Wrikte». Telegraphische berichten. Benoemingen en besluiten. 0 n d e r w ij s. Marine en leger. Kunstnieuws. Landbouw. vervullen der Rotterdamsche wenschen geen algemeen belang kunnen erkennen. Veel beter gelooven wij dat het nationaal belang behartigd zou worden indien men er toe komen kon om slechts een gedeelte der schatten, welke opnieuw aan de voltooiing van den waterweg zullen opgeofferd worden, te besteden aan het zooveel mogelijk verbeteren der gemeenschap van Rot terdam met zijne natuurlijke voorhavens en aan het begiftigen dier voorhavens zelve met alles, wat zij tot vervulling harer door de natuur aangewezen werkzaamheid noodig hebben. De nota van den minister van binnenlandsche zaken naar aanleiding van het in zijne handen gestelde adres der kamer van koophandel te Mid delburg, houdende klachten over de exploitatie en de dienstregeling op het Zuidernet der staats spoorwegen, is gisteren bij de tweede kamer in gediend. Naar men verneemt zal de regeling van den dienst der provinciale Stoombooten óp de Wester- Scheide, voor den zomer, nog niet in de maand Mei kunnen worden ingevoerd, omdat de herstel ling, die nog door eene der stoombooten moet wor den ondergaan en die eerst na de reparatie der andere booten kan worden uitgevoerd, niet vroeger dan in het laatst van Mei kan zijn afgeloopen. Tot instandhouding van de ten deele uit eigen fondsen aangelegde wegen, zijn door de Belgische regeering dit jaar, naar gewoonte, weder verschil lende belangrijke subsidiën verleend aan gemeenten in de provincie West-Vlaanderen, onder meer aan eenige langs de grens en in de richting tusschen Brugge en Sluis gelegen, als: voor den weg tus schen Oostkerke-Damme 1333 fr., tusschen Oost- kerke-Westcappelle 2000 fr., aan Lissewege 3000 fr., aan Knocke 2050 fr., aan Ramscapelle 2000 fr. terwijl nog tal van meer afgelegen gemeenten met dergelijke subsidiën ondersteund zijn. Deze jaarlijksehe ondersteuning uit 's rijks schatkist, wordt aan de gemeenten speciaal ver strekt, ter tegemoetkoming van gemis aan spoor wegen, om het bereiken derzelve en de communi catie naar de grootere gemeenten zooveel mogelijk bevorderlijk te zijn, waartoe dan ook dienstbaar gemaakt worden de voor rijksrekening onderhouden wordende malle postdiensten(gesloten postrijtui- gen) op verschillende stations in correspondentie rijdende, op de daarvan meest afgelegene plaatsen. Hoe wcnschelijk zoude het wezen, indien de Nederlandsche regeering deze goede voorbeelden eens mocht willen navolgen; dan toch zouden de ingezetenen van den linker Schelde-oever ook op meer mogelijke en vooral op min kostbare wijze eenig genot en gebruik kunnen erlangen van den provincialen „stoombootdienst" op de Wester-Schelde en de in Walcheren aangelegde spoorwegen. (SI. wil.) De gemeenteraad van Amsterdam heeft gisteren, na eene beraadslaging van drie dagen, de veror dening op de Amsterdamsche universiteit goed gekeurd in hoofdzaak zooals die door burgemeester en wethouders voorgesteld was. De enkele wijzigingen, door den gemeenteraad in het ontwerp gebracht, strekken nog tot uitbreiding der studievakken. Zoo werden bij de faculteit der geneeskunde gevoegd de militaire genees- en heel kunde en bij de faculteit der letteren en wijsbe geerte het Sanskriet, de Gothiscke en Germaansche talen. De „zeer onbekrompen opvatting" omtrent de inrichting van gemeente-universiteit overeenkomstig de nieuwe wet op het hooger onderwijs (zie M. ct. van 26 Maart jl.) heeft dus bij den gemeenteraad weêrklank gevonden. Met 1 September a. zal de nieuwe universiteit, in alle opzichten beter uitge rust dan de rijks-hoogescholen, hare werkzaam heid aanvangen. "Met dit vooruitzicht meenen wij de hoofdstad zoowel als de natie in 't algemeen geluk te mogen wenschen. Of voor de hoogescholen te Leiden, Utrecht en Groningen reden bestaat om mede te jubelen, zal de tijd moeten leeren. Mejuffrouw A. H. Jacobs, die vroeger den graad van medicinae doctor behaalde, heeft van de geneeskundige staatscommissie te Amsterdam het getuigschrift voor het eerste gedeelte van het arts-examen ontvangen. Bij beschikking van den minister van binnen landsche zaken van 19 dezer, is het dagelij ksch toezicht op den dienst van den staatsspoorweg van Mallegat naar Rotterdam (station Delftsche poort) met den dag waarop die spoorweg voor het verkeer wordt geopend, opgedragen aan den rijks- opziener 3" klasse W. P. Verbeek, ter standplaats Dordrecht. De minister van financiën vestigt in de Staats courant ,van gisteren de aandacht der ingezetenen op den hoofdinhoud der wet van 28 Maart 1877 (Staatsblad u°. 43) (opgenomen in de Staats-courant van heden). Bij die wet, in werking tredende 1 Juli aan staande, is onder anderen bepaald a dat de thans bestaande Nederlandsche (koperen pasmunt zal worden vervangen door bronzen pasmuntstukken van 2J, 1 en cent, maar dat de bestaande Nederlandsche kopermunt wettig betaalmiddel blijft totdat zij, na genoegzamen aanmaak van nieuwe bronzen munt, en na voor afgaande bekendmaking buiten omloop zal worden gesteld b dat niemand verplicht is bronzen of koperen pasmunt aan te nemen tot een hooger bedrag dan van vijf en twintig cent; c dat het is verboden vreemde koperen, bronzen en nikkelmunten in betaling te geven; dat het echter, bij wijze van uitzondering op dat verbod, in de door den koning bij algemeenen maatregel van inwendig bestuur aan te wijzen grensgemeenten, veroorloofd is van die vreemde munten voor eene waarde van ten hoogste twintig centen in betaling te geven, mits de inbetalingge- ving plaats hebbe met toeslemming van dengene, aan wien zij geschiedt en op geen hoogeren koers dan door den koning bij algemeenen maatregel van inwendig bestuur zal worden vastgesteld d dat het aan rijks, provinciale, gemeentelijke en waterschapsambtenaren en aan pachters en onderpachters van rijks, provinciale, gemeentelijke en waterschaps-inkomsten verboden is, bij ontvang sten, welke zij als zoodanig doen, die vreemde munten in betaling aan te nemen; t dat overtreding van de sub lit. c en d bedoelde bepalingen wordt gestraft met eene geldboete van ten minste drie en ten hoogste vijf en zeventig gulden dat echter, indien de schuldige binnen de laatste twee jaren wegens deze overtreding is veroordeeld, de geldboete tot vijf honderd gulden kan worden verhoogd en dat bij de wet aan den koning de bevoegd heid is voorbehouden om de strafbepalingen op de overtreding der sub lit. c en d genoemde voor schriften reeds vóór het in werking treden van bovengenoemde wet zelve, dus vóór 1°. Juli 1877, in werking te doen treden. In de Staats-courant van heden is opgenomen het aan den minister van binnenlandsche zaken uitgebracht rapport van de rijks-adviseurs voor de monumenten van geschiedeijis en kunst en van de commissie tot voorlichting bij de vestiging van een Rijksmuseum te Amsterdam, aangaande de ontwerpen van genoemd Rijksmuseumgebouw. De drie ingezonden ontwerpen zijn door de vereenigde commissiën gerangschikt als volgt: 1° dat van den heer P. J. H. Cuypers, 2° dat van den heer H. P. Vogel, en 3° dat van den heer H. L. Eberson. Het ontwerp-Cuypers meenen zij ter uitvoering te kunnen aanbevelen. In de heden gehouden zitting der Belgische kamer heeft de heer Frère Orban tot de regeering eene interpellatie gericht over de houding die zij denkt aan te nemen ten aanzien van de tegen woordige petities der bisschoppen in het bijzonder en van de katholieken in het algemeen ten gunste van den paus. De minister van buitenlaudsche zaken antwoordde, dat de regeering zich van alle medewerking aan het verlangen der petitonnarissen onthoudt en dat zij, ingeval de mogendheden eene conferentie moch ten bijeenroepen en België tot deelneming daaraan uitnoodigen, daarvan aan de kamer zal kennis geven. De heer Frère Orban betoogde, dat de trakta ten aan de regeering iedere deelneming tot mede werking aan het verlangen der petitionnarissen ten strengste verbieden. De heer Malou verklaarde de ongepaste agitatie door de bisschoppen in het leven geroepen te be treuren. Bij de tweede kamer is ingekomen een wets ontwerp tot droogmaking der Zuiderzee. Dit ontwerp strekt om op nader vast te stellen wijze het voor rekening van den staat droog te maken gedeelte der Zuiderzee te bedijken: ten Noorden in de richting van omtrent Blikkershoek, aan de Noord-Hollandsche kust, naar of omtrent 11.9 kilometer bezuiden den vuurtoren van Urk en tot of omtrent op 2.4 kilometer afstand van den Ketelmond, een en ander met afsluiting van het Eijerlandsche gat. In verband met deze droogmaking wordt voor gesteld het graven van een kanaal door de Gel- dersche vallei, tot verbinding van Amsterdam met de rivier de Waal. De uitvoering der werken zal, volgens het ont werp, worden opgedragen aan een bijzondere staatscommissie, die jaarlijks eene begrooting van kosten voor de uit te voeren werken zal indienen. Het geheele bedrag der kosten wordt geraamd op 116 millioen gulden, welke som zou worden verwerkt in 16 jaren. De kosten ter voorziening in de militaire defensie worden op 8 a 9 millioen geraamd. Benoemd tot dijkgraaf van den polder Lijnden, J. Verpoorte en tot plaatsvervangend dijkgraaf P. Dieleman. rechterlijke macht. Op verzoek eervol ontslag verleend aan m'. J. C. F. baron d Aulnis de Bou- rouill als procureur-generaal bij het gerechtshof te 's Hertogenbosch en als fungeerend directeur van politie in de provinciën Noord-Brabant en Lim burg, onder dankbetuiging voor de vele diensten door hem in verschillende rechterlijke betrekkingen aan den lande bewezen. belastingen. Benoemd tot ontvanger der directe belastingen en accijnsen te Renkum c. a. N. J. M. Schelfhout, thans ontvanger derzelfde middelen te Wijchen c. a.; en tot ontvanger der directe belas tingen en accijnsen te Lisse c. a., C. J. A. Stak- man, thans ontvanger derzelfde middelen te Rijp c. a. lijk van Alice, die men uit de vensters van het brandende huis had geworpen. Al het geld dat mevrouw Raynor in de wereld bezat, te weten vier bankbiljetten elk van vijf pond sterling, was verbrand. Charles had een weinig goudgeld in den zak gehad, om de assurantie, een gedeelte der belasting en eenige andere noodige zaken te betalen, en dit was alles wat zij voor 't oogen- blik hadden om huis meê te houden. Nacht aan nacht lag Charles wakker, over zijne schuld nadenkende en de kolossaalste plannen van her stel beramende. Zij moesten te eten hebben, al ware het maar brood en kaas, en hadden een dak boven hun hoofd noodig, hoe bescheiden ook. En niemand anders was er, om hun dit een en ander te ver schaffen, dan hij. Aan het weder opzetten van eene school na den pas onderganen tegenspoed was geen denkenzij bezaten er de middelen niet toe, en de leerlingen waren ook voor altijd heengegaan. Neen, alles kwam nu op Charles neêr. Hij be studeerde de advertentiën inde Times en liep Londen plat totdat zijne voeten hem hunnen dienst begonnen te weigeren, om zoo mogelijk eene der begeerlijke betrekkingen te krijgen welke bij die advertentiën werden aangeboden; doch te vergeefs. (Wordt vervolgd.) Eene commissie heeft te Nijmegen onderzoek ingesteld en verslag uitgebracht over den toestand van het openbaar lager en meer uitgebreid lager onderwijs. Uit haar verslag blijkt, dat van 3513 kinderen in den leeftijd voor schoolgaan, 1004 openbaar, 1885 bijzonder en 627 in 't geheel geen onderwijs ontvangen. Zonder de invoering van den leerplicht van staatswegezegt de commissiezullen alle verbe teringen halve maatregelen blijven en zullen de aan het onderwijs besteede gelden voor een deel weggeworpen zijn. De luitenant ter zee 1" klasse E. J. Hoos, die nende aan boord van Z'. M'. ramtorenschip Koning der Nederlanden, wordt met den eersten Mei a. overgeplaatst in de rol van Zr. M3. wachtschip te Willemsoord, en met dien datum aan boord van dat ramtorenschip vervangen door den luitenant ter zee 1° klasse F. II. baron van Verschuer. De heer Wirth, eerste violist aan het orkest der Duitsche opera te Rotterdam, gaat Nederland verlaten. Eene benoeming aan het conservatoire te Berlijn geeft hembehalve een ruimeren werkkring, eene gunstiger financieele positie voor het oogenblik en het vooruitzicht op pensioen voor de toekomst. Zal zijn vertrek te Rotterdam, op het gebied der kunst, eene groote leegte veroorzaken, ook in onze stad en overal in ons land waar zijn groot talent alle kunstvrienden zoo vaak in verrukking bracht, zal men zijn heengaan betreuren. De opstellen van onzen Schouwen-Duivelandschen correspondent over tiend-afkoop (M. Ct. van 15—21 Maart jl.) hebben blijkbaar de aandacht der deskundigen getrokken. Men vindt ze in hun geheel, met vermelding der bron, overgeno men in het bijblad van de Landbouw-courant n° 14 en 15. De landbouw-cursus te Oostburg is, naar het Sluisch Weekblad meldt, niet opgeheven maar wordt den 21en dezer voortgezet. Een inzender schrijft aan de Landbouw courant dat kunstboter spoedig sterk en door de rotzaren onaangenaam van reuk wordt. De redactie teekent daar bij aan dat het smelten en laten stollen, naar hare ondervinding, een uitmun tend middel is om spoedig kunstboter van echte boter te onderscheiden. Wenschelijk ware het dat vaatjes met kunstboter gemerkt werden met het woord margarine of butterine, teneinde ze op het eerste gezicht te herkennen. Daar door de duurte van hooi en stroo en het vooruitzicht, dat veel weideland eerst laat geweid zal worden, het gebruik van lijnmeel en koeken voor het oogenblik toeneemt, houdt "de vervalsching daarvan gelijken tred, wat inzonder heid het geval is met de zachte koeken. Dit heeft onderscheidene landlieden bewogen, om brood te laten bakken van 2 deelen roggemeel en 1 deel lijnzaad, waarbij zich de beesten uitmuntend bevinden. Het is voor onzen veestapel te wenschen, dat dit meer en meer navolging vindt, maar daarbij wordt de raad gegeven, om eerst het lijnzaad te kneuzen, waardoor de oliedeelen zich beter in het brood verdeelen. (Lbw. ct.) De rederij kers-vereeniging „Vriendschap en Ver genoeging" alhier, die gisteren avond in den schouwburg het drama „Lazaro de veehoeder, of misdaad en wraak" opvoerde, heeft veel succes gehad. In veler spel was het streven naar voor uitgang duidelijk merkbaar. Ook de costumes waren net. Een talrijk publiek woonde de voor stelling bij en bracht door zijne toejuichingen meermalen rechtmatige hulde aan de medewerkers. Gisteren namiddag is een Belgische visch- sloep de buitenhaven van Vlissingen ingekomen en met den boegspriet tegen het want van een aldaar liggende sloep, „de Volharding" van Middel- harnis, geloopen. Door den schok werd een jon gen van ongeveer 14 jaren, die op het zalingijzer van „de Volharding" stond, naar beneden geslin gerd en viel op het dek, waardoor hij geducht verwond werd. De jongeling is dadelijk naar het gasthuis vervoerd en verkeert in bedenkelijken toestand. Woensdag vergaderden te Zuidzande de besturen van de gemeenten Groede, Cadzand, Nieuwvliet, RetranchementSluis en Zuidzande en van de watering Cadzand, teneinde nader te bespreken de zoo wenschelijke bestrating met keien van de grintwegen loopende van Nieuwvliet naar Sluis. Een ter overweging aangeboden leeningsplan van ongeveer f 180,000 vondwat de aflossing in 34 jaren betreftvele aanhangersdoch het nog verschuldigde voor de begrinting dezer wegen met de verhoogde lasten voor den afleg en de schaden aan de voorwerken der sluis aan de Wielingen deed velen vreezen, dat zonder eehe „Ik achtte mij verplicht, Edina, u dit mede te deelen. Ofschoon ik er voor terugdeinsde, was ik overtuigd dat gij het mij kwalijk zoudt nemen, indien ik er u onkundig van liet; en gij zult mijne beweegredenen ook niet verkeerd duiden, daar ik weet dat gij uw laatsten shilling opge offerd hadt, om ons van onze woning te voorzien. „Schrijf, als ge wilt, eenige regelen ter ver troosting aan moeder; niemand kan dat zooals gij, en spaar mij niet in uwe ontboezemingen aan haar. „Uw ongelukkige Neef „Charles." Wij hoorden Frank Raynor eens de opmerking maken, dat het vreemd was, dat iedereen, als hij in moeilijkheid verkeerde, zich tot Edina wend de. Ook Charles had zich instinctmatig tot haar gericht, niet omdat het zijn plicht was haar te onderrichten van het gebeurde en haar zijne schuld en zijne strafbare dwaasheid te belijden, maar om der wille van zijne moeder. Ofschoon Edina geen geld meer te geven had en hen aan geen ander huis kon helpen, wist hij dat indien iemand in staat was zijne moeder te„ vertroosten, zij het zou zijn. Éene zaak drukte zijn geweten zwaarder dan al het overige; en zoo hij die niet aan Edina gemeld had, was het niet om zich te sparen, want hij verkeerde in eene stemming om alles te bekennen wat tegen hem getuigde en het zelfs te overdrijven, maar omdat hij het in de haast van het schrijven zonder opzet had vergeten. Zijne moeder had namelijk op eene der vorige avonden, toen hij zijne rol zat te leeren, hel licht onder zijne deur zien doorschijnen en bin nentredende hem in zijne hemdsmouwen aangetrof fen, op den rand van het bed zittende te lezen. Zij had hem toen indachtig gemaakt op het gevaar en hem verzocht het niet meer te doen. Charles had niets ter wereld te doen en behoefde, daar hij toch een ledigganger was, den nacht niet te nemen om te werken; maar hij was nu aan zulk een ongeregeld leven gewoon geraakt, dat hij zich op den dag tot niets bestendigs kon zetten. Er kwam geen antwoord van Edina. Charles vertelde niet, dat hij haar geschreven had, maar bleef de hoop koesteren dat zij toch aan zijne moeder zou schrijven. Den eenen morgen na den anderen bespiedde hij den brievenbesteller, maar eiken morgen ging de man voorbij zonder iets af te geven. „Edina is te boos om te schrijven," was de gevolgtrekking waartoe hij eindelijk kwam. „Dat is zelfs voor haar te veel geweest." Geen berouw kou dieper wezen dan het zijne. Deze laatste slag had al zijn hoogmoed, al zijne groote verwachtingen gefnuikt. De familie was hulpeloos en hopeloos, en hij was het die haar zoo had gemaakt. Zij bezat geen kleederen, geen voedsel, geen vooruitzichten, geen huis, geen geld. Het eenige dat gered was en dat was niet veel waren eenige kleedingstukken, voorname-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 2