BUITENLAND.
Bismarck over belastingen.
Zeetijdi ng e n.
Handelsberichten.
Verkoopingen en aanbestedingen.
Thermometerstand.
Kamer van koophandel en fabrieken
te Middelburg.
Staten-Generaal,
Algemeen Overzicht.
Aanteekeningen over Dagbladen.
Graanmarkten enz,
t
bankbiljetten tot een zeer gering bedrag; al de
waardepapieren waren verdwenen. Deze bestonden
uit Italiaansche schuldbrieven tot een bedrag van
42.500 tr. en 425 aandeelen der Fransch-Egyptische
bankeen en ander te zamen naar den koers van
den dag eene waarde vertegenwoordigende van
700,000 frcs. Het zonderlingst is, dat de toegang-
tot het lokaal, waarin de diefstal geschied is,
gestreng ontzegd wordt aan ieder, die bij het
bestuur der kamer niet bekend staat. Twee
maanden geleden is er een volkomen gelijksoortige
diefstal van vijftien spoorwegobligatiën gepleegd,
waarvan de dader nog altijd niet ontdekt is.
Ter provinciale griffie van Zeeland liggen ter
lezing de voorwaarden waarop door den directeur
dor artillerie stapel- en constructiemagazijnen te
Delft op den 23<-'n Maart a., zal worden aanbesteed
de levering van ijzer en tin.
12 Mrt. 's av. 11 u. 44 gr.
13 's morg. 7 u. 42 gr. 'smidd. 1 u. 47 gr.
's av. 6 u. 45 gr.
Vergadering van heden 13 Maart.
Voorzitter de heer Sprengeri
Afwezig de heeren de Bruijne en Tak, beiden
met kennisgeving.
Na de resumtie der notulen komt in behandeling
het door den secretaris opgemaakte concept
jaarverslag over 1876. Het werd paragraafsgewijze
voorgelezen en bediscussieerd en ten slotte, met
enkele wijzigingen, gearresteerd. Volgens gewoonte
zal dit verslag gedrukt worden.
Van de kamer van koophandel en fabrieken te
Groningen is ingekomen een afdruk van een door
haar aan de tweede kamer gericht adres betref
fende het, ontwerp van wet op het recht van zegel.
De beraadslaging hierover is aangehouden en het
stuk gevoegd bij de andere stukken omtrent
dezelfde aangelegenheid.
Ook zijn ontvangen de jaarverslagen der kamers
van koophandel en fabrieken te Tilburg en te
Yenlo.
Op voorstel van den heer Luteijn is besloten
tot den minister van financiën het verzoek te
richten, dat het uur der sluiting van het tele
graafkantoor alhier van 9 uren worde verlaat tot
10 uren.
NOTARIAAT.
Geheele herziening van de wet van 1842 op bet
notarisambt acht de minister van justitie niet
noodig. Partieele wijziging acht hij voldoende.
Het by de tweede kamer ingediende ontwerp gaat
van dat beginsel uit en daarbij zijn drie hoofd
punten in aanmerking gekomen, als: l°deeischen
van benoembaarheid der notarissen; 2° het over
hen uit te oefenen disciplinair toezicht en 3° het
vraagstuk der instrumentaire getuigen.
Ad 1° De minister stelt voor het notaris-examen
voortaan te doen plaats hebben ten overstaan van
een en dezelfde rijks-commissie, volgens een door
de wet in algemeene trekken aangegeven pro
gramma. Bovendien wordt de doctorsgraad in de
rechten opgenomen onder de voorwaarden der
benoembaarheid tot notaris. De verplichte stage
(werktijd van twee jaren op een notaris-kantoor)
vervalt dan echter. Bij het staatsexamen moet
ook van de noodige practische ervaring blijken
en de minister moet overigens, onder zijn verant
woordelijkheid, bij de benoeming daarvan de over
tuiging zelfstandig erlangen.
Ad 2° Het beginsel van art. 50 en art. 57 der
bestaande wet wordt gehandhaafd (toezicht van
het O. M., gesanctioneerd door de disciplinaire
rechtsmacht van den onaf hankelijken rechter) met
verscherping in de toepassing. O. a. wordt be
paald dat reeds na een eerste waarschuwing of
berisping de schorsing kan worden uitgesproken,
maar is daarentegen de imperatieve straf van
schorsing vervangen door de facultatieve straf van
ontzetting. Hiertegenover wordt den notaris het
recht van hooger beroep toegekend tegen elk von
nis, waarbij de disciplinaire straf van schorsing of
uitzetting hem is opgelegd.
Ad 3° De tegenwoordigheid van getuigen zal
alleen nog vereischt worden bij 't aangaan van
akten, die door een of meer der verschijnende
personen, niet onderteekend worden, benevens akten
van in 't openbaar gehouden verkoopingen, ver
huringen of aanbestedingen.
Terwijl de mogendheden ernstig zoeken naar een
middel om den oorlog tusschen Turkije en Rusland
te voorkomen doen de berichten uit het rijk der
Halve maan onderstellen, dat de toestand daar nog
veel te wenschen overlaat. Zoo wordt b. v. ernstig
geklaagd over de vexaties waaraan de Christenen
in Armenië blootstaan en die van dien aard zijn,
dat de Armenische patriarch zijn ontslag heeft
genomen, aangezien de Porte op zijne klachten te
dien aanzien geen maatregelen heeft genomen om
voortaan die onderdrukkingen te voorkomen.
Over het geheel wordt geklaagd dat weinig
werk wordt gemaakt van de uitvoering der her
vormingen. De ambtenaren der telegraphie zijn
in papier betaald, tengevolge waarvan hunne in
komsten eene vermindering van 40 percent hebben
ondergaan. Zij dreigen thans met een grêve, zoodat
wanneer eensklaps geen berichten meer uit Turkije
mochten worden ontvangen men weet waaraan dit
moet worden toegeschreven.
In de Grieksche bladen heerscht ook groote
ontevredenheid over den uitslag der verkiezingen,
omdat zoo weinig Grieken werden gekozen. Te
Konstantinopel is slechts aan éen Griek, Vasplaki
Bey Sakarioti, een mandaat gegeventer voldoening
echter aan het verlangen van zijne partijgenooten,
die daardoor een blijk van hunne ontevredenheid
willen leveren, heeft hij voor dat mandaat bedankt.
De Grieken schijnen dus het dwaze stelsel van
onthouding te willen gaan toepassen, waardoor
echter de grieven niet alleen niet worden hersteld
maar men gewoonlijk juist bewerkt dat zoodanige
partij hoe langer hoe meer op den achtergrond
raakt, omdat de natie geen gelegenheid heeft haar
gade te slaan in haar werken en streven.
Een merkwaardig verschijnsel bij de verkiezingen
te Konstantinopel is, dat in de stad der geloovigen
bij uitnemendheid het grootste aantal stemmen werd
behaald door een Israëliet, Abraham Agiman Ef-
fendi, terwijl voorts nog werden gekozen 5 Turken,
1 katholiek en 2 Gregoriaansche Armeniërs.
In den stand der onderhandelingen metdeMon-
tenegrijnsche gedelegeerden is nog geen verandering
gekomen. Deze heeren willen in geen enkele
concessie toestemmen, zoodat het verkrijgen van
overeenstemming als twijfelachtig wordt beschouwd.
De mogelijkheid bestaat dus dat Montenegro nog
door kracht van wapenen tot rede zal moeten
worden gebracht, wat Turkije niet zeer moeilijk
zal vallen indien het door eene overeenstemming
der mogendheden overigens de handen vrij krijgt.
Zoo heel gemakkelijk schijnt men echter daartoe
niet te kunnen geraken en veel zal daaromtrent
afhangen van het antwoord van Engeland, dat
waarschijnlijk heden te Parijs door lord Lyons
althans in hoofdzaak zou worden ontvangen.
Daarvan zou het afhangen of generaal Ignatieff zich
nog naar Londen zou begeven. Trouwens het
geheele succes van zijn reis wordt afhankelijk
gesteld van het Engelscbe antwoord, hoewel, naar
men verzekert, ook Duitschiand de voorstellen van
Rusland nog niet heeft aangenomen. Van de
oogziekte van den generaal is volstrekt geen
sprake meer, en als men nagaat wat hij te Parijs
bijwoont en meedoet kan men wel nagaan dat bet
niet ernstig met zijne ongesteldheid gemeend is.
Een voor velen zeer belangrijk onderwerp, op
financieel gebied althans, is gisteren bij de Fransche
kamer van afgevaardigden in behandeling gekomen.
Een wetsontwerp nl. om verschillende spoorwegen
van de Compagnie d'Orleans aan te koopen voor
den staat en onderscheidene kleine lijnen in het
zuidwesten van het land met die van genoemde
maatschappij te vereenigen. Het rapport der
commissie is ongunstig en de conclusies daarvan,
strekkende tot verwerping of althans tot verda
ging van het ontwerp, werden door den rapporteur
Waddington nader verdedigd. Vrijdag zal de
discussie worden gevoerd over het voorstel om
den heer Paul de Cassagnae te vervolgen.';
De benoeming van den heer Dupuy de Lóme
tot levenslang senator schijnt ook de Bonapartis-
ten in den senaat stoutmoedig te maken. De
heer Martel heeft het bericht ontvangen, dat hij
zal worden geïnterpelleerd over de weigering om
den heer Devienne, die als president van het hof
van cassatie is afgetreden, den titel van honorair
president toe te kennen. De heer Devienne is een
verstokt Bonapartist, die indertijd veel heeft bij
gedragen tot het welslagen van den coup d'e'tat.
Door de rechtbank te Berlijn zijn weder eenige
vonnissen uitgesproken in drukpersvervolgingen.
De voormalige secretaris van legatie te Parijs,
baron Loe, is tot een jaar gevangenisstraf veroor
deeld, wegens het schrijven van drie artikelen in
de „Reichsglocke", de redacteur Gehlsen tot 5
jaren en de voormalige legatieraad Hermann von
Arnim tot 3 maanden gevangenisstraf.
De dagbladen zijn ouder dan men veeltijds denkt.
Reeds de Romeinen hadden iets wat op onze
tegenwoordige couranten lijkt: geschrevene be
richten, acta diurna genaamd, waarin het nieuws
van den dag, zooals branden, ongelukken, terecht
stellingen, weerverschjjnseleü enz. werden mede
gedeeld. In 1457, een dertigtal jaren na de uit
vinding der boekdrukkunst, werd te Neurenberg
het eerste nieuwsblad gedrukt. Van dezen eersteling
is weinig bekend. In '1499 drukte tJlrich Zeil te
Keulen een Cronick, welke eene navolging was
der acta diurna. In het Britsche museum vindt
men een nommer van eene Nette Zeitung aus
Hispanien und Italien, gedrukt te Neurenberg in
de maand Februari 1534. Onder de nieuwstijdingen
leest men daarin het bericht der ontdekking van
Peru door Pizarro. Het luidt als volgt
„De regeering van Panumyra (Panama) heeft
aan zijne majesteit Karei V geschreven dat er een
schip uit Peru aangekomen is met een brief van
den regent Francisco Piscara (Pizarro), waarin
deze mededeelt dat hij zich van het land heeft
meester gemaakt. Met 200 Spanjaarden, voetvolk
en ruiterij, heeft hij een der groote heeren aange
tast, die den naam droeg van Cassiko {Cacique).
De Spanjaarden hebben overwonnen en hem 5000
castillons (goudstukken) en 20,000 marken zilver
afgenomen. Bovendien heeft men denzelfden Cassiko
gedwongen om 2 millioen in goud te betalen."
Het eerste dagblad in Italië verscheen in 1570;
het heette La Grazetta, een naam dien men in het
Fransche Gazette bewaard vindt en afkomstig is,
volgens sommigen, van een klein muntstuk, gra
zetta, dat men voor een exemplaar van het blad te
betalen had, volgens anderen van het woord
grazza, praatjes, gekeuvel. Van dien Italia&nschen
eersteling worden te Londen eenige nommers be
waard. In 1615 verscheen te Frankfort de Frank-
forter Oberpostamts-Zeitung, het eerste bekende
blad dat dagelijks verscheen, welke nog tegen
woordig bestaat. Eerst in 1622 volgden Engeland
met een Weekly-Newes, een weekblad, en negen
jaren later Parijs met de Gazette de France. In
Zweden werd de dagbladpers geboren in 1644, in
onze republiek der Vereenigde Nederlanden ontstond
zij in 1658 en drie jareu later zag de eerste
Sehotsche courant het licht.
Gelijk in alles, zoo is ook wat de dagbladen
betreft Amerika later begonnen dan de meeste
Europeesche staten en heeft het ze alle in korten
tijd geheel overvleugeld. Benjamin Harris begon
den 25™ September 1690 het eerst met een maand
blad, Publiek Occurrences genaamd. Vierentwintig
uren na de geboorte van het blad was het reeds
weder gestorven. Het koloniaal bestuur kon zulk
eene gevaarlijke nieuwigheid niet toelaten. Harris,
van zijn middel van bestaan beroofd, vertrok naar
Londen en stichtte daar de Posteen blad dat
nog in leven is.
Veertien jaren later beproefde men het nog eens
met een Boston News Letter, die niets bevatte
dan eenige opgaven van huizen die te huur of te
koop waren, schepen die tot vertrek gereed lagen,
dienstboden die hun meesters in den steek gelaten
hadden, (dat scheen toen ook al voor te komen!)
enz. Later kwam er een weinig nieuws by, uit
de Londensehe bladen overgenomen. De overheden
schenen hier nog geen kwaad in te zien. Maar
toen in 1719 een mededinger, de Boston Gazette,
en twee jaren later de Boston-courant (hier ont
moeten wp het eerst de later Hollandsch gewordene
benaming „courant") onder James Franklin, broe
der van den beroemden Benjamin Franklin, ver
scheen, werd bet anders. James Franklin verstoutte
zich in 1722 te zeggen dat de overheid wel wat
vlugger zijn kon in het vervolgen der zeeroovers,
door welke de Amerikaansche kusten destijds
verpest werden. Onmiddellijk werd de uitgever
der Courant gevangen gezet en hg bg bevel van
den „gouverneur in rade" gelast om zich voortaan
te onthouden van „in zijn blad over iets te spreken
dat van verre of nabg de koninkiyke regeering,
het koloniaal bestuur, de geestelgkheid of eeDige
gestelde macht betreffen kon." In Amerika zoowel
als elders, moest de pers eerst door martelaarschap
tot vrgheid komen.
Wat de Amerikaansche pers onder het stelsel
der Amerikaansche vrgheid geworden is, weten wg
allen. James Gordon Bennett, die in 1832 met
een kapitaal van f 1200 de New-York Eer aid
stichtte, in 1866 het beheer van zijn blad aan zijn
zoon overgaf en zich uit de zaken terugtrok met
een persooniyk vermogen van 12 millioen gulden,
zou het ons .anders kunnen leeren. Zijn stelsel
was: zgn blad volkomen vrg te maken van eenige
politieke partij, alleen nieuws-en advertentie
blad te wezen en dat zoo volmaakt mogelgk.
Geen offers waren hem te groot om ten allen tijde
en bij alle gelegenheden het eerste en het beste
nieuws te hebben. Tijdens den oorlog met de
Zuidelgke staten werd hij beschuldigd van ver
standhouding met den vijand, omdat hij betel
en eerder op de hoogte was dan het Amerikaan
sche ministerie van oorlog. In 1868 hield zijn
verslaggever Stanley hem uit de legerplaats
van generaal Napier in Abyssinië op de hoogte
van den loop der Engelsehe expeditie, en Bennett
seinde zijne berichten weder naar het ministerie
van oorlog te Londen, dat nog ongeduldig op
nieuws zat te wachten. In 1866, na den Prui-
sisch-Oostenrijkschen oorlog, kwam de correspon
dent van de New-York Herald op het telegraaf
kantoor te Berlijn, om de openings rede, die
koning Wilhelm in den rgksdag uitgesproken
had, over te seinen. „Naar New-York?" riep
de telegrafist uit. „Maar ik moet eerst uitre
kenen wat dat bost, want dat zal een verba
zende som wezen„Telegrapheer maar eerst",
was het antwoord, „ziehier f 25,000 als waarborg,
wij zullen later wel afrekenen." Het telegram
kostte f 18,000, maar men las te New-York de
Pruisische troonrede op hetzelfde oogenblik als te
Berlijn.
Als blgk en gevolg tevens dezer niets ont
ziende, nooit vermoeide werkzaamheid, telt ieder
nommer der bg tienduizenden exemplaren dage
lijks verspreide Neiv-York Herald tegenwoordig
vier vellen, met 8 kolommen kortere en klei
nere opstellen, 38 kolommen telegrafische en
andere nieuwsberichten en 50 (meer dan de helft
Idus) kolommen advertentiën. Het bevat 849,559
etters.
In geheel Amerika vindt men tegenwoordig
5,871 dag- of weekbladen, gezamenlijk met
20,842,475 geabonneerden. De geheele wereld,
(buiten Amerika), telt er naar schatting niet meer
dan 7700. Sedert de Boston-courant in 1722 ia
er dus wel eenige vooruitgang op te merken.
Bij de eerste discussie over de Duitsche rijks-
begrooting sprak zooals wg reeds met een
eDkel woord meldden de rgkskanselier over
een eventueele hervorming van het belastingwezen
en wel voornamelgk naar aanleiding van hetgeen
te dien aanzien door den heer Richter was aan
gevoerd. Deze beweerde dat het conservatieve
belastingplan om tot dekking van het deficit nieuwe
indirecte belastingen in te voeren en de bgdrage
der bgzondere staten op te heffenniets anders
zou zijn dan een overbrengen van den druk der
belastingen van de gegoeden op de mindergegoedenü
Aan zulk een plan zou hij zijne goedkeuring niet
bunnen geven.
Daarop antwoordde von Bismarck, dat bg de rijks-
kanseiarg eene hervorming van het belastingwezen
in bewerking is, die, naar hg hoopte, juist zou
leiden tot hetgeen de heer Richter zoozeer afkeurde:
eene vermeerdering der indirecte belastingen. Hij
hoopte dat dit nieuwe plan in de volgende zitting
zou worden aangeboden. Mocht dan zeide hy
verder het denkbeeld van den heer Richter de
overhand verkrijgen, dat de indirecte belastingen
voornamelgk op de armen drukken en de rgken
vrij laten, indien dit inderdaad een goede weten
schappelijke stelling is, dan kunt gij de zaak
verwerpen en wy zullen dan van voren af moeten
beginnen om hetzij tot een rijks-inkomstenbelasting
of tot directe belastingen te komen. Wij zullen
dan in de gelegenheid zijn om den toestand van
de bewoners der groote steden te verzwaren, die
de belastingen op het gemaal en geslacht vrijwil
lig hebben afgeschaft en zich daarvan gouden
bergen beloofden, doch die thans gebukt gaan
onder de moeilijkheid om door rechtstreebsche in
komstenbelastingen te korten van minimum bedra
gen op te brengen, die bij de belastingen op het
gemaal en geslacht gemakkelijk konden worden
gedragen.
Het brood is geen zier goedkooper geworden en
het vleesch evenmin. Het is alleen wat minder goed
geworden waar, maar goedkooper volstrekt niet,
terwgl de verkoopsprijzen op het land niet duur
der zijn. Ik vraag wat heeft men nu aan de toevoer die
daarvan bestaat Dit zullen deskundige heeren
wel weten op te lossen, en de heer Richter zal
gemakkelijk kunnen bewijzen, dat hg het precies
weet, anders zou hij niet zoo bepaald beweren,
dat de indirecte belastingen uit haar aard ver-
werpeiyk zgn, omdat zij slechts de armen treffen.
Ik heb den indruk gekregen, dat de armen zich
onder het stelsel van indirecte belastingen beter
bevinden waaraan dat echter ligt weet ik niet.
In dat opzicht doe ik weder een beroep op de
kennis van den heer Richter, die weet het! Eene
hervorming dus in den zin van verhooging van
tollen en belastingen cp niet strikt noodzakelijke,
op ontbeerlgke artikelen: tabak en in de eerste plaats
bier. Nu ik wil niet weder critiek in het leven
roepen, door iets te noemen. Ik heb in dit opzicht
dikwijls genoeg het verwijt van dilettantismus
moeten hooren, maar als de dilettant niet aan
dergelijke zaken werkt, de deskundigen doen het
ook niet. Die verlaten ongaarne den weg waaraan zij
eenmaal gewoon zijnzij moeten dus in dit op
zicht de hulp van een dilettant wel aannemen die
zich achter den wagen plaatst en stuwt wat hij
kan.
De vraag is ter sprake gebracht of het ook
doelmatig zou kunnen zijn om de inkomsten te
verhoogen door een enkele belasting op de tabak.
Deze vraag heeft haar vóór en tegen. Ik be
ken openlijk, dat ik er mij tegen heb verklaard
en liever de onaangenaamheden van een hoogere
bijdrage der landen nog een jaar draag dan de
hervorming van het belastingwezen te benadeelen,
door een van de beste artikelen, van welks draag
kracht ik verwacht, dat het misschien andere zal
op sleeptouw nemen, voor 't vervolg onbruikbaar
te maken om een voorloopigen toestand in het
leven te roepen, waardoor wg later zouden worden
verhinderd een vollediger hervorming, van welker
noodzakelijkheid ik dringend overtuigd ben, te
ondernemen, en daarom heb ik mij voor het oogen
blik tegen deze belasting verklaard. En wat my
vooral ook tot deze opinie heeft geleid is, dat ik
stellig overtuigd ben, dat de rgksdag een zoodanig
voorstel zou verwerpen, en ik ben er evenzeer
zeker van dat wij u niet meer met byzondere belas
tingen zonder geheele hervorming behoeven aan
te komen; zoo niet dan moge de rijksdag door
eene resolutie zgn gevoelen uitspreken.
Gisteren middag geraakte te Westkapelle aan
den grond het Noor weegsche driemastschip Rudolf)
gezagv. O. Knudseu, in ballast van Antwerpen naar
Reisser in Noorwegen.
Goes, 13 Maart. Tarwe 20 cent lager met
weinig kooplust. Overige artikelen zeer schaar»
zonder prijsverandering.