BUITENLAND.
Ingezonden Stukken.
Gemeenteraad van Vlissingen,
Algemeen Overzicht.
antecedent, met het oog op de verdere verbetering
der rechtspleging, waardoor den rechterlijken amb
tenaren, die met het thans voorgenomen zuiverings-
roces in functie blijven, nog vaak een zwaard
oven het hoofd blijft hangen. Intusschen ver
klaarden slechts enkele, dat zij het negende ontwerp
om het grondwettig bezwaar onaannemelijk achten.
Met betrekking tot de afzonderlijke indeelings-
wetten werden tegen elke dezer door een fractie
of fractiën van ledentallen min of meer ernstige
bedenking gemaakt tegen de opheffing van deze
of gene collegiën, zonder dat echter van een
bepaalde meerderheid tegen een of meerdere dier
ontwerpen uit het verslag blijkt.
Toeseïoht op de middelen
van vervoer.
De wettelijke regeling van dit onderwerp werd
in de afdeelingen der tweede kamer algemeen
noodzakelijk geoordeeld. Maar met het grond
denkbeeld van de fegeeringsvoordraeht kon de
meerderheid zich niet vereenigen. Concessie te
verleenen voor werken van openbaar nut is met
de beginselen van ons staatsrecht in volkomen
overeenstemming, maar hier betreft het eenvoudige
ondernemingen van nijverheid, voor welke vrijheid
van oprichting (behoudens algemeene bepalingen
van politie ten aanzien van de uitoefening) in het
maatschappelijk belang dient te zijn.
De meerderheid wilde dus het beginsel van het
ontwerp-Fock. Dit liet het verleenen van con
cessie vervallen en stelde regelen betreffende de
aankondiging en aangifte van een nieuwe onder
neming, de keuring der vervoermiddelen en de
gevolgen van plaats gehad hebbende afkeuring,
onder bepaling dat de wet in werking zou treden
met een algemeenen maatregel van inwendig be
stuur, regelende het politie-toezicht op het verkeer
en het gebruik van de rij- en vaarwegen en
rivierwerken.
Suriname.
Bij gelegenheid van het onderzoek van het wets
voorstel houdende vaststelling der uitgaven voor
het fonds van voorschotten aan Surinaamsche plan
ters, werd weder in eenigszins uitvoerige beschou
wingen getreden over den treurigen toestand van
Suriname, die, zooals velen zeiden, niet aan de
regeering hier te lande ligt, maar aan gebrek aan
ondernemingsgeest en aan het gemis van perso
nen, die kapitaal en krachten willen wagen aan
de kolonie. Men zoekt in Suriname niet naar ver
betering door eigen middelen, maar ziet alleen
heil in maatregelen van de regeering.
De commissie van rapporteurs, hoewel van oor
deel, dat de beschouwingen over den toestand van
Suriname minder bij de behandeling van dit wets
ontwerp behooren, acht uithoofde van het belang
der zaak het wenschelijk, dat de regeering inlich
ting geve omtrent den tegenwoordigen stand van
de immigratie en de regeling van de rechtsbedee-
ling der immigranten, en de regeering tevens
mededeele, of spoedig de voorstellen tot verbe
tering van den toestand van Suriname te verwach
ten zijn, waarop bij de behandeling der staatsbe-
grooting voor 1877 uitzicht is gegeven.
Zitting van Maandag 26 Maart.
Voorzitter de heer Winkelman.
Waarnemend secretaris de heer van der Bilt,
griffier.
Afwezig de heer J. J. P. Hector.
Na goedkeuring der notulen van het verhandelde
in de zitting van 14 Februari en in de buitenge
wone zitting van 24 Februari was aan de orde de
vernieuwde stemming over bet verzoek der com
missie voor de leenbank, dat de raad besluite aan
den koning bestendiging voor vijf jaren te vragen
van den rentestandaard der bankmet deze uit
zondering echter dat voor de weekpanden, waar
voor nu 1 cent als minimum wordt betaald, 2 of
minstens 1} cent zal moeten betaald worden. In
de vorige zitting hebben de stemmen hieromtrent
gestaakt.
Thans wordt het eerst in stemming gebracht het
verzoek der commissie met verhooging van het
minimum der weekpanden tot 2 cent. Daar de
stemmen andermaal staakten, is het verzoek
verworpen.
Voor stemden de heeren Mortier, Pot, J. G.
HeetorWibaut, de Kruijff en van Uije Pieterse.
Tegen stemden de heeren Ockers, Kleijnhens,
CallenfelsLaernoesVerkuyl Quakkelaar en
Schraver.
Vervolgens werd met 8 tegen 4 stemmen be
sloten, het verzoek der commissie in te willigen
om bestendiging van den rentestandaard te vragen
met verhooging van het minimum voor de week
panden tot li cent. Tegen stemden de heeren
Kleijnhens, Callenfels, Verkuyl Quakkelaar en
Schraver.
Voor kennisgeving worden aangenomen de vol
gende door den voorzitter gedane mededeelingen
a dat het kohier der plaatselijke directe belas
ting op de inkomsten, blijkens ingekomen bericht
van gedeputeerde staten van Zeeland, is goedge
keurd;
b aat evenzeer door gedeputeerde staten is
goedgekeurd het raadsbesluit tot beschikking over
den post voor onvoorziene uitgaven der begrooting
voor 1876:
c dat de boeken en kas van den gemeenteont
vanger door burgemeester en wethouders zijn op
genomen en in orde bevonden.
Het jaarverslag van de burgeravondschool, door
de commissie van toezicht over de scholen van
middelbaar onderwijs ingezonden, wordt voor de
leden ter inzage gelegd.
Een door den voorzitter overgelegde tabel van
de leenbank wordt voor kennisgeving aangenomen.
Aan den heer C. Swalp wordt op verzoek met
algemeene stemmen in koop afgestaan een stuk
groHfl achter zijn huis op de Kleine Kade, ter
grootte van 12 M. 28 centim., voor een koop
prijs van ƒ75.
„Aan den heer J. U. Auer wordt insgelijks op
zijn verzoek in koop afgestaan een thans door hem
in erfpacht bezeten perceel gemeentegrond in de
Korte Noordstraat, groot 60 M. 45 centim., voor
eene som van /375.
Ami den heer Huson wordt op zijn verzoek voor
den tijd van tien jaren in recht van opstal gegeven
o«geMee7^grOIl- in de Korte Noordstraat,
groot 98 M. 75 centim.tot het bouwen eener
loods met stoommachine voor eene fabriek van
sigarenkistjes. De prijs bedraagt 25 per jaar.
Bij de drie laatstgenoemde besluiten was vooraf
beslist dat de bedoelde terreinen niet meer voor
den openbaren dienst bestemd zijn.
Een voorstel van burgemeester en wethouders
totbetdoen van verschillende af- en overschrijvingen
op de gemeentebegrooting, wordt goedgekeurd.
Burgemeester en wethouders worden vervolgens
gemachtigd tot uitbetaling van de pretentie van
mr. W. A. van Hoek, groot 18, wegens een uit
gebracht rechtskundig advies.
Aan den heer Klaijsen wordt, op voorstel van
burgemeester en wethouders, eene som van f 325
toegekend als tegemoetkoming voor het inladen
van vuilnis.
De heer Verkuyl Quakkelaar gaf den wensch
te kennen dat voortaan eene vaste som mocht
bepaald worden, wegens het moeilijke eener goede
controle. De voorzitter verklaarde zich bereid
met den belanghebbende hierover te spreken.
Vervolgens was aan de orde een voorstel van
burgemeester en wethouders om te beschikken
over eene som van 150 tot herstel van den
bermweg tusschen het fort de Ruyter en de grens
van Oost- en West-Souburg.
De voorzitter deelt mede dat er quaestie bestaat
of het onderhoud al of niet aan het polderbestuur
van Walcheren behoort, waaromtrent door gede
puteerde staten eerlang eene beslissing zal geno
men worden, en hoezeer het te hopen is dat die
voor de gemeente in gunstigen zin zal uitvallen,
eiseht de bedoelde weg inmiddels voorziening,
waartoe het gedane voorstel strekt.
De heer Verkuyl Quakkelaar zou een rechts
kundig advies willen inwinnen over de vraag wie
verplicht is tot het onderhoud van den weg.
De voorzitter merkt op, dat de zaak reeds bij
gedeputeerde staten hangende is en burgemeester
en wethouders zich beroepen hebben op het polder
reglement van Walcherenvolgens hetwelk de
onderhoudsplicht op het polderbestuur van Wal
cheren rust.
De heer van Uije Pieterse voegde hier nog bij,
dat de bedoelde weg niet voorkomt op het tableau
der buurtwegen zoodat het polderbestuur van
Walcheren niet in het onderhoud kan voorzien.
Dat tableau zal evenwel spoedig herzien worden
en alsdan zal het polderbestuur als onderhouds
plichtige worden aangewezen. Tot zoolang is
echter de gemeente Vlissingen, als eigenares van
den weg, verplicht tot onderhoud.
De heer Verkuyl Quakkelaar wees o. a. op den
bekenden weg tusschen Goes en 's Gravenpolder,
als motief voor zijne meening dat het niet wen
schelijk is thans onverplicht f 150 weg te geven.
De heer Pot was het hiermede eens en ver
klaarde daarom dat hij tegen het voorstel stem
men zou.
De heer Schraver daarentegen verklaarde voor
het voorstel te zullen stemmen, daar de gemeente
tot onderhoud van den weg verplicht is. Eerst
dan als die weg in het tableau der buurtwegen
zal opgenomen zijn, is het tijd om den onderhouds
plicht aan anderen over te dragen.
De heer Kleijnhens, hoezeer niet gelöovende dat
het gezegde van den heer Pot dat hij zal tegen
stemmen op de vergadering veel invloed zal uit
oefenen, meent toch te moeten opmerken dat de
heer Pot z. i. zelfs niet gerechtigd is om tegen te
stemmen, daar de gemeente zich bij contract ver
bonden beeft tot het onderhoud van den weg.
De heer Verkuijl Quakkelaar keerde dit om, en
geloofde integendeel dat geen lid gerechtigd is
om vóór het voorstel te stemmen. Waarom, vroeg
hij, staat die weg niet op het tableau der buurt
wegen
Uit het antwoord van den voorzitter, aangevuld
door den heer van Uije Pieterse, blijkt dat zoo
lang de kadastrale opnemingen niet afgeloopen
waren, hetgeen eerst onlangs is geschied, het
tableau niet kon herzien worden. Nu evenwel
ligt die herziening op den weg van gedeputeerde
staten.
De heer Pot gaf nog te kennen, dat hij niet is
teruggebracht van zijn voornemen om tegen het
vcorstel van burgemeester en wethouders te stem
men. Zijns inziens kunnen gedeputeerde staten
en het polderbestuur van Walcheren zich beter
aan de voorziening in den toestand des wegs
wagen dan de gemeente Vlissingen.
Alsnu wordt het voorstel van burgemeester en
wethouders in stemming gebracht en mot 9 tegen
3 stemmen aangenomen. Tegen stemden de heeren
Laernoes, Verkuyl Quakkelaar en Pot.
Op voorstel van burgemeester en wethouders
wordt besloten een nieuw stel kadastrale kaarten
te doen maken voor de som van f 150, te vinden
uit den post voor onvoorziene uitgaven.
Nog wordt besloten f 85 beschikbaar te stellen
voor aankoop van eenige gewichten voor de waag.
Na aftrek van f 800 voor geleden schade is
door den heer de Smet als pachtsom voor den
beer over 1876 betaald eene som van f 1733.33.
Op voorstel van burgemeester en wethouders wordt
besloten hiermede genoegen te nemen. De heer
J. G. Hector vroeg of bet nu niet wenschelijk is
zich ter zake der schade andermaal tot den minis
ter te wenden, waarop de voorzitter antwoordde
dat dit ook het voornemen van het dagelijksch
bestuur is.
Voor kennisgeving wordt aangenomen de mede-
deeling van den voorzitter, dat iemand in loco
den beer wil koopen voor f 2 per M3, welk bod
burgemeester en wethouder aannemelijk voorkomt.
Van den heer Marchal en eenige andere inge
zetenen is een adres ingekomen met verzoek om
uitbreiding te geven aan den dienst der politie op
het grondgebied buiten de gemeente in het belang
der veiligheid van personen en goederenvooral
met het oog op „de verrassende wijze waarop de
scheepvaart te Vlissingen is toegenomen." De
vestiging van een tweede commissariaat aldaar
wordt door adressanten zeer wenschelijk geacht.
Dit adres wordt verzonden naar den burge
meester als hoofd der politie, teneinde dit te over
wegen en later, zoo noodig, een voorstel aan den
raad te doen.
De voorzitter deelt mede dat van het muziek
gezelschap „Ons Genoegen" een verzoek is inge
komen om den muziektempel, die vroeger is weg
genomen, weder te plaatsen. Burgemeester en
wethouders zijn daar niet voor nadat eenmaal be
sloten is den muziektempel op te bergen.
De heer Verkuijl Quakkelaar verklaarde zich
voor de inwilliging van het verzoek, daar men
niets aan den muziektempel heeft als men dien
uitsluitend voor feestelijke gelegenheden bewaart.
De heer Kleijnhens was het met den heer
Quakkelaar eens en meent dat de muziektempel
zou kunnen geplaatst worden voor het standbeeld
van de Ruijter. Tegen dit laatste waarschuwde
de heer Quakkelaar, met het oog op de daar
spelende kinderen, die dan zeker van de estrade
als speelplaats gebruik zouden maken.
De voorzitter meent dat de muziekgezelschap
pen niet erg gesteld zijn op het gebruik des estra
de en liever eene wandeling door de stad maken.
De heeren Laernoes en van Uije Pieterse ver
klaarden zich beiden tegen de inwilliging van
het verzoek. Laatstgenoemde wenschte zelfs dat
men den muziektempel, die een schat van geld
heeft gekost, nooit had laten maken; zet men hem
nu op een vaste plaats, dan zal hij niet lang stand
meer houden tengevolge van de zucht der straat
jeugd om te klauteren. Bewaart men hem, dan
kan hij altijd bij feestelijkheden gebruikt worden.
Ook de heer Pot is om deze reden tegen het
toestaan van het verzoek, hoezeer hij er anders
voor zou zijn.
De heer de Kruijff meent dat, indien men den
muziektempel als in een spanen doosje wil bewaren
totdat er weêr eens een feest zal gevierd worden,
men er niets aan heeft. In de eerste jaren heeft
men geen feesten te wachten en als men den
tempel dan gebruiken wil zal hij vermoedelijk
verteerd zijn. Het publiek houdt van muziek en
daarom ook zou hij het verzoek willen inwilligen.
De heer Kleijnhens bestrijdt de ingebrachte
bezwaren tegen het toestaan van het verzoek, en
komt vooral op voor de eer der Ylissingsche
jongens, die door velen is aangerand. Sinds 10
jaren dat hij te Vlissingen woont heeft hij juist
de Vlissingsche straatjeugd wegens hare zucht tot
orde hooren roemen.
De heer J. G. Hector wenscht dat de muziek
tempel niet bij het standbeeld van de Bug ter,
waar goederen gelost en geladen worden, geplaatst
worde.
Alsnu wordt met 8 tegen 4 stemmen besloten
dat de, muziektempel weder zal opgeslagen worden
en aan burgemeester en wethouders opgedragen
om in overleg te treden met de verschillende mu
ziekgezelschappen omtrent de plaats welke het
meest geschikt wordt geacht. Tegen stemden de
heeren Laernoes, van Uije Pieterse, Schraver en
Ockers.
Op voorstel van burgemeester en wethouders
wordt besloten een lokaaltje te doen maken ter
plaatsing van een meter voor de gasfabriek, waar
van de kosten op f 600 zijn geraamd.
Wordt gelezen een. door den griffier opgemaakt
rapport der gehouden conferentie van burgemeester
en wethouders met de plaatselijke schoolcommissie
en den schoolopziener betreffende eene regeling
van het schoolwezen. De conclusie daarvan strekt,
dat de raad besluite: op te heffen de school A
(hoofdonderwijzer de heer Fret) en daarentegen
tusschen de scholen B en C eene tussehenschool
op te richten.
Het stuk wordt voor deleden ter inzage gelegd,
om later daarop te besluiten.
Van den heer J. van Kaalte is een bezwaarschrift
ingekomen tegen zijne niet-plaatsing op de kiezers
lijsten. Hieromtrent zal in een volgeude vergadering
beslist worden.
De voorzitter vraagt of de vergadering verlangt
zich bij adres tot de eerste kamer te wenden,
evenals zij dit tot de tweede kamer heeft gedaan,
teneinde eene poging aan te Wenden tot behoud
van het kantongerecht, hoezeer hij zich daarvan
weinig resultaat voorstelt.
De heer Verkuijl Quakkelaar is voor het zenden
van een adres, op dezelfde motieven als in het
adres aan de tweede kamer gegolden hebben, vooral
dat een kantongerecht in eene zeeplaats als Vlissingen
aller wenschelijkst is. Het is toch zoo zeker niet
dat de eerste kamer de wet waarbij Vlissingen
betrokken is aanneemt. Mocht dit misschien met
eene kleine meerderheid geschieden, dan zal het
zenden van een adres dezerzijds wellicht enkele
leden aansporen om tegen te stemmen en de wet
verworpen worden.
De heeren Uije Pieterse, Pot en J. G. Hector
verklaren zich allen voor het zenden van een adres.
De heer Callenfels daarentegen acht dit eene
ongerijmdheid, daar de eerste kamer het recht van
amendement mist en zij zeker ter wille van het
kantongerecht te Vlissingen, waarvan door geen
lid der volksvertegenwoordiging zelfs met een
enkel woord gerept is, niet het geheele ontwerp
betreffende het hof van 's Gravenhage verwerpen zal.
De heer van Uije Pieterse releveert dat men met
het zenden van een adres niets waagt en dat,
waar dertien gemeenten adressen zenden tot het
behoud harer rechtbanken, Vlissingen gerust a la
suite kan komen met een adres tot behoud van
haar kantongerecht.
De heer Kleijnhens meent dat men alleen dan
adressen aan de regeering zenden moet als men
deugdelijke gronden kan aanvoeren, en daar dit
laatste nu z. i. hier niet het geval is, zal hij tegen
het zenden van een adres stemmen.
De heer Wibaut verklaart het met den vorigen
spreker geheel eens te zijn.
De heer van Uije Pieterse wijst er nog op, dat
het zenden van een adres althans een bewijs geeft
dat men het kantongerecht te Vlissingen op prijs
stelt. Wordt do wet desniettegenstaande toch
aangenomen, dan kan men zich later op het nu
gezondeu adres beroepen als het blij keu mocht,
dat te Vlissingen weder de vestiging van een
kantongerecht nuttig en wenschelijk zou zijn.
Met 9 tegen 3 stemmen wordt ten slotte tot het
zenden van een adres besloten. Tegen stemden
de heeren Kleijnhens, Wibaut en Callenfels.
De zitting wordt gesloten.
Waarschijnlijk kan men in de geschiedboeken
der politiek geen onderwerp vinden vervelender
en onaangenamer dan de thans reeds zoolang aan
de otde zijnde Oostersche quaestie, waarin Europa
letterlijk ten speelbal verstrekt van een kleine
groep diplomaten, die het dagelijks door allerlei
acrobatische oefeningen op het koord der hoogere
politiek bezighouden en de oogen verblinden,
't Is duidelijk, dat wat men eigenlijk ziet slechts
dient om de hoofdzaak te verbergen en meer en
meer begint men zich af te vragen waarom toch
de mogendheden op de eene of andere wijze niet
een einde maken aan een dergelijken toestand.
Voorzeker is het zonderling, dat Engeland een
zoo hoogen toon tegen Rusland kan voeren zon
der dat dit besluit den knoop door te hakken
door eenvoudig te zeggen: aannemen wat ik u
voorstel of ik ruk Turkije binnen. Van de En-
gelsche strijdkrachten toch heeft Rusland niet veel
te vreezen, maar Engeland beschikt over een
andere macht, waaraan Rusland behoefte heeft:
geld. Ziedaar misschien voor het oogenblik het
zwaartepunt van den toestandde geldelijke
onmacht van Rusland. Deze openlijk bekennen
kan en wil het niet, klakkeloos toegeven aan het
verlangen vau Engeland gaat ook niet, en zoo
wordt de zaak op het sleeptouw gehouden, tot dat
eindelijk een of andere gelukkige uitweg zal
worden gevonden. In welingelichte finaneieele
kringen te Berlijn heerseht de overtuiging dat
Rusland over geen voldoende middelen beschikt
om een oorlog te voeren én dat tengevolge daar
van de vrede zal behouden big ven.
Maar ook uit een ander oogpunt bestaat nog
vooruitzicht op overeenstemming. Uit de Duitsche
hoofdstad wordt nl. ook gemeld, dat Engeland
niet de opneming van eene bepaling omtrent de
ontwapening in het protocol heeft verlangd
noch ook dat dit aan de goedkeuring van Turkije
zou worden onderworpen, maar alleen dat Rusland
zich op de eene of andere wijze zou verbinden
tot ontwapening na de onderteekening van het
protocol. Hierop heeft Rusland geantwoord, dat
het niet kan ontwapenen voordat Turkije en
Montenegro vrede hebben gesloten en eerstge
noemde mogendheid toestemt om in de eerste
plaats tot ontwapening over te gaan. De mogend
heden trachten nu op de Porte te influenceeren
door haar te bewegen al terstond over te gaan
tot het ontslag van de baschi-bozouks en zich
niet meer van dergelijke ongeregelde troepen te
bedienen. Hierdoor zou slechts een begin worden
gemaakt met de gelijke bescherming zoowel van
Christenen als van Ottomanen, maar achter de
baschi-bozouks staan de ulémas die zich tegen
de hervormingen verzetten. Daarenboven wordt
bij de Porte aangedrongen om te voldoen aan het
verlangen van Montenegro tot afstand van Niksich,
wat zij tot nogtoe hardnekkig weigert, zoodat de
Montenegrijnsche gedelegeerden opnieuw om in
structies aan hunne regeering hebben gevraagd.
Intusschen worden de onderhandelingen onder
de mogendheden onderling voortgezet, en 't is
merkwaardig, dat verscheidene van de invloed
rijkste Europeesche organen bepaald vertrouwen,
dat nog overeenstemming zal worden verkregen.
Generaal Ignatieff was gisteren nog te Weenen,
alwaar hij niet minder wordt gevierd als te Parijs
en te Londen het geval is geweest. Heden zou
hij na eeu particuliere audiëntie bij den keizer,
met zijne vrouw op den hofburg dineeren. Hij
confereerde met de voornaamste diplomaten te
Weenen o- a. met den Turksclien gezant en den
Servischen agent en zal vandaar vertrekken naar
Berlijn.
Tot het einde toe gaat het Engelsche lagerhuis
voort met de behandeling der Oostersche quaestie.
In antwoord op eene interpellatie van den heer
Forster verklaarde sir Stafford Northcote dat lord
Derby aan den Tnrkschen gezant had te kennen
gegeven, dat de door de Porte uit te vaardigen
amnestie niet behoort te worden toegepast op
personen, die schuldig zijn aan de in Bulgarije
bedreven wreedheden. De Porte had hierop niet
geantwoord maar wel verzekerd, dat Achmed Aga
daarin niet zou zijn begrepen.
Weldra schijnen de Turksche afgevaardigden
zich op het gebied der binnenlandsche politiek te
zullen begeven, daar door zekere groep eene inter*
pellatie is aangekondigd over de verbanning van
Midhat Pacha. Tot nogtoe hield de kamer zich
slechts onledig met de samenstelling van haar
reglement van'orde, doch daar hare zittingen niet
openbaar zijn, zal men geen geregeld verslag ver
krijgen van hetgeen door haar wordt verricht.
Het verlof aan den directeur der Duitsche ad
miraliteit, von Stosch, verleend heeft inderdaad
het gevolg gehad, dat keizer Wilhelm er zich van
voorstelde. De moeilijkheden tusschen den admi
raal en den rijkskanselier gerezen zijn uit den weg
geruimd, waarop de keizer het ontslag van den
heer von Stosch niet heeft aangenomen, die gisteren
reeds weder zijne functies heeft hervat.
De moeilijkheden in Denemarken tusschen de
vertegenwoordiging en de regeering blijven voort
duren. In de finaneieele commissie is door de
leden der linkerzijde de eisch gesteld, dat alvorens
tot eenige verdere discussie over te gaan het
ministerie zijn ontslag zal nemen. De rechterzijde
stemt niet daarmede in en de regeering is thans
voornemens een voorloopig budget aan te bieden,
waarvoor zij de urgentie zal vragen.
Eeu verwaarloosde tak der
rechterlijke organisatie.
Na eene worsteling van vele jaren is thans ein
delijk aan onze rechterlijke ambtenaren eene betere
bezoldiging zoo goed als verzekerddat geen wel
denkende hun zal misgunnen, al zullen er hier en
daar zijndie het daarvoor te doene werk om
eene gemeenzame uitdrukking te bezigen best
op hunne pantoffels af kunnen.
Zelfs het traktement der rijksveldwachters,
zegge exploteurs van de justitie, is onlangs te
recht verhoogd. Ze hebben lang genoeg voor een
schraal loontje ten oorbaar van het land een nuttig
ambt bekleed.
Éen schakel uit den rechterlijken keten is echter