hebbende tot het eskader in Oost-Indie en van
daar den 30en Maart jl. in Nederland teruggekeerd,
zijn met dien datum op nonactiviteit gesteld.
Bij beschikking van den minister van marine
is aan den kwartiermeester W. Schleuter of Sluiter
toegekend de gouden medailje voor vijftig jaren
eerlijken en trouwen militairen dienst.
In de fabriek van de firma Pennock alhier is
ren nieuw soort ressort vervaardigdwaardoor de
bezwaren, aan het afroesten van spankoorden of
zeelen verbonden, zijn weggenomen, door de staande
veeren te verbinden met dwarsioopende spiraal-
veeren en zinken draad. De ressort bestaat uit
sluitend uit een houten raam en metaal, zoodat
zij de meest mogelijke waarborgen voor zuiver
heid en reinheid oplevert, terwijl de veerkracht
en de duurzaamheid door de dwarsche veeren
zeer worden verhoogd. Bij het gebruik wordt er
een losse matras opgelegd. Wij hebben een en
ander met genoegen bezichtigd en zijn overtuigd
dat het eene verbetering in het vak der bedden-
fabricatie mag genoemd worden.
Den 5™ dezer werd door de te Philippine ge
stationeerde brigade maréchaussée en den opziener
der visseherij op de Schelde en Zeeuwsche stroo
men, M. Westdorp, van Philippine gebracht in de
haven een Belgisch visschersvaartuig „Knots" ge
naamd; de visschers, drie in getal, behooren te
Antwerpen te huis. Dit vaartuig was aangehouden,
naardien de visschers niet hadden voldaan, of niet
wilden voldoen, aan de verplichtingen, welke door
het reglement op het bevisschen der Schelde en
Zeeuwsche stroomen aan alle, zoowel Nederlandsche
als Belgische visschers, worden opgelegd. NCt).
„De brandweer werd gealarmeerd."
Dit is een bericht, uit Amsterdam, dat voor
komt, in een onzer grootformaat-dagbladen waarin
uitstekende Nederlandsche letterkundigen somtijds
bijdragen leveren.
Raadpleegt men de Dictionaire de Vacademie
Frangaise, dan vindt men voor de verschillende
beteekenissen van het woord alarmer gemeld:
donner l'alarme, causer de Vémotionde Vépouvante,
de Vinguiétude. II s'emploie aussi avec le pronom
personnel et signifie: sinquiéter, s'effrayer, être ému.
Blijkbaar was dus het woord alarmeeren niet
geschikt om aan te duiden dat te Amsterdam, tot
oefening of parade, brand-alarm gemaakt en de
brandweer dientengevolge uitgetrokken was. De
brandweer is zeker de laatste, welke zich in zoo
danig geval moet laten „alarmeeren."
Men moest niet, uit gemakzucht, onze goede
taal helpen vervalschen, door onjuiste vreemde
uitdrukkingen te bezigen waar juiste Nederlandsche
in overvloed aanwezig zijn.
Bij de ontvangst des konings in het paleis
voor Volksvlijt te Amsterdam bij de opening der
Tuinbouwtentoonstelling zullen ook onderscheiden
ministers en leden van het corps diplomatique
tegenwoordig zijn. De receptie zal in de vestibule
plaats hebben.
Tot secretaris van de Amsterdamsche veN
eeniging voor gemeente-crediet is benoemd de heer
m*. J. P. Moltzer.
Aan den maaltijd, op Vrijdag 13 April in
het park te Amsterdam door het hoofdbestuur der
internationale tuinbouw-tentoonstelling aan de jury
leden en vertegenwoordigers der vreemde mogend
heden aan te bieden, kan door een beperkt getal
personen worden deelgenomen. De voorkeur hebben
daarbij: bekroonde inzenders, schenkers van
medailles, houders van aandeelen in het waarborg
fonds, correspondenten en congresleden. De prijs
tot deelneming is ƒ20.
Ons bericht van gisteren, aan de Haagsche
bladen ontleend, over het café-chantant wij ver-
nieuwe huis zijn om ons te ontvangen, zooals zij
gezegd heeft, maar zij had nu ook wel mogen
kotnen, want zij weet hoe hulpeloos ik ben."
Het „nieuwe huis," waarvan Edina het adres
duidelijk opgegeven had, lag in de zuidelijke
wjjken van Londen, een mijl of drie van het
rumoer der groote stad verwijderd, 't Was om
streeks vijf uren, toen zij er door den modder en
den fijnen regen, met twee vigilanten aankwamen.
Allen verkeerden in eene gedrukte stemming en
het kostte mevrouw Raynor de grootste moeite
hare tranen te bedwingen.
„Ik verwacht, dat wij eene schuur zullen vin
den, met niets er in," sprak zij, toen zij haar blik
over den somberen weg liet gaan. „Misschien zal
er zelfs geen bed zijn om te slapen."
De rijtuigen hielden stil voor een nog al groot,
maar ouderwetsch huis, dat een weinig van den
weg terugsprong en aan de achterzijde een tuin
had. Een knap dienstmeisje opende de deur; zij
zag er wel niet zoo deftig uit als de meiden op
den Arendshorst, maar zij was net en vlug en
gedienstig, een kostbare eigenschap bij zulk
een dienenden geest. Daarop kwam Edina te
voorschijn, met een bigden lach van verwelkoming
op het gelaat, toen zij al de handen, die zij
omvatten kon, in de hare drukte en naar de zit
kamer voorging. Deze was niet alleen behoorlijk
gemeubeld, maar het theegoed stond op tafel.
In plaats van de verwachte leege schuur vond
mevrouw Raynor een huis, dat eenvoudig maar
jbehoorlijk van alles voorzien was. De schoolkamer,
gissen ons, over, de soirées-musicales in Dili-
gentia te 's Hage, was niet juist. De heer van
der Heem deelt aan die bladen mede dat wat hij
vertoonen zal, zijn: „uitvoeringen door een gezel
schap Chineezen onder directie van Chavillier
arr-hee."
Dat is nog veel deftiger dan een café-chantant
Men zal zich herinnereu, dat dezer dagen
eenige knapen te Leiden zijn vervolgd wegens
het werpen van sneeuwballen. Een hunner werd
vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs, de ander
ontslagen omdat hij nog geen 16 jaren oud was.
De vader van een der knapen, prof. Heijnsius,
heeft aan den gemeenteraad van Leiden een adres
gericht, waarin hij herinnert, dat indertijd uit de
gemeenteverordening met opzet het werpen met
sneeuwballen is weggelaten. Toch heeft wegens
de algemeenheid van een artikel (waarbij het op
of over de straat werpen met steenen of andere
voorwerpen is verboden) de vervolging plaats
gehad, die hij „voor het gezag der politie zelve
verderfelijk en voor de jongens, die zich onschul
dig vermaken, evenzeer als voor hunne ouders
hoogst onaangenaam acht." Hij verzoekt dus
wijziging der verordening, opdat „dergelijke onge
rijmde en belachlgke vervolgingen voortaan wor
den voorgekomen."
Onder algemeens deelneming herdacht d'.
C. J. van Persijn den 5*n April feestelijk den dag
waarop hg voor 25 jaar aan het geneeskundig
gesticht voor krankzinnigen te Meerenberg als
geneesheer werd verbonden. Het geheele personeel
van het gesticht, de verpleegden, verschillende
autoriteiten, waaronder de commissaris des konings
in Noord-Holland, enz. gaven de duidelijkste
bewijzen van belangstelling. Yoor allen werd de
dag op verschillende wijzen tot een feestelijken
gemaakt. Aan den jubilaris werd uit naam van
eenige oud ambtenaren, de gezamenlijke dienst
doende ambtenaren en verder bedienden-personeel
aangeboden een keurig bewerkt cilinderbureau,
waarop een zilveren plaat met inschrift en een
daarbij passende stoel, benevens 2 smaakvolle
staalgravures in lijst en een prachtig met zilver
gemonteerd album, bevattende de portretten en
namen van alle deelnemers. De commissie van
toezicht liet zijne woning van gasleiding en toe-
behooren voorzien.
Bij koninklijk besluit is de jaarwedde van
den burgemeester, elk der twee wethouders en
den secretaris der gemeente Amersfoort, tot dusver
bedragende f 1600, f 700 en 1400, overeenkom
stig de voordracht der gedep. staten van Utrecht,
met ingang van den len Januari 1872, vastgesteld
respectievelijk op 2200, f 900 en f 1800.
Maandag namiddag, circa half vier, is in
den Rijn, even beneden de schipbrug, voor
Arnhem een schip, beladen met grint, gezonken.
Dit onheil had zoo schielijk plaats, dat een der
opvarenden, de zoon van den schipper, die zijne
kleederen wilde halen, verdronken isterwijl de
vijf andere zich ternauwernood konden redden.
Het schip was vermoedelijk bestemd voor de
spoorwegwerken te Rosande (bij Oosterbeek). Men
zegt, dat er geen loods aan boord was, en daaraan
het ongeluk te wijten is. Men is den geheelen
namiddag en avond bezig geweest met het ontta
kelen van het schip, waarvan de mast nog voor
een goed deel boven het water uitsteekt. Het
lijk van den drenkeling is nog niet gevonden.
De gemeenteraad van Deventer heeft besloten
den minister van justitie te verzoeken om de boekerij
en de registers van de rechtbank aldaar aan de
gemeente-bibliotheek af te staan of deze naar het
kantongerecht aldaar over te brengen.
De keurig gevormde giekenwaarmede onze
liefhebbers roeiers zich pijlsnel over het water
voortbewegen, worden gewoonlijk als een kunstig,
moeilijk na te volgen stuk scheepstimmerwerk
beschouwd. Ze werden tot dusver altijd in Enge-
de slaapkamers, het huisvertrek, de keuken, alles
was naar den eisch ingericht, 't Was bruikbaar
huisraad en alles nieuw. Mevrouw Raynor bleef
eindelijk in de keuken staan en zag rond. Een
helder vuur wierp zijn warmen gloed op den
roodsteenen vloer, een ketel stond op dat vuur te
razen, borden en schotels vertoonden zich op de
planken der keukenkast en alle andere benoodigd-
heden waren binnen het bereik der hand.
„Ik begrijp het niet, Edina," sprak zij. „Ge
moet dan toch die dingen op crediet gekregen
hebben. O, als de school nu maar mag Opnemen,
dat wij het spoedig kunnen afbetalen
„Er is geen crediet gevraagd of verleend, Mary,"
gaf Edina ten antwoord. „Alles is gekocht en
betaald en behoort u toe."
„Wie heeft het dan gekocht?"
„Ik. Ge zult toch niet te trotsch zijn, om het
van uwe oude vriendin Edina aan te nemen
Mevrouw Raynor liet zich op den naasten keu
kenstoel neérzinken en brak in tranen uit.
„Ge hebt zeker gedacht, dat ik wel eens had
kunnen overkomen om u van den Arendshorst
weg te helpen, Mary, maar dat was onmogelijk;
ik had hier te veel te doen," vervolgde Edina.
„Er is in dezen omtrek behoefte aan oene school
en ik vond dit huis, dat er zoo geschikt voor is,
te huur staan. Ik nam het dus en meubileerde
het met Frank's hulp, ofschoon eenvoudig, zooals
ge ziet. Toen ging ik bij de buren rond en zette
in de bladen een paar advertentiën om leerlingen.
Er komen dan ook morgen reeds twee kostmeisjes,
land vervaardigd, doch dezer dagen leverde de
werf „Koning William", van den heer C. van
Heemstede Obelt, te Amsterdam, een cederhouten
giek, welke van een Engelsch model moeielijk te
onderscheiden is. Dit in allen deele met zorg
afgewerkt vaartuigje is aangekocht door deDelft-
sche studenten-roeivereeniging.
Te Groningen is een werkman in het ruim
van een met meststoffen geladen schip gevallen
en gestikt.
Een blinde winkelier te Uithuizen, wiens zoon
in de „nationale" militie viel, schreef aan den officier
van gezondheid, met de keuring belast, dat zoo
deze zijn zoon inderdaad ongeschikt mocht achten
voor den militairen dienst, hij (de winkelier) uit
tevredenheid den dokter f 100 zou zenden.
De zaak werd door den officier van gezondheid
aangegeven, maar de rechtbank besliste, dat het
ten laste gelegde niet bewezen en ook niet straf
baar was, daar de brief geen verzoek inhield om
iets te doen in strijd met de waarheid of buiten
bevoegdheid van den geadresseerde.
In hooger beroep bij het hot te Leeuwarden
hield de advokaat-generaal de strafbaarheid vol;
de omkooper was even strafbaar als de omgekochte,
al zijn diens daden niet in strijd met de waarheid
of buiten den kring zijner bevoegdheid.
In de openbare scholen van New-York is
een personeel van 3247 onderwijzers, waarvan
2912 van het vrouwelijk geslacht.
Zondag jl. werd te Carcasonne de ballon
Avenir opgelaten. In bet schuitje hadden plaats
genomen de luchtreiziger Karl en een dame, me
juffrouw Solas. Toen het bevel werd gegeven om
alles los te laten geraakte een der mannen die
mede had vastgehouden, zekere Abadiein de
touwen verward en ging mede omhoog. Zijn ge
wicht schijnt echter eene belemmering te zijn
geweest voor een gewensckte opstijging. De boot
raakte vast aan het dak van het museum en
Abadie die zich spoedig op het dak nederliet hielp
mejuffrouw Solas uit het bootje. De heer Karl
die in zijn trapeze hing werd met een ladder uit
zijn moeilijke positie verlost. Mejuffrouw Solas is
er met eenige schrammen aan de beenen afgekomen.
Men verhaalt, dat de voormalige president
Grant der Vereenigde staten onlangs heeft gezegd
„ik weet thans wat het zeggen wil heerscher te
zijn en verheug mij van de zorgen en de verant
woordelijkheid om over 40 millioen heerschers te
regeeren, te zijn ontheven".
Te Dresden is, tengevolge van ontbranding
van vuurwerk een huis in de Kreutzstrasse bijna
geheel verwoest, terwijl zeven personen dood of
zwaar gewond zijn teruggevonden.
Volgens een depêche in de Times van zijn
correspondent bij het Turksche leger te Giurgevo
van 5 April worden de oorlogstoebereidselen met
onvermoeiden ijver voortgezet. Dagelijks komen
te Giurgevo nieuwe troepen aan. Het garnizoen
dier stad bestaat tegenwoordig uit 22 bataljons,
7 batterijen veldartillerie en een sterk belegerings-
materieel met twee duizend man genietroepen.
Van alle Turksche vestingen is Varna de sterkste.
Zij wordt door zeven buitenwerken verdedigd,
waaronder die van Kustruck, dat voor den duur
is aangelegd. Onder de 200 stukken geschut van
groot kaliber waardoor deze vesting wordt verde
digd zijn 45 Kruppkanonnen. De troepen van
het garnizoen slapen onder tenten het bevel over
de vesting wordt door Kara Ali Pacha gevoerd.
De pastoor van Colin Tampon in België was
door den aartsbisschop ontslagen en had bevel ont
vangen de sleutels der kerk bij een collega te bren
gen, die voorloopig zijne functies zou waarnemen.
Hij vond het echter beter de sleutels in zijn bezit
te houden en ging er mede weg. De kerk bleef
gesloten en er werd geen dienst gedaan. Deleden
van het kerkbestuur lieten toen de deur open
die zusters zijn, aanstaanden Maandag nog twee
en dan vijf dagscholieren. Dit is geen slecht
begin, en ik houd mij overtuigd dat er allengs
wel meer zullen komen. Ge zult wel slagen; met
verloop van tijd krijgt gij en Alice eene goede
school, en verder hoop ik dat 's hemels zegen er
op rusten moge."
Vrij hulpeloos zag mevrouw Raynor van haar
keukenstoel naar Edina op en zei. „Ik begrijp
het nog niet. Hebt g ij al dat meubilair gekocht
of heeft Frank het gedaan
„Frank nietdie heeft zelf hulp noodig. Wees
maar gerust, Mary; ik heb het gekocht en bij
akte aan u overgedragen. Het huis is op uw
naam gehuurd en ik sta voor het eerste halfjaar
huur in."
„Maar, Edina ik dacht, dat ge geen geld hadt,
niots anders dan het kleine inkomentje, dat uw
vader u heeft nagelaten."
„Spreekt als 't u belieft geen kwaad van mijn
inkomen," zei Edina lachend. „Het bedraagt
vijftig pond 'sjaars, ruim genoeg voor mijne
behoeften. Wat nu het geld betreft, ik had een
paar honderd pond vrij, boven het inkomen waar
voor mijn vader gezorgd heeft. Door het in uwen
nood voor u te besteden, Mary, geloof ik dat het
goed besteed is."
„En wij hielden Edina voor inhalig en gierig!"
dacht mevrouw Raynor met diep berouw. „Althans
Charles en Alice hielden haar daarvoor."
De volgende week waren al de leerlingen aan
wezig: vier kostkinderen en vijf dagscholieren.
breken en een ander slot op de deur plaatsen.
Zoodra dit echter was geschied kwam de ontslagen
geestelijkeen liet denzelfden maatregel toepassen.
Nu kwam de hooge geestelijkheid tusschenbeide
en stelde, na nogmaals het slot te hebben laten
veranderen, twee wachten bij de kerk. De voor
malige pastoor verscheen weder, ditmaal met een
dikken knuppel gewapend, doch men wist hem
thans van -geweld te weerhouden en hiermede
eindigde het standje waarmede de gemeenteleden
zich hartelijk amuseerden.
Moyaux, die zijn dochtertje vermoordde en
zijne vrouw heeft willen vermoorden, tracht,
om aan de doodstraf te ontkomen, zich te laten
doodhongeren. Twee geneeskundigen zijn nu be
noemd om hem door kunstmiddelen tot eten te
dwingen en aan den beul zijn slachtoffer niet te
onthouden
Den len April jl. heeft te Milaan weder een
geval van lijkverbranding plaats gehad. Eene
20jarige jonge dame, van deftige Russische fami
lie werd door typhus aangetast en verzocht op
haar sterfbed hare oudersdat haar lijk niet aan
verrotting onder den grond maar aan de vlammen
prijs gegeven mocht worden. Overeenkomstig dit
verzoek had de verbranding op het groote kerk
hof des avonds te 8 uren plaats.
In het groothertogdom Luxemburg is een
feit gebeurd, dat opnieuw aantoont hoe licht do
justitie dwalen kan en hoe dringend noodig het
daarom is hare uitspraken niet onherstelbaar te
maken, gelijk bij toepassing der doodstraf het
geval is.
In 1869 drongen vijf mannen des nachts in het
huis van den pastoor Schroeder, te Waldbillig,
vermoordden de dienstbode en lieten den pastoor
voor dood op den grond liggen. Deze laatste
werd echter in het leven behouden en verklaarde
onder zijne aanvallers zekeren Gillen, een jong-
mensch van 19 jaren, uit Medenach, herkend te
hebben.
Gillen werd met vier medebeschuldigden voor
het gerecht gebracht. Allen ontkenden. Gillen
hield zelfs zijn alibi vol, daar hij-beweerde dat
hij op het oogenblik toen de misdaad plaats bad,
in zijn bed gelegen had. De bewijzen tegen hem
schenen zoo afdoende, dat zijn eigen vader, na de
stukken ingezien te hebben, verklaarde van zijne
schuld overtuigd te zijn. Hij werd dan ook met
zijne vier medeplichtigen ter dood veroordeeld.
De straf werd veranderd in levenslangen dwang
arbeid. Zoo lang Gillen gevangen zat, hield hij
zijne onschuld vol. Nooit sprak hij een woord
met zijne mede-veroordeelden.
Eindelijk heeft een der veroordeelden op zijn
sterfbed zijn eigen schuld en die van drie zijner
medeplichtigen bekend, doch tevens verklaard dat
Gillen volstrekt niet in het misdrijf betrokken
was. Wie de vijfde misdadiger was, verkoos hij
niet te zeggen.
Na deze verklaring heeft de regcering onmid
dellijk bevolen Gillen in vrijheid te stellen. Deze
is hiermede echter niet tevreden en verlangt dat
zijn proces hervat zal worden, Velen zgn van
oordeel dat deze eisch niet mag afgewezen worden
en dat de justitie een volledig herstel schuldig is
aan den man, dien zij op jeugdigen leeftijd uit de
maatschappij gerukt en wiens toekomst zij ver
nietigd heeft.
Het vrij willig verbranden der drie weduwen
van sir Jung Bahadoor in Engelsch Indië wekt
in Engeland algemeene ontzetting. De Morning-
post doet bij deze gelegenheid opmerken dat het
gebruik der verbranding van weduwen, waartegen
de Engelsche regeering reeds zoo lang en vruch
teloos te velde getrokken is, op eene onjuiste
lezing der Brahminische boeken berust. De pro
fessoren Wilson en Max Muller hebben reeds ge-
ruimen tijd geleden aangetoond dat de Brahminen -
priesters voor het sanskrietsche woord agre
(altaar) het woord agneh (vuur) in de plaats ge-
Met eene andere dagscholiere, waar men niet op
gerekend had, waren het er zes. Het was een
zeer bemoedigend begin, dat hoop gaf op verderen
voorspoed.
„Wat zegt gij er van, Charley vroeg mevrouw
Raynor den derden avond, toen zij, nadat de
kostleerlingen en Kate en Robert te bed waren
gebracht, terwijl Edina uit was, bij elkander
zaten.
„Ik vind het uitstekend," antwoordde hg, half
ernstig half schertsend. „Ge zult met Alice nog
rijk worden."
Die opmerking beviel Alice ia 't geheel niet,
want zij was met haar nieuwen toestand en hare
nieuwe plichten nog niet verzoend.
„Gij moogt het uitstekend vinden," voegde zij
Charles toe, „maar het verschilt hemelsbreed van
den Arendshorst. Daar waren wg dames en hier
zijn wij niets anders dan arme schooljuffrouwen."
Charles gaf geen antwoord, want de naam
alleen van den Areudshorst bracht hem een schok
toe.
Wordt vervolgd.)