N°. 47. 1206 Jaargang. 1877. Zaterdag 24 Februari. Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k g met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per 3/m, franco f 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiêni 20 Cent per regel,' Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,50] iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte; Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite C°. te Brussel en Parijs. Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL. Middelburg, 23 Februari. EERSTE DEEL. bij 't sieeeeiichi. pellet op het xeekhoe. Benoemingen en besluiten. De Staats-courant bevat een koninklijk besluit van den 14en dezer (Staatsbl. ji.V22), waarbij het recht ,0P _P?stwigg^-strekkende tot het beleggen of terugbetalen van gelden in spaarbanken, gebracht wordt op de helft van het van andere post wissels bepaalde recht en alzoo op 2i cent voor elke f 12.50 ot gedeelte van 12.50. Het besluit van 28 Dec. 1875 (Staatsbl. n° 250) betreffende de medewerking der postadministratie tot het inbrengen van gelden in spaarbanken, wordt dus in dit opzicht gewijzigd. De goede bedoeling van den minister van finan ciën met dezen maatregel is te waardeeren. Meer nog zou het spaarbankwezen echter gebaat worden door geheele vrijstelling van rechten en door vrij dom van port voor alle posten van inbreng en terugbetaling van spaargelden. Of de nu genomen maatregel een eenigszins beduidenden invloed op het sparen zal uitoefenen betwijfelen wij zeer. De Staats-courant bevat een kon. besluit van den 18en dezer (Stbl. n°. 26), strekkende om, met wijziging van het kon. besluit van 8 April 1839 met1. n°. 10: Zij thet getal deurwaarders bij de arrondissements- herbe'ank te 's Gravenhage, bestemd om in de beziïplaats van dit arrondissement te worden ge- fat/tigd, te bepalen op vijf; 2° het traktement van de deurwaarders bij de gerechtshoven vast te stellen op f 450 'sjaars. Bij ministerieele beschikking is aan A. Bos Cz. te Sliedrecht, tot wederopzegging, vergunning ver leend voor een stoomsleepdienst op de stroomen, rivieren en kanalen in acht provinciën. Bij koninklijk besluit van den 2en dezer zijn de jaarwedden der ambtenaren bij de marinedirec- tiën opnieuw geregeld als volgt: Griffiers ƒ2300 tot 2700commiezen 1800 tot 2200, adjunct commiezen ƒ1100 tot ƒ1700, klerken ƒ400 tot f 1000. Door het hoofdbestuur der Hollandsche maatschappij van landbouw is een adres aan den minister van financiën ingediend, waarin drin- PEUILLETON. ïo Naar het Engelsch van mevrouw Henry Wood. Hoofdstuk XIII. Vervolg.) „Hoe hebt ge dat vernomen, Lydia?" vroeg zij op een toon, waar bijna geen klank meer in was. „Ik heb het van Tabitha gehoord. Die weet er alles van. Ge kunt het haar dus zelve vragen." Dat deed Madeliefje ook. De kamenier kwam juist met eenige verversching voor Lydia binnen, en haar trots en schuwheid overwinnende verwaar digde zij zich, haar naar de zaak te vragen. Tabitha antwoordde onbewimpeld, alsof er niets verborgen behoefde te worden, en sprak met eene overtuiging, die haar invloed op het meisje niet miste. De kamenier geloofde dan ook ten volle wat zij vertelde. Blase Pellet had haar met zijne lezing van het verhaal begunstigd en er bestond bij Tabitha niet de minste twijfel, dat dit de ware lezing was. Zij vermoedde niet, dat het alleen uit Pellet's brein was gekomen. „Ik kan niet gelooven, dat het waar is, Tabitha," gend verzocht wordt dat de rechten op den over gang van onroerende goederen, en van het hypo thecaire verband op die goederen mogen worden opgeheven. De volgende zinsneden uit dat adres worden door ons, onder protest tegen het herhaald gebruik van het afschuwelijke woord „daarstellen", uit de Landbouw-courant overgenomen: „Het is niet te loochenen dat de heffing dier rechten nadeelig werkt op den verkoop en ruiling van onroerende goederen en de vestiging van hypothecair verband bemoeilijkt, en dus voor den landbouwer zeer nadeelig werkt. „Deze rechten toch stellen daar eene heffing van kapitaal, dat daardoor vermindert en het crediet belemmert, zij zijn niet in overeenstemming met den geest onzer staatsinstellingen, daar zij eene bevoorrechting daarstellen voor de zooge naamde doode hand, voor haar, die de lasten het best kan torschen, ten nadeele van minder ver mogenden. „Het hoofdbestuur neemt daarom de vrijheid zich eerbiedig doch met den meesten ernst tot uwe excellentie te wenden, met het vérzoek dat bij de voor te stellen veranderde wetgeving op de registratie, de rechten, welke bij eigendomsover gang en ruiling van onroerende goederen (onder levenden), en bij vestiging van hypothecair ver band geheven worden, hetzij in eens, hetzij traps gewijze worden afgeschaft." „De Duivelsketen" is de titel van eene maatschappelijke schets door Edward Jenkins, den beroemden schrijver van Ginx'baby en andere opgang makende Engelsche werken van den laat- sten tijd. De Duivelsketen is eene reeks van 25 tafereelen of „schakels", waarin de ontzettende gevolgen van het misbruik van sterken drank met schrille kleuren geschilderd worden. De 16 uit gaven welke het boek in het oorspronkelijke be leefde, wettigen het vermoeden dat deze schrille kleuren echter niet van de werkelijkheid in Engeland afwijken. De vertaling, uitgegeven bij P. Gouda Quint te Arnhem, iB nitmuntend. Ofschoon de in dit boek beschreven toestanden in Nederland gelukkig nog niet aangetroffen wor den, wenschen wij het echter in veler handen. Het verbruik vau sterken drank in ons land is, blijkens de opbrengst der belasting op het gedistilleerd,in de laat ste vijf jaren weder metéen derde vermeerderd en bedraagt thans duizend vaten per dag. Is dus Engeland nn nog een afschrikkend voorbeeld voor ons, als alles zoo voortgaat is het de spiegel onzer eigen toekomst. Iedere poging om die af te wenden verdient toejuiching. stamelde Madeliefje, terwijl haar hart ontstuimig klopte. „Zij was geen dame." „Dat is waar, juffer Margaret. Pellet wenschte haar zelf te hebben, maar zij wilde niets van hem weten. Zij wilde van niemand iets weten dan van mijnheer Raynor. Pellet is familie van de Bell's en wist daardoor alles. Hij zei tegen mij „Raynor volgt haar dag en nacht op den voet en zij zou den grond wel kussen waar hij gaat!" Dat waren zijne eigene woordenjuffrouw." Gloeiende en rillende, bleek en rood wordende, spoedde Margaret zich weg en zocht eene toevlucht op hare eigene kamer, 't Was alsof haar hart zou barsten; de jaloezie, de hatelijke jaloezie, had zich van haar meester gemaakt. Er is geen andere hartstocht dio het gemoed zoo onbarmhar tig verscheuren, zoo scherp doorboren kan. Hoofdstuk XIV. Het kerkhof van Trennach was ten allen tijde eene eenzame plaats, maar maakte bovenal bij schemeravond dien indruk. De boomen namen fantastische gedaanten aan, de aan het hoofdeinde der graven opgezette steenen zagen er als witte spoken uit, en de grafterpen herinnerden den beschouwer op eene weinige opbeurende wijze, dat hij daar zelf ook eenmaal zou komen te liggen. Vooral dezen avond was de lucht grauw, want, ofschoon men zomer had, was het een zeer gedrukte dag geweest, en Blase Pellet, midden op het In een der ons als proefnommers toegezonden exemplaren van het weekblad „de Nieuwe Tijd", dat sedert het begin dezes jaars bij de uitgevers Landmeter en Koopman te Lemmer het licht ziet, vinderi wij de volgende opmerkingen, welke een vaak besproken onderwerp betreffen en daarom, naar het ons voorkomt, wel de aandacht verdienen. „Er is nauwelijks eene klacht zoo algemeen en zoo oud als die over de toenemende weelde en als men de klagers gelooven wou, moest men aan nemen, dat de menscben in vroeger tijd heel anders oordeelden over geld en geldverdienen dan thans. „De tijden zijn in dezen waarlijk niet zooveel veranderd. „Op onze oude schilderstukken zien we de per sonen in Zondagsgewaad wél zoo weelderig gekleed als tegenwoordig en ik zou willen weten wie men meer van weelde te beschuldigen heeft, de eenvou dige, ouderwetsche Friezin met een gouden oorijzer van 250 of meer; of de stadsdame, naar den laatsten smaak, zonder oorijzer en met een hoedje en een beetje valsch haar van hoogstens 20 samen. „Ja", klinkt het antwoord, „maar die 250 is eene uitgaaf voor eens en dat hoedje en dat valsche haar komt ieder jaar terug, ja soms tweemaal in 't jaar!" „Willen we eens verder rekenen? „Die uitgaaf van 250 in eens is dan tocb zeker jaarlijks een verlies aan intrest of rente van 10 a 12,50 en bij die uitgaaf in eens komt dan toch ook eene jaarlijksche uitgaaf voor kanten mutsen en het onderhoud daarvan, waar de 20 van daar even niets bij is. „Tegenwoordig beweert men, moet ieder wijn drinken, buitenlandsche reizen maken en par tyen gevenwie hoorde daar vroeger van „Juist; maar de altijd weerkeerende familiepar- tijen, waar verbazend veel gegeten en gedronken werd, kostten per stuk oneindig meer en per jaar minstens evenveel als de feestjes tegenwoordig door dezen en genen aangericht. „Men rekene na zooveel men wil, men zal steeds ontdekken dat er in onze dagen in alle standen niet meer geld uitgegeven wordt dan vroeger; dat er in onze dagen niet meer gestreefd wordt naar genot en gemak dan vroeger en dat er maar in éen opzicht verschil bestaat tnsscben de wijze waarop vroeger geld werd gebruikt en die waarop men het nu doet. „Het aantal personen, die eigendommen had den, was vroeger veel grooter dan nu. 't Was vroeger tamelijk zeker, althans hoogst natuurlijk, dat ieder in zijn eigen huis woonde; in den tegenwoordigen tijd komt dit veel minder voor, hoewel in den laatsten tijd in dit opzicht langzamerhand ook weer verandering begint te komen. „Het is hoogst wenechelijk dat men leere inzien, kerkhof op den tronk van een omgehouwen boom gezeten, zag er even somber en gedrukt als het weêr en de graven uit. Sedert het vertrek van Rosaline Bell (voor welke Pellet, wat overigens de schaduwzijden van zijn karakter mochten zijn, eene hartelijke en oprechte genegenheid koesterde) vielen de avonduren, nadat de winkel van den drogist gesloten was, hem zeer lang. Door hare afwezigheid waren de twee hoofdbezigheden, waaraan hij zijn ledigen tijd besteed had vervallen, namelijk zijne vernuftige berekeningen om haar 't zij in haar huis 't zij daar buiten te ontmoeteD, en zijne bespieding van Frank Raynor's gangen. Zijne jaloerschheid op dien jongman en op Rosaline was zoo grimmig als ooit en liet hem geen oogenblik rust; maar wanneer heeft ooit de jaloerschheid naar rede geluisterd? Er had geen omgang tusschen Frank en Rosaline meer plaats, en Pellet wist ook zeer goed dat dit niet kon, want Frank was hier en Rosaline te Falmouth; doch hij was er zoo zeker van dat zij de kennis per brief onderhielden, als dat hij zelf nu op dezen tronk zat. De jaloezie vraagt nooit naar bewijzen. Shake speare heeft reeds gezegd, dat zij op haar zelve teert. En op dat schrale voedsel (het vermoeden van eene briefwisseling die alleen in zijne verbeel ding bestond) had mijnheer Blase Pellet al dien tijd geteerd. Hij wachtte den brievenbesteller des morgens op, maakte een praatje met hem en kreeg met schijnbaar argelooze vragen uit hem aan wie de brieven geadresseerd waren dien hij bp dokter dat dit grootendeels een natuurlijk gevolg is van de veranderde inrichting der maatschappij. „Het zij voldoende hier voorloopig te wijzen op eene klasse, die vroeger bijna niet bestond, het leger van ambtenaren, d. i. van menschen die van een bepaald inkomen moeten leven en die, zelden in staat aan kapitaalvorming of bezit te denken, zich schadeloos stellen door tijdelijk genot en zooals men zegt, „van de hand-in den tand" leven; die opeten, wat ze verdienen, eene handel wijze, waartoe ze althans zoolang ze ongehuwd zijn te eerder kunnen overgaan, omdat hun aanstaand pensioen hen ontheft van de noodzake lijkheid om te sparen voor den ouden dag." Het hoofdbestuur der vereeniging van Chris telijke onderwijzers in Nederland heeft aan de acht anti-revolutionaire kamerleden, onderteeke naars der bekende nota betreffende het school wets ontwerp, een adres van instemming aangeboden. Zij verklaren daarin dat indien het regeeringsont- werp tot wet werd verheven, de druk niet alleen aanmerkelijk verzwaard maar het bestaan van vele bijzondere scholen zelfs onzeker zou worden. notarissen. Benoemd tot notaris binnen bet arrondissement Utrecht, ter standplaats de gemeente Utrecht, m1. E. C. U. de Balbian van Doorn, can- didaat-notaris aldaar. archieven. Bij kon. besluit is J. B. Sivré, te Roermond, tijdelijk benoemd tot archivaris van het rijks-archief van het voormalig Overkwartier van Gelderland, en hem tevens vergund de betrekking van archivaris der gemeente Roermond te blijven vervullen. ministerieels departementen. Benoemd tot adjunet- commies bij het departement van marine S. L. Vermeer, gepensioneerd machinist 2® klasse by de marine. directe belastingen. Ingetrokken de benoeming van M. A. Bringenberg, tot controleur der directe belastingen en van het kadaster te Rotterdam, met bevestiging in zijne tegenwoordige betrekking als controleur der directe belastingen, in- en uit-, gaande rechten en accijnsen te's Hertogenbosch, 2e afdeeling; en benoemd tot controleur der directe belastingen en van het kadaster te Rotterdam, A. W. E. Kwistbout, thans landmeter 2® kl. bij het kadaster te Eindhoven. registratie en domeinen. Benoemd tot ontvanger der registratie en domeinen: te Ommen, J. C. Bouman; te Grave, W. Woudergem; te Weert, J. Woltersom, thans surnumerairs der registratie en domeinen. Raynor afgaf, en, hoe minder bewijs hij kon vinden voor de onderstelde briefwisseling, des te jaloer- scher werd hijwant dikwijls gebeurde het niet, dat de besteller kon zeggen, dat er een brief voor mynheer Frank Raynor was geweest. Soms was het voor den dokter zei ven, soms voor juffer Raynor, maar uiterst zelden voor Frank. Deze scheen geen uitgebreide correspondentie te hebben. Dit zou een gewoon mensch hebben tevreden gesteld, maar strekte alleen om Pellet's twijfelin gen te verhoogenen nu, o p dezen onzaligen avond, hadden zij eene bevestiging ontvangen, zoo zeker als zwart op wit. Daar Pellet geen amourettes voerennoch de gangen van andere menschen bespieden kon, wist hij niet wat hy met zijne avonden moest uitvoeren. Om hem recht te laten weêrvaren, moeten wij erkennen, dat hij de algemeene mode, om ze in de Gonden PijI door te brengen, niet volgde. Hij was een jongman van een gere geld leven, die zich stiller gedroeg dan zijn stand in de maatschappij scheen te vereischen, en die in vele opzichten beter was dan zijne buren. Toen de tijd hem lang begon te vallen, nam bij de gewoonte aan, om zonder complimenten bij zijne kennissen binnen te loopen en een korter of lan ger praatje te maken. Dezen avond had hij Trim den koster met zijn bezoek vereerd en 't was, na diens woning verlaten te hebben, dat hg bij 't oversteken van den kerkhof op dien boomstam was ten anker gekomen. Hy brandde van jaloe zie en wraakzucht, want by Trim had hy nu, zoo

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1