BUITENLAND. Mengelwerk. Verkoopingen en aanbestedingen. Burgerlijke stand. Thermometerstand. Stat en-Generaal. Algemeen Overzicht. Oud-Zeeuwsche aanteekeningen. liegen (63 jongens en 48 meisjes), uit alle oorden des lands afkomstig. De plaatselijke schoolcommissie te Burg, op Texel, heeft en corps haar ontslag genomen, wegens miskenning van den kant van den gemeenteraad. Het schijnt dat hare adviezen niet genoeg gevolgd werden. Weder wordt een geval gemeld van het plotseling breken van hardglas. Ditmaal gebeurde het te Noord wijk. Eene karaf met water, die op een lessenaar stond, sprong, zonder dat zij aange raakt werd, met een geweldigen slag in honderde stukken, die overal door de kamer werden ver spreid. Als men opmerkt welke eigenaardigheden en zonderlinge eigenschappen sommige geleerde en beroemde mannen hebben gehad, behoeft het geen verwondering te baren dat menigeen met minder geest bedeeld zich vrij wat dwazer aanstelt. Zoo verbeelde de geestige kardinaal Richelieu zich somtijds dat hij een paard was. Hij galoppeerde dan de kamer rond, sloeg rechts en links met de beenen tegen alles wat in zijne nabijheid was en menigmaal kregen zijne bedienden van dezen dollen Pegasus" blauwe plekken. Dit duurde somtijds verscheidene uren; als de kardinaal afge mat nederzeeg brachten zijn bedienden hem te bed en dekten hem warm toehij sliep eenige uren, zweette goed en als hij wakker werd wist hij niets meer van zijn cavalcade. De beroemde Pascal, die in 1662 is gestorven, zag dikwijls ge durende zijn diepzinnigste berekeningen een vree- selijken afgrond naast zijn schrijftafel. De phi- losoof Hobbes, die de philosophie op de praktijk wilde toepassen en aan niets geloofde, beefde in het donker voor heksen en geesten. Lord Napier, de uitvinder der logarithmen rekende uit de Open baring van Johannes precies den jongsten dag uit, zag dien met doodsangst te gemoet, overleefde hem en verviel toen in melancholie. De geleerde prins Jules de Bourbon kreeg dikwijls een onver- staanbaren aandrang om te blaffen en niemand kon dan zijn geluid van dat van een hond onderscheiden. Eens overviel hem dien aandrang in de troonzaal des koning3 bij de ontvangst van vreemde gezan ten. Hij snelde naar een venster, hield een zakdoek voor den mond en blafte zoo zacht mogelijk het venster uit. Volgens eene statistiek in een Fransch blad heeft de wereld 2540 keizers en koningen gekend, die over 64 volken hebben geregeerd. Daarvan zjjn 300 van den troon verdreven; 64 hebben vrijwillig de kroon neergelegd, 21 brachten zich zeiven om het leven; 12 zijn krankzinnig gewor den, 100 in den oorlog gesneuveld; 123 zijn ge vangen genomen; 25 den marteldood gestorven, 62 vergiftigd, 151 met wapens gedood en 108 ter dood veroordeeld. Volgens berichten uit Bulgarije zijn de toestan den aldaar verschrikkelijk. Er is geen sprake meer van openbare veiligheid; talrijke rooverbenden, die de reizigers en dorpsbewoners zonder erbarmen plunderen en vermoorden, doorkruisen de provincie. Het bevel tot ontwapening der bevolking kon in deze omstandigheden niet worden uitgevoerd. De klachten der bevolking vinden geen gehoor bij de overheden en nog geen enkele maal werd een Tscherkesse vervolgd en gestraft. De weinige Zapties die de regeering eindelijk heeft uitgezonden tot bewaking der groote wegen, beschouwen hun last als een pretje en vermaken zich in de dorpen met de jacht op het gevogelte en andere voorwer pen van de arme boeren. In de vorige week werden twee Grieksche kooplieden door Tseher- kessen op den Btraatweg naar Kirk Klissi geplun derd. Tengevolge van do klachten van het Grieksche consulaat zond de regeering terstond eenige gen darmes af, doch zonder eenig gevolg. Op denzelfden weg werd onlangs een reizende ontvanger der belastingen, die 300,000 piasters bij zich had, aan gerand hij werd echter door verscheidene mannen begeleid en aan hun dapperen tegenstand bad men het behoud van het geld te danken. Het eenige middel om aan dergelijke toestanden een einde te maken zou wezen de ontwapening van de bandie ten, maar de regeering acht zich niet in staat een zoodanigen maatregel door te zetten. Ter provinciale griffie van Zeeland liggen ter lezing de voorwaarden waarop door het departe ment van financiën op den 17ctl Maart a.zal wor den aanbesteed 1° het plaatsen van een tweede palenrij enz. langs den staatsspoorweg bij Rotterdamen 2° het leveren, bereiden enz. van palen voor de rijkstelegraaf in 1878. (Van 25 Februari tot 4 Maart.) Mibdelburg. Ondertrouwd: H. Cornelisse, wed'. 56 j., met J. Barendse, wede. 52 j. J. H. Blan* kert, jm. 29 j., met E. Kareis, jd. 24 j. L. Schot tel, jm. 23 j., met, C. Kareis, jd. 29 j. W. Wattez, jm. 26 j., met J. H. Jonk, jd. 27 j. A. W. van den Berg, jm. 21 j., met P. C. Jobse, jd. 24 j. Bevallen: C. M. Sturm, geb. Neugebauer, z. S. J. Koole, geb. Halffman, z. E. M. P. Nonhebei, geb. Sterk, d. W. J. Ilmer, geb. Busqnet, z. C. Kerkhoven, geb. van Keulen, d. C. Wouters, geb. Wouters, d. C. P. van de Velde, geb. Scheele, z. P. S. Wenstedt, geb. van Sorge, d. A. C. Beunke, geb. den Boer, d. (levenl.) W. Groenewegen, geb. Schout, d. (levenl.) Overleden: J. Vermeulen, man van E. Poleij, 72 j. G. Roos, wed®, van H. de Groot, 77 j. M. S. C. Koster, wede. van M. Koene, 67 j. P. Wondergem, wedr. van E. van Wijk, 79 j. P. J. Limbach, wedr. van M. T. Roothaert, 54 j. E. J. Burghart, vrouw van M. Adriaanse, 68 j. A. L, S. Landré, d. 21 d. D. A. Janssen, d. 17 d. J. A. J. van Hemert, d. 2 j. (Van 24 Februari tot 3 Maart.) Vlisswgen. Bevallen: C. Vader, geb. Sohier, d. E. M. J. van der Schaft, geb. Hardenhorst, d. C. Ruben, geb. van Schijndel, z. P. de Visser, geb. Uiterschout, z. H. Milot, geb. Meinders, z. E. J. Zeunen, geb. van Wel, z. A. J. Leenhouts, geb. Florschutz, d. P. C. Willems, geb. Plaisier, z. Overleden: P. Roos, z. 20 m. J. van Maasbom mel, man van J. C. Baljeu, 54 j. T. Mulot, jd. 34 j. J. Pierens, wedr. Van A. Adamse, 82 j. Goes. Gehuwd: W. F. H. Valentijn, jm. 19 j., met M. D. Fukken, jd. 22 j. Bevallen: J. A. Frenks, geb. Kuijper, z. J. A. Harthoorn, geb. Paauwe, d. OverledenE. Visser, jd. 19 j. L. A. Besseling d. 5 j. Zierikzee. Gehuwd: F. de Vroom, jm. 22 j., met K. J. Rensen, jd. 22 j. J. Jonker, jm. 26 j., met L. van den Houten, wede. 24 j. Bevallen: A. Put, geb. Reijnhoudt, z. S. Schuts, geb. Trijzelaar, z. J. van der Welle, geb. Hofman, d. A. van den Berge, geb. Hagesteijn, d. E. Pol derman, geb. Bakker, z. P. Ravia, geb. Verseput, z. j. A. Bax, geb. Bakker, d. (levenl.) C. Bakker, geb. de Rijke, z. OverledenJ. L. Muloek Houwer, jm. 53 j. 3 Mrt. 'a av. 11 u. 45 gr. 4 'a morg. 7 u. 45 gr. 's midd. 1 u. 48 gr. 's av. 11 u. 43 gr. 5 's morg. 7 u._43 gr. 'smidd. 1 u. 46 gr. 's av. 6 u. 41 gr. De heer Saaijmans Vader heeft voorgesteld de rechtbank te Goes te behouden en daarmede in verband de indeeling van de kantons te wijzigen. De volgende nieuwe amendementen zijn op de rechterlijke wetten voorgesteld: door de heeren VerheijenBorret en van Kerk wijk om het kantongerecht te Oudenboscb door dat van Zevenbergen te doen vervangen en dien overeenkomstig de gemeentelijke indeeling te wijzigen door de heeren van Naamen en Storm van 's Gravesande om het kantongerecht te Steenwijk onder het arrondissement Zwolle te behouden, aan het kanton Zwolle de gemeenten Stad en Ambt Vollenhoven toe te voegen en ook aan Steen wijk een andere gemeentelijke indeeling te geven. De heer van den Berch heeft voorgesteld de rechtbank te Leiden te behouden (met Leiden, Noordwijk WoubruggeAlphen en Woerden als kantons)voorts de kantons Voorburg, Naaldwijk, NoordwijkWoubrugge, Woerden te behouden; en de gemeente Utrecht te splitsen in twee kan tons, een ten noorden en een ten zuiden van de Keulsche vaart en de gemeente Aalsmeer toe te voegen aan het kanton Haarlem. De heer Bergsma heeft voorgesteld het kanton Berlicum door Lieve-Vrouwenparochie te doen ver vangen. De heeren Wijbenga Idserda en Moens hebben voorgesteld de rechtbank te Sneek te behouden, en dienovereenkomstig de indeeling te wijzigen. De heeren van Baar en Haffmans hebben voor gesteld om de bevoegdheid open te laten, dat ook ongegradueerden tot griffier bij een kantongerecht kunnen worden aangesteld. De oogziekte van generaal Ignatieff heeft een zeer diplomatiek karakter, zoodat hij waarschijnlijk meer zal vertoeven in de kabinetten der Europee- sche mogendheden dan in de studeerkamer van de oculisten, 't Is thans een uitgemaakte zaak, dat de generaal tusschen 15 en 18 Maart te Weenen zal aankomen en vervolgens Berlijn, Londen en Parijs zal bezoeken, met het doel om te confereercn over de verder tegen Turkije te volgen gedragslijn. In overeenstemming met Rusland schijnt dan ook te zijn besloten, dat door geen van de mogendhe den officieel op de circulaire van prins Gortschakoff zal worden geantwoord, zoolang generaal Ignatieff hen niet heeft bezocht. Dit is in strijd met de vroegere berichten, vol gens welke het antwoord in den loop dezer week zou worden verzonden en zou strekken om - zooals reeds is medegedeeld aan Turkije een termijn toe te kennen tot uitvoering der toegezegde hervormingen en tot opruiming der bestaande moeilijkheden, doch misschien heeft de voorgenomen zending van generaal Ignatieff verandering in dat voornemen gebracht. Men verwacht daarvan echter vredelievende resultaten, want te St. Petersburg moet de vredelievende gezindheid met den dag toenemen, zoodat men hoopt dat deze ten slotte zal zegevieren. Nu de vrede met Servië is gesloten moet de Porte voornemens zijn zich tot de mogendheden te wenden, om hunne aandacht te vestigen op de voortdurende wapeningen van Rusland, waardoor Turkije wordt verhinderd zijne hervormingen krachtig door te zetten, waartoe het overigens stellige beloften zal geven. De Bosnische opstandelingen hebben besloten den strijd voort te zetten, tengevolge waarvan reeds eenige afdeelingen Turksche troepen bij Vergoratz op de Oostenrijksche grenzen zijn ge concentreerd. De discussies over het wetsontwerp betreffende de betrekkingen die onvereenigbaar zijn met het lidmaatschap der kamer, zijn Zaterdag in de Itali- aansche kamer van afgevaardigden ten einde ge bracht. Door den heer Bertani werd eene poging aangewend om pressie op de regeering uit te oefenen tot het indienen eener nieuwe kieswet. Hij stelde namelijk voor om de invoering van het aanhangige wetsontwerp uit te stellen tot dat een ontwerp-kieswet zou zijn aangeboden, doch de heer Nicotera verklaarde met dat voorstel geen genoegen te kunnen nemen. De regeering zou, verzekerde hij, getrouw zijn aan hare be lofte om een nieuw kieswet-ontwerp in te dienen, maar het land verwacht eerst belangrijker wets ontwerpen betreffende de administratie en het financiewezen. De aanneming van het voorstel van den heer Bertani zou gelijk staan met een votum van wantrouwen jegens het kabinet. De kamer toonde vertrouwen te stellen in de regee ring door het voorstel van den heer Bertani met 199 tegen 15 stemmen te verwerpen. Na zeer heftige en alles behalve parlementaire debatten werd het wetsontwerp aangenomenzoo hevig moeten de discussies zijn geweest, dat de commis sie van rapporteurs om die reden haar ontslag heeft genomen. Met een koninklijke boodschap is Zaterdag de vrij onvruchtbare zitting van den Pruisischen landdag gesloten. Hoewel verschillende belang rijke werkzaamheden aan de orde waren is weinig meer afgedaan dan de begrooting voor 1877/78, zoodat de meeste belangrijke onderwerpen, o. a. ook dat betreffende het lager onderwijs zijn aan gehouden tot de aanstaande najaarszitting. De parlementaire werkzaamheden ondervinden in Duitschland allerlei bezwaren. De Pruisische ver tegenwoordiging moet hare werkzaamheden staken omdat de Duitsche rijksdag bijeenkomt, en deze kan niets uitvoeren omdat de bondsraad niets ge reed heeft. Vrijdag is daarover in den rijksdag ernstig geklaagd door dr. Hanel waarop deminis- ter Hofman met allerlei verontschuldigingen ant woordde. Bij gebrek aan werk werd dus, op voorstel van den voorzitter besloten, de eerstvol gende zitting te houden op Donderdag a. Zaterdag heeft de commissie van rapporteurs in de Fransche kamer, over het verzoek tot machtiging om eene vervolging in te stellen tegen den heer Paul de Casagnac den minister van binnenlandsche zaken en den heer Mélene, verte genwoordigende den grootzegelbewaarder, omtrent het verzoek gehoord. De minister verklaarde, dat hij tot de vervolging zou zijn overgegaan indien de hoedanigheid van den heer de Cassagnac hem dat niet had belet. Het gold hier niet de vervolging van een persdelict, maar van eene overtreding tegen het gemeene recht. De vervolging zou moeten geschieden voor de correctioneele politie en voor de jury. De commissie heeft besloten heden den heer de Cassagnac te hooren. De democratische meerderheid der kamer van afgevaardigden van de Vereenigde staten heeft geprotesteerd tegen de proclamatie van den heer Hayes tot president. Zij meende dat de heeren Tilden en Hendrickx, die 198 stemmen kregen, hadden behooren te worden geproclameerd. i. Tot stichting van velen, die nog steeds bij zonder dwepen met den „ouden tijd", alsof toen alles rozengeur en maneschijn was, lust het ons enkele staaltjes mede te deelen uit de „oude doos" onzer provincie. Wij kiezen ze bij voorkeur op het gebied der belastingen, omdat dit in onze dagen dezen en genen nog al eens aanleiding schijnt te geven tot de pijnlijke verzuchting, dat vrijheid en bezittingen door de thans geheven wordende belastingen ten zeerste geschaad worden. Misschien worden sommigen door deze kennismaking ook eenigermate verzoend met de hedendaagsche, zoo sterk gegispte, kwade praktijken in handel, nering en dergelijke. In de Decembermaand van het jaar 1703 waren «de Staten van den lande ende graeffelijkheyt van Zeelant" in ,,'t Hoff tot Middelburgh" vergaderd, Het onderwerp van het debat was de noodzakelijk heid om, ter voorziening in de hooge lasten door den toenmaligen oorlog gevorderd, „alle bedencke- lyke subsidiaire middelen uyt te vinden" ter be taling van renten en interesten, waarmede het „gemeene lants comptoir" voortdurend nog dage lijks werd bezwaard. Dat het den „Edel mogenden" in dit opzicht niet aan scherpzinnigheid ontbrak werd bij „placaet en ordonnantie" van den 13CD der genoemde Decembermaand voldingend bewezen. Zij wisten wel, dat de Zeeuwsche knapen en meisjes trouwlustig waren en zich niet van eene echtver bintenis zouden laten terughouden, ook al werden uithoofde van den oorlog, eenige geldelijke bezwa ren daaraan verbonden. Den 13®" December 1703 werd door de staten gearresteerd, en ter hunner ordonnantie door J. Verheye onderteekend, eene verordening tot het heffen eener belasting op diegenen die binnen den lande van Zeeland zouden komen te onder trouwen of trouwen, welke belasting reeds den len Januari 1704 een aanvang nam. Tot grondslag werd genomen de verordening op het hoofdgeld, door de staten den 13en Juli 1702 vastgesteld, welke in twaalf klassen verdeeld was. Ieder die in laatstgenoemde verordening in de laagste klasse, op een inkomen van 500, was aangeslagen, moest in de nieuwe belasting (zoowel bruidegom als bruid) 2 p. VI. en 10 schellingen betalen. Die in het hoofdgeld voor een inkomen van ƒ1000 was aangeslagen moest 5 p. VI. bijdragen in de trouw-belasting, en voor iedere hoogere klasse 2 p. 10 sch. meer, zoodat de aan- geslagenen in de hoogste klasse 30 pond VI. moesten betalen, wilden zij in den echt verbonden worden. Bijaldien bruidegom of bruid in geen der ge noemde klassen waren aangeslagen, maar wel hunne ouders of, ingeval van overlijden, een van deze, dan moest de helft der bovengenoemde som men gestort worden, zoodat voor de laagste klasse 1 p. 2 sch. en voor de hoogste 15 p. VI. door bruid en bruidegom ieder moesten worden geofferd, en dit zoowel ten aanzien van kinderen die buiten het huis hunner ouders als die daarbinnen woonden. Er waren natuurlijk trouwlustige paartjes, die geen hoofdgeld betaalden en wier ouders evenmin waren aangeslagen. Maar ook in dit geval was voorzien. Ieder die ƒ200 'sjaars en daarboven, tot 500 toe, inkomen, traktement of winst zou bevonden worden te hebben, moest in de huwe lijks-schatting 1 p. VI. opbrengen, en alle anderen beneden de 200 inkomen 10 schellingen. Alleen de kennelijk onvermogenden waren van „desen impost" vrij. Het verschuldigde recht moest betaald worden ter plaatse waar bruid en bruidegom in deze pro vincie woonachtig warendoch woonde een van beide buiten de provincie, dan moesten beiden toch dat recht betalen tot gelijk bedrag als de aangeslagenen binnen de provincie. Iemand die zich in het huwelijk wenschte te begeven, moest zich wenden tot den secretaris der stad of plaats waar de geboden moesten afge kondigd worden, aan hem het verschuldigde recht betalen en daarvan behoorlijke akte lichten, tegen betaling van 4 stuivers per pond voor zegelrecht, tenware men onvermogend was. Het aanteekenen der geboden, het opnemen in ondertrouw en nog veel minder het sluiten van het huwelijk mochten plaats hebben alvorens het voorschreven recht voldaan was. Indien het mocht gebeuren dat iemand zonder genoemde akte kwam te trouwen, werd door brui degom en bruid en door dengene die ze getrouwd had ieder eene som van 100 verbeurdzonder daardoor echter van de meergenoemde belasting te zijn vrijgesteld; „de voorsz. boeten te appliceren een derde voor den officier, een derde voor den armen en een derde voor den pachter, en in cas van geen verpachtinge, maer collecte, de helft voor den officier en de helft voor den armen." Nemen wij afscheid van de trouwlustigen in het begin der 18e eeuw, doch vestigen wij nog even het oog op de reislustigen in de 17* eeuw. Den 2en Februari 1674 vaardigden de staten van Zeeland eene, door Justus de Huybert namens hen onderteekende, ordonnantie tot heffing van een veergeld uit, waarbij werd bepaald dat na den 1™ April 1674 „alle passagiers en reysigers te watere sullen gehouden wesen op haer af-varen, ten behoeve van het gemeene lant, te betalen een vierde-part boven de ordinaire vragtals by exempel, ymant moetende betalen twee schellingen voor vragt, sal daer en boven noch moeten beta len dry stuyvers, het minder en meerder naer advenant." Van alle schepen of schuiten, door passagiers en reizigers afgehuurd, moest mede, al vorens te vertrekken of af te varen, een vierde deel van de bedongen huur betaald worden, hetzij die een of meer dagen gold. Van iedere „bomme", in den winter uit deze provincie naar Scheveningen of eenige andere plaats in Holland afvarende, moest, voor het losmaken van het touw, een pond VI. betaald worden, hetzij daarmede slechts een of wel meer passagiers ver voerd werden. Van iederen wagen, rijdende van Middelburg naar Vlissiugen en omgekeerd, moest voor iedere reis betaald worden 3 stuivers boven hetgeen des tijds voor den weg geheven werd. De weg tus schen Middelburg en Veere was, volgens verkregen octrooi, van dien „impost vry en exempt, mits dat den voornoemden wegh in een beteren staet en tot een gemakkelyeker passage gebracht werde als die jegenwoordig is," zoo luidde art. 4 der verordening. De wagens, rijdende van Zierikzee naar Bomme- nede en omgekeerd, moesten telkens bij het afrij den, 't zij een of meer passagiers vervoerd werden, 1 schelling voor veergeld betalen. Werd de hier bedoelde belasting niét verpacht, dan werd zij gecollecteerd door de gewone com missarissen der veren, en waar geen commissarissen waren werden de magistraten gemachtigd om vertrouwde personen daarvoor aan te stellen, die voor ontvangloon den twintigsten penning genoten. Later meer staaltjes. Sii.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 3