120® Jaargang. 1877; Maandag 19 Maart. No. 66. Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon" en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent» Advertentiën s 20 Gent per regel,' Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.s van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte? Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma. Havas, Laffite G°. te Brussel en Parijs. iddelburg, 17 Maart. DahinDaMn 1" luidt mijn antwoord op de door u ontworpen prijsvraag. Antwerpsche vis- schers sleepen dag in en dag uit groote massa's visch langs de Schelde en waarom zouden Goesche oudernemers dat voorbeeld niet kunnen volgen Vlaardingen, Maassluis liggen nog veel verder vaD zee en toch brengt de vischvangst er wel vaart." Benoemingen en besluiten, Oc Gisteren avond hield het departement Middel burg van het Aardrijkskundig Genootschap zijne tweede vergadering. De heer J. A. Kruyt hield eene belangrijke en boeiende lezing over Siam. Na kort aangestipt te hebben onze vroegere betrekking tot Siam in het begin der 17" eeuw en onze hernieuwde aanraking met dat koninkrijk sedert eenige jaren, beschreef hij zijne aankomst op de reede met Zr M" stoomschip „de Curasao" op 17 Nov. 1875, de vaart langs de Menam, zijn bezoek aan Bangkok en zijne uitstapjes in de omstreken dezer stad. Tal van geografische en topografische bijzonderheden werden door hem ten beste gegeven: de schilderachtige eilanden in de rivier de Menam, de rijke plantbekleeding aan weerszijden, de bevolking langs de oevers waar onder vele Chineezen, de drijvende huizen, de Boeddha-tempels met hunne weergalooze pracht, waarvan vooral twee door hem werden bezocht, de Wat-Sasahdarah en deWat-Poh, waarschijnlijk de voornaamste van heel de aarde, de paleizen van den len en 2en koning, de botanische tuin aangelegd naar dien te Buitenzorg, de zomertnin, het koninklijk museum, de audiëntiezaal, enz. kregen ieder hunne beurt. In scherpe tegenstel ling hiermede werden verder geschetst de treurige toestand van het volk, voor welks welzijn bij zooveel verkwisting niets wordt gedaan, en de gevangenissen, ware pestholen, waarin de misda digers toonbeelden zijn van de vreeselijkste ellende. In het tweede gedeelte van zijne voordracht verhaalde de heer Kruyt veel wetenswaardigs, omtrent handel en scheepvaart, landbouwproduc ten, rijkdom aan mineralen, uit- en invoer, handels betrekking met de Europeesche volken, communi catiemiddelen, munten, maten en gewichten, regee ring, leger, zeden en gewoonten van het volk, partijschappen, godsdienst; kortom, niets werd vergeten om een flink denkbeeld te geven van het Siameesehe land en volk. Eene menigte photo- grafische afbeeldingen van Boeddha-tempels en paleizen, van drijvende huizen, van rivier- en stadsgezichten, portretten van Siameesehe koningen, verder, houten Boeddha-beeldjes, eene fraaie col lectie zilveren, koperen en porseleinen Siameesehe munten ook de heer Kleijnhens, officier van administratie bij het Ned. Ind. léger, had hiervan eene verzameling meegebracht werden achter eenvolgens ter bezichtiging gegeven, terwijl door den heer Kruyt zeiven vervaardigde kaarten het voorgedragene verduidelijkten. Alle aanwezigen waren over de gehouden voor dracht blijkbaar hoogst voldaan. Ten slotte nog eene opmerking: mocht de heer Kruyt weer eens in eene vergadering van het departement Middel burg als spreker optreden, wat we van harte hopen, we wenschen hem dan een talrijker gehoor toe dan dezen avond het geval was. Gisteren avond werd alhier eene druk bezochte en zeer geanimeerde vergadering gehouden van de Middelburgsche afdeeling der Vereeniging ter be vordering van fabriek;- en handwerksnijver- heid in Nederland. Door den voorzitter den heer J. W. de Raad werd medegedeeld dat vier leden voor hun lid maatschap hebben bedanktdoch twee nieuwe leden zijn toegetreden. De heer G. Alberts Lz.in de Vorige vergade ring benoemd tot lid van het bestuurheeft voor die benoeming bedanktzoodat het bestuur eene nieuwe voordracht bad opgemaaktbestaande uit de heeren J. J. Worrell en J. H. Will. Laatstge noemde werd met 21 van de 32 uitgebrachte stemmen gekozen. Blijkens mededeeling van de sub-commissie heb ben zich voor de aanstaande tentoonstelling te Amsterdam tot dusver slechts vijf ingezetenen ter mededinging bereid verklaard, zijnde de heeren G. W. BergmanJ. ZegersC. L. OvaaC. J. van Puffelen en C. A. H. Billerbeck. - Bij monde van den heer D. Jeras werd een zeer gemotiveerd verslag uitgebracht namens de com missie, belast met de regeling en beoordeeiing yan den wedstrijd van werklieden beueden de 18 jaren tot het vervaardigen van werkstukken in de verschillende vakken op het gebied van kimst en nijverheid door de afdeeling uitgeschreven. Onder meer bleek uit dit verslag het volgende. De wedstrijd werd ditmaal uitgestrekt tot alle jeugdige werklieden in Walcheren. Aan 102 industrieelen alhier werden reglementen voor den wedstrijd toegezonden en tot de burgemeesters van Vlissingen en Veere en al de omliggende dorpen een beleefd verzoek gericht, om de hun toegezonden reglementen enz. onder de industri eelen in hunne gemeenten te verspreiden en hun invloed aan te wenden om het goede doel te hel pen bevorderen. Het resultaat was echter aller treurigst. Er zijn 300 reglementen uitgereikt, van 175 patroons is de medewerking ingeroepen en slechts een tiental voorwerpen is door het bestuur ter mededinging ontvangen. Het doel van den wedstrijdnl. om den naijver van jeugdige werklieden in de verschillende vakken van kunst en np verheid op te wekken en aan hunne verdere bekwaming bevorderlijk te helpen zijnacht de commissie dan ook ten eenenmale mislukt. Zij hoopt dat een volgend jaar van de zijde der werk lieden meer lust tot deelneming aan een wedstrijd en van den kant der patroons meer belangstelling en aanmoediging hunner werklieden zal mogen blijken, zoowel in het belang van den werkman als in dat van den patroon. Behalve de benoemde leden der commissie hebben, op hare uitnoodiging, aan de beoordeeiing van het ingezondene nog deelgenomen de heeren Ph. Bou- dewijnse, J. Bourdrez, Jac. van den Broecke en G. J. de Lignie. De ingezonden voorwerpen waren 1° een mahoniehouten trap op verkleinde schaal; 2° een werk- of kaartenmandje; 3° eene partij draaiwerk; 4» een ijzeren ratelboor; 5° een ploeg iu verkleinde afmeting; 6° een pouf (voctstoof); 7° vier teeke- ningen in waterverf; 8° vier paneelen met ver schillend verfwerk9° een kistje sigaren, en 10° een bouwkundige teekening in druk. Na de pauze had de uitreiking der bekroningen plaats en werden toegekendle prijs, f 7.50aan J. Koppejan, oud 17 jaren, te Vlissingen, voor een ratelboor en aan C. van Puffelen, oud 17 jaren, te Middelburg, voor stalen schilderwerk2e prijs, f 5, aan J. Wandaoud 13 jaren, te Middelburg, voor draaiwerk, A. C. van de Ree, oud 17 jaren, te Middelburg voor een trapje; 3e prijs, f 3, aan F. K. Wiessner, oud 16 jaren, te Middelburg, voor een pouf, en aan J. van de Vijver, oud 15 jaren, te Middelburg, voor sigaren4e prijs, f 2.50, aan P. J. Kousemaker en A. van der Weele, beiden 15 jaren, te Arnemuiden, voor een ploeg je J. N. Wiessner, oud 15 jaren, te Middelburg, voor een werkmandje, en J. Meulenberg, oud 15jaren, te Middelburg, voor proeve van drukwerk allen met een vereerend getuigschrift. Tévens werd zulk een getuigschrift toegekend aan J. H. Hollestelle, oud 18 jaren, voor teeke- ningen in waterverf. De voorzitter hield daarbij eene hartelijke toe spraak en wenschte de jeugdige bekroonden geluk, vertrouwende dat het hun een spoorslag moge wezen tot volharding om in verloren oogenblikken nuttig bezig te zijn, en dat hun voorbeeld door velen moge nagevolgd worden. De ingezonden voorwerpen zijn voor belangstel lenden te bezichtigen in het gebouw der sociëteit St. Joris, Zondag en Maandag a. des middags van 12 tot 2 uren. Een door de heeren Perkins Zesch tentoon gestelde zelfontbrandende gasbrander werd met belangstelling bezichtigd. Blijkens mededeeling van het bestuur zijn die gasbranders Verkrijgbaar of te bezichtigen in het magazijn van den heer J. J. Ceulen alhier. Aan het bestuur zijn door verschillende patroons de volgende werklieden opgegeven, om bij het hoofdbestuur te worden aanbevolen voor eene erken ning van veeljarigen trouwen dienstdoor de firma M. K. Jeras Zonen: H. L. Baale, in dienst sinds 1 April 1850, P. Huijgens, sinds 10 October 1849 en P. de With, sinds 15 Januari 1827; door den heer C. L. van Sorge: J. van der Meer, sinds 5 Juli 1851, C. Carelse, sinds 23 Juli 1842, J. de Kok, sinds 1 Mei 1851 en J. Dane, sinds 8 Mei 1851. Door den heer D. Jeras M.Kz. werd tot de aan wezigen eene uitnoodiging gericht tot het nemen van loten in eene te houden loterij, ten bate der ambachtschool te Arnhem, welke voor drie jaren werd opgericht en thans reeds 160 leerlingen telt. Aan die uitnoodiging werd dadelijk door velen voidaan, doch tevens door sommigen de wensch geuit dat ook in Middelburg eerlang eene ambacht school moge ontstaan. 'Ten slotte was de heer mT. J. Snijder uit Veere aller tolk toen hij het bestuur hulde bracht voor zijn krachtig streven ter bevordering van fabriek en handwerksnijverheid en hij zijne ingenomenheid betuigde met de Middelburgsche afdeeling der vereeniging. Onder de jongste mailberichten worden eenige belangrijke veranderingen in het personeel der Handelmaatschappij gemeld. De heer van Schreven, president der factory, is naar Nederland vertrokken en vervangen door den heer C. P. Lohr, lid der factory. In diens plaats is tot lid benoemd de heer F. H. de Bruine, agent te Padang, wiens plaats vervuld zal worden door den heer A. H. G. Fokker, secretaris der factory. Het secretariaat eindelijk zal waargenomen worden door deD heer H. C. Soeters. Te Goes circuleert een adres aan de eerste kamer, waarin deze verzocht wordt het wetsont werp n°. 5 op de rechterlijke organisatie niet aan te nemen. Voor den dienst der gouvernements- marine in Oost Indië zijn eenige 36 stuurlieden benoodigd. De voorwaarden voor de benoeming, de over te leggen stukken alsmede het programma voor het af te leggen examen zijn opgenomen in de Staats courant van heden. Naar men aan den Haagsehen correspondent der „Amst. Ct." mededeelt, moet de reden der opheffing van het pauselijk consulaat te Amsterdam (de consul te Rotterdam is reeds sedert lang overleden) hierin gelegen zijn, dat de titularis, zich bediend hebbende van zijn titel als consul-generaal, hande lingen heeft verricht, die behoorden tot de attri buten van den Italiaanschen consul te Amsterdam, als zijnde de hoogste consulaire autoriteit van het koninkrijk Italië". Een inzender die zich Arpanjak" onderteekent, schrijft over de middelen om grooter welvaart in Goes te brengen, in de Goesche courant het volgende „Waaraan had Nederland in vroegere dagen zijne welvaart te danken? Aan het teren op rechtbanken, Latijnsche scholen, garnizoenen, ge vangenissen Neen, aan den handel, en wel voornamelijk aan den handel in visch, visch uit de Noord- en Poolzeeën. Door het vangen van walvissehen, robben en kabeljauwen, sebelvisschen, haringen enz. enz. werden schatten verdiend, en ofschoon diezelfde goudmijn nog altijd bestaat, slaat men zich bij 't verlies van een rechtbank voor 't hoofd en vraagt wanhopig „Wat nu Het besluit, door de tweede kamér gisteren genomen, om als een gevolg van de nieuwe samen stelling en indeeling der rechtbanken en kanton gerechten, al de thans bestaande rechterlijke col- legiën dezer twee categorieën te ontbinden, is naar ons inzien ook in een politiek opzicht zeer be langrijk. Op het standpunt van het theoretisch staatsrecht moge verschil van meening mogelijk zijn over de vraag, of door deze algemeene ont binding al dan niet eenigszins te kort gedaan wordt aan het grondwettig beginsel van de onaf zetbaarheid der rechterlijke macht, in de practijk is ieder het eens dat de nu tot stand gebrachte reorganisatie, wilde zij werkelijk dien naam ver dienen, met de ontbinding aller rechtbanken en kantongerechten gepaard moest gaan. Daardoor alleen zou het mogelijk zijn de minder werkzame bestanddeelen onzer rechterlijke macht te ver- wijdoren en het nu verkregen kleiner aantal rechtslichamen met de. meest bruikbare elementen te bezetten. Vooral daarom is echter de genomen beslissing van beteekenis, dewijl zij aan de tegenwoordige regeering, voor een oogenblik wel is waar, maar dan toch feitelijk, eene allergewichtigste taak en daarmede eene zware verantwoordelijkheid oplegt. Die beteekenis vermindert niet, wanneer men let op betgeen o. a. door den heer van Eek werd aangevoerd. „De vrees, zeide hij, om door die benoemingen te veel macht aan den minister te geven, mag ons niet terughouden van onzen plicht. Alle moge lijke benoemingen gaan uit van de verantwoorde lijke ministers. De benoemingen bij de gerechts hoven zijn door dezen minister met groote onpar tijdigheid geschied. De hulde aan de rechtscha penheid van den minister daarover is algemeen. Waarom dan nu reden van wantrouwen?" Op deze wijze beschouwd, wordt de beslissing van gisteren tevens een votum van vertrouwen tegenover den minister van Lijnden, al mag dan ook de opmerking gelden dat in het onderhavige geval, de algemeenheid van den maatregel de kans op partijdigheid bijna opheft. De openbare mee ning zou zich al te krachtig doen gelden en de minister zou zich in onoplosbare moeilijkheden storten, wanneer hij bij de benoemingen, welke hij te doen zal hebben, aan partijzucht gehoor gaf. Vóór 15 Mei moet de vernieuwing van al de ontbonden rechterlijke lichamen afgeloopen zijn.' De minister van justitie stemde toe dat er hard gewerkt zou moeten worden om dat gedaan te kriigen, maar hij stond er toch voor in dat het gebeuren zou. Tot dien datum is dus de rechter lijke -reorganisatie een der planken waarop het conservatieve kabinet zieb drijvende houdt. Gelijk Thorbecke op het laatst zij as levens eens zeide: „Lieden van mijn leeftijd zijn geen men- schen meer van een dag, maar van een uur", zoo kan van het ministerie Heemskerk iu zijn tegen woordig levenstijdperk gezegd wordendat het nauwelijks meer bij de maandmaar bij den dag zijn bestaan voortzet. Eene „levensverzekering" tot den 15»° Meidat is bijna tot aan het einde van den parlementairen werktijdis dus niet zon der waarde. Gepaard aan eene huldeals die door den heer van Eek gebracht en stilzwijgend door de kamer bevestigd, heeft zij zooveel te meer beteekenis. Tee kenen wij nog aanteneinde met de poli tieke gevolgen der beslissing van gisteren ge heel af te rekenendat zeven leden der tweede kamer, die thans betrekkingen bij recht banken of kantongerechten bekleeden indien zij opnieuw benoemd wordenzullen moeten aftreden en zich aan eene herstemming onderwerpen. Het zijn de heeren v. d. Kaay (Alkmaar), A. E. Mackay (Amersfoort), Harinxma (Dokkum), van Baar (Eindhoven), Lenting (Zutfen), van den Heuvel (Boxmeer), en Smitz (Eindhoven). Alleen de twee laatstgenoemden hebben tot 1879 zitting. De vijf anderen waren in September aanstaande tóch aan de beurt van aftreden. ondersch eidinges. Bij koninklijk besluit is aan den kapitein Grönn, van het Noordsche brikschip Carl, als blijk van goedkeuring en tevredenheid wegens de redding der bemanning van het Neder- landsche brikschip Kosmopoliet II, den 26en No vember 1876 op eenigen afstand van Lister (Noorweegsche kust) vergaan, toegekend de zilveren medaille, alsmede een loffelijk getuigschrift. Vergunning verleend aan J. Foekens te Harlin- gen, tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder le klasse der Huis- en verdienstenorde van hertog Peter Frederik Lodewijk, hem door den groothertog van Oldenburg goschonken, en aan den voor den dienst in Indië bestemden soldaat J. P. Mühlenbrock, van het koloniaal werfdepöt, tot het dragen van de Duitsche medaille, ingesteld ter herinnering aan den veldtocht tegen Frankrijk in 1870 en 1871. directe deeasmgen. Bij koninklijk besluit is J. Contant, thans commies-verificateur der eerste categorie voor den actieven dienst der directe belas tingen, in- en uitgaande rechten en accijnsen te Scheveningen, benoemd tot ontvanger derzelfde middelen te 's Heerenberg c. a. (Gelderland.) Benoemd tot adjunct-cpntroleur der directe

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1