BUITENLAND. Telegraphische berichten. Benoemingen en besluiten. 0 n d e r w ij s. Kerknieuws. Thermometerstand. Gemeenteraad van Vlissingen. Algemeen Overzicht. hoofd. Alle onafhankelijke vorsten in het binnen land ontvingen hem goed en verleenden hem be scherming. Dit aanvankelijk succes bewijst veel voor den tact en de bekwaamheid van den aanvoerder der expeditie en geeft recht om voor den verderen gunstigen afloop goede verwachtingen te koesteren. Ter eere van Z. K. H. prins Hendrik, den eere-voorzitter der tuinbouw-tentoonstelling te Amsterdam, werd Woensdag in het Amstel-Hotel een diner gegeven, waarbij ook prins Alexander, de minister van buitenlandsche zaken en een honderdtal andere gasten tegenwoordig waren. Bij die gelegenheid werd den prins-eere-voorzitter een fraai album aangeboden, versierd met pen- teekeningen van den heer Gr re venstuk, bevattende de handteekeningen van allen, die den 16en April jl. te Soestdijk 'sprinsen gasten waren. Van het op het diner gesprokene, waarbij o. a. de heer de Jonge van Ellemeet „als een ronde Zeeuw" den prins hulde bracht,verdient vooral de aandacht hetgeen door prins Hendrik gezegd werd. De prins sprak .zijn neef, prins Alexander, toe, en uitte de verwachting, dat deze zijn voetspoor zou volgen. „Ik ben niet jong meer, maar ik zal mij staande houden zoolang mijne krachten dit veroorloven; als ik dan niet meer kan, hoop ik dat gij, prins Alexander, mijn arbeid zult willen voortzetten, mijne voetstappen zult willen drukken." Prins Alexander nam met een fier gezegde die opdracht, zooals hij het noemde, dadelijk aan. „Onder ons wapen staat Je Maintiendraiwelnu ik zal handhaven: Uwe koninklijke hoogheid kunt op mij rekenen." Behalve de vroeger opgegevenen moeten nog, tengevolge van benoemingen tot rechterlijke toetrekkingen aftreden: als lid der le kamer de heer Thooft, opnieuw benoemd tot rechter te Zutfen en in de 2e kamer de heer de Buiter Zyl- ker, benoemd tot kantonrechter te Appingadam. Daarentegen zijn niet herbenoemd de heeren Lenting en van den Heuvel, reehters te Zutfen en Eindhoven, zoodat ten slotte zes leden der tweede kamer zich aan eene herkiezing moeten onderwerpen. De Staats-courant van heden bevat vier kon. besluiten van 29 April jl. (Stbl. n° 90—93), be trekking hebbende op de nieuwe rechterlijke itideeling en organisatie, alle met ingang van den 15en dezer. Het eerste besluit behelst eene wijziging van het reglement Ivastgesteld bij besluit van 14 Sept. 1838 (Stbl. n° 36); het volgende besluit regelt de beëediging en installatie van de nieuwe rechtbanken en kantongerechten. Het derde besluit bevat bepalingen ten aanzien der advocaten, procureurs en deurwaarders, inge schreven of aangesteld bij de ontbonden recht banken. Het vierde besluit eindelijk bepaalt het noodige omtrent de archieven der ontbonden rechtbanken en kantongerechten, alsmede de gelden, gelds waardige papieren en andere zaken of stukken, ter griffiën bewaard. binnenland. SSierikzee. De heer dr. P. Schuringa is door de rechtbank vrijgesproken van de bem door den kantonrechter opgelegde boete wegens beweerde mishandeling van zijn hondje, dewijl daarbij van geen moedwil is gebleken. buitenland. Honstanttnopel. De Russische kust der Zwarte Zee is in staat van blokkade verklaard. haar huis op de Kale Vlakte, onder voorwendsel dat hij over hare moeder practiseerde; en eindelijk het gerucht van den vertrouwelijken voet waarop hij met haar stond. Veel meer dan goed of noodig was herinnerde Madeliefje zich den avond toen Frank op den Berg gedineerd had en het gesprek op de geheimzinnige verdwijning van Bell en de schoonheid vair zijne dochter was gekomen. Frank's onrustigheid, de ontroering in zijne stem, het verschieten van zijn kleur, dit een en ander had zij toen niet kunnen begrijpen; zij had het als even onverklaarbaar beschouwd als de verdwijning van den man over wien het gesprek geloopen had. Maar nu was alles haar duidelijk: zijne ontroering was het gevolg geweest van zijne liefde voor Rosaline. Zij herinnerde zich, alsof het gisteren pas gebeurd was, de praatjes waar Tabitha meê was te huis gekomen, en herhaalde nu aan zich zelve dat die mooie dochter van Bell den mijnwerker, Frank's eenige liefde was en dat het meisje den grond wel zou willen kussen waar hij ging. 't Was toen echter te laat geweest om overeenkomstig die inlichting te handelen, want het huwelijk was reeds in de kerk van Trennach gesloten. Madeliefje had ook tenauwernood geweten of zij het al dan niet moest gelooven, maar in ieder geval had het haar geschokt. Toen vervolgens de tijd verliep, Frank met haar ver van het tooneel der gebeurtenissen was heen gegaan en men ook Rosaline uit het oog verloren had, zoodat het zoo goed was alsof zij niet bestond, had Madeliefje hare twijfelingen en hare jaloersch- Erzeroum. Moekfar Pacha staat te Zenikog, 40 mijlen westelijk van Kars. De Russen bewe gen zich in die richting. St. Petersburg. De cavalerie heeft Bajazid bezet; de Turken zijn tot Kostok teruggetrokken. Cairo. Door de notabelen is eene oorlogs schatting van 12 millioen gegeven, waardoor de Egyptische divisie welke Turkije ter hulp zal worden gezonden op 12,000 man zal worden ge bracht. Brussel Naar men verzekert is Rusland er in geslaagd van Hope en c° te AmsterdamMen delsohn te Berlijn en een bankiershuis te Parijs een voorschot van 75 millioen roebels te verkrij gen voor den tijd van zes maanden. zeemacht. Aan den kapitein-luitenant ter zee jhr. A. C. van Haeftenis op zijn verzoek eervol ontslag verleend als president van den raad van tucht voor de koopvaardij te Amsterdam. koloniën. Aan den Oost Indischen hoofdambte naar D. Boes Lutjenslaatstelijk resident van Amboinaen aan den kapitein ter zee bij het sedentair zeewezen in Nederlandsch-Indië J. P. M. Willinck, laatstelijk directeur van het marine etablissement te Soerabaija beide thans met ver lof hier te landeis op hun verzoek eervol ontslag verleend uit 's lands dienstmet toekenning van pensioen. Ten behoeve van de hoogere burgerschool met driejarigen cursus te Samarangworden ver langd 1° een leeraar in de staatswetenschappen en geschiedenis 2° een leeraar in het handteekenen en schoon schrijven 3° een leeraar in de Nederlandsche taal en aardrijkskunde 4° een leeraar in de Fransche taal ën cijfer kunst, of in de Fransche taal met Engelsch en Duitsch 5° een leeraar in de Engelsche en Duitsche talen allen bevoegd tot het geven van middelbaar onderwijs aan eene hoogere burgerschool met drie jarigen cursus hier te lande. Ten behoeve van de afdeeling „hoogere bur gerschool" van het gymnasium Willem III te Batavia, worden verlangd twee leeraren in de wis- en natuurkunde en éen leeraar in de wis kundebevoegd tot het geven van middelbaar onderwijs aan eene hoogere burgerschool met vijf jarigen eursus hier te lande. De vereisehten om tot deze betrekkingen be noemd te wordende daartoe in te zenden stukken en de voordeelen daaraan verbondenworden medegedeeld in de Staats courant van heden. Den heer J. J. Six Dijkstra, predikant bij dc N. H. gemeente te Cadzand, werd den 2en dezer, bij ge legenheid zijner 25jarige ambtsvervulling, door een aantal zijner vrienden en vereerders eene prachtige canapé aangeboden, met den wensch van hunne zijde dat hij nog vele jaren in hun midden verkeeren en arbeiden moge. Landbouw. De afdeeling Zierikzee der Zeeuwsehe Maat schappij van landbouw gaf in hare vergadering van 3 dezer een blijk van waardeering aan haren secretaris den heer H. G. Mulock Houwer, welke die betrekking 25 jaren had bekleed, door hem een prachtigen salonstoel aan te bieden waarbij de voorzitter de heer B. Gr. van der Have eene hartelijke toespraak tot den jubilaris hield. In de Prov. Gr on. Ct. leest men de volgende advertentie„Ik laat -mij niet zenden als lid naar de provinciale staten, maar zendt Hugo Muda, boer te Graauwedijk. H. B. Maijer." Op het theater te San Francisco heeft een lieid vergeten, maar thans waren die met tiendub bele kracht teruggekomen. Mevrouw Frank Raynor had zich dus geamu seerd (indien dat woord gebruikt mag worden bij zulk een gemoedstoestand als den haren) met het bespieden van haar man, niet geregeld, maar zoo nu en dan. Hare voeteu voerden haar als uit eigen beweging naar de stille straat waar juffrouw Bell woonde, en bij eene of twee zeld zame gelegenheden had zij het geluk gehad hem in of uit het huis te zien gaan. Natuurlijk kon zij niet dikwijls op de wacht Staan; dat durfde zij ook nietzij kon er zich zelve voor geschaamd hebben. Zooals het nu reeds ging, had zij gezien dat Sam zijne oogen vol verwondering openspalkte als zij door het voorhuis haar man volgde en dat de jongen nieuwsgierig was wat dit te beteekenen had. Daar zij dus verhinderd was Frank te bespieden zoo dikwijls als zij wenschte en zij met al hare moeite slechts zoo zelden gezien had wat zij verwachtte, maakte zij de gevolgtrekking dat de fortuin haar niet gunstig was en dat Frank er juist heenging op de oogenblikken als zij zelve niet uit kon: eene vernuftige uitlegging zooals alle menschen van doorzicht zullen begrijpen. Bij eene dier zeldzame gelegenheden kwam Frank het huis uit in gezelsehap van Rosaline. Wordt vervolgd.) vechtpartij plaats gehad tusschen twee primadon na's, de dames Murska en Fabbri, die elkander duchtig toetakelden. Intusschen waren haar respectieve echtgenooten de kapelmeester Hill en de bariton Muller eveneens handgemeen gewor den, waarbij Hill een zoo afdoend pak slaag kreeg, dat hij ternauwernood kon zitten. 3 Mei. 's av. 11 u. 38 gr. 4 's morg. 7 u. 43 gr. 's midd. 1 u. 49 gr. 's av. 6 u. 46 gr. Zitting van Woensdag 2 Mei. Voorzitter de heer Winkelman. Afwezig de heeren van Uije Pieterse en J. J. P. Hector. De notulen van het verhandelde in de zittingen van 26 Maart, 4 en 11 April jl._worden na voor lezing goedgekeurd. De concept-verordening op het weren en vernie tigen van rupsen en rupsennesten wordt na eenige discussie met 9 tegen 2 stemmen goedgekeurd. Tegen stemden de heeren Mortier en Verkuijl 'Quakkelaar. Vervolgens kwam in behandeling de concept verordening op de mestvaalten. De heeren Pot en Mortier stelden als amendement voor, om de kosten van afvoer van mestwater voor rekening der gemeente te nemen. Dit werd echter met 7 tegen 4 stemmen verworpen. Voor stemden de heeren J. G. Heetor, Mortier, Pot en Verkuijl Quakkelaar. De verordening zelve werd met 8 tegen 3 stemmen goedgekeurd. Tegen stemden de heeren J. G. Hector, Mortier en Pot. De verordening op het bouwen en sloopen wordt voor zooveel noodig gewijzigd en de verordening van algemeene plaatselijke politie aangevuld. De rekening der commissie voor de zeemans- en visschersbeurs wordt "goedgekeurd. Na eenige discussie wordt voorts met 10 stemmen tegen 1 (die van den heer Pot) besloten aan eerst genoemde commissie, in antwoord op haar voorstel om den kapitein Willemsen als deelhebber in het fonds toe te laten ofschoon hij niet uit Vlissingen de zee bevaart, mede te deelen dat de raad die toelating, als zijnde in strijd met de verordening, niet wenschelijk acht, en het aan de commissie overlaat of zij eene wijziging der verordening als nuttig en noodig beschouwt en daartoe een voorstel wil doen. (De gunstige beschikkingen op de verzoeken van J. U. Auer en A. Tormo hebben wij reeds gemeld.) Voorstellen van burgemeester en wethouders tot het doen van af- en overschrijvingen op de gemeen- tebegrooting worden onveranderd aangenomen. Van het bestuur der muziekvereeniging „Oefening en genoegen" is een verzoek ingekomen om, des noods tegen overeen te komen huurprijs, gebruik te mogen maken van den tuin achter het raadhuis tot het geven van vier of vijf zomerconcerten. Nadat de beraadslaging over dat verzoek geopend is, verklaarde de heer Callenfels dat hij zich tot zijn spijt tegen de inwilliging verklaren moest, daar dit een gevaarlijk antecedent in het leven zou roepen. Het toestaan van dit verzoek zou op zich zelf geen bezwaar opleveren, maar er zouden dan misschien ook andere vereenigingen zich met gelijk verzoek kunnen aanmelden, wie wij dit zouden moeten weigeren. Ook is het raadhuis door het domein aan de gemeente in bruikleen afgestaan, zoodat men bij inwilliging van het ver zoek van -die zijde misschien aanmerkingen zou krijgen. Bovendien zouden anderendie eene gelegenheid tot het geven van concerten hebben en daarvan eene industrie maken, door het be schikbaarstellen van den tuin van het raadhuis schade lijden. De heer J. G. Hector wilde de beslissing om trent het verzoek aan burgemeester en wethouders overlaten, onder opmerking dat de raad, volgens de gemeentewet, wel beslissen moet omtrent liet verkoopen, verhuren, verpachten en in gebruik geven van gemeente-eigendommen, maar niet over zaken welke rijkseigendom zijn. De heer Kieijnhens zeide, dat als men bezwaren zoekt men die altijd vinden kan. Hij daarentegen heeft juist gezocht naar motieven om het verzoek te kunnen inwilligen. De- quaestie of de beslissing aan den raad of aan burgemeester en wethouders behoort liet hij in 't midden, maar als de raad te beslissen heeft, zou hij voorstemmen. Het bezwaar van den heer Callenfels dat het raadhuis een rijks-gebouw is, behoeft niet te wegen, daar alleen het gebruik van den tuin is gevraagd, zoodat geen vrees voor beschadiging van het gebouw kan bestaan. Ook heeft de heer Callenfels gezegd dat andere bestaande gelegenheden door inwilliging van dit verzoek zouden benadeeld worden, maar spre kers motief ten gunste van het verzoek is juist dat er nergens elders gelegenheid tot het geven van concerten in de open lucht bestaat. Er zijn te Vlissingen een aantal officieren die klagen over het gemis van amusementen en die, als zij con certen in de buitenlucht willen bijwonen, genood zaakt zijn naar Middelburg te gaan. Kan dus het gemeentebestuur op zulk eene onkostbare wijze aan de bestaande behoefte tegemoet komen-, dan zal men wèl doen met het verzoek toe te staan. Voorts merkte spreker op, dat ieder verzoek op zich-zelf kan beoordeeld worden, zoodat het gevaar van het stellen van een antecedent niet behoeft te wegen. Hier geldt het een verzoek van een fat soenlijk besloten gezelschap met vaste leden, en dit verzoek zou hij willen inwilligen, onder beding dat geen concerten bij inteekening in den tuin zullen mogen gegeven worden en bij de uitvoe ringen geen kinderen beneden de 14 jaren toege laten zullen worden. De heer Callenfels repliceerde, dat ook hij het verzoek zou willen toestaan, indien hij niet bevreesd was voor het stellen van een gevaarlijk antecedent. Wat het gezegde door don heer Kieijnhens omtrent den tuin betreft, merkt hij op dat de tuin is een gedeelte van het gebouw, hetwelk behoort aan het domein. En wat aangaat de gelegenheid om elders concerten te geven, deze is te Vlissingen wel niet groot, maar zij bestaat toch, en die bestaande zouden bij inwilliging van het verzoek allicht verlaten worden ten nadeele der eigenaars. De heer Laernoes verklaarde, dat hij dezelfde bezwaren had als de heer Callenfels. De heer J, G. Hector vond het onbegrijpelijk, dat de beslissing van den raad werd ingeroepen voor eene zaak die niet tot zijne competentie behoort. De zienswijze van den heer Hector werd door den voorzitter onjuist genoemd, onder opmerking dat het raadhuis eerst door den koning en later door het domein aan de gemeente is afgestaan. De heer Schraver verklaarde zich tegen het toestaan van het verzoek, op de gronden die door den heer Callenfels zijn aangevoerd. De heer Verkuijl Quakkelaar meende dat er veel voor en veel tegen het afstaan van den tuin te zeggen valt, en daarom zou hij burgemeester en wethouders willen machtigen om in bijzondere gevallen den tuin van het raadhuis tot het geven van concerten af te staan. De voorzitter verklaarde zich daartegen. Nadat de heer Kieijnhens nogmaals betoogd had dat ieder verzoek ter beoordeeling op zich-zelf staat, gaf de heer Mortier te kennen dat hij tot zijn spijt tegen de inwilliging van het verzoek stemmen moest, omdat hij het onrechtvaardig vindt tegen over degenen die ook eene gelegenheid hebben tot het geven van concerten. De heer Pot daarentegen zou voorstemmen, om dat-hij geen bezwaar ziet in het toestaan van het verzoek. Het verzoek wordt daarop in stemming gebracht en verworpen met 6 tegen 5 stemmen. Vóór stemden de heeren Quakkelaar, de Kruijff, Wibaut, Kieijn hens en Pot. (De uitslag der benoeming van^een stembureau voor de a. verkiezing hebben wij reeds medege deeld). Tot kommies bij de plaatselijke directe belas tingen wordt met 8 stemmen benoemd F. J. de la Fontaine. Op den sollicitant Paap waren 2 stemmen uitgebracht, ter wij TT biljet niet ingevuld was. De behandeling van het voorstel tot nadere regeling van het onderwijs wordt aangehouden tot "dat de staten-generaal beslist zullen hebben omtrent het wetsontwerp betreffende het lager onderwijs. Een tweetal missives van gedeputeerde staten van zeeland, houdende bericht van goedkeuring van raadsbesluiten, worden voor kennisgeving aan genomen. Daar de minister bezwaar heeft gemaakt om in gevolge het besluit van den raad aan den koning voor te dragen een rentestandaard voor de bank van leening tot een minimum rente van Ij cent, wordt besloten op dat raadsbesluit terug te komen en den rente-standaard voor te dragen op hetzelfde bedrag als dit is vastgesteld bij koninklijk besluit van 17 December 1871. Van den commissaris des konings in Zeeland is een brief ingekomen, waarin hij te kennen geeft zich niet te kunnen vereenigen met de zienswijze van den raad, als zou het onderhoud van den berm weg tusschen Vlissingen en West Souburg voor rekening van het polderbestuur van Walche ren zijn, maar dat die onderhoudsplicht op de ge meente Vlissingen rust. Daar dit ook het gevoe len van den minister is, wordt het gemeentebestuur uitgenoodigd zoo spoedig mogelijk in den ongun- stigen toestand van bedoelden weg te voorzien. Deze brief wordt voor kennisgeving aangenomen. Hetzelfde is het geval met de mededeeling, dat van gedeputeerde staten ontvangen is een afdruk van den inventaris van het oud-archief. Nog is ingekomen eene missive van de Maat schappij tot exploitatie van gronden te Vlissingen, die te kennen geeft dat zij voorloopig afziet van haar plan tot den aanleg van stratenniet zoozeer uithoofde van de door den raad gestelde voorwaar den, als wel omdat er nog weinig uitzicht bestaat op toenemend vertier. De heer Verkuijl constateerde, dat het bericht in de Nieuwe Rotterd. courant en andere dagbladen voorkomende, als zou het niet uitvoeren van het plan het gevolg zijn van de door den raad gestelde voorwaarden, blijkens de nu ingekomen missive onjuist is. De missive wordt voor kennisgeving aangeno men en daarna de zitting gesloten. De discussie gisteren in de Fransche kamer van afgevaardigden gevoerd, naar aanleiding der inter pellatie van den heer Leblond betreffende de be weging der ultramontanen ten gunste van den paus, heeft hen kunnen leeren, dat ook van de Fransche regeering geen heil te wachten is voör hun streven, zonder dat daarom het katholicisme zelf iets te vreezen heeft. Dit was ook het standpunt waarop de interpellant zich plaatste bij de toelichting van zijn vragen. Noch het gods dienstig gevoel, noch de vrijheid van godsdienst, die door de republiek worden geëerbiedigd, wilde hij aanranden; zijne interpellatie was niet gericht tegen het grootste gedeelte der Fransche geestelijk heid, die onafhankelijk en vrij wil blijven in de vervulling harer plichten, maar tegen eene partij die veeleer een politieke dan een kerkelijke is en die alle mogelijke middelen aanwendt om een invloed te herwinnen welke haar ontsnapt. Tegen over die partij moet de wet krachtig optreden. Luide toejuichingen van de linkerzijde toonden voldoende hoezeer zij instemde met het gevoelen van haar medelid, dat er geen sprake meer moet wezen van kerkelijke overheersching of priesterheer schappij onverschillig van welke richting dan ook, en de minister van binnenlandsche zaken ver- eenigde zich daarmede volkomen. De regeering zeide hij zal geen aanvallen dulden tegen den katholieken godsdienst, dien zij eerbiedigt, maar er is hier geen sprake van den godsdienst alleen van eenige katholieke personen. Indien de geestelijkheid zich bepaalt tot de geestelijke aangelegenheden aan hare zorg toevertrouwd, dan zal de regeering zorgen dat zij worde geëerbiedigd, maar indien zij het burgerlijk gezag aan banden tracht te leggen zal zij dit vastberaden vinden om haar te wederstaan. De heer Jules Simon gaf vervolgens een over zicht van de maatregelen door de regeering in den laatsten tijd ten aanzien van de katholieke comités genomen en betoogde, dat de verklaringen in den brief van den bisschop van Nevers opgo-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 2