N°. 86. 120® Jaargang. 1877. Donderdag 12 April. Dit blad verschijnt d a g e l ij k s y met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentièm 20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg, 11 April. FETJILLETOlSr. TWEEDE DEEL. Benoemingen en besluiten. Onderwij s. Marine en leger. MIDDELBURGS Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffitï C°. te Brussel en Parijs. Naar men ons van goederhand mededeelt, zijn de werkzaamheden ter herstelling der calamiteit aan het droogdok alhier bijna geëindigd en zal vermoedelijk nog heden avond een begin worden gemaakt met het langzamerhand inlaten van water. In de heden namiddag gehouden zitting van den gemeenteraad van "Viissingen zijn onder meer de volgende besluiten genomen: Het kohier der plaatselijke directe belasting op de inkomsten is, na behandeling der daarte gen ingebrachte reclamatiën, vastgesteld. Het totaalcijfer zal later worden opgegeven. Aan den commies bij de plaatselijke directe belastingen J. S. Löwensteijn is op zijn verzoek eervol ontslag verleend. Een verzoek van L. van Breen, om als verzorgde voor eigen rekening in het gasthuis te worden opgenomen, is met 6 tegen 3 stemmen afgewezen. Voor de leden zijn ter inzage gelegd, om in eene volgende zitting behandeld te worden, twee concept-verordeningeneen tot wering van rupsen en rupsennesten en een betreffende de mestvaalten. Evenzeer is aangehouden een voorstel der com missie voor de zeemans- en visschersbeurs tot wijziging der verordening. Aan den heer L. F. Muller is op zijn verzoek 80 M1 grond beoosten het plein voor de kazerne aan den West dijk voor den tijd van 10 jaren in huur afgestaan, tegen betaling van 20 per jaar, met bestemming tot open bergplaats voor bouw materialen. Van deze en de verder behandelde zaken geven wij morgen het gewone verslag. De Staats-courant bevat drie wetten van den 29™ Maart jl. (Staatsbladen n". 44, 46 en 48), tot onteigening van eigendommen ten behoeve van den aanleg van een' spoorweg van de Belgische grenzen bij Hamont, langs Weert, Haelen en Roer mond naar de Pruisische grenzen in de richting van Gladbaeh; tot wijziging der begrooting van uitgaven voor den aanleg van Staatsspoorwegen, dienst 1876; en tot de ruiling van tot het kroon domein behoorende perceelen onder de gemeente Apeldoorn tegen particuliere domeinen des konings. Bij beschikking van den minister van financien is het vacante ontvangkantoor der directe belas tingen en accijnsen te Geldrop c. a., gerangschikt 76. Naar het Engelsch tan mevrouw Henry Wood. Hoofdstuk VII. na DEN DOOD VAN DEN majoor. Vervolg). Charles Raynor keerde huiswaarts, alles bijeen genomen zeer verlicht en met een groot gevoel van dankbaarheid jegens Frank in zijn hart. Hij kon dezen echter niet persoonlijk bedanken, want Frank had met zijne vrouw kort na de begrafenis van den majoor den Arendshorst ver laten. Nu de vermeende eigenaars van dat landgoed in rampspoed gedompeld waren, mocht Frank niet langer misbruik van hunne gastvrijheid maken. Het werd tijd dat hij de zaken eindelijk eens ernstig aanpakte en naar een bestaan voor zich zeiven en Madeliefje uitzag. Een groot beletsel op dien weg was, dat hij geen geld had. Behalve eenige ponden voor de oogenblikkelijkste behoeften, bezat hij niets. De som, die bij omstreeks Kerst mis zoo edelmoedig aan Charles had afgestaan, zou hem nu van den grootsten dienst geweest zijn, maar toch gevoelde hy geen berouw dat hij er in de achtste klasse, en het vacante ontvangkan toor derzelfde middelen te Eindhoven (buitenge meenten), in de negende klasse. Onder de 51 kanonschoten van het koninklijk welkomst-saluut kwam gisteren middag, te half drie uur, de koninklijke familie, ul. Z. M. de koning, H. M. de koningin, en de prinsen Hendrik en Alexander, in de hoofdstad aan. Na aankomst ten Paleize vertoonden zich de koning en de koningin op het balkon, waar de talrijke menigtedie zich over den Dam bewoog, het vorstelijk echtpaar hartelijk toejuichte. Dit jaar is weder, evenals voorgaande jaren, een geëmployeerde achter in het paleis belast om de requaesten aan den koning in ontvangst te nemendaar Z. M. wenscht, dat hem persoonlijk op de straat geene requaesten worden aangeboden. Maandag avond te 9 uren had de plechtige receptie in het Amsterdamsche stadhuis plaats van de leden der hoofdcommissie voor de tuinbouwten toonstelling en der jury. De bijzalen waren fraai gedecoreerd. De burgemeester hield een korte Fransche aanspraak; hij heette allen namens de burgerij welkom en sprak het vertrouwen uit, dat de jury naar plicht en geweten oordeelen zon. Hij verzekerde, dat de Amsterdammers hoogen prijs stelden op de aanwezigheid der van het bui tenland gekomenenzij zouden dit bewijzen. Nadat de eerewijn was geplengd, nam graat de Kerchove de Denterghemburgemeester van Gent het woord; hij dankte den burgemees ter voor zijn welkomstgroet en sprak in naam van allen zijne erkentelijkheid uit voor de vriend schappelijke ontvangst, die opnieuw getuigde voor de spreekwoordelijk geworden gastvrijheid der Nederlanders(applaus)hij verzekerde namens de juryleden, dat hun uitspraak zich zou ken merken door Strikte onzijdigheid. De genoodigden bleven geruimen tijd in de zalen, waar twee welvoorziene buffetten gereed stonden. Gisteren ochtend is de jury met haar arbeid begonnen. Gisteren avond werd er eene party in Felix gegeven, aangeboden door de burgers en Maandag avond manoeuvreerde de brandweer voor de vreemde bezoekers. onderscheidingen. Benoemd tot kommandeur der orde van den Nederlandschen Leeuw de heer C. J. de Luesemans, gouverneur der provincie Luik. zeemacht. De scheepsklerk J. S. C. F. Blan- keustein, is, op zijn daartoe gedaan verzoek, met den 15en April a., eervol uit Zr. Ms. zeedienst zich op die wijze van ontbloot had. Madeliefje was nog niet beel sterk en kon niet met hem reizen. Zij zou dus eenige weken gaan logeeren bij hare zuster, kapitein Townley's vrouw, die juist met hare kinderen uit Indië was overgekomen en te Londen een gemeubileerd huis had gehuurd. Madeliefje had haar van den Arendshorst ge schreven en belet gevraagd. Zij zei lachend, dat zij wel begreep hoe gewenscht het voor Frauk zou zijn dat hij van haar „ontslagen" was, terwijl hij uitzag uaar een hoekje waar zij zich konden vestigen. Mevrouw Townley had spoedig en met hartelijkheid geantwoord. „Ja, ge kunt komen, Madeliefje," schreef zij; „ik zal blij zijn u eens weêr te zien. Maar wat moet ge toch dom ge weest zijn, om zulk een ondoordacht huwelijk te sluiten als ik hoor dat gij gedaan hebt. Ik dacht dat de St. Clare's verstandiger waren Maar wij hebban nog niet afgedaan met den Tijger. Op den dag toen Frank en diens vrouw den Arendshorst verlieten en met den trein naar Londen gingen, sprong Frank aan een tusschen- station uit het rijtuig, om eene courant te koopen. Toen hij er weder in wilde klimmen, terwijl hij de oogen op het blad gevestigd hield, ging hij bij toeval naar een verkeerd compartiment, dat achter zijne eigene afdeeling; bij het openen van het portier zag hij tot zijne verbazing dat er geen plaats meer was, en te gelijk bevond hij zich tegenover een gezicht, voorzien van den zijde- achtigen bruinen baard en de ernstige grijze oogen, die hg zoo goed had leeren kennen. ontslagen, en, met ingang van den 16ea daaraan volgende, benoemd tot 2e luit.-kwartiermeester by het leger in Nederlandsch Indie. i olonien. Bij het personeel van den geneeskun digen dienst der landmacht in Nederlandsch Indie is benoemd tot officier van gezondheid 2e klasse, dr. J. Schiilein, geapprobeerd als arts in het gebied van het Duitsche rijk. Aan den Oost-Indischen ambtenaar C. W. W. Mol, gewezen eersten klerk op het assistent-resi- dentie-kantoor, tevens griffier van den landraad te Joana (Japara), laatstelijk met verlof hier te lande, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit 's lands dienst, met behoud van recht op pensioen, bijaldien hij volgens de bestaande bepalingen daarop aan spraak heeft. De uitslag der voortgezette akte-examens alhier is als volgt: Hulponderwijzers: geëxamineerd 15,toege laten 11, zijnde de heeren: C. C. A. Croin te Sluis, J. de Keijzer te Middelburg, M. Mieras te Middel burg, A. A. C. de Mol te Middelburg, D. J. van Oijën te Viissingen, C. C. Reizinger te Middelburg, P. J. Vervenne te Middelburg, J. W. Gunst te Wissenkerke, P. Lansu te Stoppeldijk, C. Moens te Colynsplaat, J. J. van den Ouden te Neuzen. Onderwijzers in de gymnastiek: geëxa mineerd en toegelaten 2, de heeren J. Hogerland en D. W. Louis, te Middelburg. Onderwijzeres in de wiskunde: geëxa? mineerd en toegelaten mejuffrouw E. Cramer te 's Gravenpolder. F,ransche taal: Aangegeven 4, geëxamineerd 3, toegelaten 2, de heeren A. de Roo, hulponder wijzer te Groede, en D. B. Steins, hulponderwijzer te Neuzen. Teekenen: Aangegeven en geëxamineerd 4, toegelaten de heer J. H. Hollestelle te Middelburg. De examens zijn hiermede afgeloopen. Door de gedeputeerde staten der provinciën zijn, op verzoek van den minister van binnenland- sche zaken, aan de gemeentebesturen opgaven verzocht, die hen in staat kunnen stellen tot be antwoording der volgende vragen van den minister: 1. In welke gemeenten uwer provincie op dit oogenblik bijzondere scholen bestaan, aan welke krachtens art. 3, derde lid der wet van 13 Augus tus 1857, Staatsbl. 103, van gemeentewege subsi die wordt verleend; 2. Welk het bedrag is van het aan elke school jaarlijks verleende subsidie; 3. Of aan de gesubsidiëerde scholen alleen gewoon of ook meer uitgebreid lager onderwijs wordt ge geven; in het laatste geval, welke vakken der „Dit compartment is vol, mijnheer." Hoe ver Frank wel bij die woorden en dat gezicht achter uit deiüsde, kon hij zich later niet meer herin neren. Het was de Tijger. Met een gevoel van weeheid aan zijn hart spoedde hij zich naar zijn eigen compartiment en liet daar de courant, waar hij zoo nieuwsgierig naar was geweest, achteloos van zijne knieën glijden. „Hij volgt mij naar Londen," was zijne innige overtuiging. „Hij houdt mijn spoor in 'toog. Hoe zal ik aan hem, hoe aan Blase Pellet ont snappen." onder k.- p. van art. 1 der aangehaalde wet ge noemde, aan die scholen worden gedoceerd; 4. Of de subsidiën worden verleend met het doel, om der gemeente groote kosten voor gewoon of meer uitgebreid lager onderwijs te besparen, dan wel uitsluitend om eene bijzondere school in stand honden; 5. Of in elke van die gemeenten ook niet ge subsidiëerde bijzondere scholen bestaan, zoo ja, welke 6. Omtrent de gesubsidieerde scholen wordt ver langd, opgaven, aan welke personen of vereenigingen ieder dezer scholen behoort, en hoe vele onderwij zers, onderwijzeressen en leerlingen zij op dit oogenblik telt." Uit Harskamp (Ede) schrijft men het vol gende aan de Arnhemsche Ct. De gedeeltelijke toepassing der wet op het lager onderwijs maakt het ouders, met talrijk kroost gezegend, hier zeer lastig; gedurende winter en voorjaar weet men bij natte en koude dagen met de kinderen binnenshuis geen raad, want naar de school kan men ze niet zenden, die heeft in Januari opgehouden te bestaan. De weduwe, die daar onbevoegd gedurende ongeveer vijf en twintig jaar onderwijs gaf, is gestraft en zeven en veertig kin deren werden huiswaarts gezonden. Als hier eene goede school was, zouden er ongeveer een zeven tigtal kinderen als bevolking voor zijn. Echter heeft onze gemeenteraad op een request van dertig ingezetenen, om alhier onderwijs te doen geven, afwijzend beschikt, en de kinderen naar Otterloo en de Valk ter school verwezen. Beide plaatsen liggen nota bene elk circa een uur vanhier. Dat heet nu eerst wethouden, en de adressanten, dié in de meening verkeerden dat overal lager onder wijs moest gegeven worden, staan er geheel ver- blaft van toe te zien. Hoofdstuk VIII. de nieuwe woning. Er viel een koude motregen. Men kan in Juli wel eens winterweêr hebben en dat was nu bet geval. De fraaie zomer scheen plotseling geëin digd te zijn en voorgoed afscheid te hebben ge nomen. Dit was althans de indruk bij hen, die hun aanzienlijk verblijf hadden moeten verlaten, om eene andere woning te betrekken waarvan zij nog weinig wisten, of beter gezegd niets dan dat zij er armoede en werk zouden vinden. Dit toch was de dag waarop mevrouw Raynor met hare kin deren den Arendshorst verliet. Men had alles wat gemist kon worden, zelfs de persoonlijke sieraden, van de hand gedaan. Het horloge van Charles, waar hij prijs op stelde omdat het van zijn vader afkomstig was en hij het pas in zjjn bezit had gekregen, was denzelfden Naar aanleiding van het koninklijk besluit van den 10™ dezer, wordt Zr. Ms. fregat met stoom- vermogen Evertsen, liggende te Willemsoord, met 1 Mei a., tot voorbereidende oefening der zeemilitie, in dienst gesteld, onder bevel van den kapitein- laitenant ter zee C. H. Bogaert. De luitenant ter zee 2C kl. C. F. W. K. Happé, laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost- Indie en van daar den 2™ dezer in Nederland teruggekeerd, is met dien datum op nonactiviteit gesteld. De kapitein-luitenant ter zee K. C. Bunnik, de luitenants ter zee 2' kl. H. L. C. Wolterbeek Muller en G. de Fremery en de officier van admi nistratie 1® kl. A. J. M. Huart, laatst behoord weg gegaan. Indien men dat alles niet had ver kocht, zou men niet in staat zijn geweest de loopende schulden af te betalen en nog iets voor de eerste behoeften over te houden. Mevrouw Raynor reed met Alice en de twee jonge kinderen in eene vigilante naar het station, Charles en Alfred gingen er te voet heen, en een wagen volgde met de koffers. De regen sloeg tegen de glazen van de vigilante, en de gierende wind deed de takken der boomen heen en weêr zwaaien. Alles zelfs de Arendshorst zag er somber en treurig nit. Welk een verschil, in- en uit wendig, met dien zonnigen dag, die alle goeds voorspelde, toen zy een jaar geleden hun intocht op het landgoed deden Charles was aan het portier der vigilante toen die stil hield en vroeg aan zijne moeder: „Welke klasse zullen .wij nemen?" Er volgde een oogen blik van stilte; zij waren gewoon geweest eerste klasse te reizen, maar dat kon nn niet gaan. „De tweede of de derde, Charley," ant woordde de arme mevrouw Raynor. „Er is bij dezen trein geen derde klasse," her nam Charles, misschien blij dat hij dit zeggen kon. Zoo gingen zij dan op weg naar Londen. Me vrouw Raynor leunde met gesloten oogen achter over in het rijtuig, dankbaar dat zy nu rnst had. Het had heel wat te zeggen gehad om weg te komen, en in hun hart namen allen het Edina kwalijk dat zij hun niet was bijgesprongen. „'tls alsof zij zich van ons afgemaakt heeft," merkte mevrouw Raynor aan. „Zij zal wel in het

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1