Telegraphische berichten.
Benoemingen en besluiten.
0 n d e r w ij s.
Kerknie uws,
Rechtzaken,
Koloniën.
TSmcfjfctt.
Verkoopingen en aanbestedingen.
vereeniging te Tiel candidaat gesteld te zijn, aan
die vereeniging geschreven dat hij de candidatuur
aanneemt en zich in hoofdzaak met het liberale
programma der kiesvereeniging vereenigt.
Ofschoon wij van meening zijn, dat het verkeerd
is de staatkundige richting van een candidaat
uitsluitend te toetsen aan diens gevoelen aangaande
de schoolquaestie en wij het dus zeer wel moge
lijk achten dat de heer de Beaufort, ondanks zijne
twijfelachtige gezindheid ten aanzien van het
schoolwetsontwerp, voor de liberalen in het kies
district Tiel een geschikt candidaat, dat wil
ook zeggen een die kans heeft gekozen te wor
den, kan zijn, komt het ons toch voor dat de
centrale kiesvereeniging, indien het courantbericht
juist is, zich gemakkelijk tevreden stelt. De enkele
verklaring dat een candidaat zich „in hoofdzaak"
met een liberaal programma vereenigt, beteekent,
als de verschilpunten in 't geheel niet worden
aangeduid, zeer weinig.
De Pall Mall Gazette meldt dat de onderteeke-
ning van het protocol' geschied en de vrede ver
zekerd is, op den grondslag eener gelijktijdige
ontwapening van Turkije en Busland. De Turk-
sche gezant te Londen moet, uit naam van den
sultanreeds in de voorwaarden toegestemd
hebben.
De bepalingen van het tractaat vaD Parijs zul
len gehandhaafd blijven, met bijvoeging van een
artikel, te bekrachtigen door eene conferentie
welke te Weenen bijeen zal komen.
Lord Beaconsfield zal waarschijnlijk als minister
president aftreden en door lord Derby opgevolgd
worden.
Benoemd tot betaalmeester te Sneek jhr. G. J. M.
Bowier, thans te Sas van Gent.
0NDERSCHEIDIN6EH. Benoemd tot ridder in de orde
van den Ncderlandschen leeuw dr. A. M. Ledeboer,
te Deventer, en d'. N. B. Donkersloot, genees
kundige aan het krankzinnigengesticht te Dor
drecht.
Donderdag had te Kloetinge de plechtige
inwijding plaats van het nieuwe schoolgebouw.
De schoolkinderen trokken in optocht van het oude
naar het nieuwe gebouw, waar een buitengewoon
groot aantal genoodigden en belangstellenden was
verzameld. De burgemeester heette allen welkom,
waarna de hoofdonderwijzer, de heer Moojen, een
feestrede hield over „het doel en de beteekenis
van het lager onderwijs." Met belangstelling werd
deze rede gevolgd, en beantwoord door den inspec
teur van het lager onderwijs in Zeeland, die voor
deze gelegenheid was overgekomendoor den
schoolopziener in het district en door den heer
Warnsinck, predikant. De kinderen zongen eenige
liederen en werden, na afloop van de plechtigheid,
namens den burgemeester op onbekrompen wijze
onthaald. Ook de genoodigden bleven nog eenigen
tijd genoegelijk bijeen. Het gebouw is zeer doel
matig ingericht en doet zijn bouwmeester veel eer
aan. Ct.)
- Het aantal candidaten voor het voorjaars
examen voor lager onderwijs in Zeeland bedraagt
58, verdeeld als volgt: Voor akte van hoofdon
derwijzer 3 mannelijke en 1 vrouwelijkevoor akte
van hulponderwijzer 15 mannelijke en 8 vrouwelijke;
voor het Fransch 4 mannelijke en 6 vrouwelijke;
voor het Hoogduitsch 1 mannelijke en 1 vrouwe
lijke; voor de wiskunde 1 vrouwelijke; voor het
teekenen 4 mannelijke; voor de gymnastiek 2
trok hij dien over zijne oogen, bleef eenigeoogen-
blikken bij de buitendeur staan en begaf zieh
toen op weg.
„Wilt ge geen thee drinken, mijnheer?" riep
Esther Jetty uit het venster. „Ik wilde ze juist
zetten."
„Ik kom dadelijk terug," antwoordde de Tijger.
Onderwijl richtte Charles zijne schreden huis
waarts, vol berouw, want al de dwaasheid van
zijn gedrag rees nu voor zijn geest op.
„Ik wenschte, dat ik dien man anders behandeld
had," dacht hij, op Huddles doelende, „'t Is
nu niet meer af te wendenover een paar dagen
zal ik er nader van hooren. Wat ben ik toch
een dwaas geweest! Wat zal er te huis weêr
eene opschudding zijn! Hoe ter wereld zal ik
aan het geld komen en hoe zal het afloopen
Alles bijeengenomen scheen het op den Arends
horst niet alles rozengeur en maneschijn te
wezen. De meeste der bewoners van het landgoed
werden door geheime zorgen gekweld. En echter
was het nog geen jaar geleden, dat zij er allen
vol vreugde waren binnengetrokken, in de mee
ning dat zij er het Paradijs zouden gevonden hebben.
Met den volgenden Zaterdag kwam William
Stane weêr. Alice bevond zich in de oranjerie,
waar hij haar opzocht. Zijn gelaat stond betrokken
en onzeker. In plaats van den vriendelijken blik
en het lachtje waarmeê hij gewoon was zich aan
Alice te vertoonen, had hij nu een ernstig gelaat
en gefronste wenkbrauwen. Dat uiterlijk van
jöeffi ergerde haar nog meer, dan de woorden van
mannelijke; voor de handwerken 9 vrouwelijke;
voor huisonderwijs 3 mannelijke.
De vereeniging van onderwijzers in de
gymnastiek in Nederlandzal te Utrecht eene
vergadering houden op 3 en 4 Aprilin het gym-
nastiekgebouw der rijks hoogere burgerschool,
's morgens half 12 uur.
Ter behandeling zijn o. a. de volgende punten
gesteld
Hoe dient men meisjes-gymnastiek te geven?
oefeningen aan de brug voor jongensde lessen
op den langen en korten stokTurnwandelingen
oprichting eener vereeniging van gymnastiek-
onderwijzersom de leden bij hun overigden eene
toelage te verzekeren ten behoeve van hunne
weduwenis het al of niet doelmatig om een klasse,
bestaande uit 20 of 30 leerlingen in vijf of zes
afdeelingen te verdeelen? Gewestelijke vereeni-
gingen.
Op een viertal, opgemaakt door burgemeester
en wethouders van Amsterdam tot vervulling
eener plaats als hoofdonderwijzer aan de openbare-
kostelooze school aldaar, komt voor de heer A. R
Breetvelt, hoofdonderwijzer te Goes.
Het bestuur der bijzondere school voor Chr.
nat. onderwijs te Balk (Friesland) heeft van den
districts-schoolopziener bericht ontvangendat, in
dien hem binnen acbt dagen geen waarborg wordt,
verstrekt dat nog in den loop van dit jaar een
doelmatig schoollokaal tot stand komt, hij genood
zaakt zal zijn de school te sluiten, als hoogst
nadeelig voor de gezondheid van kinderen en on
derwijzers.
De opheffing van de Presbyteriaansch Engelsche
gemeente te Rotterdam is vastgesteld bij besluit
van het klassikaal bestuur van Rotterdam en
goedgekeurd door het provinciaal kerkbestuur
van Zuid-Holland, den 13en Februari jl. Bij over
eenkomst tusschen de daarin betrokken kerkeraden
is bepaald, dat de overblijvende leden van de
voornoemde gemeente gedurende een jaar het recht
zullen hebben, zich te doen inschrijven als leden
bij de Schotsche hervormde gemeente te Rotterdam.
Voor het gerechtshof te 's Hage stond Donderdag
terecht de bekende J. H. S., oud 36 jaren, geboren
te Eelte, en gedetineerd in het huis van arrest te
Goes. Hem werd ten laste gelegdgewelddadigheid
tegen een magistraatspersoon in of ter gelegenheid
zijner bediening, welke bloedstorting en kwetsing
ten gevolge had, na vroeger veroordeeld te zijn tot
cellulaire gevangenisstraf van langer dan zes
maanden.
De bijzonderheden omtrent deze zaak, waarbij
de heer J. L. H. Liebert, te Goes, was betrokken,
die een slag op het hoofd had ontvangen, deelden
wij vroeger reeds meê.
De beschuldigde bekende het hem ten laste
gelegde en betoonde berouw. Het O. M. eischte
een tuchthuisstraf van 5 jaren. De verdediger,
mr. van Heusden, trachtte in een uitvoerig pleidooi
op verschillende gronden aan te toonen, dat een
lid van een college van regenten niet als een
magistraatspersoon is aan te merken, daar hem
geene zelfstandige bevoegdheid toegekend, maar
het toezicht over den dienst in de gevangenis op
gedragen is. Naar zijne meening was eene com
missie van administratie tot geen zelfstandig beheer
bevoegd, en waren de door de commissie noodig
geoordeelde veranderingen of verbeteringen aan
hooger goedkeuring onderworpen. Het misdrijf
van zijn cliënt overigens genoegzaam bewezen
oordeelende, hoopte pleiter dat de strafwet niet in
hare volle zwaarte op hem zou worden toegepast.
Het O. M. kon met geen der beschouwingen
sir Philip Stane des Donderdags te voren, die
haar waren overgebracht.
Wat er eigenlijk tusschen hen voorviel zou
misschien geen van beiden later duidelijk hebben
kunnen herhalen. Hij zei dat het hem zoo speet
dat er eene stoornis in hun aangenamen omgang
was gekomen, en zij van haar kant viel hem met
scherpe en hooghartige woorden in de rede.
William Stane bleet daar het antwoord niet op
schuldig, en er werden in de opgewondenheid van
het oogenblik gezegden tusschen hen geuit, die
niet teruggenomen of verzacht konden worden.
Door zijn vader op diens wijze ingelicht van zijn
onaangenaam gesprek met den majoor, was hij
natuurlijk op zijn vaders hand, terwijl Alice even
natuurlijk voor haar vader partij trok. Het
tooneel tusschen die beiden was kort, maar be
slissend.
„Het spijt mij zeer, juffer Raynor, dat ik mij
zoo in u vergist heb," zeï hij, zich tot vertrek
gereed makende, „'tls echter nog geen groot
ongeluk."
„Volstrekt niet," antwoordde Alice. „Vaarwel,
mijnheer Stane."
Zonder verder iets te zeggen nam hij den hoed
voor haar af en weldra was de galm zijner voet
stappen weggestorven.
Aldus scheidden zij, waarvan de schuld minstens
evenveel op Alice als op hem rustte. Of hij mis
schien niet gekomen was om te verklaren dat hij
met zijn vaders besluit niet instemde wist zij niet,
maar zij liet hem de gelegenheid er niet toe. Het
van den verdediger zich vereenigen en ook het
hof, dat dadelijk na de behandeling zijn arrest
wees, was niet het gevoelen van mr. van Heusden
toegedaan. Het besliste, dat aan het college van
regenten niet enkel toezicht is opgedragen, maar
dat het ook bevoegd is tucht en orde te handha
ven, zoodat een lid van dat college als een ma
gistraatspersoon moet beschouwd worden. Het
min ernstige der verwonding als verzachtende
omstandigheden in aanmerking nemende, veroor
deelde het hof den beschuldigde tot 3 jaren ge
vangenisstraf.
Nadere berichten uit Atchin melden, dat bij de
krijgsoperatiën, welke door generaal Diemont, die
aan boord bleef, niet zijn bijgewoond, de beide
Engelsche stafofficieren, die zich te Atchin bevin
den, de heeren Lockhardt en Palmers, zich zeer
hebben onderscheiden, voornamelijk bij het bestor
men der benting Lambada, dezelfde waar de Meds-
jid met een groot aantal korans er in gevonden
is, en waaraan de soldaten daarom den naam van
„de Hoogeschool" of „de studenten-sociëteit" gege
ven hebben, „'t Spijt me het te moeten zeggen,
schrijft de militair, aan wiens brief deze bijzonder
heden ontleend zijn, maar waar is het, dat die
lange Engelschman Lockhardt en niet een van onze
officieren 't allereerst in de benting is geweest.
„Zij zijn een paar stevige kerels allebei. De
andere compagnie daarbij trof het leelijk. Zij
kwam met het bestormen regelrecht tegenover
een geschutpoort met een dertigponder terecht.
De generaal zal al wat geseind jhebben, hoeveel
man van het schroot waarmeê zij verwelkomd
werd, een stuk mee hebben gekregen, 't Duurde
gelukkig niet lang, want de eerste compagnie
was al bezig binnen te stormen, toen de andere
boven kwam, en heel lang hebben de 75 man be
zetting niet gevochten, maar sneden er allemaal
van door, op éen branikerel na, die zich dood
gevochten heeft.
„De eerste compagnie heeft het anders ook niet
gemakkelijk gehad; want terwijl die aan 't bestor
men was, amuseerde de vijand zich met al de
vaatjes patronen, die hij had, aan te steken, en
ze dan naar beneden te laten rollen. Natuur
lijk vlogen de hulsen verder dan de kogels,
maar de rook en het geraas waren verschrikkelijk.
Aan dienzelfden kant hebben zij ook nog al last
gehad van het geschut van drie Atchineesche oor
logschoeners, die ons ook in handen gevallen zijn.
Kapitein Lockhardt heeft, zeggen ze, terwijl hij
vooraanstormde nog in de gauwigheid een van
onze officieren overeind gezet, die tusschen de
bamboe-doerian en de ontploffende patronen vaat
jes van de sokken geraakt was, en eer iemand
hem kon inhalen, stond hij in de benting met zijn
langen veehtdegen te zwaaien. De Engelschen
hebben ons natuurlijk hun langste, vlugste en
beste kerels gezonden, maar zij hebben kunnen
bemerken, dat onze Afrikaansche compagniën ook
voor geen klein geruchtje vervaard zijn."
- I-I -t'l
Als eene bij zonderheid deelt men ons mede dat
te Westkapelle eene geittoebehoorende aan A.
v. R.vijf voldragen jongen, waarvan vier levend,
heeft geworpen,
Het gepantserde stoom-riviervaartuig Rlienus is
van de dwarshelling, waarop het bij de koninklijke
fabriek te" Amsterdam is gebouwd te water gela
ten. Deze vaartuigen gaan slechts 1.5 M. diep.
Zij zijn gedeeltelijk van een overdekking voorzien,
waarvan de schuine zijden gepantserd zijn. Ook
voeren zij. een draaienden geschuttorendie met
2 achterladers van 12 cM. wordt bezet. In het
bezit van den Arendshorst had aan de kinderen
van den majoor niets anders geleerd dan eigen
waan; de wereld scheen voor hen gemaakt, voor
hen alleen.
Allee ging onder het zingen van een vroolijk
liedje naar boven en begaf zich naar Madeliefje's
kamer. Daar ging zij voor den spiegel staaa,
bewonderde haar lief gezichtje, hare schit Lerende
blauwe oogen en den ongewonen blos van hare
wangen, en streek hier en daar het lichtbruine
haar op zijde.
„Ge zijt van middag bijzonder vroolijk, Alice,"
merkte Madeliefje aan.
„Zoo vroolijk als een vogel in de lucht," be
tuigde Alice, „'tis buiten zoo heerlijk! De zon
schijnt als goud en de vogeltjes zitten in de hoo
rnen te kwelen."
Wordt vervolgd.)
midden van den toren is een kokerdie tot stuur-
toren is bestemd.
De Amsterdamsche vereeniging „Recht voor
allen" heeft het initiatief genomen tot vorming
eener Nederlandsche deputatie van katholieken bij
het 50jarig bisschoppelijk jubelfeest van den paus.
Den 21en dezer overleed te Baarland op 85
jarigen leeftijd de heer G. Burgerhoudt, sedert
1831 als geneesheer aldaar gevestigd. Hij was de
eenige der leden van den gemeenteraad, die bij
de invoering der nieuwe gemeentewet met groote
meerderheid van stemmen herkozen werd, en werd
toen benoemd tot wethouder, welke betrekking
hij tot weinige jaren voor zijn dood bekleedde.
Hij was een warm voorstander van den vooruit
gang op elk gebied, beijverde zich tot op hoogen
leeftijd om steeds de jeugd van zijn geest te be
waren en werd om zijne vele goede hoedanigheden
algemeen geacht.
De heer J. Krijger, te Wissekerke, is benoemd
tot opzichter der gemeentewerken te Kampen.
De bestuurders der Amsterdamsche gemeen
schappelijke vleeschhouwerij hebben, op grond der
slechte uitkomsten van het vorige boekjaar, dat
met een te kort van f 3280 sloot, hun betrekking
nedergelegd en tot liquidatie der onderneming
geraden. De aandeelhouders hebben daartoe echter
niet kunnen besluiten en eene commissie van vijf
leden benoemd, om de zaak nog eenige maanden
voort te zetten en daarna omtrent het al of niet
wenschelijke der ontbinding nader verslag uit te
brengen. Men meent dat bij goede verstandhou
ding tusschen de bestuurders en zuinig beheer,
het niet onmogelijk is de zaak met voordeel te
drijven, daar de winst op het vleesch enz. der in
1876 geslachte 177 runderen en 71 kalveren f 5000
bedragen heeft.
Logementhouders en winkeliers te Amsterdam
worden door de politie gewaarschuwd tegen de
handelingen van een ruim 70jarig grijsaard, zich
noemende jonkheer A. S. en eene hem vergezellende
rijzige vrouw van middelbaren leeftijd, wel be
spraakt, bleeke kleur en met eene zwarte sjaal
gekleed, zich bij afwisseling noemende de favorite
of de schoondochter van den grijzen jonkheer.
Beiden zijn bedriegers, kwamen kortelings van
Arnhem, waar zij op dien adellijken titel aanzien
lijke inkoopen deden zonder betaling, en reeds zijn
soortgelijke handelingen door hen te Amsterdam
gepleegd.
In den omtrek van Moergestel heerscht eene
ziekte onder de hazen. Men vindt ze, met blauwe
vlekken op de huid, dood in het veld liggen.
Uit eene statistieke opgave betreffende de
Italiaansche ournalistiek in de „International
Review" blijkt, dat in Italië geen enkel blad een
vaste oplaag van 20,000 exemplaren heeft. De oplaag
van de voornaamste bladen loopt zeer uiteen, naar
gelang de omstandigheden meer of minder belang
rijk zijn. Zoo varieert bv. die van „Pungalo" te
Milaan van 8000 tot 14,000, van „Fanfulla" te
Rome van 8000 tot 20,000, van de „Gazetta del
Popoio" te Florence van 12,000 tot 20,000. De
uitstekend geredigeerde en zeer invloedrijke „Per-
zeveranza" heeft slechts een oplaag van 3000 ex.,
en de „Nazione" van Florence, het best geschre
vene blad, levert slechts 1000 exemplaren, waar
van zeer weinige buiten Toskane worden gelezen.
Florence is het letterkundige middelpunt van
Italië evenals Rome op het gebied der kunst.
In bet. hotel Drouot te Parijs wordt den 7e*
April a. een aanvang gemaakt met de belangrijkste
verkooping van kunstvoorwerpen in dezen winter.
De hertog van Berwick en Alba heeft nl. besloten
zijne kunstschatten, de erfeni3 van een der be
roemdste Spaansche geslachten, onder den hamer
te brengen. Het schoonste van deze verzameling
zijn 75 gedeeltelijk in goud en zilver geweven
Italiaansche en Vlaamsche tapijten uit de 16%
17* en 18e eeuw, werkstukken van Wilhelm
Pannemaker, Martijn de Vos, J. Raes, van den
Hccke, Ralt, le Clerc en hunne leerlingen. Daarbij
komen een Murillo, een Rubens, een Velasquez
en 4000 oude en moderne platen uit allerlei scho
len. Hoe belangrijk deze verkooping is blijkt reeds
hieruit, dat de catalogus is samengesteld door
kunst-critici als Charles Blanc, Clément en Bloche
wat den tekst betreft, terwijl de illustraties zijn
geleverd door kunstenaars als Lalanze en Gustav
Greux. Dit werk heeft alleen de kleinigheid van
20,000 franken gekost.
Uit Odessa wordt gemeld dat men geen
begrip heeft van de kleingeestigheden en onaan
genaamheden waaraan de reizigers op de Russi
sche grenzen blootstaan. De koffers worden
geheel omgehaald en niets met meer ijver
in beslag genomen dan boeken, waarvoor men
doodelijk bang is. Onlangs werden van een
Fransch reiziger in beslag genomen de Memoires
van JoinvilleLes Provinciales van Pascalde
brieven van Courrier, de Werther van Goethe,
een Plutarchus, een Virgilius en eindelijk ook
een almanach de Gotha. Brieven uit andere
landen ontvangt men óf in het geheel niet óf in
een dienstcouvertnadat zij gelezen zijn door de
postadministratie.
Ter provinciale griffie van Zeeland liggen ter
lezing de voorwaarden waarop door den directeur
der artillerie- stapel- en constructiemagazijnen te
Delft op den 9™ April a. zal worden aanbesteed
de levering van gietijzer.