Telegraphische berichten.
Benoemingen en besluiten,
0 n d e r w ij s,
Kerknieuw s.
Marine en leger,
Kunstnieuws,
Rechtzaken,
volks noodig om ons te voeren tot die ideale
politiek, waarvan wij gisteren het door den
schrijverJ ontworpene*/' schoone beeld lieten
zien.
Voor het oogenblik echter, vergeten wij
het niet, isjle^toekomst zeer donker. „De
egoïstische politiek is te diep geworteld. De
idealistische te weinig voorzichtig om te
kunnen regeeren." Over deze uitspraak en
over het geheel dezer brochure nog een en
ander in ons volgend opstel.
i «fel i i J3E
Wegens gemis aan plaatsruimte, in verband met
het gevorderde uur waarop de zitting geëindigd
is, moeten wij ons voor heden ten aanzien der
heden namiddag gehouden vergadering der kamer
van koophandel en fabrieken albierjbepalen tot
de mededeeling, dat door tusschenkomst van den
commissaris des konings in Zeeland een antwoord
van den minister van binnenlandsche zaken is
ontvangen op dedoor de kamer ingebrachte bezwa
ren tegen de dienstregeling en de late aankomst
der treinen van de staatsspoorwegen. Volgens
dit antwoord zou nn reeds in het algemeen verbete
ring in den bestaanden toestand gebracht zijD, terwijl
de ingebrachte bezwaren een punt van ernstige
overweging hebben uitgemaakt. Door dit antwoord
volstrekt niet bevredigd, heeft de kamer besloten
dit aan den minister te kennen te geven, doch
tevens aan de leden van de tweede kamer een
afdruk toe te zenden van het oorspronkelijk adres,
onder bijvoeging van het thans aan den minister
te richten antwoord, met verzoek om hare tus
schenkomst te willen verleenen tot wegneming
der bestaande billijke grieven.
Onlangs werd in eenige bladen het bericht ge
lezen (vermoedelijk uit een Antwerpsch blad over
genomen) als zoude zich een IN ederlandsche
loods, aan boord van een schip van Vlissingen
naar Antwerpen, schuldig gemaakt hebben aan de
ontvreemding vaneene som van 150, van den gezag
voerder, waarvoor hij te Antwerpen terecht staat.
Tot verbetering van dat bericht kan dienen, zoo
mede ook tot zuivering van een blaam op het
Nederlandsehe loodswezen te Vlissingen, dat het
feit volstrekt niet het Nederlandsehe loodswezen,
noch te Vlissingen, noch te Antwerpen aangaat,
maar een zoogenaamden binnenloods betreft van
Dordrecht, welke een Keulschen aak van daar
naar Antwerpen heeft begeleid.
Het gisteren medegedeelde telegram uit Atchin,
gedagteekend 31 Januari jl., wordt in de Staats
courant van heden als volgt opgegeven:
„De bij Koerong-Eaja gedebarqueerde kolonne
trok, zonder tegenstand te ondervinden, over het
gebergte dat tussehen genoemden riviermond en
Kwalla Loe tot aan zee uitloopt, en vereenigde
zich in den morgen van den 28 Januari met de
kolonne van kolonel van der Heyden. De reeds
by den vijand ontstane paniek werd daardoor
aanmerkelijk vermeerderd. Geheel Lamnga werd
den 29®n Januari verlaten gevonden en daarop
bezet. Den 30" werd opgerukt naar Lambada,
de voornaamste versterking van Toekoe Paija,
.waar vroeger het 8e bataljon het hoofd stootte.
Deze versterking werd na hevigen tegenstand ge
nomen en bezet, waarbij 12 stukken geschut ver
overd werden. Van onze zijde telde men 4 ge
sneuvelden en 10 gewonden. De gezondheidstoe
stand was gunstig.
In de Staats-eourant van heden komt weder
eene nominatieve opgave voor van Europeesche
militairen, overleden na evacuatie uit Atehin,
voor zoover daaromtrent tot den 30" December jl.
by het departement van oorlog in Ned. Indië
bericht was gekomen, te weten: V. J. Thirion,
geb. te Mormont, en J. F. de Mijttenaere, geb. te
Brugge, fuseliers; P. F. Stoop, geb. te Lokeren,
kanonnier 2' kh; H. Draaitma, geb. te Leeuwar
den, korporaal; D. Nieubuur, geb. te Dantuma-
woude, sergeantN. J. Wilkin, geb. te Andrimont,
kanonnier 2' kl., en A. Kerkvoorde, geb. te Gent,
fuselier.
De Staatscourant van heden bevat de wet van
den 22™ Januari jl., Staatsblad n" 9, houdende
definitieve vaststelling der koloniale huishoudelijke
begreoting van Suriname voor het dienstjaar 1877.
Bij de vergadering der tweede kamer op gis
teren was ook dr. A. Kuiper tegenwoordig, die van
verschillende zijden met zijn aanvankelijk herstel
geluk gewenscht werd.
Uit goede bron verneemt Het Vaderland, dat
onze regeering thans werkelijk heeft besloten den
te Amsterdam resideerenden consul-generaal van
de Kerkelijken staat niet langer te erkennen.
De bevolking van ons land is,hiykens de door
het departement van binnenlandsche zaken uitge
geven statistiek, sedert de jongste volkstelling op
1 December 1869 belangrijk toegenomen. Zg be
droeg toen 3,579,529 zielen en op 1 Januari 1876
8,809,527, waarvan 1,884,417 van het mannelijk
en 1,925,110 van het vrouwelijk geslacht.
Het cijfer der geboorten vermeerdert jaarlijks;
dat der overledenen liep sinds 1871 merkelijk
terug. Het getal huwelijken neemt trapsgewijs
toe, dat der huwelijksontbindingen blijft stationair;
in het getal der eerste huwelijken (jonkmans en
jonge dochters) is toeneming ten opzichte der an
dere huwelijken te bespeuren.
Wat de sterfte betreft is 1871 het ongunstigste
1874 het gunstigste geweest. Het aantal wettige
en onechte geboorten verhield zich als volgt: 1870
op iedere 10,000 geboorten 361 onechte; 1875 op
iedere 10,000 geboorten 329 onechte.
Het zilver kan nog maar niet tot rust komen. De
rijzing der laatste weken is thans weder dooreen
daling gevolgd. Er was in het begin der vorige
week weinig handel, tot onveranderde prijzen, maar
nadat de prijs, waarvoor de regeeringswissels voor
Indië geplaatst waren, bekend was geworden, zou
het niet mogelijk zijn geweest dan tegen aanzien
lijk lageren koers te verkoopen. Daar de behoeften
voor Britsch-Indië echter in deze week minder zijn,
is de markt niet aanmerkelijk gedaald. De aan
voer uit West-Indië werd voor 57) pence verkocht,
i p. lager dan de vorige noteering. De invoer
was van 2431 Januari 366,000 p. st., de uitvoer
758,330 p. st. Duitschland bracht weder voor
65,000 p. st. aan. {EU.)
i t
De algemeene vereenigde commissie voor den
watersnood, te Amsterdam, wier werkkring eerst
in December was afgeloopen, is gisteren opnieuw
bijeengekomen en heeft zich als vroeger gecon
stitueerd. Het secretariaat wordt waargenomen
door den heer mr. E. van Eees, Keizersgracht 82.
De commissie heeft de administrateuren van het
watersnoodfonds gemachtigd een gedeelte van het
op het grootboek ingeschreven kapitaal af te
schrijven. In deze afschrijving vindt de commissie
de middelen om althans voorloopig in den nood
te voorzien, die door de stormvloeden van 30 en
31 Januari is ontstaan.
Hen schrijft ons uit Zierikzee, 5 Februari 1877
De hier gevestigde afdeeling van „Volksonder-
wgs" vergaderde heden avond tot het bespreken
van het schoolwet-ontwerp het jongste vernuftige
wetgevende weefsel des heeren Heemskerk en
waarschijnlijk bestemd om zijn ministerieel leven
als lijkkleed te dekken.
Het zalzooals we even vóór de opening der
vergadering vernamen, nog vóór de behandeling
der rechterlijke wetten in de afdeelingen worden
onderzocht.
Zooals de voorzitterde heer Heijse bij wijze
van inleiding zeidelag het natuurlpk niet op
den weg der vergadering, ofschoon hy niemand
den pas wilde afsnijdenom het geheele ontwerp
te besprekenmaar alleen om eene veelzijdige
discussie te voeren over de voornaamste punten.
De totaalindruk, dien het op hem gemaakt had,
was dat het voor de vereeniging Volksonderwijs
onaannemelijk is. Enkele artikelen beoogen wel eene
verbetering van het bestaande, doch die verbete
ringen zijn van te ondergeschikt belang raken te
weinig de hoofdzaak. Het laat te veel leemten,
te veel te wensehen en komt te zeer tegemoet
aan het verlangen der cleriealen. Achtereenvol
gens ontvouwde hij daarop kort en juist de hoofd
gebreken die het ontwerp naar zijne overtuiging
heeft, als daar zijnhet bestendigen van bestaande
leemtende onvoldoende gelegenheid tot opleiding
het handhaven der kweekelingenhet dragen der
onderwijskosten door de gemeentenhet gebrekkige
schooltoezicht; het reeds beruchte artikel 16: het
inbrengen van bezwaar tegen de schoolboeken, en
meer andere haken, geschikt om het ontwerp
Heemskerk aan op te hangen.
Uit de beraadslagingen, die hierop tussehen ver
schillende leden ontstond, bleek het dat de voor
zitter bq de ontwikkeling zijner bezwaren, aan vele
van die der aanwezigen vorm en leven had gegeven.
Het kan natuurlijk de bedoeling niet zijn de dis
cussion hier weer te geven. Duidelijk was het
dat niemand de aanneming der wetsvoordracht
wenschelijk achtte, tenzij het gemetamorphoseerd
werd gelijk de wet op het hooger onderwijs, en
in dit geval mocht men toch zeker verwachten
dat het óf door de regeering zou worden ingetrok
ken óf door de tweede kamer verworpen.
Of de afdeeling zelfstandig zou optreden en zich
bij adres tot de tweede kamer wenden, of slechts
hare grieven en wensehen aan het hoofdbestuur
zou meêdeelenwas niet zoo spoedig beslist. Wel
gaf men te kennen dat de afgevaardigde, die van
wege de afdeeling de te honden vergadering van
de Vereeniging Volksonderwijs zon bijwonen ter
behandeling van het wetsontwerp in zijn geheel,
de nn besproken denkbeelden zou trachten ingang
te doen vinden, doch daarmee was nog niet be
sloten wat we nu zouden doen.
Toen na eenige bespreking een der leden zeide,
dat de tweede kamer onmogelijk al de adressen
kan lezen, en zeker niet die welke tegen het
schoolwetontwerp zullen inkomen, en de meeste
ongelezen hun graf op de griffie vinden, werd de
door den voorzitter gestelde motie om den volgen
den brief aan het hoofdbestuur te richten met
algemeene stemmen aangenomen
„De afdeeling Zierikzee der vereeniging Volks
onderwijs geeft te kennen dat eene breede discussie
in eene op heden avond gehouden vergadering ter
bespreking van het wetsontwerp van den minister
Heemskerk, betrekkelijk het lager onderwijs, haar
geleid heeft tot de overtuiging dat de leemten van
dit ontwerp zeer belangrijk zijnde verbeteringen
van zeer ondergeschikt belang; en de inwilliging
van de eischen der cleriealen bedroevend duide
lijk is.
„Eedenen waarom zij u verzoekt op eene spoedig
bijeen te roepen algemeene vergadering der ver
eeniging Volksonderwijs een adres in dezen of
soortgelijken geest te ontwerpen en op te zenden
aan de tweede kamer."
Van de vereeniging Volksonderwijs mogen we
billijk verwachten, dat zij nu vooral zal toonen
dat zij niets verloren heeft van die jeugdige fris-
sehe kracht, waarmee zij is opgetreden, en voor
eenigen tijd den stroom van schoolverzuimstaten,
die met „gebruiksaanwijzing," alsof het Holloway -
pillen zijn, van haar is uitgegaan, zal doen ophou
den te vloeien. Ieder is overtuigd dat het school
verzuim bestaat, dat het zelfs groot, ja veel te
groot is, doch of we nu weten dat het 7j-, 7J
7f, 8 of andere percenten beloopt, dat kan de
meesten weinig en mij in het geheel niet schelen."
staats-commissiek. Herbenoemd tot lid, tevens
voorzitter, der commissie belast met het afnemen
der examens voor de aanstelling van leerling-con
suls mr. J. P. E. Tak van Poortvliet, lid van de
tweede kamer der staten-generaal.
spoorwegen. Op verzoek eervol ontslagen, met
1 Maart a., A. J. Stal uit zijne betrekking van
rijks-opziener op de spoorwegdiensten 3» klasse.
marine. Op verzoek eervol uit den zeedienst
ontslagen, met den 10" dezer, de luitenant ter zee
le kl. C. L. van Woelderen, en met ingang van
den 11" dezer bevorderd tot luitenant ter zee
le kl. de luitenant ter zee 2e kl. J, A. Willink
Ketjen.
De oprichting der kweekschool voor onder
wijzers te Doetinchem, als een gedenkteekeu ter
nagedachtenis van mr. Groen van Prinsterer, is
door de ontvangen bijdragen verzekerd. Men heeft
plan 1 Maart a. met het bouwen te beginnen.
Intusschen worden meer giften gevraagd voor de
voltooiing van het werk, dat men wenscht te doen
komen ten voordeele van het Christeiyk onderwijs,
niet alleen hier te lande, maar ook in Indië.
De heer Knottnerus, predikant bij de N. H.
gemeente te 's Hage, heeft voor het beroep naar
Amsterdam bedankt.
De luitenant ter zee 2e kl. O. J. Damme, die
nende aan boord van Zf. M". wachtschip te Helle-
voetsluis, wordt met 1 Maart a. overgeplaatst in
de rol van dat te Willemsoord.
Gisteren, op den sterfdag van Vondel
(1679) werd an den voet van het gedenkteekeu
voor onzen „vorst der dichters" in het Vondelspark
te Amsterdam door prof. Alberdingk Thijm een
krans van voorjaarsviolen neergelegdwelke
mevrouw Lina Schneider, Vondel's trouwe ver
eerster en vertaalster, tot dat einde nit Keulen
overgezonden had. Ook vele andere stadgenooten
van den grooten dichter bevonden zich op dezen
heriDneringsdag nabij zijn beeld.
In de openbare terechtzitting van het kanton
gerecht te Middelburg van Maandag den 5"
Februari 1877, zijn de navolgende veroordeelende
vonnissen uitgesproken
1 wegens het als tapper niet sluiten zijner tap
perij, niettegenstaande het vanwege den burge
meester bevolen waste Middelburgveroordeeld
in eene geldboete van vyf gulden of 1 dag gevan
genisstraf;
8 wegens het, niet in eene tapperij inwonende,
aldaar gezamenlijk aanwezig blijven na de bevo
len sluitingte Middelburg veroordeeld ieder in
eene geldboete van drie gulden of 1 dag gevan
genisstraf voor ieder hunner;
2 wegens dronkenschap te Domburgieder in
eene boete van vijf gulden of 1 dag gevange
nisstraf
1 wegens het zonder schriftelijke vergunning
van burgemeester en wethouders of van den
gemeentebouwmeester in gebruik nemen van ge
meentegrond tot het leggen van steenen, te Mid
delburg, in eene geldboete van drie gulden of 1
dag gevangenisstraf;
1 wegens dronkenschap te Middelburgin eene
geldboete van een gulden of 1 dag gevangenis
straf, en allen in de kosten van den processe.
Met het onderzoek van het wetsontwerp tot
herziening der wet op bet lager onderwijs zal
morgen in de afdeelingen der tweede kamer een
aanvang gemaakt worden.
Benoemd tot ontvanger der directe belastingen,
in- en uitgaande rechten en aceijnsen: teNieuwer-
kerk, J. J. H. Quaedvlieg, thans te Tubbergen
te Aardenburg, C. L. Kleinthans te Asten.
Blijkens een heden ontvangen telegrafisch bericht
betreffende de krijgsverrichtingen te Atchin is de
kustlijn KwaloeloeLamngaLambeda genomen,
waarbij drie schoeners met 22 stukken geschut,
benevens veertien vaten patronen enz. zijn buit
gemaakt.
De fraaie betimmering der groote zaal van het
gebouw der vroegere sociëteit „de Vriendschap,"
in de Lange Noordstraat alhier, bestaande uit
paneelen van Chineeseh lakwerk, gevat in lijsten
van verschillende kostbare Indische houtsoorten,
is gisteren aan een Haagsch liefhebber verkocht
voor de som van f 6000.
Gisteren passeerde te Vlissingen het stoomschip
Nederland, varende tussehen New-York en Ant
werpen. By het aanbreken van den dag vermiste
men een der passagiers, die naar men aan boord
uit de ingewonnen berichten scheen te moeten
opmaken, op de hoogte van Ostende, van een
zwemgordel voorzien, over boord gesprongen
moet zgn.
Het Engelsehe driemastsehip Hawkeshnry,
van San Francisco naar Antwerpen bestemd, kwam
gisteren avond uit zee terug, voor Vlissingen ten
anker. By het vastmaken der zeilen viel een der
matrozen uit de groote ra op het dek, waardoor
hg zwaar gekneusd werd.
TeKapëlleis een driejarig kind, dat door de
moeder met de andere kleinen alleen gelaten werd,
door de uitslaande vlam van den kachel in brand
geraakt. Een voorbijganger gelakte het de vlam
men uit te dooven, doch het kind is deerlijk gewond.
In de vorige week had, bij het terugkeeren
eener bruiloft van 's Heer Arendskerke een onge
luk plaats.
De zoon van den landbouwer G., den wagen
waarop het jeugdig echtpaar gezeten was, willende
voorbij rijden, had het ongeluk zich te na aan
den kant te wagen, waardoor het gerij waarin
8 a 9 personen zaten omkantelde en in een
diepe sloot terecht kwam. Met het verlies van
eenige gouden en zilveren sieraden en kleeding-
stukken kwam men', door een gat in de kap van
den wagen te snijden, met een nat pak vrijuit
gezonderd een der meisjes, die tengevolge daarvan
nog steeds haar bed moet houden.
Omtrent het vergaan der stoomboot Willem
III vinden wij nog het volgende in de N. G. Ct.
De stoomboot is Dinsdag middag te twee uren
van Sneek vertrokken met 72 passagiers; hiervan
gingen er door angst gedreven wegens het noodweer
te IJlst en te Heeg af 26, zoodat er, toen de
boot zonk, 46 man aan boord bleven.
De boot zonk doordien de luikjes (glazen) in
de kajuiten verbrijzeld werden en het water bin
nen stroomde. Keeds was men het Hegemermeer
bijna over, toen het roer onklaar werd; de kapitein,
die het anker wilde doen uitwerpen, werd door
eenige andersdenkenden met kracht daarvan terug
gehouden.
Het onheil had plaats kort bg Hemelen. Schip
per Gooi, de vader van den stuurman, gelukte het
eerst des Woensdags morgens de hall gezonken
boot te bereiken; de nog levende passagiers, ten
getallen van 29, die tot aan de borst in het water
stonden, kon men toen met alle krachtsinspan
ning op zijn schip overbrengen. De ongelnkkigen,
die zich aan touw en masten in den nacht van
doodelyken angst hadden vastgeklemd, schenen
door verkleuming als daaraan vastgegroeid. Het
aantal der gevonden lij ken bedraagt 17.
De Deensche stoomboot Phönix heeft op
haar reis van Copenhagen naar Antwerpen een
schipgered! Zij heeft te Helle*
voetsluis binnengesleept een door de bemanning
verlaten Fransche schoener, Marguerite genaamd.
Dit vaartuig werd in de Noordzee gevonden, drij
vende op de uit hout bestaande lading, zoo
verzekert de kapitein van de Phönix.
Yan de Vlaardingsche visschersvloot is, naar
men met zekerheid meent te weten, een vaartuig,
de „Prins van Oranje," stuurman Groeneveld,
bemand met 24 koppen, met man en muis vergaan;
terwijl voor het lot van de sloeplogger „Marie"
ernstig gevreesd wordt.
Zondag namiddag heeft zich in de gevange
nis te Zutfen een gedetineerde, die verdacht
werd op een onbezoldigd jachtopziener onder
Buurlo te hebben geschoten, door ophanging van
het leven beroofd, terwijl hij zich alleen in zijn
vertrek bevond, waarin hij was opgesloten. Hij
had daartoe een touw van zijn krib gebruikt en
dit aan een pen van een kapstok bevestigd, welke
pen zoo laag van den grond was, dat de verban -
gene met den strop om den hals, op zijne knieën
leunende, levenloos door den bewaarder der gevan
genis werd aangetroffen, toen hem het avondeten
werd bezorgd. Nadat die beambte het touw van
den verhangene had afgesneden en hem op zijne
krib had gelegd, werd onmiddellijk, maar te ver
geefs, geneeskundige hulp ingeroepen. Ook de
officier van justitie was zeer spoedig in de gevan
genis aanwezig, om in loco onderzoek te doen.
Op de tafel in het vertrek van den gevangene lag
een opengeslagen boek, op welks bladzijde de
lotgevallen van een misdadiger op aandoenlijke
wijze waren beschreven. (Amh. Ct.)