Telegraphische berichten, Marine en leger. )iw. Verkoopingen en aanbestedingen. De Staats courant bevat het volgende koninklijk besluit van den 7en dezer, n°. 27. „Overwegende, dat het in het belang der levende strijdkrachten van den staat wenschelijk is om zooveel mogelijk te bevorderen, dat zij, die voor den dienst bij de nationale militie worden bestemd, hunne militieplichten in persoon te vervullen; Overwegende voorts, dat het noodig is, om de miliciens aan te sporen zich gedurende hun eersten oefeningstijd toe te leggen op het verkrijgen van meerdere geschiktheid, teneinde zoodoende ook eenig bruikbaar militiekader te bekomen; Hebben goedgevonden en verstaan, voor de lichting van dit jaar te bepalen 1° De tijd, voor eerste oefening op twaalf maan den vast te stellen, wordt tot op tien maanden verminderd voor: a. de bij de infanterie ingedeelde lotelingen, die, vóór hunne inlijving, bij eene vereeniging tot vrijwillige oefening in den wapenhandel of op an dere wijze zoodanigen graad van geoefendheid hebben verkregen, dat zij, na éen maand onderricht bij het korps te hebben genoten, blijken voldoende geoefend te zijn, om aan de exercitiën in de ba- taljonsschool deel te nemen, zullen zij bovendien, alvorens met verlof te vertrekken, minstens tot in de achtste oefening der 2e klasse van het schijf schieten moeten zija gevorderd; b. de bij de vesting-artillerie ingedeelde lote lingen, die ten gevolge van vroeger genoten onder richt, na een verblijf van drie maanden onder de wapenen blijken geven van zoodanige theoretische en practisehe geoefendheid, dat zij tot de klasse der dienstdoenden kunnen overgaan c. de bij het bataljon mineurs en sappeurs ingedeelde lotelingen, die, binnen tien maanden werkelijken dienst, de geschiktheid voor veld- telegrafist hebben verkregen; d. de lotelingen, die binnen tien maanden wer kelijken dienst, blijken geven van hunne verplich tingen als miliciens in ieder opzicht te kennen, volgens een door den minister van oorlog vast te stellen programma, en bewijzen overleggen, dat hunne tegenwoordigheid in het gezin, waartoe zij behooren, noodzakelijk is. Om aanspraak te kunnen doen gelden op deze vermindering van den tijd voor de eerste oefening bepaald, moeten de miliciens zich door gedrag en dienstijver eene gunst waardig maken. Worden de hiervoren bedoelde miliciens door de loting vermeld in art. 124= der militiewet, voor het blijvend gedeelte aangewezen, dan behouden zij aanspraak op het hun toegekend voorrecht, mits 'zij het door hen getrokken nummer verwisselen met een nummer, dat op verlof recht geeftmaken zij van deze bevoegdheid geen gebruik, dan kan hun niettemin een verlof van twee maanden wor den verleend. 2° De lotelingen, die, vóór de inlijving bij de militie, met gunstig gevolg een examen afleggen waarvan het programma door onzen minister van oorlog wordt bepaald, worden, voor zoover zij daartoe geschikt bevonden zijn en dit met de belangen van den dienst is overeen te brengen, ingelijfd bij het korps en geplaatst in het garni zoen hunner keuze. In werkelijken dienst zijnde, worden zij zooveel mogelijk in de kazerne bij elkander gehuisvest, mogen voor eigen rekening buiten dienst fijne uniform dragen en, zoo daartoe maar eenigszins gelegenheid is, met elkander of met de aspirant- onderofficieren en korporaals menage houden. Dit hen zal in de eerste plaats militie-kader worden getrokken, voor zooverre hunne geschikt heid tevens voldoende zij. 3° De lotelingen, die, binnen tien maanden wer kelijken dienst, blijken geven bruikbare korporaals te zijn, verkrijgen daardoor aanspraak op verlof, Hoofdstuk XII. HET HUWELIJK. „Papa, komt ge ontbijten? Goede hemel, wat is hier gebeurd?" Wel mocht Edina dien uitroep doen. Zij had de deur van het spreekkamertje geopend, toen de klok acht sloeg, om haar vader te zeggen dat het ontbijt gereed was, toen zij niet enkel den haard en het haardkleedje, maar den dokter zelf door een wolk van roet omgeven zag, waarin hij zich zoo zwart als Vulkaan voordeed. „Ik heb gisteren reeds gezegd dat de schoor steen geveegd moest worden, Edina," riep hij haar toe. „Ja, papa, en ik zou het ook de volgende week hebben laten doen. Hebt gij papieren in den haard verbrand?" „Niet meer dan óen brief, maar door de trek king vloog die den schoorsteen in. Dit is nu een mooi geval!" - „Ik zal de kamer van daag nog laten doen, papa. Vóór den avond zal alles weêr in orde zijn." (Wordt vervolgd). met behoud van soldij, voor den tijd van éene maand. 4° De lotelingen, die tot onderofficier worden bevorderd, verkrijgen daardoor aanspraak op ver lof, met behoud van soldij, voor den tijd van éene maand. Om echter tot onderofficier te kunnen worden bevorderd, moeten de lotelingen zich verbinden om, uit kracht van art. 126 der wet van 19 Au gustus 1861 (Staatsblad n° 72), minstens voor zes maanden onder de wapenen te blijven na het tijd stip, waarop zij anders in het genot van onbepaald verlof zouden worden gesteld. Daarentegen zullen de militie-onderofficieren in gewone tijden verschoond blijven van latere op komst onder de wapenen tot het bijwonen van herhalingsoefeningen. 5°. De hiervoren bedoelde verloven worden ver leend door den chef van het korps, zullende de verloven, sub. 3 en 4 bedoeld, door hem worden toegestaan op het tijdstip, dat het meest met de belangen van den dienst strookt." Het programma in d van art. 1 van dit besluit bedoeld, is tevens in de Staats-courant opgenomen. Het heeft Z. M. den koning behaagd, ten bewijze van zijne belangstelling in de inrichtingen, bestemd tot opleiding van knapen voor den krijgs dienst, hetzij bij het leger, hetzij bij de marine, en tot tegemoetkoming aan gehuwde militairen in de opvoeding en de opleiding hunner zonen, het beschermheerschap te aanvaarden van de pupillen school te Nieuwersluis en de zoo noodig nog op te richten pupillenscholenalsmede van de, op de opleidingschepen gevestigde of nog te vestigen inrichtingen bij de marine, tot vorming van jongens tot matrozen en onderofficieren voor de bemanning van Zr. M". 'schepen en vaartuigen van oorlog. (Staatse.) TWEEDE KAMER. In de zitting van heden is ingekomen een wets ontwerp tot herziening der kieswet in verband tot eene wijziging in de provinciale en gemeentewet. De kamer bepaalde dat, na afdoening der aan hangige wetten, zal worden overgegaan tot de behandeling der overeenkomst met Duitschland, betreffende de kanaalverbinding. De beraadslaging werd geopend over het rapport der commissie van enquete naar den staat dei- koop vaardij vloot. Algemeen werd warme hulde gebracht aan den omvangrijken en talentvollen arbeid der commissiedoch met 26 tegen 20 stemmen werd aangenomen een voorstel van den heer Blussé om onder bijzondere dankbetui ging aan de rapporteurs, het verslag te verzenden naar de daarbij betrokken ministers, met de daarbij uitgedrukte bedoeling en aanbeveling om van de wenken en voorstellen der commissie gebruik te maken. Daarna was de tariefwet aan de orde. De heer de Bruijn Kops verlangde eene herziening in vrij geviger zin en kondigde eenige amendementen aan. De heer van den Berch van Heemstede, bezwaar hebbende tegen het aequivalent, wilde de tarief- wet buiten behandeling laten, behoudens de be slissing der lompenquaestie. Het aequivalent leverde ook bezwaren op voor de afschaffing van den suikeraccijnsde minister, die het beginsel van het ontwerp verdedigde, verklaarde echter niet voornemens te, zijn de afschaffing van den suiker accijns voor te stellen. Door de heeren Verheijen en van der Loeff e. s. zijn eenige amendementen ingediend. Morgen voortzetting der beraadslaging. Benoemd tot procureur bij de rechtbank te Zierikzee mr. H. van Adrichem, advocaat aldaar. Bij het passeeren van den straatweg van 's Heer Arendskerke naar Goes ontwaart men aan de rechterzijde, dat de zoogenaamde poel tegen woordig' over eene groote oppervlakte onder water staat. Het ware daarom te wenschen, dat het betrokken polderbestuur aan de bezwaren door eene betere suatie tegemoet kwam, hetgeen een weldadigen invloed op den landbouw zou uit oefenen. (Cr. ct.) Door het overlijden van den heer J. M. Rijk, te Ovezand, is eene vacature ontstaan in het bestuur van het waterschap Ovezand, waarvan hij dijkgraaf was, in den gemeenteraad en in het burgerlijk armbestuur. De bediening der buffetten aan de beide sta tions der maatschappij tot exploitatie van staats spoorwegen te Rotterdam, is gegund aan den heer J. 0. G. Burgers, restaurateur op de stoomboot „de Stad Middelburg" en wel voor eene jaarlijk- sche pachtsom van het station aan de Delftsche poort f 8008de halte aan de beurs f 6004. De geneeskundige raad voor Friesland en Groningen heeft in 't kort de vereischten gepubli ceerd van een goed tonnenstelsel. Omtrent de inrichting der tonnen wordt aldus geschreven: „De tonnen moeten bestaan (om niet te spreken van meer samengestelde en op zichzelf betere, maar voor het algemeen gebruik voorshands stellig te dure tonnen) uit goed ineengekuipt en gehar- puisd greenenhout. De tonnen moeten van stevige ijzeren banden zijn voorzien, een afgeknottcn kegel vorm en de volgende afmetingen hebben: hoogte 53 cM., doorsnede van onderen 42 cM., van boven 36 cM., inhoud 50 liters. De bovenbodem moet be vatten een ronde opening in het midden, met een doorsnede van 20 cM. en voorzien van een op- staanden rand van gegoten ijzer, hoog 3 cM., waarover een goed sluitend deksel van dubbel zink. Aan weerszijden van den ton moet een ijzeren handvat doelmatig zijn aangebracht. Wij achten zulke houten tonnen beter dan ijzeren, die door sommigen kooger geschat worden. Onze ervaring pleit zeer voor de houten. Voor elk privaat wor den twee tonnen vereischt, zoogaande wissel- tonnen, die slechts een deksel behoeven te heb ben. Eik privaat moet een zinken of ijzeren verglaasden trechter bezitten, die aan de onder vlakte van de zitting bevestigd met zijn nauwste opening, juist op de opening van de ton past. De vorm van den trechter is de schuin afgeknotte kegel met hellenden voorrand. De zitting moet van een goed sluitend deksel worden voorzien. Het is goed, de tonnen voor ziekeninrichtingen, kazernen, herbergen, stationsgebouwen, gevangenis sen enz. bestemd, van een kenmerk te voorzien, opdat zij afgescheiden van de overige blijven. Even wenschelijk is het eenige gemerkte.tonnen voorhanden te hebben, ten behoeve van woningen waar lijders aan een besmettelijke ziekte zich bevinden." Als een merkwaardigheid kan dienen, dat een nieuwe dans is gecomponeerd, niet door een dans meester, een componist of balletmeester, maar dooi de geheele Nederlandscbe Dansonderwijzersver- eeniging. Uit het Noorden des lands meldt men, dat de opstuivende westewind het binnenwater sedert een paar dagen in zóo hevige mate heeft opgejaagd, dat opnieuw de meeste lage landen in Friesland en Overijsel uren ver blank staande spoordijken staan op vele plaatsen als in een bare zee. Ook uit Zwolle, Deventer enz. komen berichten omtrent den zeer hoogen waterstand, die vurig naar oostelijken wind doet verlangen. De water stand op den IJssel te Deventer is weder buiten gewoon hoog; de rivier gelijkt een zee. Sedert Zaterdag is zij weder 2 dec. gestegen. Vele graan- landen en bijna alle uiterwaarden worden geïnun deerd. De peilschaal teekende eergisteren 5.06 M. boven A. P. Het Engelsche blad „Daily News" deelt een schrijven mede van den heer Ploos van Amstel, vice-president van het bestuur der gevangenissen te Amsterdam, aan den secretaris der „Howard Association," Tallack, naar aanleiding van het afschaffen der doodstraf in Nederland. (In Enge land heeft het parlementslid Pease zijn voornemen te kennen gegeven om een voorstel in dien zin in te dienen.) De heer Ploos van Amstel deelt daarin mede, dat na het afschaffen van de dood straf in Nederland door de wet van 17 April 1870, het aantal veroordeelingen wegens moord in 1871 en 1872 5, in 1873 1 en in 1874 2 bedroeg. Over 1875 en 1876 waren de cijfers nog niet bekeDd. Door de wet van 1870 was levenslange gevange nis in plaats van de doodstraf gekomen en de secretaris van het bestuur der gevangenis van Leeuwarden, waar de veroordeelden werden opge sloten, berichtte gunstig over hun gezondheid en gedrag. Te 'sGravenhage had Zondag middag een vergadering plaats van broodbakkersknechts, onder de leiding van het bestuur der Broodbakkersver- eeniging, ten einde de middelen te bespreken, welke tot een verhooging hunner loonen zouden kunnen leiden. Zeer talrijk was het aantal opge- komenen, waaronder ook, daartoe door het bestuur uitgenoodigd, de heer B. H. Heldt, voorzitter van het Algemeen Nederlandsch werkliedenverbond te Amsterdam. In den loop der discussion, welke zich over het algemeen door gematigden toon kenmerkten, bleek dat volgens het algemeen ge voelen loonsverhooging door de tijdsomstandigheden en met het oog op hetgeen in andere vakken werd verdiend, noodig geworden was. Vijf per sonen, niet-leden der Broodbakkersvereeniging, verklaarden zich daarop bereid met het bestuur een commissie te vormen, ten einde een circulaire op te stellen, waarbij aan do patroons de grieven worden uiteengezet en verzocht wordt de loonen te verhoogen door die te brengen op 15 cent per uur. Tevens zal het daarbij aan de patroons worden overgelaten, in hoever zij overleg met de commissie wenschelijk achten. Op een binnenkort te houden vergadering zal de opgestelde circulaire aan de goedkeuring van belanghebbenden worden onderworpen. (Vad). Uit Franeker wordt gemeld dat de typhus aldaar nog niet aan het afnemen is. In de laat ste week zijn daaraan zeven personen overleden en twaalf nieuwe gevallen aangegeven. Twee der gevestigde geneesheeren zijn ook door de ziekte aangetast, zoodat hulp van buiten noodzakelijk geworden is, waarin wordt voorzien door een ge neesheer uit Harlingen en een uit Leeuwarden. 223 Sollicitanten hebben zich aangemeld voor de betrekking van directeur der openbare reiniging te Franeker, op een traktement van 900 's jaars. Op het bal masqué, in de sociëteit „Vereeni ging" jl. Zaterdag te Haarlem gehouden is door de regelings-commissie voor verschillende vermake lijkheden eene collecte gehouden ten behoeve van de noodlijdenden van het overstroomde eiland Mar ken, welke f 100,43 heeft opgebracht. De leden» die zich met de inzameling belast hadden, waren als Markers gecostumeerd. Volgens bericht uit Bern is de toetreding van de Britsche koloniën Ceylon, Straits-Settle ments (Penang, Malakka en Singapore), van La- buan, Mauritius, de Bermuda-eilanden, van Jamaica, Trinidad en van Britsch Guyana tot de wereld- postvereeniging met 1 April a. officieel bevestigd en zullen met 1 Mei al de Nederlandsche koloniën volgen. De aansluiting der Spaansche koloniën en van het keizerrijk Brazilië is, wat het tijdstip betreft, nog onbepaald. Men is voornemens te Parijs een standbeeld voor George Sand op te richten. Als plaats er voor is aangewezen de place de VOdéon. Het comité, met de uitvoering belast, bestaat uit de heeren Victor Hugo, Louis Blanc, Edmond Adam, Ch. Edmond, Duquesnel en Emile Perrin. Onlangs is in een put nabij Parijs het lichaam gevonden van een vierjarig meisje, dat op het oogenblik dat men haar ophaalde nog leefde doch spoedig aan uitputting en de ondergane kwetsuren bezweek. De afschuwelijke bijzonderheden dezer misdaad te verhalen is onnoodig. Genoeg zij het te melden dat haar eigen vader, zekere Moyaux, als de schuldige beschouwd wordt. Men is hem nog niet op het spoor. Hij heeft echter aan het Petit Journal een brief geschreven, waarin hij zijne schuld bekent, het voornemen te kennen geeft om zelf een einde aan zijn leven te maken, en zich tracht te verontschuldigen door op anderen de zedelijke verantwoordelijkheid van zijne mis daad te werpen. Deze brief was ongedagteekend, het postmerk was van Parijs, den 8en Februari. De brief draagt blijken van eene opgewondenheid, die aan zinsverbijstering doet denken. De vraag is of de brief echt, dan wel eene poging is om de politie op een dwaalspoor te brengen. De Belgische liberalen munten niet altijd door handigheid uit. Onder de wijzigingen, door hunne dagbladen voorgesteld in het kieswetsontwerp, be hoorde ook deze van op de stembiljetten de candida- ten der verschillende partijen te vermelden in afzon derlijke kolommen, welke door lijstjes van bijzondere kleur van elkander gescheiden zouden worden. De kiezer had dan van die gedrukte namen slechts diegene door te schrappen welke hij niet ver koos en de overblijvende was de man zijner keuze. Dit denkbeeld vond bijval. Toen nu voorgesteld werd voor de onderscheidingskleuren die der Bel gische vlag te nemen had niemand, ook geen libe raal, daar iets tegen. Nu zijn die kleuren echter, zooals men weet, rood, geel en zwart. De minister heeft in zijn ge wijzigd wetsontwerp het zwart aan de katholieken en het rood aan de liberalen toegedeeld. Vandaar groote ontsteltenis. Dat de katholieken met zwart worden aangeduiddaar verklaart de Etoile Beige niets tegen te hebben; maar dat de liberalen rood zullen heeten, tot welk een misverstand kan dat geen aanleiding geven! En welk eene verbitte ring zal het niet aan den partijstrijd geven, indien de twee kampen tegenover elkander komen te staan als het zwart tegenover het rood! De minister zal dus naar nieuwe kleuren moeten uitzien. Hij dient echter, wil hij 't allen naar den zin maken, ook wel een oogheelkundige inspectie aan de stemming te doen voorafgaan. Een kiezer tochdie aan kleurenblindheid leedzou zich leelijk kunnen vergissen. Naar thans gemeld wordtzal de zaak van 't Kint de Rodenbeke in het derde kwartaal dezes jaars voor het Belgische hof van assisen kunnen komen. Wat het proces-Langrand-Dumonceau betreft, hiervan is nog steeds het einde niet te voorzien. De rechterlijke macht in België verloo chent in deze zaken de traditioneele langzaamheid der sancta justitia niet. Het is te hopen dat zij ten slotte niet blijken zal op den koop toe ook nog blind te zijn geweest. Te Brussel is zekere Thomas van der Pluijm, oud 40 jaren, aangehouden als werver voor het Nederlandsch-Indische leger. Hij had herhaalde lijk getracht politie-agenten om te koopen, teneinde in het bezit gesteld te worden van certifica ten met het stempel van het commissariaat van politie. Ook wordt hij beschuldigd valsche certi ficaten vervaardigd te hebben. Een groot aantal gehuwde mannen moeten door deze middelen zich hebben laten aanwerven, terwijl hun gezin in ellende achterbleef. Te Couilet, nabij Charleroi, is een arbeider van armoede gestorven. Hij bezat geen middel van bestaan en teneinde het weinige brood dat hij nog in huis had voor zijne vrouw en zijne zes kin deren over te laten, had hij zich gevoed met beet wortelen. Dat onverteerbare voedsel heeft hem den dood berokkend. Door een gevoel van over dreven trots had hij zijne toevlucht niet willen nemen tot de liefdadigheid van anderen. Ter provinciale griffie van Zeeland liggen ter lezing de voorwaarden waarop door den directeur der artillerie stapel- en constructiemagazijnen te Delft op den 27«u Februari a.zal worden aan besteed de levering van 50000 kilogram messing- plaat, dik 0,002 meter.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 2