■N°. 69.
120® Jaargang.
1877.
Donderdag
22 Maart.
Dit bleyï verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen»
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent»
Advertentiêni 20 Cent per regel.1
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte?
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite C°. te Brussel en Parijs.
BERICHT.
Zij die zich voor 1 April 1877 op
deze courant abonneeren, ontvangen de
nog in dit kwartaal verscbijnende nom
mers gratis.
Middelburg, 21 Maart.
FETJIT iT lETOJST.
TWEEDE DEEL.
onweerswolken.
MIDDELBIJ
CDIBAM.
De commissaris des konings in Zeeland heeft
bij Provinciaal blad n° 35 aan de gemeentebesturen
in deze provincie toegezonden exemplaren der
aanplakbiljetten en vliegende blaadjes, door de
Maatschappij tot redding van drenkelingen in
grooten getale verspreid, tot bevordering van het
verleenen van doelmatige eerste hulp aan drenfee-
ingen, schijndooden enz. (Op deze biljetten en
blaadjes werd vroeger in ons blad de aandacht
reeds gevestigd).
Het slot der circulaire van den commissaris des
konings luidt aldus:
„Veel zou er toe kunnen bijdragen om vooroor-
deelen te bestrijden, zoo men tracht die van der
jeugd af weg te nemen. Ongetwijfeld zijn daartoe
de hoofdonderwijzers het best in de gelegenheid
en ik stel er mij goede vruchten van voor zoo
deze genegen mochten worden bevonden van tijd
tot tijd hnnne leerlingen op eenvoudige wijze met
de gegeven wenken bekend te maken.
„Ik acht het daarom hoogst wenschelijk dat ook
hun exemplaren van het blaadje worden uitgereikt."
Uit het door burgemeester en wethouders van
Middelburg verkrijgbaar gesteld gedrukt kohier
voor de plaatselijke directe belasting op de inkom
sten blijkt, dat deze belasting over 1877 geheven
wordt van 3150 personen, van welke 867 ambts
halve, de overige naar eigen opgave aangeslagen
zijn.
Er blijkt verder uit dat meer dan 1/3 der aan
geslagenen, 1289 personenmoeten rondkomen
met een inkomen van 300 tot 400, en 485 in de
volgende klasse 400 tot 500) thuis behooren.
730 personen staan in de vijf klassen, welke
de cijfers ƒ501 tot ƒ1000 omvatten; 350 anderen
(klassen 8 tot 11) loopen te boek voor f 1001 tot
ƒ2000; 111 (kl. 12 en 13) leven van ƒ2001 tot
ƒ3000 56 (kl. 14 en 15) betalen voor ƒ3001 tot
00.
Maar het Engelsch van mevrouw Henry Wood.
Hoofdstuk II.
(Vervolg).
De eenige persoon in huis die Charles gaarne
onkundig had willen houden van zijne dwaasheid
(en in zijne berouwvolle stemming beschouw
de hij het nu als eene onvergefelijke dwaasheid)
was zijne moeder. Hij had haar innig lief, en
bezat gevoel genoeg om zich om harentwil te
schamen over hetgeen hij gedaan had, en de hoop
te koesteren dat zij het nimmer zou vernemen,
eene ij dele hoop zooals hij weldra gewaar
werd, want de majoor was haar het onaangename
nieuws dadelijk gaan vertellen.
Zij zat dien avond in de schemering op de sopha
in hare kleedkamer, toen Charles binnenkwam.
Bij den gloed van het vuur, die haar gelaat be
scheen, kon bij zien dat het bedroefd stond en
sporen van tranen vertoonde.
ffWat is het? moeder?" vroeg hij, zich naast
ƒ4000het volgend duizendtal guldens telt weder 2
klassen en 26 personen. Yan hier af klimmen eenige
klassen bij ƒ1000 tegelijk op20 personen van 5001
tot ƒ6000; 12 van /6001 tot ƒ7000; 12 van
ƒ7001 tot ƒ8000. Nu komen 16 die verschillij;
van 8001 tot ƒ10,000,12 van ƒ10,001 tot ƒ12,000,
11 van ƒ12,001 tot ƒ14,000, 6 van ƒ14,001 tot
ƒ17,000, 7 van 17,001 tot 20,000. Van ƒ20,001
tot 32,000 tellen wij drie klasen met 5 aange-
slagenen en in de hoogste klasse, van 40,001 tot
f50,000 'sjaars eindelijk, 2 gelukkigen, voor
zoover het geluk ten minste naar het aantal
duizende guldens inkomen te berekenen is.
Yan de 864 ambtshalve aangeslagenen behooren
er 553 in de twee laagste klassen, een kleiner
verhouding nog dan in de allerhoogste klasse,
waar men van de twee aangeslagenen er éen
ambtshalve vindt.
Volgens de Arnb. Ct. is een ontwerp tot her
ziening der kiestabel, zich alleen bepalende tot
de vereischte aanvalling van het aantal leden der
tweede kamer, reeds in den raad van state onder
zocht, teneinde nog vóór het reces in de kamer
onderzocht te kunnen worden.
Volgens het Vaderland zou de ingediende kies
wet slechts in zooverre gewijzigd worden, dat de
daarin voorgestelde verlaging van den census
alleen zou wegblijven, doch de indeeling in enkele
kiesdistricten, het voornaamste dus, in stand
gehouden zou worden.
De minister van binnenlandsche zaken heeft aan
de besturen der Waterschappen de Westpolder
en de Eemspolder in Groningerland, op hun ver
zoek om rijkssubsidie voor de herstelling der aan
de dijken veroorzaakte stormschade, geantwoord
dat er geen termen bestonden om aan hun verzoek
te voldoen. (Vad.)'
De heer D. de Clercq is bij koninklijk besluit
op zijn verzoek eervol ontslagen als secretaris der
Nederlandsche Handelmaatschappij.
Bij beschikking van den minister van binneD-
landsche zaken van 19 Maart is, met wijziging
der beschikking van 1 Maart jl., Dordrecht in
plaats van Breda aangewezen als standplaats van
den rijksopziener 3e klasse op de spoorwegdiensten
W. P. Verbeek.
De fopperij met het Oera-Linda-boek is thans
eene splinternieuwe phase ingetreden. Nadat de
geheele (Nederlandsche) letterkundige wereld eerst
in rep en roer gebracht is over de vraag„Is het
boek 2400, of misschien 24jaren oud?" zijn nu
haar zettende en hare hand vattende. „Zijt ge
ziek?"
„Niet ziek, Charles, maar treurig en ontdaan,"
was haar antwoord.
„Wat heeft u dan treurig gemaakt? Heeft de
partij van gisteren avond u zoo vermoeid? Maar
ge hebt nu toch den geheelen dag uitgerust."
„'tls niet van gisteren avond alleen, maar het
wordt mij in 't algemeen te machtig."
„Te machtig?" riep Charles met verwondering
uit. „De sausen of de puddingen?"
„Ik dacht niet aan de gerechten, Charles," ant
woordde zij met een glimlach, dien zij niet onder
drukken kon; „de sausen en puddingen zijn het
niet; 'tis onze overdadige en ij dele wijze van
leven. Wij hebben nooit rust en de eene spanning
volgt op de andere. Gisteren avond waren wij
uit, morgen gaan wij uit dineeren, en den dag
daarna krijgen wij op onze beurt bezoek. lederen
dag, als wij niet uitgaan, is hier iets te doen;
als 'tgeen theevisite is, is het een diner; en is
het geen diner dan is het een souper. Ik moet
aan alles denken, aan de noodige beschikkingen
en de kleeding en al het andere. Ik vrees, dat
ik het niet zal kunnen uithouden."
„Houd dan eenige dagen uw gemak, mama,"
zei Charles op teederen toon. „Blijf in 't boekje
van den haard en laat de dingen aan Alice en de
dienstboden over. Dan zult ge spoedig weêr tot
u zelve komen."
Mevrouw Raynor gaf geen antwoord. Zij had
Charles' hand in beide de haren genomen en staarde
van alle kanten getuigenissen gekomen dat het
boek niets anders is dan een geweldige lange neus,
door Cornells over de Linden, meesterknecht aan
's rijks werf te Nieuwediep, de geleerde wereld
aangezet en door hemzelven, die een verborgen
taalkenner en grappenmaker was, vervaardigd.
De heer J. Beckering Vinekers heeft eene geheele
brochure geschreven om dat aan te toonen, en
dr. Eeteoo Verwijs beschrijft in den „Nederlandsche
Spectator" op vermakelijken toon de manier waarop
hij zelf, de uitnemende taalgeleerde, door den
Nieuwediepschen handwerksman is beetgenomen.
Is de grap hiermede uit? Geenszins, en wij
vermoedden terecht van het begin af, dat zij slechts
bezig was een nieuw tijdperk in te treden. L. F.
over de Linden, te Nieuwediep, spreekt .in de
N. Rott. Ct. van heden de feiten, door dr. Eelcoo
Verwijs medegedeeldpertinent tegen en beschouwt
al de nieuwe berichten, ook dat, wat reeds
vroeger door dr. Schouten werd geschreven,
slechts als wèl gelukte réclames voor het boekje
van den heer Beckering Vinckers.
Dat onze letterkundigen pleizier hebben in het
beetnemen van het publiek, is zeker een onschul
dige grap. Maar dat „publiek" bij elke nieuwe
wending gehoorzaam mede- en opnieuw er in
loopt, zou als een bewijs kunnen gelden voor de
familie-relatiën van „publiek" met de beestjes van
Panurgus, Rabelais zaliger gedachtenis.
De aanneming van het laatste der rechterlijke
wetsontwerpen door de tweede kamer is gisteren
nog eenigszins eene verrassing geweest. Sommigen
vreesden eene vereeniging der minderheid, welke
zich op grond der lokale bezwaren tegen de
ontwerpen verzette, met die welke de ontbinding
der rechterlijke eollegiën op grond van het
grondwettig beginsel bleef bestrijden. Die vrees
werd te grooter toen een drietal leden, die zich
vóór de andere wetsontwerpen verklaard hadden,
op grond van het grondwettig argument inderdaad
betuigden aan het negende hun stem te zullen
onthouden.
De meerderheid bleef echter onverbroken, al
kwam zij bij deze laatste stemming ook wat kleiner
te voorschijn. Van de 65 aanwezige leden (het
absenteïsme blijft in de kamer, zelfs bij gewichtige
beslissingeneene ongepast groote rol spelen)
verklaarden 39 stemmen zich voor, 26 tegen de
wet. De minderheid geeft eene vrij bonte stalen
kaart van verschillende soorten van bezwaren te
zien en draagt dan ook van eene staatkundige
partij-combinatie niet het geringste spoor. Zij was
samengesteld uit de heerenHeydenrijck, v. Houten,
v. d. Berch van Heemstede, Corver Hooft, Grata-
ma, Wijbenga, Sandberg, Messchert van Vollenho-
onafgewend in het flikkerende vuur. Er volgde
eene stilte, gedurende welke Charles in gedachten
verzonken raakte.
„En wat is er van die moeilijkheden waarin gij
verkeert, Charles?" vroeg zij eensklaps.
Die woorden schudden hem op eene onaange
name wijze wakker. Zoo er iets was waarvan hij
haar onkundig had willen houden, dan was het
dit. Zijn oprecht gelaat (en het was oprecht, in
weêrwil van zijne wijnrekening) werd gloeiend
van spijt.
„Daar hadt gij niets van moeten hooren, moe
der," zeï hij. „Ik ben uit Oxford gegaan zonder
eenige ponden te betalen, die ik daar schuldig
ben; dat is alles. Daar behoefde zooveel bewe
ging niet om gemaakt te worden."
„Ik hoor van wijnrekeningen en het huren van
paarden en zulke dingen meer. Och, Charles,
hadt ge zulk een leven behoeven te leiden?"
„De anderen doen het ook."
„Het is niet zoozeer het geld dat mij spijt,"
hernam zij op liefhebbenden toon, „want daar
kan nog Tip de eene of andere wijze in voorzien
worden; maar...." Hier bleef zij steken, alsof
zij naar woorden zocht.
„Wat is het dan, moeder?"
„Lieve Charles, wat mij bezorgd maakt, is, dat
gij de booze wegen der wereld zult gaan bewan
delen. Men komt daar zoo gemakkelijk toe; gij
jongelieden zijt zoo onervaren en zoo goed van
vertrouwen; gij denkt dat al wat mooi schijnt
ook mooi is en er geen gevaar onder die gladde
ven, v. d. Heuvel, Teding v. Berkhout, de Jonge,'
Fabius, v. Rappard, Haffmans, v. Asch van Wijck'
Tak, Mirandolle, Begram, Zylker, Bergsma, Wint-
gnns, Saaymans VaderRombach, de Roo, Smitz
en Moens.
Onder onze rubriek „staten-generaal" geven wij
de wijzigingen op, door de amendementen van
den heer van Houten of door de regeering zelve
in de wetsontwerpen gebracht.
De Kamper ct. releveert eene klacht, die het
Venloosch Weekblad uit over de inrichtingen voor
openbaar onderwijs, waarin de katholieken hun
deel betalen, zonder er iets aan te hebben, 'tls
wonderlijk, zegt de K. ct., dat men die verwijten,
dat men raee-betalen moet aan instellingen, welke
de staat in het algemeen belang vestigt, alleen
maar hoort van de kerkelijken. Er zijn duizen
den in het land, die van predicatiën en kerkelijke
ceremoniën nooit gebruik maken, nooit een voet
in de kerk zetten. Toch betalen zij hun aandeel
in de kosten die op het staatsbudget voor de eere
diensten staan uitgetrokken, en wie heeft hen
daarover ooit hooren klagen Maar bovendien is
het de eigen vrije verkiezing van de geloofegenoo-
ten des heeren Haffmans, dat zij niets aan het
openbaar onderwijs hebben. Dat onderwijs wordt
gegeven voor allen zij worden evenmin afgewezen
als ieder ander. Het gevolg van hunne onthouding
zal onvermijdelijk zijn, dat zij achterlijk blijven
in intellectueele ontwikkeling, en daardoor ook in
maatschappelijke welvaart zich zullen zien terug
dringen.
De Haagsche correspondent der Zutfensche
courant schrijft o. a. het volgende
Op het Binnenhof is het in de afgeioopen week
woelig toegegaan. Woensdag kwam tot afwisse
ling van de eindelooze debatten over de rechter
lijke wetten de politiek een oogenblik audiëntie
vragenmaar de meerderheid toonde bitter weinig
lust om alleen ten genoege van den premier
zonder dat het land er eenige vruchten van zou
kunnen plukkeneen deel van den nog beschik
baren tijd aan de behandeling van een doodge
boren kieswet te besteden. „Niet op het terrein
van de kieswet, maar wel op het terrein van de
schoolwet zullen wij den strijd aanvaarden", zeide
de heer van Houten en de daarop gevolgde stem
ming beweesdat hij had gesproken in den geest
der meerderheid. Indien nu de minister van bin
nenlandsche zaken even schielijk met zijn ant
woord komt als de kamer met haar verslag mag
het als zeker beschouwd worden dat de schoolwet
nog vóór de Juniverkiezingen behandeld wordt:
Het verslag heeft hier over het algemeen een zeer
gunstigen indruk gemaaktomdat er de puntjes
oppervlakte schuilt. Maar o, mijn jongen, bedenk
dat er eene wereld na deze komt, en dat, als
gij u te diep in de wegen van deze steekt, haar
lief krijgt en haar niet meer missen kunt, gij
misschien nimmer die andere zult verwerven.
Sommige jongelieden, die van God zijn afgevallen,
hebben er geen prijs op gesteld Hem weêr te
vinden en Hem dan ook nimmer meer terugge
vonden
„Er is nog geen kwaad geschied", zei Charles,
„en ik verzeker u, dat ik de kerk niet verzuim".
„Lieve Charley, er is een vers in den Prediker,
waar ik dikwijls aan denk," hervatte zij op zach-
ten toon. „Ik geloof, dat alle moeders er aan
denken, als hare zonen de wijde wereld ingaan".
„In den Prediker?" herhaalde hij verwonderd.
„Ja, dat vers dat Edina eens voor ons uitlegde,
toen zij op Lentelust logeerde. Het was door
haar toedoen, geloof ikdat het zoo diep in mijn
geheugen geprent werd."
„O, nu herinner ik het mij, moeder-lief," zei
Charles, wien de woorden in de gedachten kwa
men
„Verblijd u, o jongeling! in uwe jeugd, en laat
uw hart zich vermaken in de dagen uwer jonge
lingschap, en wandel in de wegen uws harten
en in de aanschouwing uwer oogen; maar weet,
dat God, om al deze dingen, u zal doen komen
voor het gericht."