BUITEHLAUD.
Ingezonden Stukken.
Zeetijdin gen.
Verkoopingen en aanbestedingen.
Staten-Generaal.
Thermometerstand.
Algemeen Overzicht.
Partijen in Italië.
Ter eere van Zr M> verjaardag werd gisteren,
zooals dit elk jaar gebruikelijk is, door den minis
ter van buitenlandsche zaken een groot diner aan
geboden aan de vertegenwoordigers der vreemde
mogendheden bij ons hof.
De eerste toast werd door het oudste lid van
het corps diplomatiquedoor de afwezigheid van
den Engelschen gezant thans de Belgische minis
ter, uitgebracht op Z. M. den koning, welke dronk
door den heer van der Does de Willebois met een
op de vertegenwoordigde regeeringen werd beant
woord.
Den 3m Maart e. k. embarkeert te Botterdam
aan boord van het stoomschip Frieslaud, om via
Suez naar Java te vertrekken, een detachement
suppletietroepen, sterk 105 militairen, waaronder,
5 onderofficieren, onder bevel van den majoor der
artillerie W. A. van Son, terwijl tot medegelei
ders zijn aangewezen de kapitein der infanterie
W. Munder, alsmede de le luitenants A. C. W. F.
Kortum en J. J. de Graaff en de 2e luit. F. Ham-
macher, allen mede van het wapen der infanterie.
De vier eerstgenoemde officiereu keeren van verlof
terug.
De] commissie van kunst en geschiedenis en
de leden der dramatische commissie voor de Gent-
sche Pacificatie-feesten, benevens het college van
schepenen te Gent, hebben Zaterdag jl. een banket
aangeboden in het Hotel Boyal aan hun voorzitter
den schepen Wagener, als een blijk van erkente
lijkheid voor de wijze waarop hij de debatten der
feestcommissie sedert Februari 1876 heeft geleid.
Aan het dessert werd hem een prachtig album
aangeboden, bevattende de portretten van alle
leden. Een dergelijk album werd geschonken aan
den schepen Pickaert, die een zoo belangrijk aan
deel heeft gehad in de organisatie van den histo-
rischen optocht.
Het aantal exposanten uit Frankrijk, dat zich
tot nogtoe bij het generale-commissariaat voor de
internationale tentoonstelling te Parijs in 1878 heeft
aangegeven, bedraagt reeds 21,500. Uit enkele
belangrijke departementen als Nord, Gironde en
Bhöne zijn nog geen volledige opgaven ingekomen.
Men verwacht daavau nog 1800 tot 2000 exposan
ten, zoodat Frankrijk alleen door 23,500 industrieelen
zal zijn vertegenwoordigd.
Een Mexicaansch ruiter, Léon, had in Enge
land eene weddenschap aangegaan om in vijftig
uren 600 Engelsche mijlen met 10 paarden af te
leggen. Hij heeft het slechts tot 505 gebracht,
doch niet de ruiter, maar de paarden hebben het
opgegeven.
In Konstantinopel wordt de volgende anec
dote verhaald naar aanleiding van de conferentie.
De dames van de conferentie-leden hadden den
wensch te kennen gegeven kennis te maken met
de vrouwen van den grootvizier. Met echt Turksche
gastvrijheid werd aan dat verlangen voldaan en
weldra werden officieele uitnoodigingen gezonden.
Men wits echter niet in welken vorm die te
gieten en de secretaris besloot eindelijk denzelfden
vorm te kiezen als die voor de uitnoodigingen
van den grootvizier gebezigd werd en schreef:
„Soa Altesse le Harem du Grand-Vezir a Vhon-
neuretc."
Uit Philadelphia wordt gemeld, dat een der
verschrikkelijkste pokkenepidemieën, die ooit zijn
voorgekomen, het stadje Gembic, eene Mennoniten-
kolonie van ongeveer 7000 zielen aan de Oostzijde
van het Wennipegmeer, teistert. Het aantal sterf
gevallen had het gemiddelde cijfer van 180 daags
bereikt. Er was geen geneesheer, doch het gou
vernement van Manitoba zou er een zenden. Aan
de Westzijde van het meer is de toestand niet
beter. De Indianen in fort Thunder zijn voor de
helft weggestorvende overlevenden nemen de
vlucht.
Een merkwaardige drukfout kwam dezer
dagen in de Kölnische Zeitung voor. In plaats
van Fritz Böhle, der geborene HumoristJas
men Fritz Bölile, der geborene Hanzwurst."
Het succes van de eerste Duitsche revuede
Rundschau, schijnt de lust te hebben opgewekt de
uitgave van een tweede te ondernemen. Ia de
volgende maand zal bij George Stilke te Berlijn
de eerste aflevering het licht zien van „Nord und
Süd", een maandschrift bevattende novellen en
vertellingen, wetenschappelijke artikelen, essaisop
verschillend gebied der litteratuur en kunst, karak
terschetsen enz. onder redactie van Paul Lindau.
Ter provinciale griffie van Zeeland liggen ter
lezing de voorwaarden waarop door het departe
ment van marine op den 1 Maart a. zal worden
aanbesteed de levering van karldoekroet of talk
en koperen buskruitkisten.
Bij het door den minister van justitie ingediehd
wetsontwerp tot vervroeging van het tijdstip van
den aanvang der meerderjarigheid en tot afschaf
fing van de meerderjarig-verklaring {venia actatis),
-wordt eerstgenoemd tijdstip bepaald op 21 jaren
Uft een ingesteld onderzoek is gebleken, dat thans
1 .met.,het 216 levensjaar aan-
vangt in het Duitsche rijk, in Frankrijk, België,
Rusland Italië, Groot-Britannië, Noorwegen, Zwe
den (alleen voor de mannen) henevens In het
Zwitsersch kanton Genève, terwijl in andere Zwit-
sersche kantons de meerderjarigheid op nog jeug
diger leeftijd invalt. Voor ons is derhalve gelijk
heid van recht, vooral met onze onmiddellijke
naburen, hier waar het geldt den persoonlijken
staat en met name de bevoegdheid om zich bur
gerrechtelijk te verbinden en om zelfstandig in
reehteD op te treden, in hooge mate wenschelijk
bij de dagelijksche uitbreiding van het internatio
naal verkeer. Thans zeker is 't waar wat
vóór een halve eeuw reeds werd gezegd „dat
de wijze van opvoeding en de meer en meer toe
nemende beschaving in alle klassen der maat
schappij met de meerderjarigheid, op 21 jaren
alleszins overeenkomen.
Hierdoor zal tevens een wenschelijke beperking
verkregen worden in het aantal en den duur der
voogdijen, terwijl ook de vrijwillige dienstneming
bij zee- en landmacht zal worden bevorderd en
verbintenissen tot plaatsvervanging en nummer
verwisseling minder zullen blootstaan aan het
gevaar van nietigverklaring door den rechter op
de vordering van minderjarigen.
De beperkte handlichting moet echter, meent
de minister, big ven bestaan; in de beperkte hand
lichting is het middel gelegen om den te absoluten
•algemeenen regel in concrete gevallen te temperen.
Daarentegen dringt, bij vervroeging van het
tijdstip, meer dan éen reden tot afschaffing van
die handlichting, waardoor de, meerderjarige meer
derjarig wordt verklaard {venia actatis), waartoe
art. 2 der voordracht strekt.
In de eerste plaats doet dat stelsel afbreuk aan
het beginsel der vaderlijke macht en aan het ont
zag, door kinderen aan hun ouders verschuldigd.
Bovendien is er strijd tusschen art. 480 B. W., zooals
het laatstelijk is gewijzigd, en de onvoorwaardelijke
bevoegdheid des rechters in de volledige hand
lichting te verleenenstrijd bestaat. Vervalt
bovendien de lange duur der minderjarigheid, dan
kan ook het correctief, dat in de venia actatis
gelegen is, vervallen.
19 Feb.'s av. 11 u. 40 gr.
20 's morg. 7 u. 39 gr. 's midd. 1 u. 41 gï;
's av. 6 u. 40 gr.
.Tadis I'Olyinpe et le Pai'nasse
Etaient frères et bons amis.
Zóo was het ook met Konstantinopel en Belgrado
vóór de opstand in de Herzegowina het Slavische
bloed in gloed zette en de droomen van een Pan-
Slavistisch rijk in volle glorie deden ontwaken.
Zij zijn verdreven door de slagen, die het zwaard
van Osman in den strijd tegen Servië toebracht
aan het Grieksche kruis, en thans bestaat er alle
vooruitzicht dat de oude broederschap en vriendschap
weldra zullen zijn hersteld misschien op hechter
grondslagen dan vroeger. Beide partijen toch
hebben geleerd. De Ottomanische regeering heeft
ingezien, dat het niet langer aangaat een deel
harer onderdanen als vogelvrij te behandelen en
hunne rechten met voeten te treden, terwijl de
Servische vazalstaat zal hebben begrepen, dat,
zoo men niet met een bloedend hoofd wil tehuis
komen, men niet moet opstaan tegen een machti
ger en sterker meester.
't 18 duidelijk, dat zoowel de Porte als de regee
ring van Servië naar den vrede verlangen, want
de onderhandelingen te dien aanzien gaan zoo
voorspoedig en de moeilijkheden worden zoo snel
uit den weg geruimd, dat men wel aan geen andere
motieven kan denken. Er bestaat nog slechts
eenige moeilijkheid over de benoeming van een
Turksch resident te Belgrado en de aan dien titu
laris toe te kennen bevoegdheden. De overtui
ging echter, dat de vrede weldra zal tot stand
komen is zoo sterk gevestigd, dat de ministers
Christieh en Mutich reeds hebben te kennen ge
geven, dat zij hopen en vertrouwen bij de opening
der Skouptchina op 26 Februari a. het vredes-
tractaat aan hare goedkeuring te kunnen onder
werpen.
Het behoud van den algemeenen vrede zal voor
namelijk afhangen van het antwoord der mogend
heden op de Russische circulaire, waarmede zij
zich echter volstrekt niet haasten. Komen de
mogendheden tot overeenstemming, dan zal Rusland
zich daarbij aansluiten, zoo niet dan zal het
beslissen wat te doen. Er bestaat voor 't oogenblik
vrees dat die overeenstemming niet zal worden
verkregenwant volgens een Hongaarsch blad
zou de Oostenrijksche regeering een ontwijkend
antwoord geveD, zich beroepende op de onmoge
lijkheid om eene overeenstemming tusschen de
mogendheden op het voorstel van Rusland te
bewerken.
De eventualiteit, dat die overeenstemming niet
zal worden verkregen, sluit echter gelukkigerwijs
niet meer de zekerheid van een oorlog tusschen
Rusland en Turkije in, want in het eerstgenoemde
land worden hoe langer hoe meer ernstige stem
men vernomen ten behoeve van den vrede. Zoo
heeft dezer dagen de Golos, die vroeger sterk voor
een krachtig militair optreden van Rusland was,
met kracht geijverd voor den vrede, zóo sterk
zelfs, dat zij een oorlog op dit oogenblik een
groote fout noemt van de zijde van Rusland. Men
meene echter niet, dat hierin een greintje sym
pathie jegens Turkije ligt opgesloten, integen
deel, want het blad voegt er de lieflijke aanmaning
bij, dat men aan Turkije gelegenheid moet laten
zich verder te ontbinden.
Aan het Grieksche ministerie is het voorloopig
gelukt de moeielijkheden te boven te komen en de
intriges, die voor zijn val waren gesmeed, te ont
gaan. Het budget is vastgesteld en een aantal
afgevaardigden hebben de hoofdstad reeds verlaten
om zich naar hunne huisgoden te begeven, zoodat
het kabinet-Coumoudouros althans tot den herfst
'n vrede zal kunnen leven en regeeren.
Terwijl de Duitsche bondsraad ijverig werkt
om een groot materieel gereed te hebben tegen
de aanstaande opening van den rijksdag, komen
dagelijks uit alle streken van het groote Duitsche
rijk de treurigste berichten omtrent den socialen
en economischen toestand. De landbouwers wor
den geteisterd met de veepest, tal van fabrieken
en trafieken staan stil, handel en nijverheid
kwijnen, duizende bij duizende loopen ledig bij
gebrek aan werk, in éen woord overal heerscht
achteruitgang, behalvein het leger. Merk
waardig is het te midden van een zoo treurige
maatschappelijken toestand te zien hoe men zijn
heil blijft zoeken in het leger en het leger alleen.
Bij gelegenheid van de inlijving van zijn kleinzoon
in het gardekorps heeft de keizer een uitvoerige
rede gehouden, overvloeiende van loftuitingen op
het leger, waaraan het land alleen verplicht is
wat het is geworden. Natuurlijk dat hij zijn
kleinzoon dan ook ernstig op het harte bond het
leger in eere te houden en een goed soldaat te
worden.
En toen de keizer, de keizerin en andere leden
van het hof dezer dagen de nieuwe gebouwen
en inrichtingen der Duitsche rijksbank bezochten,
werd wederom de loftrompet gestoken voor het
leger waaraan het land alles te danken heeft
en alles verschuldigd is. De rampen van het
militarisme en de gevaren die het voor den staat
oplevert bedenkt men echter niet, of men sluit er
willens en wetens de oogen voor.
Volgens te Londen ontvangen berichten uit
Kaap de Goede Hoop bedreigde een Kaffervorst,
Cettywayo, de Transvaalsche republiek met een
oorlog, welk gevaar echter door tusschenkomst
van Engeland zou zijn afgewend. Dit bericht
verdient echter geen onvoorwaardelijk vertrouwen
omdat, zooals men weet, Engeland zeer naijverig is
op het bezit der Transvaal en wel zijne goede
diensten heeft aangeboden tot het bewerken eener
fédératie tusschen zijne kolonie en de Transvaal
sche republiek, doch tot nogtoe was dit aanbod
door geen der partijen aangenomen.
Toen de laatste verkiezingen in Italië aan het
kabinet eene meerderheid van 400 stemmen ver
schaften tegenover eene oppositie van 100, werd er
tevens op gewezen, dat door de eigenaardige
samenstelling der politieke partijen zelfs een zoo
groote meerderheid geen voldoenden waarborg
verschaft voor de regeering. En wat zien wij
nu? Een onderling verdeelde meerderheid,
die thans reeds ernstige moeilijkheden aan de
regeering verschaft.
De oorzaken daarvan worden als tweeledig
vermeld, nl. de zoodanige die uit de kamer zelve
voortvloeien en andere waartoe de regeering aan
leiding heeft gegeven.
De meerderheid der kamer bestaat uit zeer
uiteenloopende elementendie door eene coalitie
vereenigd zijn, evenals het geval was met de
verschillende elementen der vorige kamer, die den
18 Maart 1876 het kabinet Minghetti ten val
bracht. Toscanen van de rechterzijde of het
rechtercentrum, eene fractie van welke men moeilijk
eene politieke definitie kan gevengematigde
centrum-leden en meer geavanceerde centrum
leden Rattazzistische of Piémonteesche centrum
leden die niet tot de Toscanen belmoren; leden
van de linkerzijde die zich „historische" noemen,
andere die het niet weten willen; nog andere die
half tot de uiterste linkerzijde overhelleneindelijk
leden van de uiterste linkerzijde die min of meer
bepaalde republikeinen zijn, ziedaar de verschil
lende elementen, het zonderlinge amalgama waaruit
de ministerieele meerderheid in het Italiaansche
parlement bestaat.
Het is duidelijk, dat onder deze uiteenloopende
fracties geen de minste eenheid heerscht, en
zelfs trachten zij de regeering te mengen in hare
geschillen. Zij noemen zich allen progressisten,
maar er zijn zwaartillende progressisten, die den
vooruitgang trachten te matigen en zelfs tegen te
houden; progressisten van den middelweg, die het
oorspronkelijke programma der partij willen hand
haven zooals dat door den heer Depretis te Stra-
della is geformuleerd, en eindelijk de in alle
opzichten radicale progressisten.
Door zoo verschillende bestanddeelen konden
geen goede vruchten worden voortgebracht en
weldra bleek het, dat men onder een gemeen-
schappelijken naam elkander op geen enkel puut
verstond. Indien ieder der verschillende groepen
verstandig en bezadigd genoeg ware geweest, hadden
zij geduld moeten hebben om tijd te winnen met
een ministerie dat zijn ontstaan te danken heeft
aan de antipathie tegen de regeering der rechter
zijde. Zoo verstandig en bezadigd waren zij
echter niet, en daardoor loopt men gevaar het
ministerie waarmede men dan toch het meeste
instemt omver te werpen, en te zien vervangen
door den ander dat men eerst ten val heeft
gebracht.
In de tweede plaats ligt de vraag voor de hand
welke grieven men heeft tegen het ministerie
Depretis, welke redenen het kabinet heeft gegeven
tot de oneenigheid in de meerderheid. Over het
geheel heeft het ministerie, de uiteenloopende be
grippen der meerderheid kennende, noodzakelijk
moeten aarzelen om op breeden grondslag het werk
der hervorming aan te grijpen. Nu verwijt men
den heer Depretis dat hij nog niets heeft tot stand
gebracht op het gebied der belastingen. Er zijn
wel bezuinigingen ingevoerd waardoor de belas
tingplichtigen misschien 12 millioen minder zullen
behoeven te betalen, maar men wil eenige meer
ingrijpende daad, iets groots en wijziging van
stelsel. Zoo wilde b. v. een van de afgevaar
digden, dat men de belasting op het gemaal
binnen 24 uren zou afschaffen en deze „belasting
op de volksvoeding" zou vervangen door 80 mil
lioen, die door de gemeenten rechtstreeks aan den
staat zouden worden betaald, alsof deze 80 millioen
niet op het volk zouden drukken. In een woord
men vindt dat de heer Depretis te langzaam en
niet geruchtmakend genoeg vooruit gaat. 'tls
zonderling de logica van sommige volksvertegen
woordigers in dat opzicht te hooren.
Veel erger nog heeft de heer Nicotera het ver
bruid, tegen wien de ontevredenheid en antipathie
bijna tot woede is gestegen. Hoe meer de demo
cratische kleur in de kamer toeneemt zooveel te
sterker wordt de vijandigheid tegen hem. Men
heeft allerlei grieven tegen hem. Hij weet niet
wat hij met de gemeentelijke en provinciale her
vorming zal aanvangen, wat trouwens ook niet
gemakkelijk is, doch zijne vijanden maken hem
daarvan eeu verwijt. Te Stradella heeft de heer
Depretis het algemeen stemrecht aangenomen voor
allen die kunnen lezen en schrijven, doch de heer
Nicotera heeft er zich geen voorstander van ge
toond; hij ziet er integendeel een gevaar in voor
Italië. Vandaar een algemeene veroordeeling.
Wat! een oud democraat, een oud Mazzinist is
een tegenstander van het voce del popoioDaar
enboven heeft de heer Nicotera in zijn laatste rede
te Catanzaro eene uitdrukking gebruikt, waardoor
de geavanceerden zeer vertoornd zijn. Hij betoogde
nl., dat het niet te doen was om een vooruitgang
per stoom, geen halsbrekenden vooruitgang maar
om een gematigd liberalen vooruitgang!
Gematigd! Welk een schandalig woordEn dit
is nog niet alles, want in diezelfde redevoering
beloofde de minister aan de goede Calabreezen een
spoorweg van Eboli naar Reggio. En de bezuini
gingen dan! roepen de afgevaardigden van de
Piemonteesch-ministerieele groep. Eindelijk toont
de koning den minister van binnenlandsche zaken
genegen te zijn. Hij nam hem mede op zijn
reis van Napels naar Rome en van Rome naar
Napels. In de wandelingen van Chiaja liet hij den
minister bij zich in zijn koets komen. Ziet gij
roept de zuivere linkerzijde ziet gij dien ouden
republikein! Hij wordt door den koning begunstigd;
op een goeden morgen zal hij den titel van hertog
van Sapri ontvangen!
Zelden heeft een minister zooveel aanleiding tot
ontevredenheid aan de linkerzijde gegeven en deze
doet al het mogelijke om den heer Depretis te
bewegen zich van zijn collega Nicotera af te
scheiden.
In den loop dezer week zullen verschillende
bijeenkomsten van de groepen der linkerzijde wor
den gehouden, en er is sprake van een comité te
benoemen, dat zich bij den heer Depretis zal ver
voegen. Anderen willen het ministerie somtneeren
zijn oorspronkelijke beloften uit te voeren. Over
het algemeen schijnt men de persoonlijke aftreding
van den heer Nicotera als een meer of minder
onvermijdelijke eventualiteit te beschouwen. Zijn
orgaan echter, de Bersagliere, heeft uitdrukkelijk
verklaard dat hij voor zoo weinig beduidende
intriges niet zal aftreden, en de heer Depretis
heeft doen bekend maken, dat hij de leden der
meerderheid iederen Dinsdag en Zaterdag avond
in de salons van het ministerie van financiën zal
ontvangen. De heer Nicotera blijft dus vastberaden
en de heer Deprétis zegt, laten we tweemalen per
week eens met elkander praten. Verontrustend is
de toestand du3 nog niet.
Mijnheer de redacteur!
In uwe courant van 20 Februari komt voor
de volgende zinsnede, omtrent kosteloos onderwijs
„dat toen in Friesland op acht scholen kosteloos
onderwijs werd ingevoerd, het getal leerlingen in
éen jaar tijds van 13 tot 21 pet. vermeerderd was."
Ik heb gezegd: tusschen 13 en 21 pet
vermeerderd was.
Ik heb bedoeld daarmede te kennen te geven dat
in sommige gemeenten het schoolbezoek 13 pet.
in andere21 pet.is toegenomen, door 't gevon
van kosteloos onderwijs; dus gemiddeld c.a. 17
pet.
Met de plaatsing van deze rectificatie in uw
blad van heden zult gij verplichten enz.
H. Jou. Smid.
Binnengekomen te Vlissingen de Engelsche bfik
Sistersgezag v. Allison komende van Schields
met gaskolen bestemd naar Middelburg.