N». 70. 120s Jaargang. 1877. Vrijdag 23 Maart. Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/'m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.1 Advertentiênj 20 Cent per regel.1 Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.; van 1—7 regels f 1,60 iedere regel meer t 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte! Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffitï G°. te Brussel en Parijs. bericht. Zij die zich vóór 1 April 1877 op deze courant abonneeren, ontvangen de nog in dit kwartaal verschijnende nom mers gratis. Middelburg, 22 Maart. FETJILLET03ST. 61. TWEEDE DEEL. MIDDELBURGSCHE COURANT. Bij de gisteren te 'Wsstkapelle plaats gehad hebbende opening der stembriefjes, die den 20en dezer zijn ingeleverd ter verkiezing van een lid van den gemeenteraad, zijn bevonden 66 geldige briefjes. Met 34 stemmen, uitgebracht op L. van Booijen, is deze benoemd. In de vergadering van de kamer van koophan del en fabrieken te Vlissingen is het voorstel gedaan om zieh tot de eerste kamer der staten- generaal te wenden, met het doel alsnog eene poging te doen om het kantongerecht aldaar te behouden. Dit voorstel mocht evenwel niet de meerderheid verwerven, zoodat het verworpen werd. Gisteren avond werd de reeks der volksvoor drachten, door het bestuur der vereeniging Uit het volkvoor het volk alhier georganiseerd, op de meest gewenschte wijze gesloten. Een talrijk publiektusschen de 500 en 600 personengat door aandacht en bijvalsbetuigin gen blijk van waardeering der pogingen, welke weder werden aangewend om het aangename aan het nuttige te paren. De heer F. Nagtglas deelde een met belangstelling gevolgde „vertelling van den ouden zeeman" mede, waarvan de hoofdfiguur was de alom gevierde Frans Naerebout, te Vlissingendie zich steeds onderscheidde door kloekmoedige zeemanschap en zelfopofferende menschenliefde. De heer J. C. M. Dhont droeg op verdienstelijke wijze ter Haar's welbekend „Huibert en Klaartje" voor, terwijl een deel der leden van de rederijkers- vereeniging „Vriendschap en Vergenoeging" het blijspel „het kind van den huize" opvoerde met zoodanigen uitslag, dat de warme bijvalsbetuigingen ten eenemale gewettigd waren. De heer D. W. Louis, directeur der Volkszang- Naar het Engelsch van mevrouw Henry Wood. Hoofdstuk III. een tijger. {Vervolg). „Frank, om u de waarheid te zeggen, ik zit in den brand. Houd daar ginds eens een oog in 't zeil, en zeg het mij als gij een onbekende ont waart." „Hebt ge dit semester weêr gelijk het vorige Bchulden te Oxford gemaakt en zijt ge bang voor vervolging vroeg Frank, bij instinct de waarheid gissende. „Helaas ja," antwoordde Charles, „en ik verze ker n, Frank, dat ik zoo min voornemens was schulden te maken als mij op te hangen. Toen ik na de Kerst-vacantie weêr naar de academie ging had ik de beste voornemens ter wereld, en verzekerde ik moeder dat zij volkomen gerust kon zijn. Niemand wilde zuiniger zijn dan ik; en toch, ik weet niet hoe „Zijt ge 't n i e t geweest," vulde Frank den zin aan. ,Ik ben bij ongeluk met jongelui in aanraking vereeniging, mede eene spruit der Vereeniging „Uit het volk—voor het volk," oogstte met de aan zijne leiding toevertrouwde zangers vele blijken van waardeering en erkentelijkheid. Wij gelooven veler tolk te zijn als wij, bij het einde van 't winterseizoen, aan het bestuur der Vereeniging dank brengen voor zijn pogen, en den wensch uiten dat het meer en meer blijken moge, dat die pogingen op den rechten prijs worden geschat. De Vereeniging voor de statistiek in Nederland zal den 7™ April a. eene gewone vergadering houden in het lokaal „Het vosje" te Amsterdam des voormiddags te 11 uren. Na af doening van eenige huishoudelijke werkzaamheden waaronder ook de benoeming van een lid van het bestuur, voor welke betrekking wordt voorgedra genjonkheer mf. G. de Bosch Kemper, referenda ris bij het ministerie van binnenlandsche zaken, zullen eenige mededeelingen en voordrachten plaats hebbenToespraak van den voorzitter verslag der commissie voor de statistiek der grondeigen dommen verslag betreffende de statistiek van het grondcrediet. Voorts zijn de volgende onderwerpen ter behan deling op de agenda vermeld 1° Op welke wijze behoort hier te lande de statistiek van het schoolbezoek en van het school verzuim te worden ingericht. In te leiden door jonkheer m'. G. de Bosch Kemper. 2°. Over de taak en de inrichting der stede- 1 ij k e bureaux van statistiek. Iü te leiden door dr. F. Leo de Leeuw. 3°. Over de wijze van openbaarmaking van de officieels regeeringsverslagen van de staten-gene- raal over onderwijs, armwezen, koloniën enz. In te leiden door mT. S. Vissering. 4°. Mededeelingen en voorstel omtrent de school cijfers der statistiek van het gevangeniswezen. In te leiden door den heer J. van Dam Thz. Men schrijft ons uit het voormalig 4e distriet van Zeeland: „Den 19en Maart jl. is te Oostburg gehouden de vergadering van afgevaardigden van het water schap van de Sluis aan de Wielingen; daarin werd door het bestuur rekening gedaan over 1876, die met algemeene stemmen goedgekeurd werd, en bedroeg in ontvang f51486.48, in uitgaaf 48946.90, batig slot ƒ2539.58. „Daarop werd goedgekeurd de begroot,ing voor 1877, in ontvang en uitgaaf op 62693.10. Onder de uitgaven zijn gebracht voor onvoorziene f 1235.05, onder de gewone uitgaven komt een post voor van f 5771.63, herstel stormschade op 31 Januari 1877 aan de suatie-geul bij de zeesluis (Oost- en West- gekomen die veel verteren," bekende Charles. „En daarbij is het, alsof de drommel met het geld speelt. Het druipt letterlijk door de vingers." „Welnu, de leveranciers moeten dan maar wat wachten," zei Frank luchtig, want hij was even onbezorgd in dit verdriet als hij in vroolijkheid zou geweest zijn. „Zij moeten naar anderen ook heel wat wachten." „Ja, maar het ergste is dat ik een paar wis seltjes geaccepteerd heb," zei Charley neêrslachtig, „en.enden laatsten dag van mijn ver-, blijf te Oxford eene dagvaarding heb gekregen." „Ai!" riep Frank uit. Eene dagvaarding!" „Ja, en ik heb nog eene tweede te wachten. Die akelige wissels 't zijn er twee waren maar op éene maand zicht. Natuurlijk i3 die tijd verloopen en de kerel, wien ze aangaan, wilde ze niet verlengen, 't Is wel niet veel, vijftig pond elk, maar ik heb geen shilling om ze te betalen." „Wat zijt ge bovendien nog schuldig?" „Ik wenschte dat ik 't zelf wist. Daar is de kleermaker, en de laarzenmaker, en de stalhouder, en de wijnkooperO ik kan het mij niet alles te binnen brengen Had Frank het vereiachte geld gehad, 'tzij in zijn zak, 'tzij in vooruitzicht, hij zou het aan Charles afgestaan hebben, om hem te helpen; maar geen van beiden was het geval. Hij zag er geen licht in. „Iemand, waar eene dagvaarding tegen is, kan men gevangen nemen, niet waar?" vroeg Charles, zich bukkende om een bloempje van den grond zijde), en ƒ1000 voor een zinkstuk in de geul. De omslag werd bepaald op 4.10 per hectare. „Bij de begrooting was geene memorie van toe lichting. Daar de meerderheid meende, dat, al thans voor de bèoordeeling van groote posten, de afgevaardigden behoefte hadden aan eene me morie van toelichting, is besloten dat in het ver volg zoodanig stuk zal worden overgelegd. „Dat nu reeds f 1000 noodig is voor een zink stuk in de suatie-geul, toont dat bij dit waterschap niet alles rozengeur en maneschijn is. Dit bleek ook uit de discussies, daar er door vele leden van het bestuur en de afgevaardigden beweerd werd dat het rijk niet geleverd heeft wat een goed, hecht en sterk werk te noemen isterwijl een lid der directie beweerde dat het stortbed veel kans heeft spoedig vernieuwd te moeten worden, daar er bij den aanleg te veel zand en te weinig klei was gebruikt. (Wij gelooven dat men hier het paard achter den wagen spant; heeft het rijk geen goed werk geleverd, waarom heeft dan de directie het werk goedgekeurd en overge nomen?) Men zou kunneD denken dat dit maar klachten waren van eenige malcontenten, maar er kwam een hinkend paardje achteraan, waaruit bleek dat de zaak lang niet gunstig staat; er werd voorgedragen eene buitengewone begrooting of een voorstel om aan te gaan eene leening van 15000, voor het verrichten van noodzakelijke en dringende werken en nog eene leening van 23000 voor werken ter verbetering eu verster king van het bestaande(Dus, met inbegrip van de f 1000 voor .het zinkstuk, f 48000 onvoor ziene uitgaven tot instandhouding van een werk, dat nog geen twee jaren als in voldoenden staat is opgeleverd!) „Na discussie werd besloten tot het aangaan eener geldleening van ƒ15000 a 47, 's jaars, in aan- deelen van ƒ1000 a -pari met jaarlrjksche aflossing, te beginnen met 1880, van minstens f 1000 's jaars. (Het is ons niet recht duidelijk waarom er geene splitsing van aandeelen in 500 of 200 is voor gedragen en waarom a pari is gesteld; immers nog onlangs heeft eene gemeente in deze provincie inschrijvingen op eeDe geldleening tegen denzelf den intrest ontvangen boven pari.) „Omtrent de leening van 23000 werd besloten eerst een onderzoek in te stellen door eene com missie van een paar leden van bet bestuur en twee of meer ingenieurs van den waterstaat, waarbij men niet gehouden zal zijn, wat de laatste betreft, aan de keuze van ambtenaren in deze provincie. Na onderzoek zal deze commissie rapport uitbren gen, in eene buitengewone vergadering van afge vaardigden en zal men besluiten naar rade. (Of die commissie benoemd is, of zoo niet wie ze be noemen moet, weten wij niet. Dat zulk eene te plukken, want het twijgje van de heg was reeds in stukken gebeten. „Ik geloof het wel," antwoordde Frank, die zelf het gelnk had gehad tusschen die gevaarlijke klippen door te zeilen en even weinig van de meerdere of mindere kracht van zulke documenten wist als Charles. „Of, ronduit gezegd, ik weet het eigenlijk niet. Hebben zij vonnis gekregen?" „Vonnis? Wat is dat? Als het iets slechts is, hebben zij 't zeker gekregen. En verbeeld u eens, dat ik gearresteerd wierd!" ging de jongman voort, terwijl hij zijne stem liet dalen en zich weêr naar de weide keerde, „'t Is een leelijk voor uitzicht. Voor mij zei ven zou ik er niet veel om geven, want knapper kerels dan ik hebben wei door die spitsroeden moeten loopen; maar ik zie op tegen de opschudding die het te huis geven zal." „Gij moet u nog niet onder de kerels rekenen, Charley; ge zijt eigenlijk nog maar een jongen!" „Wat gij daar zegt doet er mij aan denken, dat Jones van het Corpus College my heeft ver teld, dat eene dagvaarding niet wettig tegen mij kan uitgevaardigd worden, omdat ik nog minder jarig ben. Jones zeï, dat hij het zeker wist. Wat denkt gij er van, Frank?" „Ik kan er niets van zeggen, Charley; ik ben niet te buis in die dingen. Maar ik zou denken, dat reeds het feit op zich zelf dat er eene dag vaarding tegen u is uitgevaardigd, een bewijs is dat het kan gebeuren en dat Jones zich vergist. William Stane zou het u kunnen zeggen; die moet de wet op zijn duimpje kennen." commissie het waterschap natuurlijk geld en tijd verlies zal kosten, begrijpen wij echter wel. En dat dit tijdverlies groote schade aan de werken zal berokkenen weten wij zeker, omdat wij reeds in den afgeloopen zomer gezien hebben hoe, bij gemis van kleibezetting, de zandkanten van het kanaal, bij het paviljoen, kwelden zooals wij het noemen en dus de bedding van het kanaal ver minderde in breedte.) „Er zijn nog een paar punten besproken, waar over wellicht later." De heer E. H. von Baumhauer heeft voor zijne benoeming tot inspecteur van het lager on derwijs in Noord-Holland bedankt. Naar wij vernemen heeft de raad van state het nieuw ontwerp tot wijziging der kiestabel (inderdaad berustende op het beginsel van enkele kiesdistricten) aan de regeering teruggezonden en zal deze het niet naar de tweede kamer zenden. Handelsbl De heer P. J. Andriessende vruchtbare schrijver en vertaler van zoovele alleraardigste kinderwerkjes, is Maandag jl. overleden. Andriessen werd op 17 December 1815 te 's Gravenhage geboren en was van 1843 tot 1872 hoofdonderwijzer te Amsterdam. In de laatste jaren van zijn leven wijdde hij zich bijna geheel aan letterkundigen arbeid en meer en meer werd die gewaardeerd. De verwerping door de tweede kamer van het wetsontwerp tot bekrachtiging eener gesloten dading over grond en water in en voor den Sehen- gepolder is gegrond geweest op eene opmerking van den heer van Eek, dat het woord „ambaehts- gerechtigdenin die overeenkomst voorkomende, met ons staatsrecht in strijd is; alsmede op een ander bezwaar van de heeren Smidt en Verniers van der LoefF, dat uit de akte niet voldoende blijkt wien de staat in vervolg van tijd tegenover zich als mede-contractant kan krijgen. Misschien zal het later, als wij de beraadslagingen in het Bijblad kunnen naslaan, blijken de moeite te loonen om op het gevoerd debat terug te komen. Niet minder dan veertien wetsontwerpen bekrach tigde de kamer voorts met hare goedkeuring, waaronder een dat in het dagelijksche leven zeer zichtbaar zijn invloed zal doen blijken, doch na alles wat er reeds over gezegd en geschreven is, bijDa zonder woordenwisseling onder den voorzit tershamer doorging, namelijk dat tot invoering der bronzen pasmunt. Den minister van der Heim zal het dus gegeven zijn in den strijd tegen de „Maar ik wil het hem liefst niet vragen. Mis schien hebben zij gedacht, dat ik reeds meerder jarig ben. In ieder geval, ik heb het stuk te Oxford gekregen, en zoo ik mij niet bedrieg, is een kerel mij naar hier gevolgd en zit bij mij op de hielen om mij gevangen te nemen." „Welken grond hebt ge, Charley, om dat te denken Hebt ge hier iemand in den omtrek ontdekt, die er verdacht uitziet?" „Ja, dat heb ik. Even vóór uwe komst, zag ik Charles bleef plotseling steken en sprong zij waarts van den slagboom, om zich achter de heg te verbergen. Er kwam namelijk een persoon uit het groepje boomen te voorschijn, die blijkbaar de oorzaak van die beweging van Charles was. „Als hij dezen kant uitkomt, Frank, zeg het mij danik zal dan door het eikenboschje naar huis trachten te vliegen," fluisterde hij haastig. „Neen," zei Frank, „hij gaat dwars de gemeene weide over." „Dat is misschien eene list, om mij te misleiden riep Charles van achter de heg. „Wacht maar. Hij zal in een oogenblik wel hier komen. Hij ziet er met dien grooten bruinen baard precies als een tijger uit. Hij is een tijger." Met de armen over den slagboom hangende, sloeg Frank de bewegingen van den Tijger nauw keurig gade. Deze was reeds op eenigen afstand, zoodat hij hem niet duidelijk kon opnemen. In ieder geval zag hij, dat de onbekende van eene middelbare gestalte en oogenschijnlijk ook van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1