N°. 68.
120® Jaargang.
W oensdag
21 Maart.
1877.
Dit blad verschijnt dagelijks;
roet uitzondering van Zon- en Feestdagen!
Prijs per 3/m, franco f 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent!
Advertentiën i 20 Gent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,50
iedere regel meer t 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte!
Hoofdagent voor België en Frankrijk: d4e firma Havas, Laffitb G°. te Brussel en Parijs.
Middelburg, 20 Maart.
FEXJIX-tXjGBTOlSr-
EÏDIICA.
TWEEDE DEEL.
Benoemingen en besluiten.
Gisteren avond heeft de eerste kamer hare
werkzaamheden hervat.
De laatstelijk door de tweede kamer aangenomen
wetsontwerpen zijn naar de afdeelingen verzonden.
Op voorstel van den heer Cremers, dat door den
heer Borsius ondersteund werd, is besloten dat
de rechterlijke wetsontwerpen eerst onderzocht
zullen worden nadat ze in bun geheel van de
tweede, kamer ontvangen zullen zijn.
De Staats-courant van heden bevat weder eene
vervolgopgave van Europeesche militairenover
leden na evacuatie uit Atehinvoor zoover
daaromtrent tot den 10en Februari jl. bij het
departement van oorlog in Nederlandseh Indië
bericht was bekomente wetenFr M. Wolf,
geboren te Amsterdam G. Weisgerbergeb. te
Ingviller; A. Driessens, geb. te Eekeren; F. L.
Geringeb. te Moulancèneallen fuselier, M. N. C.
Derive, geb. te Spa, korporaal; A. Maton, geb.
te LootenhulleM. Böschgeb. te Ebnatbeiden
fuselier en J. B. Opdebek, geb. te Ixelles, kanon
nier 2e klasse.
Met zekerheid wordt ons medegedeeld dat de
werkzaamheden aan het droge dok alhier thans
zoo ver gevorderd zijn, dat vermoedelijk in de eerste
dagen van April een schip daarin gelaten zal kunnen
worden. Het driemastschip Utrecht is daartoe
bestemd.
Aan het eerste Jaarverslag de Coöperatieve
Voorsehotvereeniging met spaarbank te
Middelburg, ontleènen wij het volgende:
De vereeniging is 1 November 1875 in -wer
king getreden met 23 ledenin den loop van het
boekjaar traden 37 leden toe, terwijl er 7 afgin
gen, zoodat de vereeniging op 31 December 1876
53 leden telde. Daarvan hebben 8 het aandeel
volgestort; het gezamenlijk bedrag der stortingen
was f 1387.664.
Het reservefonds was groot f 160.65, bij elkan
der gebracht door betaalde entrée gelden 139.90
en den verkoop van boekjes f 20.75.
De aan de vereeniging toevertrouwde spaargel
den bedroegen 2130.16$, terwijl 218.63$ daar
van werd teruggehaald. In 364 posten werd dit
bedrag door 46 spaarders gestort. Op de spaar
gelden werd f 21.77 uitbetaald of bijgeschreven.
De spaargelden en stortingen waren niet vol-
'ÏQ.
Naar het Engélsch van mevrouw Eennj Wood.
s
Hoofdstuk II.
0NWEERSW01KEN.
{Vervolg).
Charles aarzelde te antwoorden, want hij wilde
geene onwaarheid zeggen. De majoor begreep
wat die aarzeling beteekendè en schrikte er
van, en als wij schrikken verdwijnt onze boosheid.
Hij zonk in een stoel en verloor zijn toorn en
zijne stem te gelijk.
„Charley," hervatte hij op een toon, die niet
veel meer was dan fluisteren, „ik heb geen geld
om het te betalen. Gij weet dat ik het niet heb.
Als het veel is zal het mij ruïneeren."
„Het is niet veel, vader," antwoordde Charles,
wiens eigen toorn ontwapend was en door berouw
vervangen werd. „Er zijn misschien nog een paar
kleine rekeningen, maar niet de moeite waard
om van te spreken."
„Hoe ter wereld hebt gij die gemaakt?"
„Ik weet het waarlijk niet en het spijt mij erg,"
zei Charles. „Die dingen loopen ongemerkt op.
j/Us men denkt hier of daar slechts eenige shillings
doende voor het uitbetalen der verleende voor
schotten. Het bestuur, van de verleende machti
ging gebruik makende, heeft f 4170 bij particu
lieren opgenomen, waarvan bij het einde va.n het
boekjaar nog 24Ö0 terug te betalen waren.
De vereeniging verleende in het geheel 36 voor
schotten, waarvan 2 van 1000, 3 van 600,
5 van f 460 tot f 2003 van 150 tot f 125 en
de overige daar benedengezamenlijk ten bedrage
van 7065, waarop terugbetaald werd 1410 zoo
dat op het einde van 't boekjaar nog f 5655 in
te vorderen bleven. Voor rente van deze voor
schotten werd ontvangen 414.18.
De onkosten bedragen f 81.44 en die van op
richting f 193.30.
De gezamenlijke omzet bedraagt 9684.47$ in
ontvang en 9539.90 in uitgaaf.
De uitkomst van het 1« boekjaar der vereeniging
is, dat met een gestort kapitaal van f 1387.66$
eene winst van f 46.38$ is gemaaktzijnde met
inbegrip der 2 percent op de aandeelen, volgens be
sluit der algemeene vergadering van 18 Decem
ber 1876 te goed gedaan, te zamen 5 percent.
De kosten voor de oprichting benoodigd heb
ben bedragen f 193.30. De winst is dus niet
groot genoeg om dit bedrag geheel te kwijten,
zoodat, ingevolge besluit der bovengenoemde ver
gadering, een bedrag van f 146.91$ op bet reser
vefonds is moeten worden afgeschreven, hetgeen
hierdoor tot op 13.73$ is teruggebracht.
Aan het einde van het verslag, spreekt het
bestuur zijne tevredenheid uit dewijl de boven
staande cijfers de verwachting, die het van de
vereeniging koesterde, rechtvaardigen. Mogen de
leden zich genoopt gevoelen steeds hnnne ver
plichtingen stipt na te - komenen anderen om,
't zij door aanvaarding van het lidmaatschap, 't zij
op andere wijze, haar te steunen.
Zooals onze lezers uit het verslag der gisteren
gehouden zitting van den gemeenteraad te Gcites
kunnen zien, zal er Woensdag te 'sHage eene
vergadering plaats hebben van afgevaardigden der
besturen van de elf gemeenten, wier rechtbank
bij de nieuwe indeeling zal worden opgeheven.
Het adres tot behoud der rechtbank te Goes
is door 478 ingezetenen dier gemeente ondertee
kend en aan de eerste kamer ingediend.
Door den stormvloed van 30 Januari jl. werd
van den steiger aan het veer te "Wolfaarstdijk
het plankier afgeslagen, hetwelk eveDwel spoedig
aan wal gebracht en op eene veilige plaats ge
borgen werd. Eveneens als zulks vóór ettelijke
jaren het geval was, meende men nu ook, dat de
steiger weldra hersteld zou worden. Maar tot
schuldig te zijn, blijken het ponden te wezen.
Ge hebt er geen begrip van, vader, hoe dat gaat?"
„Niet?" zeï de majoor op veelbeteekenenden
toon. „'tls omdat ik er maar al te veel begrip
van heb hoe verraderlijk de schulden iemand op
het lijf sluipen, dat ik zou wenschen u van die
kwelling bevrijd te zien blijven. Ik heb mijn
heele leven met schulden te sukkelen gehad,
zonder het mij erg aan te trekken, maar nu be
ginnen zij mij te hinderen; mijn gestel wordt
anders; ik word er zenuwachtig onder."
„Na, laat dit u niet hinderen, vader; het is
zooveel niet."
„Veel of weinig, het moet betaald worden. Ik
zou nietgaarne willen dat mijn zoon aan de
academie in een slechten naam kwam en voor een
kwaden betaler te boek stond; daar zijt ge nog
wat heel jong voor, Charley."
De jongman bewaarde het stilzwijgen, want de
majoor verkeerde blijkbaar in eene zalige onwe
tendheid omtrent de kalme wijze waarop de stu
denten dat opnemen.
„Ga u nu kleeden, Charles, gebruik uw ontbijt
en zet u dan neêr om een lijstje te maken wat
ge schuldig zijt; dan zal ik zien wat ik er aan
kan doen," zeï de majoor.
Het geval wilde, dat Frank Raynor het plan
had opgevat zijn oom dezen zelfden morgen over
geldzaken te spreken, in verband met zijne eigene
plannen, want gedurende zijn tegenwoordig ver
blijf op den Arendshorst had hij dit punt nog
niet aangeroerd. De majoor liep in eene sombere
nogtoe blijkt het, dat men zich in die meening.
vergist heeft, waaromtrent men zich natuurlijk in
allerlei gissingen verdiept. Intusschen ziet men
Zich nu, zoolang de aanlegplaats onbruikbaar blijft,
van dé reisgelegenheid, zoo met de stoom- als
spoorboot, geheel verstoken, welk gemis de vraag
doet ontstaan, of men geen pogingen in het werk
zal gaan stellen om er op aan te dringen, dat het
plankier op het paalwerk bevestigd en de aan-
legplaats alzoo doelmatig hersteld worde. {G. Ct.)
Men schrijft ons van Zierikzeevan den
19ea dezer:
In de heden avond gehouden vergadering van
onze afdeeling Volksonderwijs werd aan de ver
schillende punten van het praeadvies van het
hoofdbestuur, medegedeeld in het laatste nommer
van den „Bode van volksonderwijs", na door den
voorzitter toegelicht en door hem en verschillende
leden besproken te zijn, adhaesie verleend. Tot
afgevaardigde naar de algemeene vergadering werd
benoemd de heer J. T. Oosterman alhier.
Onder de aanwezigen merkte ik tot mijn leed
wezen ook nu weder weinig onderwijzers en in
't geheel geen autoriteiten op.
Vóór het ontwerp-Heemskerk werd de noodza
kelijkheid van eene herziening der wet door alle
mogelijke onderwijsbladen zoo herhaaldelijk be
toogd en zoo geheel anders gewenscht dan nu is
voorgesteld, dat men tegen een voordracht, die
zooverre beneden een matig ideaal blijfteen
krachtiger, een levendiger protest hunnerzijds
'zou verwachten. Mogelijk denken ze dat het
zoo'n vaart niet zal loopen en het ontwerp-
Heemskerk bij eenige der onderwijsbladen een
eerlijke begrafenis wacht.
Volgens de N. Rott. Ct. zou ,de- beer von
Baumhauer van de directeuren der Hollandsche
maatschappij van wetenschappen te Haarlem geen
vergunning verkregen hebben ora de betrekking
van secretaris dier maatschappij welke hij tot
dusverre vervuldeteveveenigen met die van
inspecteur van het. lager onderwijs in Noord-
Holland tot welke hij onlangs benoemd is. Daar
de heer von Baumhauer zijn secretariaat verkie
zen zou boven zijn inspecteurschapzou er kans
zijn dat zijne benoemingwelke zooveel opspraak
verwekt heeftweder ingetrokken zon moeten
worden.
Uit het meer uitvoerig verslag der te 's Hage
gehouden vergadering betreffende eene Noord-
pool-expeditie, blijkt dat de bedoeling is het
bezoeken der volgende plaatsen, alwaar gedenk-
teekenen moeten worden opgericht:
1° Het Jan Mayen-eiland of mr. Joris-eiland,
stemming de kamer op en neêr, toen Frank
binnentrad.
„Gij ziet er vermoeid uit, oom," zeï hij, „juist
alsof ge den heelen nacht hadt doorgedanst."
„Dat laat ik aan de jongelui over," antwoordde
de majoor bij het vuur plaats nemende. „Maar
vermoeid ben ik, Frank, alheb ik niet gedanst."
„Waarvan zijt ge dan zoo vermoeid, oom?"
„Van alles. Ga zitten, mijn jongen."
„Ik wenschte u eens te spreken, oom," hernam
Frank, ook een stoel bij het vuur schuivende,
„over mij zeiven en mijne plannen. Het wordt
tijd, dat ik eenig besluit neem."
„Wordt het?" vroeg de majoor, wiens gedachten
elders waren.
„Wel, gelooft ge dat dan ook niet, oom? De
vraag is maar, wat het zijn zal? Die vermiste
effecten zijn zeker nog niet terecht gekomen?"
„Neen, mijn jongen. Als 't gebeurd was, zoudt
gij onder de eersten behoord hebben, die het
vernamen. Ik heb er nog dezen morgen overal
naar gezocht.
„Wat denkt gij er eigenlijk van, oom?" hernam
Frank na eene pauze. „Houdt ge 't er voor, dat
zij ooit teruggevonden zullen worden
„Ja, zeker geloof ik dat, Frank 1 Ik ben over
tuigd dat het geld ergens ligt en vroeger of later
te voorschijn zal komen. Ik zou niet gaarne
willen dat ik het tegendeel moest aannemen, ifarat
ik heb het hard noodig. En voor u wensch ik
evenzeer dat het gevonden worde, want gij wacht
ook op uw deel er van."
ook Mauritius genaamd, door Jan Mayen van
Amsterdam, Joris Carolus, stuurman en Jacob de
Gouwenaar van Enkhuizen in 1614 gezien en in
datzelfde jaar door Jan Janz. Kerckhoff van Delfs-
haven het eerst betreden
2° Spitsbergen in 1596 door Willem Barendsz.;
van Terschelling, Jacob Heemskerck en Jan Cor-
nelisz.Rijp, tot 79" 30' N. Brdte. ontdekt, en
meer bijzonder het bekende Smeerenburg op Am
sterdammereiland met de daarbij liggende „Zeeuw-
sche uytkijk"
3° Het Beereneiland, op 9 Juni 1596 door
Barendsz., Heemskerck en de Rijp ontdekt;
4» De Oranje-eilanden, door Barendsz., op 1
Augustus 1594 ontdekt, en eindelijk;
5° Het behouden Huis in de Yshaven, waar
van 26'Augustus 1596 tot 13 Juni 1597 Barendsz.
Heemskerck, Gerrit de Veer en 14 andere Neder-
landsche zeevaarders, door Amsterdam uitgezonden,
overwinterden.
De kosten der gedenksteenen zelf zouden gering
zijn, ongeveer f 600 a 700.
Onze hoop dat het plaatsen dezer steenen niet
het hoofddoel van den tocht zal wezen, schijnt
bevestigd te worden door hetgeen door den rijks-
adjunctarchivaris, den heer de Jonge, o. a. gezegd
werd:
„De leden van het comité, meenden, dat, nu
ieders blikken weder naar het Noorden zijn gewend,
wij niet langer mogen achterblijven, ook al geven
zoodanige tochten geen dadelijk stoffelijk voordeel.
„Ons zelfvertrouwen, ons zelfbewustzijn als volk,
meenden zij, zullen er door versterkt worden, onze
zeelieden geoefend, onze oude goede naam zal
weder verheven worden. Een volk toch, zoo
vreesden zij, dat geen moed of lnst meer betoont
in stoute ondernemingen, zou allengs tot verdoo-
ving vervallen en meer .en meer ontzag en achting
buitenaf verliezen."
Het overbrengen der gédenkteekerien moest
zeide de heer de Jonge nog, het veldteeken
zijn, waarmede men het regiment onzer Poolrei
zigers weder in het vuur zon brengen.-
onderscheidingen. Agreatie verleend der door
het kapittel der Duitscheorde Balije van Utrecht,
gedane admissie van R. baron van Heeckeren van
Brandsenburg lot ridder-expectant der Duitsche
orde, gerechtigd tot het dragen van het kleine
ordenskruis.
middelbaar onderwijs. Benoemd tot leeraar aan
de rijks hoogere burgerschool te Leeuwarden H.
Koppenolte 's Gravenhage.
„Om de waarheid te zeggen, oom, weet ik niet
wat ik beginnen moet als ik het geld niet krijg.
Ware ik ongetrouwd, dan zocht ik dadelijk weêr
eene betrekking als assistent; dóch'om den wille
van mijne vrouw zou ik eene betere positie wen
schen in te nemen.
„Dat* begrijp ik, Frank; dat behoort ook
zoo."
„En dat zou gemakkelijk gaan als ik het geld
in handen had, 'of met zekerheid kon zeggen
waDneer ik er op rekenen mocht."
,,'t Zal stellig voor den dag komen," zeï de
majoor; „stellig!"
„Nu, dat hoop ik. De vraag is maar wanneer?"
„Ge moet nog een poosje geduld oefenen, mijn
jongen't Kan eiken dag gevonden wordenvan
avond nog, morgen ochtend. Geen dag gaat
voorbij, dat ik niet in een of anderen hoek van
dit oude huis snuffel, in de gedachte dat ik
onverwacht de hand op die papieren kan leggen.
Bepaald zijn zij ergens, maar mén ziet ze* over
't hoofd."
„Maar ik kan niet wachten, althans niet lang.
Wij moeten een dak boven ons hoofd hebben, en
middelen om huis te houden
„Wel, ge hebt een dak boven uw hoofdr" viel
de majoor hem in de rede. „Kunt ge niet hier
blijven?"
„Ik zou niet gaarne al te lang blijven," bekende
Frank openhartig; „dan zou ik van uwe gastvrij
heid misbruik maken."
„Gekheid!" zei de majoor, hem in de oogen