N°. 86. 120® Jaargang, 1877. Maandag 12 Februari. Dit blad versohynt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/'m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiêni 20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,501 iedere regel meer t 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.^ Hoofdagent Voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laïfitk C°. te Brussel en Parijs. Middelburg, 10 Februari. FEUILLETON. EERSTE DEEL. gewichtige plannen. MIDDELBURG Door burgemeester en wethouders van Middelburg wordt het volgende bekend gemaakt: Gemeente-Belastingen. Suppletoir kohier n° 2 voor de plaatselijke directe belasting op de inkomsten over 1876. De burgemeester en wethouders van Middelburg maken bekend dat het suppletoir kohier n° 2 voor de plaatselijke directe belasting op de inkomsten over het jaar 1876, waarvan de heffing is goedgekeurd bij kon. besluit van den 23en December 1871, n° 31, en van den 10en December 1875, ingevolge art. 264 der gemeentewet, voorloopig door hen is vastgesteld en gedurende veertien dagen, aanvan gende Maandag den 5en Februari a., voor een ie(ier op de gemeente-secretarie zal zijn ter lezing nedergelegd en aldaar in druk verkrijgbaar gesteld, tegen betaling van 10 cent per exemplaar. Middelburg, den 5en Februari 1877. De burgemeester en wethouders voornoemd, (Get.) SCHORER. De secretaris (Get.) G. N. DE STOPPELAAR. Een periodiek onderzoek van het gezichtsver mogen der spoorwegbeambten is in het belang der algemeene veiligheid zeer noodzakelijk, gelijk door bevoegde oogheelkundigen herhaaldelijk aan getoond is. In overeenstemming hiermede is door den directeur-generaal der maatschappij tot Exploi tatie van staatsspoorwegen bepaald dat al het trein- en wegpersoneel dier maatschappij opnieuw aan eene keuring zal onderworpen worden. Die keuring zal, voor zooveel het personeel der Zeeuw- sche lijn betreft, geschieden door dr. A. P. Fokker, geneesheer te Goes. Aan het personeel der Maatschappij tot exploi tatie van staatsspoorwegen is medegedeeld, dat als feestdagen, bedoeld in artt. 55 en 58 van het algemeen reglement voor het vervoer op de spoorwegen, te beschouwen zijnNieuwjaarsdag, Paaschmaan dag, Hemel vaartsdag, Pinkstermaandag, Kerstmis, Goede Vrijdag, Maria Hemelvaart, Aller heiligen en Allerzielen. De hier bedoelde artikelen hebben betrekking op het aannemen, afgeven en verzenden van ge wone vrachtgoederen. Daar in het reglement ge sproken wordt van „Zon- en algemeene erkende Christelijke feestdagen", heeft de directie aan hare feestdagen eene met dit reglement strijdige uit breiding gegeven, welke althans in streken waar 30. Naar het Engelsch van mevrouw Henry Wood. Hoofdstuk XI. Vervolg). Frank had haar openhartig alle bij zonderheden van zijn bezoek op Lentelust verteld: waarom hij er heen was gegaan en wat de uitslag was ge weest, namelijk dat de majoor hem verzekerd had, dat hij krachtens mevrouw Atkinson's testament eene belangrijke som zou erven. Tot op dit oogenblik droeg Frank nog niet ten volle kennis van de verandering die zich bij mevrouw St. Clare had voorgedaan, want Margaret had uit een gevoel van kieschbeid geen gewag tegen hem gemaakt van hetgeen er omtrent den Arendshorst was voorgevallen. „Mama denkt dat gij niet bemiddeld genoeg zijt om te trouwen," was het eenige wat zij gezegd had en die korte verklaring had zij nog stamelend afgelegd. Doch met al de welsprekendheid, waarover hij te beschikken had, verklaarde hij nu aan Margaretde tijd kon niet ver meer verwijderd zijn, dat hij bemiddeld genoeg m wezen. de meerderheid der bevolking niet katholiek is, aanleiding tot onnoodige vertraging zal geven. Bij den raad van state, afdeeling voor de geschillen van bestuur, is Woensdag o. a. ingeko men eeu koninklijk besluit, houdende beschikking op het beroep, ingesteld door het bestuur van den polder St. Jansteen, tegen een besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 4 Februari jl., n° 15, houdende beslissing van zijn geschil^ met den polder de Clinge over de kosten van den onderhoud van een watergang. Het besluit van gedeputeerde staten is vernietigd. Volgens bevel van den geheimen raad privy council) van Engeland mogen vee, schapen en geiten uit Nederland niet anders ontscheept worden dan te Glasgow, Goole, Grimsby, Hartlepool, Hull, pLittle-hamptonLonden, Middlesborough, New castle aan de Tyne, Plymouth, North-Shields, Southampton en Sunderland, en moeten zij binnen tien dagen na de ontscheping geslacht worden. Men schrijft ons uit Zierikzee van den 9en dezer Onder voorzitting van den heer E. Snellen werd heden avond alhier eene bijeenkomst gehouden ter bespreking van middelen om het misbruik van sterken drank tegen te gaan. Niet omdat men hier een steviger borrel drinkt dan elders, maar om óf door zich aan te sluiten aan den Multapa- tiorsbond, öf door het oprichten eener plaatselijke vereeniging, deze echt Nederlandsche kwaal te helpen bestrijden. Een tweehonderdtal personen, uit alle rangen en standen, woonden deze vergadering bij, waarop, na het benoemen van drie commissiën om over even zooveel gestelde punten rapport uit te brengen, en na eene veelzijdige beraadslaging, besloten werd om vóór Paschen eene tweede bijeenkomst te houden. Op deze zullen dan de verlangde rapporten uitgebracht en besloten worden of men zich met genoemden bond vereenigen of zelfstan dig optreden zal. De heer Bichon van IJsselmonde heeft eene afzonderlijke nota over het schoolwetsontwerp aan de tweede kamer ingediend. De heer de Jonge is waarschijnlijk door dezelfde ongesteldheid, welke hem den 7en dezer belette aan de gemeenteraads vergadering te Zierikzee deel te nemen, verhin derd zijn gevoelen te doen blijken omtrent de collectieve nota, door de meerderheid zijner geest verwanten onderteekend. Vele zijner kiezers zul len ongetwijfeld met belangstelling nadere inlichting omtrent dit punt tegemoet zien. Daar het afdeelings-onderzoek der schoolwet Maandag nog niet zal zijn afgeloopen, wordt op dien dag geen openbare zitting der kamer ge houden. Het „zoogenaamde" recht van antwoord van den heer Haffmans, om hiermede het kamer- nieuws voor heden te besluiten, is in de atdee- lingen algemeen ongunstig ontvangen. Wat een wonder „Denkt ge dat ook niet, Madeliefje," vroeg hij, „als ik bij een dokter van naam te Londen kom, waar ik tijdelijk voor mijne diensten goed betaald wordt en het vooruitzicht heb om over een niet al te langen tijd zijn compagnon te worden? Ik zou dan voor een aardig huisje, voorzien van alle gemakken, zorgen. Een rijtuig zouden wij niet houden en ook niet op grooten voet leven, want dat zou ik in den beginne niet kunnen betalen; maar wij zouden een gelukkig leventje leiden en op betere tij den wachten." „O ja," fluisterde Madeliefje, die hij zich zelve dacht dat het een Paradijs zou zijn. „Als ik dit nu alles eens zoo uitlegde aan uwe moeder „Dat zou niets baten, zij zou er niet naar luis teren," viel Madpliefje hem in de rede: „Ik heb u niet alles verteld wat zij zeide, want ik zou dat niet gaarne willen doen. Maar van éene zaak kunnen wij verzekerd zijn, namelijk dat zij nim mer, neen nimmer hare toestemming zal, geven." „Maar zij moet die geven, Madeliefje. Denkt zij, dat wij van elkander zouden afzien? Wij zijn geen kinderen waar men meê spelen kan, en die men zonder reden of oorzaak van elkander kan verwijderen." „Binnen kort ik weet niet hoe kort is mama voornemens dit huis te sluiten en met Lydia en mij naar Zwitserland en Italië te gaan. 't Kan jaren duren eer wij terugkomen, jaren op jaren. Als het gebeurt ben ik haast zeker, dat ik u nimmer zal weerzien." De Staats-courant bevat een kon. besluit van den 5en dezer (Stbl. n°. 19) betreffende de rob benvangst. Het doodeu en vangen van robben wordt daarbij verboden vóór den 3ea April van elk jaar, tnsschen 67 en 75 graden Noorderbreedte en 5 graden Ooster en 17 graden Westerlengte, gerekend van Greenwich. De Staats-courant bevat een koninklijk besluit van den 3en dezer (Stbl. n° 17) houdende nadere bepalingen tot beteugeling der longziekte onder het rundvee. Die bepalingen luiden als volgt Artikel 1. Zoodra een stuk rundvee door long ziekte is aangetast, is de eigenaar, houder of hoeder verplicht al het rundvee, hetwelk dien ten gevolge in verdachten toestand is geraakt, door een geëxamineerden veearts te doen inenten, indien de burgemeester dit beveelt. De burgemeester wintalvorens dit hevel te geven, het advies van den districts-veearts in. Ter voldoening der kosten van door den burge meester bevolen inenting, zal voor elk rund de som van vijftig centen uit 's rijks schatkist wor den uitbetaald. Indien geen geschikte entstof voorhanden is, ter beoordeeling van den districts-veearts, verleent de burgemeester uitstel der inenting, tot dat die stof aanwezig is. De districts-veearts voorziet den veearts,, met de inenting belast, zoodra mogelijk van goede, entstof. Voldoet de eigenaar, houder of hoeder niet aan stonds aan de in dit artikel hem opgelegde ver plichting, dan geschiedt de inenting door de zorg van den burgemeester, onverminderd de tegen den nalatige in te stellen strafvervolging. Artikel 2. Indien van longziekte verdacht rund vee in de weide niet voldoende kan worden afge zonderd, ter beoordeeling van den districts-veearts, moet het, onder de op advies van dezen door den burgemeester te bepalen voorzorgen, naar een stal of ander gebouw worden vervoerd en aldaar af gezonderd blijven tot na afloop van den termijn, vermeld in art. 5 van het koninklijk beshritvan 30 October 1872 Stbl. n°. 105 (drie maanden.) Nopens den stand van den Duitsehen vee handel schrijft men ons 't volgende „De handel in fokvee, vroeger reeds zeer be- „Gij spreekt er kalm over, Madeliefje, alsof het n genoegen deed." Kalm, alsof het haar genoegen deedToen hij op haar neêrzag ontmoette hij haar verwijtenden blik en zag hij de plotselinge tranen, die zijne woorden in haar oog hadden doen opwellen. „Wat moeten wij dan doen, lieveling!" riep hij uit. „Gij kunt niet met de anderen naar het buitenland gaan gij moet in Engeland big ven." „Hoe zou dat mogelijk zijn stamelde zjj. „Ik heb niemand bij wie ik in huis zou kunnen gaan, geen familie of kennissen. En al had ik die, mama zou mij toch niet bij hen laten." „Ik wenschte dat ik op staanden voet met n kon trouwen," zei de onnadenkende Frank, meer aan de inspraak van het oogenblik lucht gevende, dan in werkelijkheid meenende wat hij zeide. Madeliefje zuchtte en vleide haar gelaat tegen zijn arm. En zoo, van het eene woord in het andere komende, begonnen heiden te gelooven, dat dit nog de beste uitweg zou zijn. De liefde is blind en hare bewijsredenen, ofschoon zij goeden grond schijnen te hebben, zijn zeer bedriegelijk. Binnen weinige oogenblikken hadden zij de over tuiging, dat een onverwijld huwelijk, zoo stil mogelijk aangegaan, het eenige middel was om hen van het verderf te redden, of met andere woorden om hen voor elkander te bewaren, 't Was in hun oog het beste, wat zij in hun rampspoedig lot konden doen. „Hoe spoediger het gedaan is hoe heter, Made liefje," riep Frank uit, die het denkbeeld weêr perkt, zal tengevolge van al de ongunstige om standigheden zoo goed als lam komen te liggen. In Neumark, Posen, Silezië en het groothertogdom Baden heerscht de longziekte; het miltvuur en het klauwzeer in de omstreken van Dantzig en elders. Voeg daarbij de veepest, die wel officieel voor dood verklaard is, doch een grooten angst onder veehouders en handelaren heeft verwekt, en de factoren zijn genoemd. In fokvee is dus nog geenerlei omzet; de bestellingen voor de voorjaars leveringen zijn, in vergelijking van vroegere jaren, niets beteekenend. Men begint, met het oog op Rusland en Nederland, meer en meer in te zien dat het zeer gevaarlijk, ja onverantwoordelijk is om vee te koopen uit besmette streken." UD.) Daar het bij de tweede kamer aanhangige ont werp van wet op het zegel ook bij onze kamer van koophandel een punt van bespreking heeft uitgemaakt, achten wij het niet ondoelmatig van het aan de staten-generaal over dit onderwerp ingediende adres der Rotterdamsche kamer van koophandel hier eenige hoofdpunten te laten volgen (ontleend aan de N. Rott. ct. van Donderdag jl.) Na eenige algemeene aanmerkingen laat de kamer de volgende bedenkingen over de onder- deelen van het wetsontwerp volgen Bedrag van het recht. V, pet. is niet laag te noemen; moesten daar mede belast worden alle binnenlandsche transac tiën, zoo zou het bepaald drukkend zijn. In den groothandel vergenoegt men zich dikwijls bij com p- tante zaken met een commissie van V, pet. of lager, en een recht van 10 pet. of meer (zooals 7, pet. zou wezen) op die commissie is te hoog. Bij transactiën in effecten zou dat recht nog veel drukkender zijn. Alleen bij transactiën op lan- geren termijn wordt in den regel een grootere marge van winst genomenalleen op die transac tiën moest dns het recht drukken. Zooals het ontwerp luidt, zal men de transactiën voor geleverde goederen op de plaats zelve verre kenen door een quitantie, met een vast recht van 5 cent. Woont nu echter de kooper op een andere plaats, en rekent men af door een assignatie, dan zou men 7» pet. moeten betalen. Comptante posten of betalingen voor welke niet op tijd getrokken wordt, zullen dus in den regel verrekend worden, ook al woont de kooper buiten de stad, niet door assignatiën, maar door quitantiën. De staat zal dus uit dien hoofde niets van belang innen in den vorm van wisselzegel, maar waarom behoeft de staat dan de wet aldus te maken, en waarom wordt niet bepaald: „Wissels, hetzij binnenlandsche, hetzij buiten- landsche, op het binnenland, op vertoon betaal baar, betalen een vast recht van 5 cent. met zijne karakteristieke haastigheid had aangevat, „Ik zou morgen zeggen, als ik het tronwbiljet al had, maar dat moet ik mij eerst verschaffen. Ik hoop, dat uwe moeder er niet al te boos over zal zijn." Madeliefje had den blik niet opgeslagen, maar zich des te vaster aan zijn arm geklemd. Nu fluisterde zij. „Mama heeft gezegd, dat zij, als ik met n trouwde, hare handen van mij zou aftrekken." „Heeft zij dat gezegd? Werkelijk? Wel, Made liefje, dan moet zij zelve ingezien hebben, dat dit onze beste en eenige uitweg is. Ik beschouw het bijna als eene toestemming." „Meent ge dat inderdaad?" „Zeker! Hoe goed van haar, zóo te spreken!" Terwijl een blosje haar gelaat kleurde, hervatten zij onder een ernstig gesprek bij de grauwe avondschemering hunne wandeling tusschen het geboomte. Nadat de hoofdzaak vastgesteld was, moesten de middelen van uitvoering worden besproken. Frank had den arm om haar middel geslagen en hare hand rustte in de zijne. „In onze eigene kerk te Trennach zal 'thet veiligst en het best zijn, Madeliefje, en men kan daar ook het gemakkelijkst komen" sprak hij. „Gij kunt er vroegtijdig heen gaan, laten wij zeggen acht uren. Niemand zal hier in huis dan nog op de been zijn en ik denk dat ge ook onder weg niemand zult ontmoeten. Ge weet dat de weg eenzaam is, 't zij ge den grooten weg volgt of over de Kale Vlakte gaat." Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1