n°. sa
12 O9 Jaargang.
1877.
Zaterdag
3 Maart.
Dit blad verschijnt dagelijks,
niet uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiêni 20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite C°. te Brussel en Parijs.
Middelburg, 2 Maart.
PETJILLET03ST.
EERSTE DEEL.
MIDDELBIIRGSCHE COURANT.
•O
In de prijscourant van effecten in ons nom-
mer van gisteren zullen onze lezers eene veran
derde wijze van noteering van sommige artikelen
opgemerkt hebben. Het Handelsblad bevat daar
omtrent het volgende bericht:
„De aandacht van lezers der prijscourant zij ge
vestigd op de omstandigheid, dat de prijzen der
aandeelen in industrieele zaken, spoorweg- en pre-
mieleeningen, ingevolge de besluiten der vereeni-
ging voor den effectenhandel, door haar zijn
genoteerd: percentsgewijze met bijberekening van
loopende renten, gelijk ze, te beginnen op heden,
Voortaan zullen worden verhandeld".
Bij den raad van state, afdeeling voor de
geschillen van bestuur, ia Woensdag o. a. ingeko
men een koninklijk besluit van 11 Februari n° 32,
houdende beslissing in het geschil tusschen de
gemeenten Arnhem en Ylissingen over de kosten
van verpleging van den armen krankzinnige P. C.
de Bosson. De gemeente Arnhem is aangewezen
als die, welke de kosten van verpleging zal moe
ten dragen.
Vervolgens is o. a. behandeld het beroep van
'het bestuur van den calamiteuzen polder Hoofd
plaat, tegen een besluit van Ged. staten van Zee
land, tot bepaling der som, welke nit de inkomsten
der bezittingen van dien polder, in mindering der
kosten van zeewering, ter beschikking behoort te
worden gesteld van het bestuur der waterkeering.
Rapporteur de staatsraad van Fladeraeken. Als
gemachtigde van het bestuur trad op m'. D. van
Eek, die het beroep breedvoerig toelichtte.
Bij de opening der insehrijvingsbiljetteu voor
de 47, pet. geldleening ad 63,000 ten laste van
het waterschap Schouwen op 1 Maart te Zierik-
zee, bleek dat daarin deelgenomen werd voor
6 aandeelen ad 96 pet.
16 957.
8 n n 95
22 95
23 957.
61 95
Het Vaderland doet opmerken, zonder daaruit
eenig ongunstig gevolg ten opzichte van de be
doelingen der sprekers te willen trekken dat tot
dusverre over de rechterlijke wetten in de
tweede kamer alleen gesproken is: in den geest
45.
Naar het Engelsch van mevrouw Henry Wood.
Hoofdstuk XV.
EDINA OP IENTELU9T.
(Vervolg).
„Het doet mij genoegen, dat gij gekomen zijt,
majoor," sprak hij.
„En mij doet het ook genoegen, dat ik u hier
vind," antwoordde Raynor, hem hartelijk de hand
toestekende. „Zonder u zou ik hier niets kunnen
aanvangen. Uw brief ontving ik dezen morgen."
„Wij kregen de tijding van mevrouw Atkinson's
dood gisteren namiddag; haar koetsier werd met
dat bericht tot ons gezonden en daarop schreef
ik u dadelijk," zei de notaris. „Daar gij de eenige
erfgenaam zijt en te gelijk de executeur, achtte
ik het nuttig, zooals ik schreef, dat gij hier zoudt
komen."
„Dat is ook zoo," antwoordde de majoor. „Wan
neer zijt gij zelf hier aangekomen?"
„Dezen morgen."
„Ik haastte mij met Charley om den trein van
tien nren nog te halen en trok in overijling ver
van verwerping door die ledenwelke komen
nit een kiesdistrict dat eene rechtbank zal verlie
zen, en in den geest van aanneming, op eene
enkele uitzondering na, door die afgevaardigden,
wier district zoodanig verlies niet heeft te duchten.
Tegen hebben tot gisteren gesproken de heeren
S. v. d. Oye (Deventer), Vader (Goes), Teding v.
Berkhout en Begram (Gorkum), Heydenrijck (Nij
megen), de Jong (Hoorn). Vóór hebben gesproken
de heerenvan Rappard (Tiel), Gratama (Assen),
Lenting (Zutfen), de Vries en Godefroi (Amster
dam), van der Hoeven (Breda), Mackay (Amers
foort). De heer van Nispen (Nijmegen), sprak
weifelend; de rede van den heer Wintgens kon
buiten rekening worden gelaten, omdat hij ver
klaarde tegen de ontwerpen te zullen stemmen,
maar een beloog hield, dat logisch geheel tot goed
keuring moest leiden.
De Staats-courant van heden bevat het koninklijk
besluit van den 17en Februari jl. (Staatsblad n° 25)
tot het teekenen van vrijdom van accijns voor het
ruwe zout, benoodigd bij het vervaardigen van
vernissen uit beenzwart.
In hetzelfde nommer is opgenomen het koninklijk
besluit van 28 Februari jl. (Staatsblad n° 29),
houdende bepalingen omtrent het vervoer van
rundvee, schapen, bokken en geiten, enz.
Tengevolge der beschikking van Z. M. den
koning waarbij de renten van het nationaal
huldeblijk bij gelegenheid van Zr. M\ 25jarige
regeering, aan het fonds voor den gewapenden
dienst zijn afgestaan, heeft het hoofdbestuur van
dat fonds in zijne jongste vergadering besloten:
om de verhooging aan de verminkten in den
tegenwoordigen oorlog met Atchin, uit gezegde
renten verstrekt wordende, voor het loopende jaar
vast te stelien op 150 pet. van het cijfer der ge
wone gratificatiezoodat het bedrag der gratificatie
met de verhoogiug aan de verminkten van Atchin
over 1877 toegekend, beloopt, voor een soldaat
ƒ93, korporaal ƒ100, sergeant ƒ130, 2™ luitenant
350, 1™ id. 400, kapitein 600.
Bij beschikking van den minister van binnen-
landsche zaken, is met ingang van 1 Maart jl.
1* de rijksopziener 3e klasse op de spoorweg
diensten W., P. Verbeek, ontheven van het dage
lijksch toezicht op den dienst van de spoorwegen
Zutfen—Enschedé—Pruisische grenzen en Almelo
HengeloOldenzaal—Pruisische grenzen, en belast
met het dagelijksch toezicht op den dienst van de
spoorwegen Boxtel—BredaDordrechtMallegat
ZwaluweZevenbergenRoosendaal—Breda en
Tilburg naar de Belgische grenzen in de richting
keerde laarzen aan, waar Qharley mij nog om
uitgelachen heeft. Gij kent hem toch wel, Street
mijn oudsten zoon en erfgenaam. Kom hier,
Charleyik moet u aan mijnheer Street voorstellen."
Charles had in den tusschentijd uit het open
venster gekeken. Nog nooit had hij zulk eene
mooie buitenplaats gezien, als in de Juni-zon voor
hem lag. Men was hier in Kent aan 't hooien,
evenals in Somerset, en op het zomerwindje
zweefden de zoete geuren hem tegemoet. De
grasperken waren goed onderhouden, de bloemen
schenen van de fijnste soorten te zijn. In 't ver
schiet strekte zich een liefelijk landschap uit, eene
ware verkwikking voor het oog. Dichterbij
kronkelde de blauwe rook uit de sehoorsteenen
van het dorpje Grassmere, dat door het geboomte
aan den blik van zijn voornamen buurman den
Arendshorst onttrokken was, naar de blauwe
lucht op. Zoo ergens dan moest de mensch op
deze plek vinden wat zijn hart begeerde! Met
een zucht keerde Charley zich dus om, teneinde
aan de roepstem van zijn vader gehoor te geven;
de knaap bezat een aangeboren gevoel voor het
natuurschoon.
„Wat zon ik, wanneer deze buitenplaats aan
anderen vermaakt was dan aan ons, hen benijd
hebben nu ik die gezien heb!" sprak hij bij zich
zeiven en op dat oogenblik dacht hij aan geen
geldelijk of maatschappelijk voordeel.
De heer Street keek hem scherp aan, toen hij
zich omkeerde. Hij zag een rijzig en knap jong
man, die in zijne manieren eene zekere onverschil-
van Turnhout, ter standplaats Breda 2" den rijks-
opziener 1® klasse op de spoorwegdiensten J. C.
Wencker, ter standplaats Zutfen, tijdelijk, met
ontheffing van het dagelijksch toezicht op den
dienst der spoorwegen ArnhemZutfen en Zwolle
Dedemsvaart, opgedragen het dagelijksch toezicht
op den dienst der spoorwegen ZutfenEnschedé
Pruisische grenzen en AlmeloHengeloOldenzaal
Pruisische grenzen; 3° den rijksopziener 2® klasse
op de spoorwegdiensten B. A. van Dorp, ter stand
plaats Meppel, tijdelijk opgedragen het dagelijksch
toezicht op den dienst van den spoorweg Dedems-
vaartZwolle; 4° den rijksopziener le klasse op
spoorwegdiensten J. G. Starck, ter standplaats
Arnhem, tijdelijk opgedragen het dagelijksch toe
zicht op den dienst van den spoorweg Arnhem
Zutfen.
Door den consul der Nederlanden te Stockholm
is aan E. J. Smitt, op zijn verzoek, eervol ontslag
verleend als vice-consul der Nederlanden te Halm
stad. Staats-courant
Gisteren avond werd alhier de gewone jaarlijksche
algemeene vergadering der Werkmans-Vereeni-
ging gehóuden. Nadat zij door den president, den
heer A. J. Adriaansen, met een toepasselijk woord
geopend was, werd het woord verleend aan den
directeur, den heer P. Krijger, tot het uitbrengen
van het elfde jaarverslag. Uit dit verslag bleek
onder meer het volgende.
Tengevolge van het besluit, genomen in de
algemeene vergadering van den 5™ April 1876,
is de genees- en heelkundige behandeling weder
teruggebracht voor de helft ten laste van de leden
dit besluit had ten gevolge dat het cijfer van 196
leden tot 148 verminderde; dit getal klom echter
weder op, zoodat de vereeniging thans 163 leden
telt.
Het getal begunstigers bedraagt 64 heeren en
enkele dames.
De maandelijksche algemeene vergaderingen
werden door de leden zeer schaars bezocht en van
de vraagbus werd, jammer genoeg, slechts weinig
gebruik gemaakt.
Bij herhaling werd door sommige leden de wen-
schelijkheid uitgesproken dat de vereeniging zich
zon aansluiten bij het „Algemeene Nederlandsche
werkliedenverbond." In de vergadering van den
3™ Januari werd een voorstel daaromtrent ter
tafel gebracht en met aandrang besprokendit had
tengevolge dat deze hoogst gewichtige en nog al
ingrijpende aangelegenheid gesteld werd in handen
van eene commissie tot onderzoek naar het al of
niet wenschelijke daarvan. Deze bracht in de
vergadering van 7 Februari een breedvoerig en
gemotiveerd rapport nit.
ligheid, om niet te zeggen hooghartigheid, aan
den dag legde.
„Een trotsche jonge dandy, die zich verbeeldt
dat de wereld voor hem is," was het oordeel, dat
de notaris in zijn binnenste over hem velde.
„Is de jongéheer al in eenig vak?" vroeg hij.
„Nog niet," antwoordde Charles. „Ik geloof,
dat ik nog naar de academie zal moeten, alvorens
een vak te kiezen, als ik er een kies."
„'t Is 't beste er een te kiezen," ze! Street kortaf.
„Niets is zoo aangenaam, als een leven dat zijne
regelmatige bezigheden heeft, niets ellendiger
dan een leven van niets doen."
„Dat is zeer waar," voegde de majoor er tus
schen. „Sedert ik den dienst verlaten heb, gevoel
ik mij als een visch op hot droge. Soms
wensch ik, voordat de dag nog goed begon
nen is, dat het reeds avond ware, daar ik niet'
weet wat ik zal uitvoeren."
„'t Is nog maar weinige weken geleden, majoor,"
zei de notaris, „dat mevrouw Atkinson juist het
zelfde onderwerp met mij besprak. Zij was van
oordeel, dat ge beter zoudt gedaan hebben uwe
majoorsplaats niet te verkoopen."
„Ja, dat heb ik zelf ook al zoo dikwijls gezegd.
Die arme, arme Anna! Het spijt mij innig, dat ik
niet méér omgang met haar heb gehad. Maar zij
had hare begrippen waar zij niet van afging, zooals
ge weet, Street! Heeft zij in 'tlaatst nog veel
geleden?"
„Neen, zij is zacht uitgegaan, als iemand die
afgeleefd was. 't Was eene goede vrouw; maar,
De commissie sprak als hare meening uit dat
niet tot den bond mag worden toegetreden en stelde
alzoo voor „ofschoon erkennende dat de beginselen
en bedoelingen van het werkliedenbond edel zijn
en op goede gronden kunnen berusten, de
Werkmans-vereeniging dat zelfde voor oogen beeft
en tracht te bereiken, om niet toe te treden, maar
zelfstandig te blijven, en langzaam maar zeker
voort te schrijden O j den ingeslagen weg, die leidt
tot bevordering van wat goed en nuttig is voor
ieder harer leden."
De beslissing hieromtrent is aangehouden en zal
in een volgende vergadering genomen worden.
Het bezoek dat de sociëteit te beurt viel, was
niet groot; gemiddeld waren er op gewone werk
dagen 6 tot 12 personen des avonds daar tegen
woordig; welk eijfer pleit tegen de beschuldiging
der vereeniging toegeworpen „dat zij den werkman
uithuizig maakt"; wanneer 8 pet. van leden en
begunstigers daarvan gebruik maken, is het tegen
deel genoegzaam bewezen, en bovendien zijn dit
nog meest ongehuwden. In het lokaal vinden de
bezoekers ontspanning in de volgende spelenbil "art,
schaak-, dam-, domino en kaartspel; op de lees
tafel vindt men de volgende nieuwspapierende
Middelburgsche courant, de Coöperatie of Goesche
volksblad, de Werkmansvriend, de Nederlandsche
Gids en de Werkmansbode. Door de vriendelijke
tusschenkomst van eeDO geachte dame zijn zij in
de gelegenheid kennis te maken met den Werkmans
vriend, en van andere geachte zijde wordt de
Nederlandsche Gids geregeld toegezonden.
De bibliotheek heeft in het afgeloopen jaar eene
belangrijke verbetering ondergaan. Door tusschen
komst van het bestuur der Maatschappij tot nut
van 't algemeen, afdeeling Middelburg, ontving de
vereeniging den 4™ Maart 1876 eene missive van
het hoofdbestuur dier Maatschappij te Amsterdam,
vergezeld van eene verzameling van 99 boek
werken, waaronder vele zeer fraaie werken, ter
beschikking voor de bibliotheek. Den 7™ Septem
ber daaraanvolgende ontving zij weder van een
begunstiger 32 boekwerken ter versterking van
de bibliotheek.
Gedurende het afgeloopen jaar werden door 27
personen 528 boeken ter lezing gevraagd voor den
tijd van acht dagen.
Van de zangoefeningen, onder leiding van den
heer G. van Velthoven, is minder gebruik ge
maakt dan in het vorige jaar; dientengevolge is
het cijfer van 24 tot 13 deelnemers verminderd.
De teekenschool, onder leiding van de heeren
J. A. Ovaa en M. Ovaa, leverde daarentegen schoone
resultaten en mag zich in een vooruitgaanden
toestand verheugen. In den afgeloopen winter
namen daaraan deel 36 personen tusschen den
leeftijd van 1240 jarenhet onderwijs bepaalde
zooals ge wél zegt, majoor, zij had hare eigene
begrippen, waaraan zij vasthield."
„Zoudt ge 't gelooven, Street, dat zij eens het
voornemen heeft gehad mij te onterven
„Dat weet ik," antwoordde de notaris; „het
was het jaar na haar mans dood. En misschien
hebt ge 't wel aan mij te danken, dat zij het niet
deed," voegde hij er met een zweem van een
lachje bij.
„Wezenlijk? Hoe droeg zicb dat dan toe?"
„Ik ontving een brief van haar, waarbij zij mg
ontbood, om haar testament te komen veranderen.
Ik kwam en bracht het bestaande testament meê,
want ge zult u berinneren, dat ik het éene
exemplaar in bewaring had en het andere door u
was medegenomen. Hare eerste woorden waren:
„Ik wil mijn broeder onterven en den Arendshorst
aan George Atkinson vermaken, wien ik het land
goed altijd had toegedacht." Natuurlijk vroeg ik
de reden van haar besluit. „Francis heeft mij
beleedigd en zal het niet hebben," was al wat ik
uit haar kon krijgen. „Welnu, majoor, ik besprak
de zaak met haar en deed bare rede verstaan, en
het einde was, dat ik het oorspronkelijke testa
ment onaangeroerd en onveranderd weêr met mij
naar Londen nam."
„Die arme, arme Anna!" herhaalde de majoor
weêr.
„Als ik u bij de verdere beschikkingen van
eenigen dienst kan zijn, majoor.begon de
notaris weêr.
„Ge kunt me van allen denkbaren dienst zjjn,"