N°. 77.
120® Jaargang.
1877.
Zaterdag
31 Maart.
Dit blad versoiiijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen,"
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent,
Advertentiëns 20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.1
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Hayas, Laffite C°. te Brussel en Parijs.
Middelburg, 30 Maart.
FETJILLETOW.
TWEEDE DEEL.
MIDDELBliRGSCRE COL
Blijkens aanschrijving van den minister van finan
ciën is aan de Coöperatieve voorschotver-
eeniging met spaarbank alhier, vrijstelling van
zegelrecht verleend voor de akten-registers; schuld
bekentenissenlivretten en rekeningen betreffende
het beheer of de handelingen dier Vereeniging in
hare hoedanigheid van voorschot-vereeniging,
met bepaling dat op de akten en stukken zullen
worden gesteld de woorden: „vrij van zegel, inge
volge koninklijk besluit van den 16en Maart
1877 n° 13."
Voor zoover de vereeniging als spaarbank
optreedt, zijn hare stukken vrij van zegel ingevolge
art. 27 A n° 58 der wet op het recht van zegel
(Stbl. 1849 n° 47), met uitzondering van die akten
„welke betrekking hebben op het uitzetten van
gelden bij derden of op andere ondernemingen,
waarin derden betrokken zijn."
Het verslag der kamer van koophandel
alhier omtrent den staat van handel scheepvaart en
nijverheid in de gemeente Middelburg over het
jaar 1876 vangt aan met de mededeelingdat de
vooruitgang in het afgeloopen jaar niet zoo groot
is geweest als velen hooptendoch dat het echter
niet aan verschijnselen ontbreektdie het voor
uitzicht op toename in volgende jaren openen.
De nij verheid en de winkelstand hadden niet te
klagenscheepstimmerliedenschipperssleepers
en sjouwerlieden vonden tegen flink loon vrij druk
werk.
Vele vermeldingen in het verslag behelzen overi
gens feitenaan onze lezers reeds gedurende den
loop des jaars medegedeeld. De volgende welke
tot opmerkingen van algemeenen aard aanleiding
geven, mogen hier nog eene plaats vinden.
Sedert de afschaffing der kaaigelden in het begin
van 1876 worden geen gemeentel ij ke rech
ten meer ten laste der scheepvaart geheven. Van
de r ij k s-heffingen kan hetzelfde niet gezegd
worden. Het tarief van haven- en schutgeld door
het Walchersche kanaal werd sedert zijne defini
tieve vaststelling in 1873 niet minder dan vier
maal gewijzigd. Bij iedere verandering stelde de
fiscus zijne eischen wat lagerbij de jongste in
Januari 1877 werd het tarief gesteld op: 45 cent
per 10 kub. meters voor schepen van 500 kub.
meters of minder; 50 cent voor schepen van 501
tot 1000 kub. meters; 55 cent voor schepen van
1001 tot 2000 kub. meters en 60 cent voor sche
pen van meer dan 2000 kub. meters.
68.
Naar het Engelsch van mevrouw Henry Wood.
Hoofdstuk V.
MOEILIJKHEDEN VAN ALLERLEI AARD.
{Vervolg).
„Ge behoeft het mij niet te verbieden papa,"
was haar antwoord. „Ik zou het zelve niet ver
kiezen."
Majoor Raynor behoorde tot die njenschen die
niets voor zich zeiven kunnen honden, goed noch
kwaad, vooral geen ongelijk dat hun aangedaan
is. Hij liep het huis rond om Charles en Frank
te zoeken, teneinde hun het nieuws te vertellen
en aldus zijne verbolgenheid te luchtenmaar hij
kon geen van beiden opsporen.
De zaken namen overigens haar gewonen loop.
Madeliefje begon zoover te beteren, dat zij bij het
open venster harer kamer kon zitten om de
zachte lucht in te ademen en zich aan het schoone
uitzicht te verkwikken. Charles zat in nieuwe
verlegenheid, want hij had schriftelijk reeds twee
aanmaningen gekregen over den wissel van vijftig
pond, die vervallen wasen Frank, ofschoon naar
Moge deze jongste wijziging niet de laatste
wezen en het rijk zich nog verder wat laten
„afdingen"
De scheepvaartbeweging in de buitenhaven te
Vlissingen gedurende bet afgeloopen jaar wordt
voorgesteld door de volgende cijfersI n e n
uit de sluizen, Opvaart1635 stoom- of
zeilvaartuigenwaarvan 1465 binnenschepenAf
vaart 1657 vaartuigen, waarvan 1504 binnensche
pen te zamen 3292 vaartuigen met 366,605 tonnen
inhoud. In de buitenhaven, Opvaart 1587
vaartuigenwaarvan 1349 binnenschepenAfvaart
1601 vaartuigen, waarvan 1363 binnenschepen;
te zamen 3188 vaartuigen met 511,138 tonnen
inhoud.
Eene niet moeilijk aan te brengen verbetering
in de buitenhaven te Vlissingen zou, ter voorko
ming van kleine averijen, veroorzaakt door het
thans noodzakelijke werken met lange trossen,
zeer in het belang der scheepvaart zijn.
De jagerij op het kanaal is zeer gebrekkig; bij
eenigszins drukke vaart zijn dikwijls uren lang
geen jaagpaarden beschikbaar.
Een overzicht van den binnenlandschen handel
wordt onder onze rubriek „Marktberichten" opge
nomen.
Bij het agentschap der Nederlandsche bank werd
gedisconteerd f 3,001,846, tegen f 2,795,665 in het
vorige jaar; uitgezet op beleening en prolongatie
in 1876: f 4,640,700, tegen 4,444,300 in 1875;
ingewisseld: f 3,977,745, tegen f 3,725,200 in 1875;
terwijl het opereerend kapitaal gemiddeld bedroeg
1,766,628, tegen f 1,688,731 in het vorige jaar.
Ook de andere hier ter stede bestaande crediet-
inrichtingen zagen hare omzettingen toenemende
cijfers der beweging op de post- en telegraafkan
toren toonden vermeerdering aan.
Op initiatief van het Zeeuwsch genootschap der
wetenschappen is de in 1856 alhier opgerichte
commissie voor meteorologie (op den Oceaan), met
het oog op een herleving der zeevaart, opnieuw
geconstitueerd. Bij de vele gemeenschappelijke
belangen van Middelburg en van Vlissingen, en
bij de in de laatstgemelde plaats bestaande gele
genheid tot het vergelijken van tijdmeters en het
bewaren van zeevaartkundige instrumenten, was
het wenschelijk een gemengde commissie samen
te stellen uit ingezetenen van beide gemeenten.
De commissie, die uit zes leden bestaat, is een
commissie van het koninklijk meteorologisch in
stituut te Utrecht.
Omtrent den buitenlandschen handel valt alleen
op te merken dat een klein gedeelte der alhier
ontvangen koffie per spoor naar het buitenland
verzonden werd. De veelvuldige klachten over
het lang onderweg big ven van per spoor verzonden
goederen, bleven echter ook bij deze verzendingen
het uiterlijke zoo vroolijk als een vogel, zat in
wendig op doornen en brandnetels.
Hij hield zich ten volle overtuigd dat hij het
was, waarom dat geheimzinnige personage, de
Tijger, nog altijd zijne dagen te Grassmere door
bracht. De man viel hem wel in geen opzicht
lastig, scheen zelfs geen bij zonder acht op hem
te slaan en had hem tot nogtoe niet aangespro
ken; maar Frank was verzekerd dat hij scherp
het oog op zijne bewegingen hield, om te zorgen
dat hij niet zou ontsnappenen hij had geen
waarzegger noodig, om hem te openbaren dat de
Tijger een spion van BJase Pellet was.
Die bespieding begon hem eindelijk ondragelijk,
te worden en juist op dezen dag, op hetzelfde
uur toen sir Philip Stane zich op den Arendshorst
bevond, sloeg hij alle behoedzaamheid in den
wind en liet hij zich met den vijand in een ge
sprek in. De Tijger was zoo dicht bij het huis
gekomen als hij doen kon zonder bepaald onder
scheiden te worden, en toen Frank uit de zooge
naamde beukenlaan kwam stond hij tegenover
hem. 't Was voor de eerste maal, dat zij elkander
aldus van aangezicht tot aangezicht zagen. Een
oogenblik staarden zij elkander sprakeloos aan,
maar de Tijger hield stand, haalde een bruin
marokijnen notitieboekje, dat in goud de letters
C. R. droeg, bedaard uit zijn zak en vroeg
„Behoort dit u toe?"
„Mij niet," antwoordde Frank; maar ik geloof,
dat het mijn neef Charles Raynor toebehoort."
„Ik heb bet eenige oogenblikken geleden op
niet achterwege. Een makelaar deelde mede dat
van twee volle wagonladingen, twee dagen na
elkander naar dezelfde plaats verzonden, die welke
het laatst verzonden was een dag vroeger
aankwam! Dat de dienstregeling, zoowel als de
aankomst der treinen, veel te wenschen overliet
en dat de kortstondige verbeteringen, welke het
gevolg van de luide klachten waren, slechts aan
getoond hebben dat een meer geregelde dienst niet
tot de onmogelijkheden behoortis voor onze lezers
geen nieuws.
Omtrent do visehvangst in vele Zeeuwsche ge
meenten buiten Middelburg bevat het verslag
eenige bijzonderheden, waaruit alleen zij opgetee-
kend dat de vischprijzen steeds rijzen en de gar
nalen vangst te Arnemuideu in den loop des jaars
veel voordeeliger geworden is door de hooge prijzen
welke in Engeland te bedingen waren.
De hoogo belasting op het zout is oorzaak dat
de sardijn-visscherij niet tot ontwikkeling kan
komen. In Engeland, waar geen zout accijns be
staat, is een ton sardijn tienmaal meer waard
dan een ton zoutbij ons te lande is een ton zout
veertienmaal duurder dan de gemiddelde op
brengst van een ton sardijn.
Betreffende fabrieken en trafieken valt op te
merken dat de stoomhoutzagerijen steeds druk werk
hadden; dat het vervoer van gezaagd hout per spoor
bijna onmogelijk werd gemaakt door het hooge
tarief en door de noodzakelijkheid om voor lengten
boven de zes meters twee wagons te nemendat
de vermeerdering der werkzaamheden aan de Com-
meroie-compagnie tot eene uitbreiding deed be
sluiten, welke in 1877 zal plaats hebben. Onder
de werkzaamheden aan deze inrichting verdient
vermelding de vervaardiging der ijzeren masten
voor het op de. werf „Middelburg 's Welvaren" in
aanbouw zijnde fregatschip „Burgemeester Schorer."
Op de werf „de Volharding" zal een nieuw schip
opstapel gezet worden. De lijnbanen hadden over
vloed van werk, doch gebrek aan werklieden die
het vak verstaan en aan jongens die er in wenschen
opgeleid te worden.
De drukke werkzaamheden aan de maatschappij
„de Schelde" te Vlissingen, werkten gunstig terug
op de ijzergieterij hier te stede.
Wij vernemendat aan den gewezen luit. ter
zee le kl. C. L. van Woelderen de betrekking
van directeur der stoomvaartmaatschappij „Zeeland"
is opgedragen. Vad.)
Men meldt ons uit Neuzen
„Ter tegemoetkoming in de enorme verliezen,
geleden door den landbouwer W. de Feijter Wz.,
bewoner van de eenige hofstede in den Pierssens-
mijne wandeling gevonden. Zoudt ge zoo goed
willen zijn, het hem terug te geven
Frank nam het van den Tijger aan en bedankte
hem. Zelfs jegens dezen man, ofschoon hij hem
als een verachtelijken spion beschouwde, kon hij
niet anders dan beleefd zijn. En had die ver
denking niet bij hem bestaan dan zou dat gezicht,
nu hij het van nabij zag, hem zelfs bevallen
hebben. De gedachte ree3 althans bij hem op,
dat hij, voor een Tijger, zeer tam scheen. Er
was iets aangenaams in zijne stem en zijne donkere
oogen, waarmede hij recht in die van Frank zag,
stonden ernstig en oprecht.
„Gij komt van Trennach," zeï Frank plotseling,
als volgens eene inwendige aandrift sprekende.
„Van Trennach?" herhaalde de vreemde, zonder
verwondering aan den dag te leggen.
„Of van iemand in die plaats," ging Frank
voort, „omom hier zijne verfoeilijke belangen
te bevorderen."
„Ik ben hier voor mijne eigene belangen,
jonge heer."
„Hoe heet gij, als ik-hot vragen mag?"
„Als ik kon denken, dat ge daar eenig belang
bij hadt zou ik het misschien zeggeD," was het
antwoord, ofschoon op beleefden toon gegeven.
„Maar gesteld dat ik er belang bij heb?"
„Ik ben van het tegendeel overtuigd."
„In ieder geval betreft uwe aanwezigheid mij."
„Ei, denkt gij dat
„Gij zult toch niet ontkennen, dat gij hier iets
bijzonders op 't oog hebt
polder, bij Sluiskil, - welke polder nu reeds ten
derdenmale binnen weinige jaren tengevolge van
doorbrakendoor het zeewater is overstroomd,
hebben zich te Neuzen, Axel, Hoek en Zaamslag
commissiën gevormd, ter inzameling van gelden
tot bovengenoemd doel, waarvan de gezamenlijke
opbrengst heeft bedragen de aanzienlijke som van
bijna f 2300."
De heer m'. E. H. 's Jacob heeft, volgens het
Haagsche Dagblad, verzocht bij de verkiezing van
een lid der tweede kamer te Amsterdam niet in
aanmerking te komen.
Het trekt de aandacht dat tot dusverre van
liberalen kant voor de vervulling der plaats van
den heer de Vries te Amsterdam in het openbaar
nog geen enkele naam genoemd wordt.
Met het oog op de bij de eerste kamer aanhan
gige rechterlijke wetten, heeft de rechtbank
te Amsterdam beslotenop 14 Mei een extra-zitting
te houden tot het uitspreken van vonnissen in
alle zaken die er vatbaar voor zijn. Tot den 3™
Mei zal zij de pleidooien aanhoorenterwijl zij de
na dien tijd vastgestelde pleidooien op de voor
3 Mei niet bezette Vrijdagen bepaalt.
De gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië
heeft, voordat bij op den 25™ van Atchin naar
Java terugkeerde, aan het departement van kolo
niën bericht dat de radja's van Simpang Olim en
van Pedawabesar, de oudste zoons der radja's van
Perlak en van Pedir, zoo mede een neef van laatst
genoemden radja (Toekoe Ibrahim, te Penang
verblijf houdende en vroeger de leider van den
raad van achten) naar Kotta Radja waren opge#
komen, en dat ook de radja van Gighen, die aan
den assistent-resident ter noordkust een bezoek
had gebracht, zich bereid verklaard had om daar
heen te gaan. Staats-cour
De minister van binnenlandsche zaken brengt
in de Staats-courant van heden ter kennis van
belanghebbenden, dat bij zijn departement, na
vergelijkend onderzoek, twee tweede klerken
kunnen aangesteld worden op eene jaarwedde aan
vankelijk van 400 voor ieder.
Dit vergelijkend onderzoek zal aanvangen op
Maandag 23 April e. k.
Daartoe worden alleen toegelaten zij wier aan
vragen, wegens uitmuntend handschrift, bij
zondere aandacht verdienen en die niet ouder zijn
dan 23 jaren.
Men schrijft ons uit Rotterdam
Thans heeft ook ons departement van het Nut
eene vergadering aan de onderwijswet gewijd, naar
„Dat ontken ik niet, want het is waar."
„En dat uw werk bestaat in nagaan en oplet
ten en spionneeren
„Tot zekere hoogte hebt gij gelijk."
„Welnu," hervatte Frank, warm wordende.
„Gelooft gij niet dat spionnage een verachtelijk
bedrijf is?"
„In sommige gevallen is dat voorzeker waar,"
was het kalme en koele antwoord„maar in andere
is het volkomen gerechtvaardigd. Als er bijv.
een doel meê bereikt of laten wij zeggen een
vraagstuk meê opgelost moet worden."
„De duivel zelfs weet de schrift aan te halen,
als het zijne belangen dient," antwoordde Frank
zich afwendende, want hij dnrfde eigenlijk het
onderwerp niet verder vervolgen. Hij wist niet
tot welke openbaringen die man misschien zou
overgaan en hij voelde zich niet op zijn gemak
onder diens vasten blik.
„Zou Pellet hem ingewijd hebben in het geheim
van dien onzaligen nacht," dacht Frank, „of bem
in onwetendheid gehouden en slechts opgedragen
hebben op mij te letten? Ik wenschte in ieder
geval, dat Pellet
Die wensch, wat hij mocht geweest zijn, bleef
echter onuitgesproken, want de Tijger was op
zijne sckredën teruggekeerd en had Frank weer
ingehaald.
„Zoudt gij mij ook willen zeggen, mijnheer,''
vroeg hij, „wat u grond gaf om te denken, dat
ik van Trennach kwam? en met welk doel ik
spionneer