N°. 89.
120® Jaargang.
1877.
Maandag
16 April.
Dit blad versobijnt d a g e 1 ij k s i
m«t uitzondering van Zon- en Feestdagent
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlyko nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiêns 20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte?
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Hayas, Laffiti C°. te Brussel en Parijs.
FEUILLETON.
TWEEDE DEEL.
Middelburg, 14 April.
MIDDELBURGS
VERKIEZINGEN.
De voorzitter van den raad der gemeente Mid
delburg maakt bekend:
dat de lijsten de personen aanwijzende die binnen
deze gemeente bevoegd zijn tot het kiezen van
leden van de tweede kamer der staten-generaal,
van de provinciale staten en van den gemeente
raad op heden gesloten, in de beneden voorzaal
van bet raadhuis aangeplakt en op de secretarie
der gemeente voor een ieder ter inzage zijn neder-
gelegd.
Middelburg, den 13™ April 1877.
De voorzitter voornoemd,
SCHORER.
Personeele Indtisting en
Patentrecht.
De burgemeester en wethouders van Middelburg
gezien de circulaire van den commissaris des ko-
nings in de provincie Zeeland van den 20en Maart
1877, A. n° 1241/1 le afdeeling (provinciaal blad
n° 36) betrekkelijk de personeele belasting en van
het patentrecht voor bet dienstjaar 1877/78;
maken bekend
1° dat met het primitief beschrijvingswerk van
de belasting op het personeel, vastgesteld bij de
wetten van den 29™ Maart 1833 (Staatsblad n° 4),
van den 29™ December 1833 (Staatsblad n° 43)
en van den 24en April 1843 (Staatsblad n° 15),
in deze gemeente een aanvang zal worden gemaakt
op Maandag dep 7ett Mei 1877 en alzoo de aan de
ingezetenen uit te reiken beschrijvingsbiljetten,
met den achtsten dag daarna vanwege den ont
vanger der directe belastingen zullen worden op
gehaald
2° dat door het gemeentebestuur om, ingeval
eene herziening van het aangegeven bedrag der
huurwaarde of van het aantal deuren, vensters en
haardsteden, als tegenschatters van de zijde
der belastingschuldigen te dienen, zijn benoemd:
G. Jeras, C. L. van Sorge, A. Flipse en J. F. M.
van der Heil;
3° dat, wat het patentrecht betreft, bepaald is,
dat, met uitzondering van patentplichtigen,
vermeld onder n° 37 tot 40 van tabel XIV, zijnde
de slijters, tappers, kroeghouders en koffiehuishou
ders, die niet in de gewone beschrijving zullen
worden begrepen, maar aan wier huizen zoodra
mogelijk na den ingang van het dienstjaar en
zonder de gewone beschrijving af te wachten, een
declaratoir zal moeten worden bezorgd, hetwelk
na verloop van drie dagen weder zal worden op
gehaald, voor zooveel aangaat alle overige
patentplichtigen, bedoeld in de eerste vijftien tabel
len der wet van den 21en Mei 1819 (Staatsblad
n° 34):
a de aangiften of verklaringen ter verkrijging
van patent, zullen worden uitgegeven van den 7™
tot en met den 14e|> Mei a.;
b die verklaringen, behoorlijk ingevuld, zullen
moeten zijn ingezameld op den 23e Mei a.
c het register van gemelde patentplichtigen zal
worden gesloten op den 18™ Juni a., terwijl,
ofschoon na dien tijd de aanneming van aanvragen
om patent de gewone algemeene beschrijving be
treffende, niet zal worden geweigerd, in alle
gevallen de mogelijke gevolgen die uit eene minder
tijdige aangift voortvloeien, altijd voor rekening
Naar het Engelsch van mevrouw Henry Wood.
Hoofdstuk IX.
MAX BROWN.
{Vervolg).
Er was veel noodig om den kalmen geest van
Max Brown te schokken, maar deze tijding deed
het inderdaad. Hij keek de verschillende papieren
aan, eerst den brief van zijn moeder, toen dien
van zijn broeder, eindelijk den wissel die van een
vrij aanzienlijk bedrag was. Een onverwachte
donderslag had hem niet méér kunnen verschrikken.
Eva was reeds tweemaal komen zeggen dat de
lamsbout klaar stond, zonder dat zij antwoord
kreeg.
„Ik kan niet gaan," mompelde hij. „Hoe zou
ik kunnen? Wat zou er van mijne praktijk
worden
Maar zijne moeder was toch zijne moeder en
als onderdanig zoon begon hij te begrijpen dat hij
haar niet mocht laten sterven zonder dat zij hem
weêrgezien had. Het overige van den dag en een
gedeelte van den nacht overwoog' hij de zaak van
alle kanten, en de slotsom was, dat hij den vol
der nalatige patentplichtigen blijven. Tevens wor
den de patentplichtige slijters, tappers, kroeghou
ders en koffiehuishouders, onder mededeeling dat
hunne patenten van af den 1™ Juni a. ter hunner
beschikking op de gemeente-secretarie verkrijgbaar
zijn, opmerkzaam gemaakt, dat het patent niet
zal mogen worden afgegeven en het daarbij uitge
drukt bedrijf niet zal mogen worden uitgeoefend,
dan nadat de helft van hunnen aanslag over elk
dienstjaar zal zijn voldaan, terwijl evenmin het
patent voor een volgend jaar zal worden uitgereikt,
dan nadat het verschuldigde over het voorafgaande
jaar ten volle zal zijn aangezuiverd.
Eindelijk wordt ieder aandachtig gemaakt op de
wijziging, welke eene der vrijstellingen van vrou
welijke bedienden bij art. 5 der wet van den 9en
April 1869 (Staatsblad n" 59) heeft ondergaan;
op die welke in de twee eerste paragrafen van
art. 27 der wet van den 29™ Maart 1833 (Staats
blad n° 4), bij art. 7 derzelfde wet van 1869 zijn
gebracht, alsmede op de verplichting om bij de
bezwaarschriften, ingevolge art. 1 der wet van
den 4™ April 1870, (Staatsblad n® 60), over te
leggen een duplicaat van het aanslagbiljet, tegen
betaling van vijf cent bij den rijksontvanger ver
krijgbaar gesteld.
Middelburg, den 13™ April 1877.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHORER.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
Heden werd alhier de gewono algemeene verga
dering gehouden der Middelb urgscho maat
schappij van stoomvaart. Het dividend is op
20 pet. per aandeel vastgesteld.
Van het aanschaffen van eene of meer nieuwe
booten ia, naar wij vernemen, voor het oogenblik
nog geen sprake.
H. M. de koningin is gisteren middag te 4
uren, met gevolg, uit Amsterdam weder te 's Gra-
venhage aangekomen.
Z. K. H. prins Frederik kwam reeds eergisteren
avond weder in de residentie terug.
Gisteren voormiddag te 11 uren werd te Am
sterdam het tuinbouwcongres door Z. K. H.
prins Hendrik met eene hartelijke toespraak in de
Fransehe taal geopend.
Daarna hield de voorzitter, professor Rauwenhoff,
eene uitvoerige openingsrede, mede in het Fransch.
Aanwezig waren de ministers van binnenlandsche
genden morgen eene advertentie naar de Times
en naar een geneeskundig blad zond.
Eene week lang leverde die advertentie geen
resultaat op. Er kwamen wel antwoorden in,
waarop dan gesprekken met de inzenders volgden,
maar de zaak kreeg baar beslag niet. Of degenen,
die zich aanboden bevielen aan Brown niet, óf zijne
voorwaarden behaagden hun niet. Hij liet zijne
aanvraag dus voor de tweede maal plaatsen.
Toevallig kwam zij deze maal onder de oogen
van Frank Raynor, of juister gezegd onder die
van zijn vriend Crisp, 't Was kort na het vertrek
van Frank van den Arendshorst. Madeliefje
bevond zich nu bij hare zuster op Westbourne
Terrace en Frank logeerde intusschen bij Crisp,
die assistent-chirurgijn bij een der Londensche
hospitalen was. Hij( woonde op kamers en kon
Frank met eene slaapplaats gerieven, als deze de
eopha voor lief wilde nemen. Crisp nu zag de
advertentie bij hare tweede plaatsing in de T i m e s
en vestigde er Frank's aandacht op.
„Men vraagt een gegradueerd geneeskundige,"
luidde zij, „om eenige maanden, gedurende de
afwezigheid van den principaal, de geheele prak
tijk waar te nemen."
„Dat zou de moeite waard zijn er eens naar te
informeeren," zei Crisp.
Frank besloot dadelijk dien raad te volgen,
want hij smachtte naar verlossing uit zijne tegen
woordige werkeloosheid. Hij had een onderhoud
met Max Brown, 't geen daarmeê eindigde dat hij
de betrekking aanvaardde.
zaken, van financiën en van oorlog, de burgemeester,
de baron van Wassenaer, benevens de leden der
Congrescommissie, de heeren de Boer, Oudemans,
Muld'er, Krelage, Hubrecht en Boomkamp.
Er werden toespraken gehouden door den minis
ter van binnenlandsche zaken en den burgemeester.
Tot leden van het bestuur werden benoemd de
leden der commissie, benevens de heeren: Will-
kom, Wiesner, Radlkofer, d'Hamale, Linden, Mor
ren, Kerckhove, Warming, Delchevalerie, Baillon,
Planchon, Weddell, Hogg, Howard, Masters,
Reicbenbacb, Pedicino, Ascherson, Koch, Meunter,
Wendland, Balatini, Betekoff, Fischer.
Ten 2 uur werden de twee sectie-vergaderingen
geopend. De eerste sectie koos tot bestuur de
heeren Kerckhove, Vilmorin, Max Kolb, Waldeck
en van Nooten; de tweede sectie de heeren: De
Bary, Betekoff, Planschon, Morren, Master,
Fries. Vooral de vergadering der eerste sectie (Bo
tanie) werd door een groot aantal leden bijgewoond.
Men schrijft ons nader uit Rotterdam:
„In de vergadering van fabriek- en handwerks-
nijverheid, Donderdag avond gehouden, was de
heer Geesink tegenwoordig. Zoodra hij echter
het woord wilde nemen, gaf de vergadering door
ondubbelzinnige teekenen te verstaan, dat zij hem
niet wilde aanhooren. De heer Jacob Duyvis,
die namens de Utrechtsche commissie de bewuste
mededeelingen deed, verklaarde gekomen te zijn
om verslag te geven omtrent de door de commissie
ontvangen inlichtingen, en niet om over de juist
heid dier inlichtingen gedachtenwisseling te voeren,
en hij voegde er bij, dat hij in elk geval niet in
discussie wilde treden met een man als Geesink.
Toen later deze laatste nogmaals iets in het mid
den wilde brengen en de onbeschaamdheid had
van laster te spreken, gaf de president hem te
kennen, dat hij verlangde hem te zien heengaan.
Daar de aanwezigen op de meest ondubbelzinnige
wijze blijken gaven dat zij den man weinig wel
willend gezind waren en, na al hetgeen zij had
den gehoord, niet begeerig waren zijne inlichtin
gen te vernemen, koos hij de wijsste partij en
droop afi Had hij de brutaliteit verder gedreven,
hoogst waarschijnlijk zou hij de zaal zijn uitge
gooid. Het scheelde nu reeds bitter weinig.
„Aan 'smans edelmoedige bemoeiingen in het
belang der nijverheid zal thans wel een einde zijn
gemaakt."
In de laatst gehouden zitting van den gemeen
teraad van Rotterdam kwam o. a. de duinwater
leiding ter sprake, waaromtrent de heer Molenaar
mededeelde dat de financieele resultaten van de
drinkwaterleiding voor het oogenblik veel gunsti
ger zijn dan b. v. in den beginne te Amsterdam
Alles scheen hem nu rooskleurig toe. Gedurende
de weinige dagen, die hij tot dusverre te Londen
had doorgebracht, had hij den Tijger maar niet
uit zijne gedachten kunnen verbannen. Hij vond
het maar al te duidelijk, dat die man met den
zelfden trein vertrokken was als bij en zich in
het compartiment onmiddellijk achter het zijne
geplaatst had, om hem in 'toog te houden en te
zien waar hij in Londen bleef. Toen Frank zijne
vrouw dan ook ten huize van hare zuster had
gebracht, liet hij bij zijn verderen rit naar de
woning van Crisp de vigilant zooveel omwegen
maken, dat zelfs een agent van de geheime
politie er door van 't spoor zou gebracht zijn. Hij
hoopte dan ook, dat hij er den Tijger door misleid
zou hebben, maar toch had hij sedert dien dag
zich bijna niet op straat durven vertoonen. Om
deze redenen was de afgelegenheid der wijk, waar
Brown zijne praktijk had en die een paar jonge
dandies, welke op de advertentie waren afgekomen,
afgeschrikt had, juist eene aanbeveling in de oogen
van Frank.
Brown's voorwaarden kwamen hierop neêr, dat
bij zijn vertrek uit het huis Frank er in trekken,
in alle opzichten zijne plaats vervullen, tot Brown's
terugkomst de praktijk waarnemen en van de
opbrengst leven zon. Bracht de praktijk meer
dan zekere bepaalde som op, dan moest het over
schot ten behoeve van Brown afgezonderd worden.
Frank stemde in alles toe. De voorwaarden,
zei hij, waren goed en juist zooals hij ze gewenscht
zou hebben. Werkelijk kwamen zij hem ook zoo
het geval was. Er is thans reeds een saldo van
f 60,000 of 3 7» pet. van het kapitaal. Voegt men
daarbij het waterverbruik voor den openbaren
dienst, de brandweer, de scholen en de openbare
gebouwen, dan is eene rente van 4 pet. bereikt.
Wat bet invoeren van meters aanbelangt, dit
keurde hij af, omdat alsdan het rendement wel
licht nauwelijks in staat zou zijn de exploitatie
kosten te dekken, tenzij men den prijs aanzienlijk
verhoogde. Men zou tevens 200,000 moeten
beleggen in slechte meters. Bovendien zou dan
het waterverbruik voor de minder gegoeden veel
te bezwarend worden. Een gezin uit de burger
klasse betaalt thans ongeveer 5 per jaar. Alleen
aan meterhuur zou voortaan dat bedrag moeten
betaald worden en dan een nog grooter bedrag
voor het verbruikte water.
Uit Ooststellingwerf wordt gemeld, dat de ver
binding met de Drentsche en Friescbe kana
len, welke door den staat der Nederlanden onder
Veenhuizen wordt tot stand gebracht, goed vordert.
Reeds ten vorigen jare is eene sluis met 6 meter
doorvaart wijdte en met 27,50 meter schutskolk-
lengte gemaakt, en thans wordt eene afsnijding
van drie bochten door een nieuw kanaal be
werkstelligd. Ook wordt in de kanaallijn het
veen vergraven en worden boomen die te dicht
aan het verbreede kanaal staan verpoot. Binnen
twee jaren kan alles gereed zijn.
Te den Helder wil men, evenals in enkele andere
steden van ons vaderland eenige maatregelen
nemen tegen de voor de gezondheid nadeelige
vervalsching van levensmiddelen. Naar men
verneemt zullen de stedelijke ambtenaren, bij hunne
dagelijksche omwandeling in de gemeente, voorzien
worden van een peilglas, waarmede zij het recht
zonden hebben de melk der melkvensters te peilen.
Immers dat artikel wordt aldaar zoodanig met water
aangelengd, dat het den naam van melk nauwe
lijks meer verdient en de koffie en thee door bij
voeging van die waterachtige melk bedorven
worden.
Dergelijke maatregelen verdienen algemeene
aanbeveling en zouden ook hier niet overbodig
zijn. In de laatste dagen althans waren wij meer
malen in de gelegenheid melk te zien die merk
waardig dun was en zich kenmerkte door een
verraderlijk blauw tintje.
De commissie voor de in dit jaar in het konink
lijk paleis te Leeuwarden te houden historische
tentoonstelling is in hare verwachtingen omtrent
de inzending van voorwerpen verre overtroffen
voor. Hij werd plotseling uit een afhankelijken
staat verlost en kreeg werk en een eigen verblijf.
Alleen reeds het feit, dat hg een huis voor Made
liefje zou hebben, zette bekoorlijkheid aan de
zaak bij.
„En den Tijger zal ik het spoor bijster maken,"
dacht hij er met een gevoel van gerustheid bij,
„want hier zal hij mij nooit zoeken. Kon hij
mij vinden dan zou Pellet mij waarschijnlijk dade
lijk geld trachten af te persen om zijne stilzwij
gendheid te koopen, want ik denk dat dat zijn
eerste werk zal zijnzoodra hij begrijpt dat ik
over wat geld kan beschikken. Ja, 'tis beter
dat ik voor het oogenblik in een verborgen hoek
practiseer, dan in het West-Einde van Londen als
een voornaam dokter optreed."
{Wordt vervolgd.)