren staat mocht komen; ja, hij had het sinds lang gewenscht; maar in zijn gevoel van afhankelijk heid had hij de zaken maar laten gaan zooals zij wilden en was hij voor elke verandering terugge deinsd. Meermalen had hij met dankbaarheid gedacht aan de steeds verlengde afwezigheid van Max Brown, die hem het vereischte voorwendsel aan de hand deed om zich in zijn tegenwoordig lot te schikken. Daar zat Madeliefje met haar ontevreden gezicht, hetgeen nog altijd een lief gezicht was met die heldere oogen, die fjjne tint, dat weelderige haar. Dikwijls kleedde zij zich met zorg, heimelijk Te Amsterdam worden van liberale zijde aanbe volen de hh. Stieltjes, van Nierop en Rutgers van Rozenburg. De heer de Lange wenscht niet meer in aanmerking te komen. Van conservatieve zijde worden genoemd de hh. Fabius en de oud-ministers van Goltstein en Klerck. „Nederland en Oranje" stelt voor de hh. mr. L. W. C. Keuchenius te Batavia, mr. A. F. de Savornin Lohman te den Bosch en W. von Wrangel auf Lindenberg te Utrecht. In de te Veenwouden gehouden vergadering der kiesvereeniging „Nederland en Oranje" is tot can didaat gekozen de heer A. Brummelkamp te Kampen. Men schrijft ons uit Vlissingen: „Naar ik verneem heeft de koninklijke maat schappij „de Schelde" aan het gemeentebestuur alhier aanvrage gedaan om kosteloozen afstand van gemeentegrondteneinde daarna eene vereeni- ging te stichten tot het bouwen van woningen voor werklieden. Daar de aangevraagde grond door de gemeente nimmer gebruikt wordt en er tegenwoordig werkelijk gebrek aan woningen be staat, is het te verwachten dat het verzoek bij den raad een gunstig onthaal zal vinden. Deze vorm van subsidie is toch wel de minst bezwarende dien men bedenken kan." Bij het Zweedseh en Noordsch consulaat te Vlissingen is bericht ontvangen van Archangel dd. 15 Mei dat de Dwina geopenddoch de Witte zee nog vol ijs is. De heer H. W. van Boven, geneesheer te Veere, is, op zijn daartoe gedaan verzoek, met den 16™ dezer eervol ontheven van de waarne ming der betrekking van visiteur der quarantaine aldaar. Het Handelsblad geeft voor de aanstaande ver kiezingen, vóór dat nog door de liberale kiec- vereenigingen te Amsterdam candidaten gesteld zijn, de volgende wenken. „In de eerste plaats mag de éenheid der liberale partij niet uit het oog worden verloren. Wij heb ben in de twaalf laatste jaren zóo bittere ervarin gen opgedaan van de gevolgen der scheuring, dat het hoogst onvoorzichtig en onvaderlandslievend ware, wanneer thans, nu met veel moeite weder in de kamer de lang gewenschte orde is tot stand gekomen, bij de keuze van nieuwe liberale candidaten niet vóór alles op het behoud der eens gezindheid werd gelet. „Maar bovendien behoort bij de aanbevelingen geen enkel der voorname landsbelangen van dezen tijd in het vergeetboek te geraken. Het spreekt wenschende, ondanks hare verbolgenheid, haar man weêr te winnen. Dezen avond droeg zij een donker blauw zijden kleed, een der overblijfselen uit betere dagen, aan den hals met witte kant bezet, waarop een gouden medaillon aan een dun kettinkje rustte. Toen Edina kwam en door Frank binnengeleid werd vond zij dat Madeliefje er allerbekoorlijkst uitzag. „Gij komt mij nooit eens bezoeken, Edina," zei Frank's vrouw, met eene klacht die op dit oogen- blik zeer weinig te pas kwam. „Ik kon dood en begraven zijn, zonder dat gij anderen er iets van wist." „Neen, Margaret, dat zou niet kunnen," gaf Edina ten antwoord, „niet zoolang gij uw goeden man aan uwe zijde hebt. Als gij ons werkelijk noodig hadt, zou hij wel zorgen dat wij het wisten." „Toch word ik door iedereen verwaarloosd," hernam Madeliefje. „Het doet mij genoegen, dat ge eindelijk eens aan mij gedacht hebt." „Ik ben thans met een bepaald doel gekomen," zei Edina, die niet tot verontschuldiging wilde aanvoeren dat zij zoo weir.ig tijd had om visites te maken, want dat moest Madeliefje even goed weten als zij. Terwijl zij haar hoed afzette begon zij dan ook dadelijk aan Frank verslag te doen van het bezoek van den heer Street en het doel daarvan en de gissingen der bewoners van Lau werhof na zijn vertrek. „Ja, ik ben het die den ebbenhouten lessenaar heb leêggemaakt," zei Frank. „Een dubbele van zelf, dat de volledige handhaving en de in grijpende verbetering der openbare school op den voorgrond moeten staan. Nu de minister Heems- -zijne belofte om nog in deze zitting het onderwijs-ontwerp met de staten-generaal te be handelen, slechts ten halve is nagekomen en blijk baar op de stembus speculeert, moet hem inzonderheid uit Amsterdam bij de stembus dui delijk gemaakt worden, dat de groote meerderheid der kiezers van geen toegeven aan de clericale eischen wil weten. „Maar de schoolquaestie is en mag niet de eenige zijn, die bij de stembus in aanmerking komt. 's Lands verdediging en de financieele toe stand eiseben mede de bijzondere behartiging, en het tegenwoordig ministerie is in de beide opzich ten tot dusver te kort geschoten. De regeling der levende strijdkrachten, in overeenstemming met onzen volksaard en de financieele krachten des lands, mag niet langer uitgesteld worden. En tegenover de stijgende uitgaven voor groote wer ken en tekorten, die uit Indië dreigen, is een buitengewoon omzichtig financieel beleid noodig, dat eenerzijds de hulpbronnen des lands tracht te verbeteren, maar anderzijds ook met bedachtzaam heid en kracht de inkomsten des lands, zoo hier als in Indië, uitbreidt. Een scherpe en voortdu rende controle der regeering is vooral in dat opzicht in den tegenwoordigen toestand een drin gend vereischte. „Nederland heeft financieele hervormingen noodig, die alle belemmeringen voor handel en scheepvaart, de hoofdbronnen van onze welvaart, doen ver dwijnen en ons in staat stellen op geregelde wijze onze middelen van verkeer uit te breiden." De Nederlandsche vronwen-vereeniging Tessel- S".Tade heeft gisteren te Rotterdam hare zesde algemeeue jaarlijksche vergadering gehouden. Als afgevaardigde der Middelburgsche afdeeling was daarbij tegenwoordig mevrouw de Raad-van Sonsbeeck. In de zitting van den gemeenteraad van Rot terdam van gisteren gaf de burgemeester de verzekering dat, wanneer het wetsontwerp tot verbetering van den Rotterdamschen waterweg ook door de eerste kamer aangenomen en door den koning bekrachtigd zal .zijn, voor Nederland in 't algemeen en voor Rotterdam in 't bijzonder een nieuwe tijd van bloei zal aanbreken. Deze verzekering werd met toej niching begroet. Yoorts werd met 27 tegen 3 stemmen aangeno men het voorstel tot bet aanleggen der gasfabriek op Feyenoord. De bevolking des rijks bedroeg, volgens bodemDat kan ik waarlijk niet gelooven, Edina. Wij hadden dat moeten ontdekken." „Wij kunnen toch niet twijfelen aan 'tgeen de heer Street zeide. Hij wist het zelf niet, zooals ik u gezegd heb, voordat hij het van mijnheer George Atkinson vernam." „Nu, als mijnheer Atkinson het verzekert, zal het wel waar zijn," hernam Frank. „Maar waar om sprak hij er dan niet vroeger van Toen hij laatst in Engeland was, zocht men overal naar den schuilhoek waar die effecten verborgen kon den zitten, of 't was althans nog niet lang geleden dat men er zoo naar gezocht had." „Hij zegt dan ook, dat hij niet kan begrijpen waarom hij niet op de gedachte kwam te vragen of die lessenaar wel nagezien was," zei Edina „Ik denk dat hij gemeend heeft, dat het bestaan van den dubbelen bodem bekend was en men daar dus reeds gezocht had. Maar wij kunnen de fout niet herstellen door er over te blijven praten 't geen, waar ik voor gekomen ben, is eigenlijk u te vragen of gij u herinnert waar ge den lessenaar gelaten hebt?" „Neen, dat herinner ik mij niet. Ik weet alleen dat ik er al de papieren uitgeschud en die in de kamer bij tante gebracht had. De lessenaar is zeker op de tafel blijven staan." „Weet ge zeker, dat ge er al de papieren uitgenomen hebt?" „Ja, dat weet ik zeker," antwoordde liij op zij ne gewone luchthartige manier. „Ik keerde den les. senaar het onderste boven, schudde er de papieren de uitkomsten der bewerking aan de provinciale bureaux van statistiek verkregen, de hieronder opgegeven getallen. Provinciën. Bevolking op Vorm. sedert 1 Jan. 1877. 1 Jan. 1876. Noord Holland '642,073 12,728 Zuid-Holland 763,636 15,474 186,164 2,080 Zeeland. 187,046 1,418 Noord-Brabant 456,709 5,614 Limburg 235,135 2,573 Gelderland. 453,624 4,804 Overijsel 267,826 2,682 113,773 1,552 Groningen 242,065 3,403 Friesland 317,405 3,601 3,865,456 55,929 Van de steden met eene grootere bevolking dan 20,000 inwoners, volgt hieronder eene afzonder- lijke opgave Bevolking op Verm. sedert 1 Jan. 1877. 1 Jan. 1876. Amsterdam 296,200 6,218 Haarlem 34,797 665 's Gravenhage 104,095 3,841 Rotterdam 136,230 4,176 Leiden 41,298 574 Dordrecht 26,576 419 Delft 24,511 707 Schiedam 21,880 348 Utrecht 66,106 1,054 's Hertogenboseh 24,538 240 Tilburg 26,103 706 Maastricht 29,083 192 1,262 Nijmegen 23,509 311 Zwolle 21,593 150 Groningen 40,589 424 Leeuwarden 27,085 23 Het op de algemeene vergadering van gisteren uitgebrachte jaarverslag der koninklijke fabriek van stoom- en andere werktuigen te Amsterdam luidt gunstig. De winst bedraagt 94,434, latende eene nitkeering van dividend toe, voor de preferente aandeelen van 8jj en voor de oude aan- deelen van 2j pet. Er zijn aan de fabriek 1300 werklieden in dienst. Tot het belangrijkste, dat omtrent de werkzaam heden in het afgeloopen jaar kan worden medege deeld, mag gerekend worden de aflevering aan het departement van marine van de twee kanonneer- booten „Fret" en „Das", die bij de proeftochten de gestelde eischen overtroffenverder het afloopen van een stoomschip 4e kl., het op stapel zetten en gedeeltelijk afwerken van een gepantserd rivier- uit en ging er vervolgens nog met mijne hand door om mij te overtuigen dat er niets ingebleven was." „De kleine Kate zegt, dat zij u dit heeft zien doen. Maar zij weet niet, waar de lessenaar ge bleven is." „Ik kan 't mij evenmin herinneren. Alleen weet ik, dat hij in de kamer achtergebleven is en ik hem niet weggezet heb. Hij heeft er zeker nog gestaan toen de familie het huis verliet." „Onze groote vrees is, dat hij in vergissing bij den boedel gepakt, met al het overige naar het nieuwe huis gebracht en daar met de rest ver brand is." „Dat is niet waarschijnlijk, Edina. Niemand kan dien lessenaar bij vergissing ingepakt hebben." „Een der dienstboden heeft het kunnen doeD, want veel van het inpakken is zeker aan hen overgelaten." „Ja, dat zal wel zoo zijn," gaf Frank toe. „Nu dan," hernam Edina, „de waarschijnlijkheid is er voor, dat de lessenaar door de bedienden ingepakt en in een der groote kisten weggezonden is. Was hij op den Arendshorst gebleven, hij zou er stellig nog zijn." „Dan vrees ik dat er nimmer iets van terecht zal komen," merkte Frank aan. „Het is een leelijk geval! Waarom heeft George Atkinson niet vroe ger gesproken?" Bij deze laatste woorden werd hij in de apotheek geroepen. Edina zette haar hoed weêr op. Made liefje, die een haakwerkje had opgenomen, vroeg) „Waarom blijft ge niet, Edina?''

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1