BUITENLAND. Ingezonden Stukken. Gemeenteraad van Vlissingen, Algemeen Overzicht. antecedent, met het oog op de verdere verbetering der rechtspleging, waardoor den rechterlijken amb tenaren, die met het thans voorgenomen zuiverings- roces in functie blijven, nog vaak een zwaard oven het hoofd blijft hangen. Intusschen ver klaarden slechts enkele, dat zij het negende ontwerp om het grondwettig bezwaar onaannemelijk achten. Met betrekking tot de afzonderlijke indeelings- wetten werden tegen elke dezer door een fractie of fractiën van ledentallen min of meer ernstige bedenking gemaakt tegen de opheffing van deze of gene collegiën, zonder dat echter van een bepaalde meerderheid tegen een of meerdere dier ontwerpen uit het verslag blijkt. Toeseïoht op de middelen van vervoer. De wettelijke regeling van dit onderwerp werd in de afdeelingen der tweede kamer algemeen noodzakelijk geoordeeld. Maar met het grond denkbeeld van de fegeeringsvoordraeht kon de meerderheid zich niet vereenigen. Concessie te verleenen voor werken van openbaar nut is met de beginselen van ons staatsrecht in volkomen overeenstemming, maar hier betreft het eenvoudige ondernemingen van nijverheid, voor welke vrijheid van oprichting (behoudens algemeene bepalingen van politie ten aanzien van de uitoefening) in het maatschappelijk belang dient te zijn. De meerderheid wilde dus het beginsel van het ontwerp-Fock. Dit liet het verleenen van con cessie vervallen en stelde regelen betreffende de aankondiging en aangifte van een nieuwe onder neming, de keuring der vervoermiddelen en de gevolgen van plaats gehad hebbende afkeuring, onder bepaling dat de wet in werking zou treden met een algemeenen maatregel van inwendig be stuur, regelende het politie-toezicht op het verkeer en het gebruik van de rij- en vaarwegen en rivierwerken. Suriname. Bij gelegenheid van het onderzoek van het wets voorstel houdende vaststelling der uitgaven voor het fonds van voorschotten aan Surinaamsche plan ters, werd weder in eenigszins uitvoerige beschou wingen getreden over den treurigen toestand van Suriname, die, zooals velen zeiden, niet aan de regeering hier te lande ligt, maar aan gebrek aan ondernemingsgeest en aan het gemis van perso nen, die kapitaal en krachten willen wagen aan de kolonie. Men zoekt in Suriname niet naar ver betering door eigen middelen, maar ziet alleen heil in maatregelen van de regeering. De commissie van rapporteurs, hoewel van oor deel, dat de beschouwingen over den toestand van Suriname minder bij de behandeling van dit wets ontwerp behooren, acht uithoofde van het belang der zaak het wenschelijk, dat de regeering inlich ting geve omtrent den tegenwoordigen stand van de immigratie en de regeling van de rechtsbedee- ling der immigranten, en de regeering tevens mededeele, of spoedig de voorstellen tot verbe tering van den toestand van Suriname te verwach ten zijn, waarop bij de behandeling der staatsbe- grooting voor 1877 uitzicht is gegeven. Zitting van Maandag 26 Maart. Voorzitter de heer Winkelman. Waarnemend secretaris de heer van der Bilt, griffier. Afwezig de heer J. J. P. Hector. Na goedkeuring der notulen van het verhandelde in de zitting van 14 Februari en in de buitenge wone zitting van 24 Februari was aan de orde de vernieuwde stemming over bet verzoek der com missie voor de leenbank, dat de raad besluite aan den koning bestendiging voor vijf jaren te vragen van den rentestandaard der bankmet deze uit zondering echter dat voor de weekpanden, waar voor nu 1 cent als minimum wordt betaald, 2 of minstens 1} cent zal moeten betaald worden. In de vorige zitting hebben de stemmen hieromtrent gestaakt. Thans wordt het eerst in stemming gebracht het verzoek der commissie met verhooging van het minimum der weekpanden tot 2 cent. Daar de stemmen andermaal staakten, is het verzoek verworpen. Voor stemden de heeren Mortier, Pot, J. G. HeetorWibaut, de Kruijff en van Uije Pieterse. Tegen stemden de heeren Ockers, Kleijnhens, CallenfelsLaernoesVerkuyl Quakkelaar en Schraver. Vervolgens werd met 8 tegen 4 stemmen be sloten, het verzoek der commissie in te willigen om bestendiging van den rentestandaard te vragen met verhooging van het minimum voor de week panden tot li cent. Tegen stemden de heeren Kleijnhens, Callenfels, Verkuyl Quakkelaar en Schraver. Voor kennisgeving worden aangenomen de vol gende door den voorzitter gedane mededeelingen a dat het kohier der plaatselijke directe belas ting op de inkomsten, blijkens ingekomen bericht van gedeputeerde staten van Zeeland, is goedge keurd; b aat evenzeer door gedeputeerde staten is goedgekeurd het raadsbesluit tot beschikking over den post voor onvoorziene uitgaven der begrooting voor 1876: c dat de boeken en kas van den gemeenteont vanger door burgemeester en wethouders zijn op genomen en in orde bevonden. Het jaarverslag van de burgeravondschool, door de commissie van toezicht over de scholen van middelbaar onderwijs ingezonden, wordt voor de leden ter inzage gelegd. Een door den voorzitter overgelegde tabel van de leenbank wordt voor kennisgeving aangenomen. Aan den heer C. Swalp wordt op verzoek met algemeene stemmen in koop afgestaan een stuk groHfl achter zijn huis op de Kleine Kade, ter grootte van 12 M. 28 centim., voor een koop prijs van ƒ75. „Aan den heer J. U. Auer wordt insgelijks op zijn verzoek in koop afgestaan een thans door hem in erfpacht bezeten perceel gemeentegrond in de Korte Noordstraat, groot 60 M. 45 centim., voor eene som van /375. Ami den heer Huson wordt op zijn verzoek voor den tijd van tien jaren in recht van opstal gegeven o«geMee7^grOIl- in de Korte Noordstraat, groot 98 M. 75 centim.tot het bouwen eener loods met stoommachine voor eene fabriek van sigarenkistjes. De prijs bedraagt 25 per jaar. Bij de drie laatstgenoemde besluiten was vooraf beslist dat de bedoelde terreinen niet meer voor den openbaren dienst bestemd zijn. Een voorstel van burgemeester en wethouders totbetdoen van verschillende af- en overschrijvingen op de gemeentebegrooting, wordt goedgekeurd. Burgemeester en wethouders worden vervolgens gemachtigd tot uitbetaling van de pretentie van mr. W. A. van Hoek, groot 18, wegens een uit gebracht rechtskundig advies. Aan den heer Klaijsen wordt, op voorstel van burgemeester en wethouders, eene som van f 325 toegekend als tegemoetkoming voor het inladen van vuilnis. De heer Verkuyl Quakkelaar gaf den wensch te kennen dat voortaan eene vaste som mocht bepaald worden, wegens het moeilijke eener goede controle. De voorzitter verklaarde zich bereid met den belanghebbende hierover te spreken. Vervolgens was aan de orde een voorstel van burgemeester en wethouders om te beschikken over eene som van 150 tot herstel van den bermweg tusschen het fort de Ruyter en de grens van Oost- en West-Souburg. De voorzitter deelt mede dat er quaestie bestaat of het onderhoud al of niet aan het polderbestuur van Walcheren behoort, waaromtrent door gede puteerde staten eerlang eene beslissing zal geno men worden, en hoezeer het te hopen is dat die voor de gemeente in gunstigen zin zal uitvallen, eiseht de bedoelde weg inmiddels voorziening, waartoe het gedane voorstel strekt. De heer Verkuyl Quakkelaar zou een rechts kundig advies willen inwinnen over de vraag wie verplicht is tot het onderhoud van den weg. De voorzitter merkt op, dat de zaak reeds bij gedeputeerde staten hangende is en burgemeester en wethouders zich beroepen hebben op het polder reglement van Walcherenvolgens hetwelk de onderhoudsplicht op het polderbestuur van Wal cheren rust. De heer van Uije Pieterse voegde hier nog bij, dat de bedoelde weg niet voorkomt op het tableau der buurtwegen zoodat het polderbestuur van Walcheren niet in het onderhoud kan voorzien. Dat tableau zal evenwel spoedig herzien worden en alsdan zal het polderbestuur als onderhouds plichtige worden aangewezen. Tot zoolang is echter de gemeente Vlissingen, als eigenares van den weg, verplicht tot onderhoud. De heer Verkuyl Quakkelaar wees o. a. op den bekenden weg tusschen Goes en 's Gravenpolder, als motief voor zijne meening dat het niet wen schelijk is thans onverplicht f 150 weg te geven. De heer Pot was het hiermede eens en ver klaarde daarom dat hij tegen het voorstel stem men zou. De heer Schraver daarentegen verklaarde voor het voorstel te zullen stemmen, daar de gemeente tot onderhoud van den weg verplicht is. Eerst dan als die weg in het tableau der buurtwegen zal opgenomen zijn, is het tijd om den onderhouds plicht aan anderen over te dragen. De heer Kleijnhens, hoezeer niet gelöovende dat het gezegde van den heer Pot dat hij zal tegen stemmen op de vergadering veel invloed zal uit oefenen, meent toch te moeten opmerken dat de heer Pot z. i. zelfs niet gerechtigd is om tegen te stemmen, daar de gemeente zich bij contract ver bonden beeft tot het onderhoud van den weg. De heer Verkuijl Quakkelaar keerde dit om, en geloofde integendeel dat geen lid gerechtigd is om vóór het voorstel te stemmen. Waarom, vroeg hij, staat die weg niet op het tableau der buurt wegen Uit het antwoord van den voorzitter, aangevuld door den heer van Uije Pieterse, blijkt dat zoo lang de kadastrale opnemingen niet afgeloopen waren, hetgeen eerst onlangs is geschied, het tableau niet kon herzien worden. Nu evenwel ligt die herziening op den weg van gedeputeerde staten. De heer Pot gaf nog te kennen, dat hij niet is teruggebracht van zijn voornemen om tegen het vcorstel van burgemeester en wethouders te stem men. Zijns inziens kunnen gedeputeerde staten en het polderbestuur van Walcheren zich beter aan de voorziening in den toestand des wegs wagen dan de gemeente Vlissingen. Alsnu wordt het voorstel van burgemeester en wethouders in stemming gebracht en mot 9 tegen 3 stemmen aangenomen. Tegen stemden de heeren Laernoes, Verkuyl Quakkelaar en Pot. Op voorstel van burgemeester en wethouders wordt besloten een nieuw stel kadastrale kaarten te doen maken voor de som van f 150, te vinden uit den post voor onvoorziene uitgaven. Nog wordt besloten f 85 beschikbaar te stellen voor aankoop van eenige gewichten voor de waag. Na aftrek van f 800 voor geleden schade is door den heer de Smet als pachtsom voor den beer over 1876 betaald eene som van f 1733.33. Op voorstel van burgemeester en wethouders wordt besloten hiermede genoegen te nemen. De heer J. G. Hector vroeg of bet nu niet wenschelijk is zich ter zake der schade andermaal tot den minis ter te wenden, waarop de voorzitter antwoordde dat dit ook het voornemen van het dagelijksch bestuur is. Voor kennisgeving wordt aangenomen de mede- deeling van den voorzitter, dat iemand in loco den beer wil koopen voor f 2 per M3, welk bod burgemeester en wethouder aannemelijk voorkomt. Van den heer Marchal en eenige andere inge zetenen is een adres ingekomen met verzoek om uitbreiding te geven aan den dienst der politie op het grondgebied buiten de gemeente in het belang der veiligheid van personen en goederenvooral met het oog op „de verrassende wijze waarop de scheepvaart te Vlissingen is toegenomen." De vestiging van een tweede commissariaat aldaar wordt door adressanten zeer wenschelijk geacht. Dit adres wordt verzonden naar den burge meester als hoofd der politie, teneinde dit te over wegen en later, zoo noodig, een voorstel aan den raad te doen. De voorzitter deelt mede dat van het muziek gezelschap „Ons Genoegen" een verzoek is inge komen om den muziektempel, die vroeger is weg genomen, weder te plaatsen. Burgemeester en wethouders zijn daar niet voor nadat eenmaal be sloten is den muziektempel op te bergen. De heer Verkuijl Quakkelaar verklaarde zich voor de inwilliging van het verzoek, daar men niets aan den muziektempel heeft als men dien uitsluitend voor feestelijke gelegenheden bewaart. De heer Kleijnhens was het met den heer Quakkelaar eens en meent dat de muziektempel zou kunnen geplaatst worden voor het standbeeld van de Ruijter. Tegen dit laatste waarschuwde de heer Quakkelaar, met het oog op de daar spelende kinderen, die dan zeker van de estrade als speelplaats gebruik zouden maken. De voorzitter meent dat de muziekgezelschap pen niet erg gesteld zijn op het gebruik des estra de en liever eene wandeling door de stad maken. De heeren Laernoes en van Uije Pieterse ver klaarden zich beiden tegen de inwilliging van het verzoek. Laatstgenoemde wenschte zelfs dat men den muziektempel, die een schat van geld heeft gekost, nooit had laten maken; zet men hem nu op een vaste plaats, dan zal hij niet lang stand meer houden tengevolge van de zucht der straat jeugd om te klauteren. Bewaart men hem, dan kan hij altijd bij feestelijkheden gebruikt worden. Ook de heer Pot is om deze reden tegen het toestaan van het verzoek, hoezeer hij er anders voor zou zijn. De heer de Kruijff meent dat, indien men den muziektempel als in een spanen doosje wil bewaren totdat er weêr eens een feest zal gevierd worden, men er niets aan heeft. In de eerste jaren heeft men geen feesten te wachten en als men den tempel dan gebruiken wil zal hij vermoedelijk verteerd zijn. Het publiek houdt van muziek en daarom ook zou hij het verzoek willen inwilligen. De heer Kleijnhens bestrijdt de ingebrachte bezwaren tegen het toestaan van het verzoek, en komt vooral op voor de eer der Ylissingsche jongens, die door velen is aangerand. Sinds 10 jaren dat hij te Vlissingen woont heeft hij juist de Vlissingsche straatjeugd wegens hare zucht tot orde hooren roemen. De heer J. G. Hector wenscht dat de muziek tempel niet bij het standbeeld van de Bug ter, waar goederen gelost en geladen worden, geplaatst worde. Alsnu wordt met 8 tegen 4 stemmen besloten dat de, muziektempel weder zal opgeslagen worden en aan burgemeester en wethouders opgedragen om in overleg te treden met de verschillende mu ziekgezelschappen omtrent de plaats welke het meest geschikt wordt geacht. Tegen stemden de heeren Laernoes, van Uije Pieterse, Schraver en Ockers. Op voorstel van burgemeester en wethouders wordt besloten een lokaaltje te doen maken ter plaatsing van een meter voor de gasfabriek, waar van de kosten op f 600 zijn geraamd. Wordt gelezen een. door den griffier opgemaakt rapport der gehouden conferentie van burgemeester en wethouders met de plaatselijke schoolcommissie en den schoolopziener betreffende eene regeling van het schoolwezen. De conclusie daarvan strekt, dat de raad besluite: op te heffen de school A (hoofdonderwijzer de heer Fret) en daarentegen tusschen de scholen B en C eene tussehenschool op te richten. Het stuk wordt voor deleden ter inzage gelegd, om later daarop te besluiten. Van den heer J. van Kaalte is een bezwaarschrift ingekomen tegen zijne niet-plaatsing op de kiezers lijsten. Hieromtrent zal in een volgeude vergadering beslist worden. De voorzitter vraagt of de vergadering verlangt zich bij adres tot de eerste kamer te wenden, evenals zij dit tot de tweede kamer heeft gedaan, teneinde eene poging aan te Wenden tot behoud van het kantongerecht, hoezeer hij zich daarvan weinig resultaat voorstelt. De heer Verkuijl Quakkelaar is voor het zenden van een adres, op dezelfde motieven als in het adres aan de tweede kamer gegolden hebben, vooral dat een kantongerecht in eene zeeplaats als Vlissingen aller wenschelijkst is. Het is toch zoo zeker niet dat de eerste kamer de wet waarbij Vlissingen betrokken is aanneemt. Mocht dit misschien met eene kleine meerderheid geschieden, dan zal het zenden van een adres dezerzijds wellicht enkele leden aansporen om tegen te stemmen en de wet verworpen worden. De heeren Uije Pieterse, Pot en J. G. Hector verklaren zich allen voor het zenden van een adres. De heer Callenfels daarentegen acht dit eene ongerijmdheid, daar de eerste kamer het recht van amendement mist en zij zeker ter wille van het kantongerecht te Vlissingen, waarvan door geen lid der volksvertegenwoordiging zelfs met een enkel woord gerept is, niet het geheele ontwerp betreffende het hof van 's Gravenhage verwerpen zal. De heer van Uije Pieterse releveert dat men met het zenden van een adres niets waagt en dat, waar dertien gemeenten adressen zenden tot het behoud harer rechtbanken, Vlissingen gerust a la suite kan komen met een adres tot behoud van haar kantongerecht. De heer Kleijnhens meent dat men alleen dan adressen aan de regeering zenden moet als men deugdelijke gronden kan aanvoeren, en daar dit laatste nu z. i. hier niet het geval is, zal hij tegen het zenden van een adres stemmen. De heer Wibaut verklaart het met den vorigen spreker geheel eens te zijn. De heer van Uije Pieterse wijst er nog op, dat het zenden van een adres althans een bewijs geeft dat men het kantongerecht te Vlissingen op prijs stelt. Wordt do wet desniettegenstaande toch aangenomen, dan kan men zich later op het nu gezondeu adres beroepen als het blij keu mocht, dat te Vlissingen weder de vestiging van een kantongerecht nuttig en wenschelijk zou zijn. Met 9 tegen 3 stemmen wordt ten slotte tot het zenden van een adres besloten. Tegen stemden de heeren Kleijnhens, Wibaut en Callenfels. De zitting wordt gesloten. Waarschijnlijk kan men in de geschiedboeken der politiek geen onderwerp vinden vervelender en onaangenamer dan de thans reeds zoolang aan de otde zijnde Oostersche quaestie, waarin Europa letterlijk ten speelbal verstrekt van een kleine groep diplomaten, die het dagelijks door allerlei acrobatische oefeningen op het koord der hoogere politiek bezighouden en de oogen verblinden, 't Is duidelijk, dat wat men eigenlijk ziet slechts dient om de hoofdzaak te verbergen en meer en meer begint men zich af te vragen waarom toch de mogendheden op de eene of andere wijze niet een einde maken aan een dergelijken toestand. Voorzeker is het zonderling, dat Engeland een zoo hoogen toon tegen Rusland kan voeren zon der dat dit besluit den knoop door te hakken door eenvoudig te zeggen: aannemen wat ik u voorstel of ik ruk Turkije binnen. Van de En- gelsche strijdkrachten toch heeft Rusland niet veel te vreezen, maar Engeland beschikt over een andere macht, waaraan Rusland behoefte heeft: geld. Ziedaar misschien voor het oogenblik het zwaartepunt van den toestandde geldelijke onmacht van Rusland. Deze openlijk bekennen kan en wil het niet, klakkeloos toegeven aan het verlangen vau Engeland gaat ook niet, en zoo wordt de zaak op het sleeptouw gehouden, tot dat eindelijk een of andere gelukkige uitweg zal worden gevonden. In welingelichte finaneieele kringen te Berlijn heerseht de overtuiging dat Rusland over geen voldoende middelen beschikt om een oorlog te voeren én dat tengevolge daar van de vrede zal behouden big ven. Maar ook uit een ander oogpunt bestaat nog vooruitzicht op overeenstemming. Uit de Duitsche hoofdstad wordt nl. ook gemeld, dat Engeland niet de opneming van eene bepaling omtrent de ontwapening in het protocol heeft verlangd noch ook dat dit aan de goedkeuring van Turkije zou worden onderworpen, maar alleen dat Rusland zich op de eene of andere wijze zou verbinden tot ontwapening na de onderteekening van het protocol. Hierop heeft Rusland geantwoord, dat het niet kan ontwapenen voordat Turkije en Montenegro vrede hebben gesloten en eerstge noemde mogendheid toestemt om in de eerste plaats tot ontwapening over te gaan. De mogend heden trachten nu op de Porte te influenceeren door haar te bewegen al terstond over te gaan tot het ontslag van de baschi-bozouks en zich niet meer van dergelijke ongeregelde troepen te bedienen. Hierdoor zou slechts een begin worden gemaakt met de gelijke bescherming zoowel van Christenen als van Ottomanen, maar achter de baschi-bozouks staan de ulémas die zich tegen de hervormingen verzetten. Daarenboven wordt bij de Porte aangedrongen om te voldoen aan het verlangen van Montenegro tot afstand van Niksich, wat zij tot nogtoe hardnekkig weigert, zoodat de Montenegrijnsche gedelegeerden opnieuw om in structies aan hunne regeering hebben gevraagd. Intusschen worden de onderhandelingen onder de mogendheden onderling voortgezet, en 't is merkwaardig, dat verscheidene van de invloed rijkste Europeesche organen bepaald vertrouwen, dat nog overeenstemming zal worden verkregen. Generaal Ignatieff was gisteren nog te Weenen, alwaar hij niet minder wordt gevierd als te Parijs en te Londen het geval is geweest. Heden zou hij na eeu particuliere audiëntie bij den keizer, met zijne vrouw op den hofburg dineeren. Hij confereerde met de voornaamste diplomaten te Weenen o- a. met den Turksclien gezant en den Servischen agent en zal vandaar vertrekken naar Berlijn. Tot het einde toe gaat het Engelsche lagerhuis voort met de behandeling der Oostersche quaestie. In antwoord op eene interpellatie van den heer Forster verklaarde sir Stafford Northcote dat lord Derby aan den Tnrkschen gezant had te kennen gegeven, dat de door de Porte uit te vaardigen amnestie niet behoort te worden toegepast op personen, die schuldig zijn aan de in Bulgarije bedreven wreedheden. De Porte had hierop niet geantwoord maar wel verzekerd, dat Achmed Aga daarin niet zou zijn begrepen. Weldra schijnen de Turksche afgevaardigden zich op het gebied der binnenlandsche politiek te zullen begeven, daar door zekere groep eene inter* pellatie is aangekondigd over de verbanning van Midhat Pacha. Tot nogtoe hield de kamer zich slechts onledig met de samenstelling van haar reglement van'orde, doch daar hare zittingen niet openbaar zijn, zal men geen geregeld verslag ver krijgen van hetgeen door haar wordt verricht. Het verlof aan den directeur der Duitsche ad miraliteit, von Stosch, verleend heeft inderdaad het gevolg gehad, dat keizer Wilhelm er zich van voorstelde. De moeilijkheden tusschen den admi raal en den rijkskanselier gerezen zijn uit den weg geruimd, waarop de keizer het ontslag van den heer von Stosch niet heeft aangenomen, die gisteren reeds weder zijne functies heeft hervat. De moeilijkheden in Denemarken tusschen de vertegenwoordiging en de regeering blijven voort duren. In de finaneieele commissie is door de leden der linkerzijde de eisch gesteld, dat alvorens tot eenige verdere discussie over te gaan het ministerie zijn ontslag zal nemen. De rechterzijde stemt niet daarmede in en de regeering is thans voornemens een voorloopig budget aan te bieden, waarvoor zij de urgentie zal vragen. Eeu verwaarloosde tak der rechterlijke organisatie. Na eene worsteling van vele jaren is thans ein delijk aan onze rechterlijke ambtenaren eene betere bezoldiging zoo goed als verzekerddat geen wel denkende hun zal misgunnen, al zullen er hier en daar zijndie het daarvoor te doene werk om eene gemeenzame uitdrukking te bezigen best op hunne pantoffels af kunnen. Zelfs het traktement der rijksveldwachters, zegge exploteurs van de justitie, is onlangs te recht verhoogd. Ze hebben lang genoeg voor een schraal loontje ten oorbaar van het land een nuttig ambt bekleed. Éen schakel uit den rechterlijken keten is echter

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 3