Telegraphische berichten.
Kerknieuws.
Marine en leger.
Landbouw.
Rechtzaken,
Verkoopingen en aanbestedingen.
Thermometerstand.
Bedankt voor het beroep by de N. H. gemeente
te Schore en Vlake door den heer J. Kuylman,
predikant te 's Prinsenhage.
De luitenant ter zee 2e kl. H. R. J. J. Thor-
becke, dienende aan boord van Z* M' wachtschip
te Hellevoetsluis, wordt met den laatsteu dezer op
nonactiviteit gesteld en met 1 Maart daaraanvol
gende vervangen door den luit. ter zee 2e kl. D.
Stolp.
Blijkens een bij het departement van marine
ontvangen telegram is de divisie bestemd tot het
maken van een oefeningstocht in den Atlautischen
Oceaan, onder bevel van den kapitein ter zee
W. K. van Gennep, in den namiddag van 21 dezer
van Lissabon naar St. Vincent vertrokken.
Bij beschikking van den minister van binnen-
landsche zaken, zijn, de heeren Th. J. Waller, te
Anna Paulowna, en W. Sluis, te Beemster, aange
wezen om als commissarissen der Nederlandsche
regeering op te treden bij de in deze maand te
Hamburg te openen internationale tentoonstelling
van melk- en zuivelbereiding.
Met het oog op de duizenden hectaren rijke pol
derlanden welke bij den storm van 30 Januari ji.
door zeewater zijn overstroomdkomen in de
Landbouw courant verschillende wenken voor. De
raad wordt gegeven om ten spoedigste proefjes in
het klein te nemen met allerlei landbouwzaden
onder een of meer broeiramen op ziltige gronden,
die men heeft voorzien van kleine hoeveelheden
houtasch of potasch, chili-salpeter, opgeloste Peru-
gnano van Ohlendorff, en andere liefst ammoniak-
rijke zoogenaamde drijvende hulpmeststoffen.
De heer Jongkindt Coninck, directeur der rijks
landbouwschool te Wageningen schrijft o. a. het
volgende
„De oude, stijve kleigronden lijden het meest
en blijven lang vochtigbij droog weder wordt
deze grond steenhard, bij nat weder tot een pap.
Bij den watervloed van 1825 ondervond men den
nadeeligen invloed nog na 15 a 20 jaren 5 de gras
landen gaven gras van minder hoedanigheid. De
lichtere kleigronden leden toen iets minder, terwijl
de nieuw ingedijkte polders het minst leden.
De schade door het zeewater veroorzaakt is tweele
dig a Scheikundig, ten gevolge van overvloed van
oplosbare en daardoor schadelijke chloorverbindin
gen (vooral, behalve chloor-natrium, het chloor-
magnesinm), die zeer hygroscopisch zijn, veel vocht
aantrekken en dit niet weder loslaten. b Phy-
sisch, doordien het den grond dichtslempt („zuchtig"
maakt), waardoor o. a. de onmisbare inwerking
der dampkringslucht verhinderd wordt. By
droogte vormt zich een zoutkorst op den grond.
Bovendien is eene geconcentreerde bodem vloeistof,
vooral als daarin veel chloorverbindingen aanwezig
zijn, hoogst schadelijk en zelfs gittig voor den
plantengroei.
„Het genoemde scheikundig bederf kan moeilijk
anders tegengegaan worden dan door verwijdering
der schadelijke stoffen, dus oplossen, uitioogen,
wegvoeren er vaneene overstrooming (bevloeiing)
met zoetwater, daar waar dit mogelyk is, gepaard
aan ongestoorden afloop van het water, dat de
schadelijke bestanddeelen opgenomen heeft. Waar
eene kunstmatige be vloeiing ondoenlijk is, moet
bet regenwater die rol vervullen. Hoofdzaak
hierbij is eene goede afwatering. De waterstand
in den grond moet minstens 1 a 1.5 m. beneden
de oppervlakte zijn. Door het graven van grep-
prls, die hét water afvoeren, en vooral draineeren,
als hij geloofde, het licht gekregen waarnaar hij
zoolang had gesmacht.
Toen Frank Baynor zoo onnadenkend den koster
naar Tello had gezonden, om daar aan het post
kantoor naar brieven voor hem te vragen, die hij
zeer goed wist dat er niet waren, had hij niet het
minste vermoeden van de gevolgen, die dit kon
hebben. Alleen om gedurende het sluiten van
zijn bedekt huwelijk den koster uit den weg te
krijgen, had hij die nuttelooze boodschap uitge
dacht. Toen Trim in den loop van den morgen
terugkwam en zeide dat er geen brieven waren,
voegde hij er bij: „Ik heb aan niemand verteld
waar ik voor u geweest ben, mijnheer, en ik zal
het ook verder voor mij houden." „Ik dank u
zeer," had Frank geantwoord, „maar het komt er
niets op aan, of ge 't vertelt of niet." Nu toeh
het doel bereikt was, vond hij het onverschillig
of men al dan niet wist, dat hij den koster naar
Tello had gezonden.
Trim was van nature een zwijger en had dus
volstrekt geen aandrang gevoeld om er van te
spreken, al was er hem de vrijheid toe gegeven 5
doch toen hij dezen avond met Pellet aan 't praten
raakte over Tello, liet hij zich ontvallen dat hij
daar nog pas kort geleden geweest was, en op
Pellet's betuiging van verwondering, daar hij wist
dat voor den koster een reisje eene zeldzaamheid
was, vertelde Trim de reden, uamelijk dat hij aan
het postkantoor te Tello naar een brief voor mijn
heer Frank Eaynor had moeten vragen.
Pit was genoeg, veel meer dan genoeg. Pellet -
wordt het doorlatingsvermogen van den grond
vermeerderd en deze poreuzer.
„Het overbrengen van niouwen grond, hetzij
zand en veen of humusrijken grond van elders,
kan, waar daartoe mogelijkheid bestaat, misschien
nuttig werken. Van het overbrengen eener be
hoorlijke laag klei uit den ondergrond, en het
zaaien van boonen op rijen, heeft men in Termun-
ten volgens prof. van Bemmelen, goede resultaten
verkregen. Dat dit laatste alleen daar kan
toegepast worden, waar een vruchtbare, geen zout-
deelen bevattende ondergrond wordt aangetroffen,
ligt in den aard der zaak; daar toch alleen zou
men het in Groningen gebruikelijke kleidelven
kunnen toepassen.
„Alle rapporten en mededeelingen van onder
vinding door de heeren Reinders en prof. van
Bemmelen geraadpleegd eu bijeenverzameld, komen
daarin overeen, dat het te spoedig en te diep
bewerken van den overstroomden grond aller-
nadeeligst werkt. Als vaste regel wordt dan ook
aanbevolen, den grond zoo ondiep mogelijk te be
werken. Naar 't mij voorkomtkunnen dus voor
grondbewerking alleen in aanmerking komen werk
tuigen als de extirpator, beitelegge enz.
„Wat nu de gewassen betreft, die het best op
de overstroomde landen geteeld zouden kunnen
worden, hieromtrent heeft de ondervinding weinig
uitspraak gedaan. Gras- en klaversoorten schijnen
nog het best geteeld te kunnen worden. Maar al
is dit zoo, dan is het voor een bouwboer praktisch
zeer moeielijk om zijne bouwgronden in weigrond
te veranderen. Als grassoort wordt de Poa mari
time (kweldergras) 't meest aanbevolen."
In hetzelfde opstel worden nog eenige geschrif
ten opgegeven welke handelen over de middelen
om aan overstroomde landerijen hare vroegere
vruchtbaarheid terug te geven.
Het gerechtshof heeft in de zaak van I. Tim
merman, wiens veroordeeling tot 20 jaren tucht
huisstraf wij gisteren reeds mededeelden, overtuigend
bewezen geacht, dat besch. zijn huisvrouw moed
willig van het leven heeft beroofd, door haar met
een mes den hals af te snydenverder beslist dat
het gehouden onderzoek niet opgeleverd heeft het
rechtsgeldig bewijs, dat hij het voornemen tot
den moedwilligen doodslag reeds vroeger had
opgevat en hem schuldig verklaard aan moedwil
ligen doodslag, na vroegere veroordeeling tot ge
vangenisstraf van langer dan zes maanden.
Ter terechtzitting van het gerechtshof te
'3 Gravenhage van gisteren werd andermaal
opgeroepen de zaak tegeu de leden der firma
Overklift en e°. Daar de beschuldigden ook dit
maal niet waren verschenenwerd het woord
verleend aan den adv.-gen. mr. Gregory, die requi-
reerde, dat de beide beschuldigden zouden worden
verklaard wederspannig aan de wet. Het hof
besliste dienovereenkomstig.
Op verzoek eervol ontslag verleend als lid van
den raad van state aan mr. J. A. Mutsaers en hij
benoemd tot minister van staat.
TWEEDE KAMER.
De kamer behandelde heden de door den heer
Mirandolle voorgestelde motie: „De kamer van oor
dcel dat art. 2 n° 27 van het algemeen politie-
strafreglement voor inlanders (strafbedreiging tegen
het verbreken van arbeids-contracton) moet worden
ingetrokken" enz.
De heer Messchert van Vollenhoven betwistte aan
de kamer de bevoegdheid om iu deze aan de regee
ring bepaalde voorschritten te geven. De heer
kwam «ogenblikkelijk tot de gevolgtrekkingdat
de briefwisseling tnsschen Frank en Eosaline over
het postkantoor te Tello gevoerd word. Misschien
was het ook niet onnatuurlijk dat hij dit dacht,
want daardoor werd dan opgehelderd waarom er
zoo weinig brieven voor Frank te Trennach
kwamen.
Bijna barstende van gramschap nam hij afscheid
van den koster en liet zich, buiten machte om
verder te gaan, op den boomstam nederzinken.
Dat die correspondentie heimelijk gevoerd werd,
maakte het geval nog pijnlijker voor hem. Aan
zijne verontwaardiging paarde zich de wanhoop.
In dat rampzalige oogenblik begon hij in te zien,
dat Eosaline voor hem verloren zou gaan. Haar
te verliezen zou reeds een onoverkomelijke slag
wezen, maar haar de vrouw van een ander en nog
wel van dien verfoeiden Frank Baynor te zien
worden, zou de wreedste foltering zijn. Pellet
had geen zeer duidelijk begrip van het verschil
van standen en zag er niets onwaarschijnlijks in,
dat Frank haar tot zijne vrouw zou kiezen.
Wordt vtrvolgd).
Wintgcns verdedigde het gevoelen der minderheid
van de commissie van rapporteurs. Het behoud
der strafbepaling achtte hij onontbeerlijk, vooral
by de ophanden zijnde maatschappelyke omkeering
op Java. De heer des Amorie van der Hoeven
bepleitte krachtig de afschaffing der strafbepaling,
welke in banden van slechte meesters slechts een
middel is tot onderdrukking der werklieden. Ook
de heer van der Kaay sprak in denzelfden geest.
De heer Godefroi verdedigde de conclusie van
de minderheid der commissiewelke eene wijziging
in de strafbepaling beoogtopdat de inlander niet
straffeloos worde overgeleverd aan kwade trouw,
waartegen gedurende eene halve eeuw straf
bedreigd is.
De heer Mirandolle verdedigde uitvoerig de
geheele afschaffing der strafbepaling, overeenkom
stig den vroeger door de kamer aan de regeering
te kennen gegeven wensch.
De minister van koloniën verklaarde persooulijk
van meening te zijn dat de strafbepaling kan
blijven voortbestaan, mits een waarborg geleverd
worde tegen dwang. Intusschen is in elk geval
over de uitspraak der kamer een nader overleg
noodig met den gouvernenr-generaal, wiens wetge
vende bevoegdheid bij deze zaak betrokken is.
Aanstaanden Maandag voortzetting der beraad
slaging.
De heer G. v. d. L. die te Vlissingen als agent
eenigen tijd eene Antwerpsche firma vertegen
woordigde, en daarna zich te Antwerpen vestigde
als bediende bij een anderen scheepsmakelaar, is
gepasseerden Dinsdag met eene sloep de rivier
afgevaren om zich aan boord van inkomende schepen
te begeven. Op de hoogte van Bath heeft hij twee
schepen bediend en is daarna in den namiddag
van daar vertrokken. Sedert heelt men niets meer
van hem of zijne manschappen gehoord. Een
sloep, uitgezonden om hen te zoeken, heeft hunne boot
op de hoogte van Vinkenesse tegen den wal ledig
gevonden. Men vreest dat zij door de buien van
Dinsdag avond overvallen zijn, en zij tengevolge
daarvan zijn omgekomen.
Men deelt aan het Handelsblad mede dat te
Amsterdam in de laatste dagen pogingen worden
gedaan om vreemdsoortige transactiën af te sluiten,
die allen schijn hebben van te geschieden met het
doel: oplichterij te plegen op groote schaal. Het
klinkt toch zeker vreemd, dat personen, die tot
elkander in nauwe betrekking staan, die bij el
kander wonen, de hulp inroepen van commissionairs
in effecten, om een soort van op de beurs onbe
kende obligatiën, van een maatschappy opgericht
met een zeer vreemdsoortig doel, aan elkander te
verkoopen, en den commissionair voor zijne moeite
hooger belooning, veel hooger zelfs, aanbieden dan
de gewone provisie. Kooper en verkooper schijnen
vooruit te weten hoe de zaak moet loopen, en de
obligatiën, die zij alleen kennen, gaan niet uit
hunne handen. Het vermoeden ligt voor de hand,
dat hier iets geheimzinnigs in het spel moet zijn.
De commissionair vermoedt niet dat kooper en
verkooper van elkander weten, en het schijnt dat
de beide laatsten, bij het afwikkelen der transactie,
den commissionair dupe willen doen worden van
een regeling der wijze waarop de kooper den
verkooper zal betalen. In een dergelijk geval is
reeds van Engelsche banknoten, van verwisseling
iu Belgische banknoten, van weigering om iets
anders te ontvangen dan een bepaalde geldsoort,
sprake geweest, zoodat het niet onmogelijk zou
kunnen zijn, dat de transactie ten doel heeft valsch
geld of valsche biljetten aan den man te brengen.
De heeren van de beurs mogen voorzichtig zijn.
In de zitting van den Amsterdamsehen gemeen
teraad van Woensdag werd een belangrijk debat
gevoerd over de piaunen tot uitbreiding der stad.
De held der discussie, schrijft een corres
pondent van het Utr. Dagblad was de heer Gos-
schalk, die weder het bewijs leverde volkomen
op de hoogte te wezen van de stad in heel haar
omvang, 't Scheen mij toe, dat liy ongeveer heel
de kadastrale kaart in het hoofd heeft. Zijne
technische pleidooien werden met een schitterend
succes bekroond, 't Warmst werd gestreden over
de vraag: zal de ceintuurweg, loopende van de
Haarlemmerpoort tot den Amstel, (dus eenigo
kilometers lang) twintig dan wel dertig meters
breed zijn? B. en W. hadden aan het eerste, het
genoemde raadslid en eenige anderen, die inet hem
de ingediende amendementen onderteekenden, aan
het laatste de voorkeur gegeven. Ia spijt van
den feilen tegenstand van den voorzitter en den
aftredenden wethouder werd het gewichtig beginsel,
dat de straten zoo breed mogelyk moeten wezen,
met 30 tegen 4 stemmen ten gunste der amendee-
renden beslist.
Een tweede overwinning was, dat deze cein
tuurweg tot den Haarlemmerweg zal worden
doorgetrokken. Te midden van dit technisch
debat, hadden een paar aardige incidenten plaats
en wel door de leuke manier, waarop de voorzit
ter den heer Gosschalk trachtte te genezen van
zijne illusie, dat er lui zouden gevonden worden,
die voor groene plekjes bereid zouden bevonden
worden land voor een prijsje af te staan, 't Is
mogelijk, zei de burgemeester, dat het volgende
geslacht zoo sterk met groen zal dwepen, maar
't huidige heeft veel meer respect voor rijksdaal
ders dan voor groen. In vroeger eeuwen toen
reserveerde men van die oasen, maar om er kerken
op ta bonwen, Thans dus werd geantwoord
heeft men naast kerken veel lucht en heel veel licht
noodig.
In het Ambachtsgebouw op het HoogeZand,
te 'sHage, werd Woensdag avond een wedstrijd in
de welsprekendheid gehouden, waartoe alleen man
nen nit den werkmansstand worden toegelaten.
Een groot aantal ambachtslieden met hunne vrou
wen waren daartoe opgekomen. De jury van
beoordeeling bestond nit de heeren d>\ J. ten Brink,
mr. Boyaards en mr. H. Goeman Borgesius. De
verschillende voordrachten waren uitmuntend.
Niettegenstaande er voor iedere afdeeling drie
prijzen waren uitgeloofd, was de jury eenparig van
oordeel, dat ook nog de namen van twee andere
mededingers eervol vermeld dienden te worden.
Voor bet ernstige genre werd de eerste prijs, een
zilveren medaille, toegekend aan den heer L. E. de
Bop, voor de voordracht van „Naar School", een
gedicht van den dichter A. L. de Bopde tweede
prijs aan den heer A. Beek, („Bij het kerkportaal"
van J. van Beers); de derde prijs aan den heer
P. Recourt, (de Tooneelspeler en zijn kind, van
Wekl). Voor het komische genre werd de eerste
prijs behaald door den heer A. Beek, (Dood be
daard, van Elliot Boswell); de tweede prijs, bij
het lot tegen den heer Badoux, door den heer van
der Lee, ('tis erg met de meiden, van E. Lau-
rillard); de derde prijs door den heer Badonx,
(de Gelukkige, van Helvetius van den Bergh).
Verder werden nog eervol vermeld de heer Voerman,
en de heer R. Thienen.
Bij monde van den voorzitter der Amhachts-
vereenigiüg' had de uitreiking van bovengenoemde
prijzen plaats. Te midden van de mededingers op
het keurige tooneel sprak hij een hartelijk welge
meend woord, dat met toejuiching werd ontvangen.
Ook dr. ten Brink sprak de aanwezigen nog kor-
telijk toe; in welsprekende taal wees hij hun op
den adel van den arbeid, die eerst ten volle tot
zijn recht' kómt, indien hy, zooals hier, met de
kunst een bondgenootschap sluit en door beschaving
van den geest vooruitstreeft.
Dat groote componisten goede zaken kunnen
maken blijkt hieruit, dat Gounod zyn opera „Cinq
Mars" voor 100,000 franken heeft verkocht. Voor
de partituur van „Polyeuete" betaalde de uitgever
Lemorne dezelfde som; die van den „Faust" bracht
daarentegen slechts 10,000 franken op.
In een brief aan een vriend te Weenen
schrijft Karl Gutzkow het volgende: „Ik ben heiaas,
voortdurend ziek. Van de artsen alhier zie ik
slechts, dat zij dooden begraven en bals geven;
maar van eeDige hulp, althans bij mij, is geen
sprake. Men moest de oude dankoffers voor ge
nezing weder invoeren, dan had men althans een
statistieke controle op de werkzaamheid der artsen.
Te Parys is de locomotief van een tramway
op den Boulevard de l'hopital tegen een omnibus
aangereden. De zes passagiers in den omnibus
werden alle min of meer gewond.
Naar de Morning Post verzekert bestaat de
ongesteldheid van den sultan slechts uit.... kies
pijn. Het begint moeilijk te worden te ontdekken
wat in de berichten ernst of spotternij is.
President Grant heeft eene vervolging doen
instellen tegen het dagblad „Capital" wegens aan
sporing tot revolutie en tot vermoorden van den
heer Hayes ingeval deze tot president mocht wor
den gekozen.
Te Beriyn stond eergisteren een dievenbende
van 6 jongens van 12—15 jaren terecht wegens ver
scheidene diefstallen van zinken en tinnen buizen
die zij uit den grond graafden, waarna zij het
gestolen metaal voor weinig geld verkochten. De
kleinste van allen, die tevens de moedigste en
vastberadenste was, fungeerde ais hoofdman en
wist zijn gezag flink te handhaven; hij werd tot
zes maanden, de andere ieder tot 3 maanden of
6 weken gevangenisstraf veroordeeld.
Te Dirkshorn heeft zich weer het geval
voorgedaan, dat men een drenkeling, na hem nit
het water gered te hebben, aan den waterkant
liet liggen totdat de politie er by kwam. De
ongelukkige werd vermoedelijk het slachtoffer
van het niet uit te roeien volkvooroordeel, als
zou men niet terstond alles in het werk mogen
stellen om het leven van een evenmensch te bo-
houden.
Gisteren avond is alhier te koop aangeboden
een huis, erve en tuin op de Balans, wijk D n° 7.
Verkocht voor ƒ4000.
Heden werd aan het gebouw van het gewes
telijk bestnur alhier aanbesteed:
1" het aanleggen van werken op het strand aan
de Oude Hoevenoordwestzijde op Schouwen
minste inschrijver de heer H. Hage, te Middel
burg voor f 47,672en
2° het maken en inhangen van een paar nieuwe
vloeddeuren en het herstellen van de nooddeuren
aan de Oostbuitensluis te Neuzenop het kanaal
van Neuzen; minste inschrijver de heer D. P. J.
van Rees, te Neuzen, voor /8500.
22 Feb. 's av. 11 u. 36 gr.
23 's morg. 7 u. 37 gr. 'smidd. 1 u. 40 gr.
'a av. 6 n. 38 gr.