N°. 82. 120® Jaargang. 1877. Zaterdag 7 April. Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/'m, franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. AdvertentiSni 20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte; Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffitb C°. te Brussel en Parijs. Middelburg, 6 April. IP DB XJTHiILI DB TO!Sr„ TWEEDE DEEL. MIDDELBURGSCHË De van hooge overspanning getuigende hoofd artikelen in de Standaard worden door ons in den laatsten tijd zelden geregeld gelezen. Wij bekennen eerlijk dat ze ons te machtig zijn. Die lange reek sen van doorgehakte volzinnen, met machtspreuken en met voor ons vaak onverstaanbare tale Kanaans doorregen, ze zijn waarlijk gedurende eenige dagen achter elkander niet te genieten. Uit de zee van groote woorden, titels, uitroep- teekens en afgebroken gedachten, die heden weer in het anti-revolutionaire hoofdorgaan stroomt, visschen wij echter voor een enkelen keer de vol gende aanwij zingen op, welke voor de aanstaande verkiezingen misschien van eenig practisch belang zijn. De onderwijspolitiek van het tegenwoordige kabinet heeft volgens de Standaard onherroepelijk den doorslag gegeven voor haar toekomstige gedragslijn, welke zij aldus omschrijft: „af te laten van elk opereeren in den regeeringskring." Reeds sedert 1869, zoo beweert het blad, bestond er geen samenwerking bij de stembus tusschen de anti-revolutionairen, de conservatieven en de katho lieken, althans niet bij eerste stemmin g; doch wel bij herstemmingen. Daardoor werden aan de liberale partij herhaaldelijk slagen toegebracht, zoodanig dat deze eindelijk als regeeringspartij het veld moest ruimen. Het kabinet Heemskerk van Lijnden, dat haar opvolgde, heeft aan de anti revolutionairen de bittere teleurstelling bereid, welke in het thans aanhangige schoolwetsontwerp hare uitdrukking vindt. „Daarmee, zegt de Standaard, is ons geduld en onze lijdzaamheid dan nu ook ten einde. „Daarmeê is deze geheele politieke gedragslijn, als, op zijn zachtst genomen, niet tot het beoogde doel leidend, dan nu ook onherroepelijk geoordeeld. „Yan nn af breken we beslistelijk den staf over elk safimwerken met conservatieven en room- schen als zoodanig in de kamer zelve. „Wij doen niet meer meê om de liberalen uit het regeeringskasteel te jagen, al zaten ze er er felijk, zoolang dit doel niet op andere wijze dan door 't triple-allieeren bereikbaar wordt. „Van nu af geldt ons een kabinet van gemengde kleurstof als in geen enkel opzicht boven het liberale preferent." Uit deze stellingen leidt de Standaard verder af dat het voor hare partij „niets afdoende is welke partij in de kamer de meerderheid heeft", evenmin als het haar iets deren kan „hoeveel of 13. Naar het Engelsch van mevrouio Henry Wood. Hoofdstuk VI. EENE ONTZETTENDE TIJDING. (Vervolg). George Atkinsonwaarde jonge vriend, George Atkinson krijgt alles. Het eene testament is als 't ware naar het andere gekopieerd, ook met opzicht tot de kleine legaten en al het overige; alleen is de naam van George Atkinson in de plaats van dien van majoor Raynor gekomen." „Is bij het laatste testament niets aan den majoor vermaakt?" „Neen, niets." Frank keerde met zijn treurig nieuws naar den Arendshorst terug. Hoe zorgeloos en luchthartig hij ware, kon hij thans het oog voor de donkere toekomst niet sluiten. Het gold hier niet enkel het verlies van het landgoeddat zou al erg genoeg geweest zijn, maar er kwam nog het geld bij in aanmerking dat de majoor verteerd had: het kontante geld dat ten tijde van mevrouw Atkinson's dood op den Arendshorst en bij hare hoe weinig leden in naam der anti-revolutionairen zitting hebben". Men moet niet denken, zegt het blad, dat het voor anti-revolutionaire kamerleden als hoogste ideaal geldt: „te blijven zitten". Deze mannen zijn „evangeliebelijders, geen staatslieden". Niet „uit hoogen dunk van hun eigen talent, maar met opoffering van veel dat hun liever was", zijn ze „op de wallen gaan staan". Daarom zou het voor hen geen grievende teleurstelling wezen, zon de „jubelkreet der vrijlating" eer dan de „klacht over achteruitzetting" uit de anti-revolutionaire kamerledenmondeu klinken, indien „een ander parool Oorzaak werd dat de stembus hen kwam aflossen". Een „enkele volkstribuun" die voor de partij het woord kan voerenmoet er in de kamer wezeu, doch die zal er-wel altijd blij ven en zelfs is de Standaard van meening dat, voor zoo ver de partij nit eigen kracht in staat mocht zijn het getal dier volksmannen te doen aangroeien, zij het niet verzuimen mag. In gebruikelijk Nederlandsch overgezet schijnt dit alles te beteekenen dat de beeren de Jonge, Saaijmans Vader en anderen, die op de waardigheid van „volkstribunen" geenerlei aanspraak kunnen maken, niet meer moeten trachten herkozen te worden. Wij zullen mettertijd zien wat hiervan gebeuren zal. Maar wij zouden deze heeren wel in over weging willen geven met hun „jubelkreet der vrijlating" zoo lang niet te wachten en liever zoodra mogelijk zich te laten „aflossen". De gemeenteraad van Middelburg heeft in zijne heden namiddag gehouden zitting onder meer de volgende besluiten genomen: De percentage van den aanslag in de plaatselijke directe belasting op de inkomsten voor het lcopende jaar is vastgesteld op 2"/10o P°t-> zijnde '/loo pet. hooger dan verleden jaar. Voor de oprichting eener bad- en zweminrichting is, op voorstel van burgemeester en wethouders, eene subsidie van ƒ1000 in eens toegestaan. Dit besluit werd genomen met 9 tegen 8 stemmen. Overeenkomstig het advies der rechtskundige commissie is besloten te berusten in het ten nadeele der gemeente gewezen vonnis der recht bank alhier, waarbij de vordering van den heer J. R. Jeronimus is toegewezen. In handen van het dagelij kseh bestuur is om advies gesteld een gemotiveerd voorstel van den heer B. A. Fokkerom den duur der jaarmarkt of kermis te beperken, en te bepalen dat die zal plaats hebben op den laatsten Maan dag in Juli of op den eersten Maandag in Augustus, door burgemeester en wethouders te bepalen in bankiers voorhanden was geweest, alsmede de inkomsten van het landgoed gedurende het afge- loopeu jaar. De majoor had dat alles opgemaakt en was nu voor alles verantwoordelijk aan George Atkinson, die het geheele bedrag in rechten van hem kon terugvorderen.* De vrees bekroop Frank, dat het daartoe komen zon; een hardvochtig man waarvoor hij George Atkinson nu hield zou waarschijnlijk op zijn volle recht blijven staan, onverschillig of hij daardoor anderen in het verderf stortteFrank met zijn edelmoedi- gen aard was van oordeel, dat de heer Atkinson, die toch reeds rijk was, voor den Arendshorst had moeten bedanken, teneinde den majoor in het ongestoord bezit daarvan te laten. Waarschijnlijk zouden weinigen dit met hem eens zijn geweest, want, zooals de oude notaris gezegd had, een testament was een testament. Zooveel was zeker, dat de majoor, onverschillig wat de som mocht zijn tot wier terugbetaling de wet hem kon noodzaken, geen shilling bezat om er aan te vol doen. Zou men beslag op zijne lijfrente leggen totdat alles was afbetaald, op die vijfhonderd pond, die het eenige voor hem en zijn gezin was om nu van te leven „Ik wenschte van harte dat ik een goed huis had om hem in te nemen, en eene goede praktijk om hem te onderhouden," dacht Frank. Maar de arme majoor zon van deze zaak geen last meer hebben, nóch van eenige andere zaak ter wereld. Frank kwam even over zessen op den Arendshorst terug en vond zjju oom stervende. verband met naburige jaarmarkten, en dat zij zal eindigen op den eerstkomenden Zaterdag. Bij de gedane uitlotingen zijn getrokken 1° een aandeel in de geldleening van 200,000, nommer 188a en h 2° drie aandeelen in de geconverteerde schuld, nos 17, 74 en 973° in de geldleening van ƒ20,000, n° 10. Op verzoek is eervol ontslag verleend aan de heeren P. A. Hubregtse en P. J. J. Dormaar, hulponderwijzers respectievelijk op de scholen C en E. Wegens het gevorderde uur waarop de zitting eindigde moeten wij ons voor heden tot het boven medegedeelde bepalen. Het gewone verslag geven wij morgen. Morgen zal te 's Hage, onder voorzitterschap van Z. K. H. prins Alexander, eene vergadering wor den gehouden van de regelingscommissie voor de in de. maand Augustus a. te Amsterdam te houden tentoonstelling van kunst toegepast op nijver heid. De heer J. W. de Raad, voorzitter der alhier bestaande sub-commissie, zal als zoodanig aan deze bijeenkomst deelnemen. Aanstaanden Maandag zullen de zomeroefenin- gen der dienstdoende schutterij alhier weder aanvangen en geregeld om de veertien dagen worden voortgezet. Het bataljon zal te vyf uren op het Molenwater aantredenook het muziekkorps zal daarbij tegenwoordig zijn. De nieuw benoemde kapitein a. la suite, de heer J. H. Will, zal alsdan worden geïnstalleerd. De heer H. A. A. baron Collot d'Escury is te Hontenisse, na als lid van den gemeenteraad bedankt te hebben, bij herstemming als zoodanig herkozen. In Belgische bladen wordt eene opmerking ge maakt over het onlangs met Nederland gesloten uitleverings-tractaat, welke een treurig licht werpt op de openbare zedelijkheid in België. Onder de misdrijven, voor welker daders hij dat traetaat uitlevering wordt toegestaan, komt Diet voor „aantasting der eerbaarheid, zonder geweld gepleegd op kinderen van beiderlei kunne." De Belgische pers betreurt die weglating, op grond dat „van dit schandelijke misdrijf sedert eenigen tijd maar al te veel voorboelden in België worden aangetroffen." Het wordt dan ook in alle sedert 1869 met verschillende staten gesloten over eenkomsten als reden van uitlevering genoemd. „Slechts éen land, schrijft la Meuse, van Luik, is er waar de plegers van dit misdrijf eene onschendbare schuilplaats kunnen vinden en De tegemoet geziene aanval had hem ongeveer een uur te voren getroffen, juist twaalf uren na het dreigen der verschijnselen in den morgen, en er bestond nu weinig of geene hoop meer. „O, o, het komt zoo onverwacht!" riep mevrouw Raynor uit, toen zij onder een stroom van tranen in hare radeloosheid haar hoofd op Frank's schouder liet zinken. „Als hij maar weêr tot zijn bewustzijn kwam en eens tegen ons sprak!" „Zou het niet het best zijn, tante, dat wij om Edina schreven?" vroeg hij, terwijl zijne eigen oogen door tranen beneveld werden. „Zij zou u een ware steun en troost zijn." „Edina?" herhaalde mevrouw snikkend. „Wij hebben reeds dezen morgen naar haar getelegra- pheerd. Lamb is er, kort na uw vertrek, voor naar het station gegaan. Ik weet dat zij dadelijk zal komen en nu al reeds op weg zal zijn. Ik zou deze beproeving nooit kunnen doorkomen .zonder Edina." „Zij weet nog niets van die andere beproeving." dacht Frank, haar met meêlijden aanziende. Het zal Edina's taak zijn, haar die meê te deelen." Hoofdstuk VII. NA DEN DOOD VAN DEN MAJ00B. Het geheele huisgezin was in diepen rouw ge dompeld, want tegen het aanbreken van den dag was de majoor gestorven. De slag treft nog zwaarder wanneer hij plotseling komt, zooals in dit land is juist het vlak langs het grootste gedeelte der Belgische grenzen gelegen Nederland!" Als een bewijs dat deze onschendbaarheid niet ongebruikt wordt gelaten, haalt het Luiksche blad het voorbeeld aan van een geestelijke, die eenige weken geleden aan eene vervolging voor het straks genoemde misdrijf ontsnapt is, door uit Luik naar Maastricht te vluchten. Het is zeker te betreuren dat onze grenzen, door eene dergelijke omissie in een traetaat, worden opengesteld voor het gespuis, dat bij onze Zuide lijke naburen eene zoo treurige vermaardheid verkregen heeft. Het is waar dat onze met an dere staten gesloten tractaten in dit opzicht ge lijkluidend zijndoch voor Belgiëwaar het misdrijf, waarvan hier sprake is, zoo dikwijls voorkomt, zou het wenschelijk zijn in dit opzicht eene andere redactie aan te nemen. In het tijdperk van vier weken, 25 Februari tot 24 Maart jl. zijn, blijkens ingekomen ambtsbe richten, door longziekte aangetast: in Zuid-Hol land 104 runderen; in Noord-Holland 1, in Fries land 16, totaal 121 runderen. In het vorige tijdperk van vier weken waren 121 runderen door die ziekte aangetast. Volgens een nader bericht heeft de heer de Beau fort in zijn brief aan de liberale" kiesvereeniging te Tiel verklaard: „de candidatuur volgaarne le zullen aannemen en 'tzich een eer te rekenen candidaat te wezen eener vereeniging, die mannen als Knoop, Stieljes, Mackay onder haar candidaten telde, met wier politiek hij zich in hoofdzaak vereenigt". Wij hebben onzen dank te betuigen voor d« toezending van een werk, dat door ons op hoogen prijs gesteld wordt en ongetwijfeld bij allen die in de provincie Zeeland belang stellen, gelijke waar- deering zal ontmoeten. Wij bedoelen den Atlas van de provincie Zeeland, ontworpen en ge- teekend door de heeren mr. C. J. Pické, lid van de eerste kamer en schoolopziener in het l" district van Zeeland en mr. T. A. Lambreehtsen, lid van gedeputeerde staten van Zeelanduitgegeven door de firma J. H. van de Weger te Groningen. Deze atlas, een keurig werkstuk van teeken- en steendrukkunst, geeft in acht kaarten even zooveel afbeeldingen, op de schaal van 1:50,000, van de verschillende deelen onzer provincie, welke door den schat van aanwijzingen omtrent de gesteldheid, de ligging en de verdeeling van den bodem en van het water, eene rijke bron ter raadpleging opleveren voor ieder, die op eene nauwkeurige kennis van een en ander prijs stelt. Eene bij den atlas gevoegde bijlage bevat eene volledige opgave dit geval. Edina was dadelijk op reis gegaan en bevond zich op den Arendshorst. Terwijl zij oprecht met allen treurde, trachtte zij hen tege lijker tijd op te beuren. Zij onderhield hen over een zalig weêrzien hiernamaals, waar geen schei ding meer zou zijnwant zij wilde hen niet ge dompeld laten in een verdriet zonder hoop. Zelfs mevrouw Raynor gevoelde zich vertroost, en de kleine kinderen droogden hunne overvloedige tranen af en zeiden dat hun lieve papa nu hij de engelen in den hemel was en dat zij bij hem zouden mogen komen, als Onze Lieve Heer vond dat zij zoet genoeg waren. Maar van dat andere groote ongeluk wist nog niemand in huis iets. Frank nam eene gelegen heid waar om er Edina van te onderrichten en zelfs zij werd er bijna door verpletterd. „Wat zegt ge?" fluisterde zij met ontzetting. „Behoort de Arendshorst hun niet toe? Behoort hij aan George Atkinson?" „En het ergste is," vervolgde Frank, na eene korte opsomming van de bijzonderheden die bij vernomen had, „dat hij voornemens is dadelijk zijne rechten' te laten gelden en onmiddellijk bezit van het goed te nemen, zoodra hjj landt. Gij hebt dien George Atkinson immers vroeger gekend, Edina „Jazoo wat," antwoordde zij, terwijl bij de herinnering een lichte blos hare wangen kleurde. „Was hij toen ook zoo zelfzuchtig en hard-; vochtig

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1