Telegraphische berichten. Benoemingen en besluiten. 0 n d e r w ij s. Kerknieuws. Kunstnieuws. Rechtzaken. kaai, die door het sluiten der sluis gedeeltelijk ledig was; zette vele kelders op de Bierkaai onder water en liep verschillende straten in. Zoo spoedig mogelijk werd hulp aangebracht en belette men het instroomen in de straten, terwijl het vallen van het water weldra de overige bedreigde punten bevrijdde. De bestrating van het plein de Ruiter is zeer beschadigd. Men schrijft ons uit Botterdam: „Het korte telegrafische bericht, dat ik u gisteren zond, kon uit den aard der-zaak slechts een flauwen indruk geven omtrent de overstrooming in den nacht van Dinsdag op Woensdag. Die overstroo ming was geweldig; de vloed steeg hooger dan in de laatste vijftig jaren ooit het geval is ge weest. Vandaar dan ook dat niettegenstaande men in de laatste jaren herhaaldelijk de kaden heeft opgehoogd, zoodat men tegen het water beveiligd meende te zijn, de gansche buitenstad overstroomd werd (de buitenstad noemt men het geheele gedeelte stad tusschen de Maas en den dijk waarop de Hoogstraat gebouwd is). Zóo hoog steeg het water, dat het zelfs in de kelders en laaggelegen keukens van de huizen aan de Zuidzijde der Hoogstraat drong. De Noordzijde van de Blaak, die pas eenige weken geleden op gehoogd is, liep onder. Op een ander punt van de stad voer men met schuitjes over de straat. Zelfs het binnenwater (binnendijks) liep zóo hoog op, dat op sommige punten van den binnensingel de straat blank stond. „Langs alle havens zijn de benedenverdiepingen der woningen vol water geloopen. Zoo ook aan de Boompjes, op de groote Markt, in het Hang, aan de Zeevischmarkt, in de Zijl enz. Allerwege was men heden tot laat in den namiddag met brandspuiten, pompen enz. bezig om het water uit de huizen te halen. Aan het „Steiger" zag men heden ochtend meubelen, huisraad, win kelgoederen enz. op het water drijven. Zeer vele ingezetenen hebben groote schade geleden. Vele koopmans- en winkelgoederen, die in Sous-terreins geborgen waren, zijn bedorven; ook heeft in vele woningen het huisraad geleden. Bij een koopman in gevogelte kwamen vele kippen in het water om. Vele bewoners van kelderverdiepingen moes ten hunne Woning ontvluchtenop enkele punten der stad had de redding van mensc-hen met levens gevaar plaats. „Ook op Feijenoord had men overstrooming. Aan de werken der Rotterdamsche Handelsver- eeniging is tamelijk veel schade toegebrachteene der havens, tot die werken behoorende en die nog droog moest blijven, is vol water geloopen. De kade langs de spoorweghaven is echter boven den 1 vloed gebleven. „Het spoorwegstation aan het Mallegat werd overstroomd en een gedeelte van het spoorweg terrein aldaar is weggeslagen. Door krachtige maatregelen heeft men echter spoedig de gemeen schap hersteld. „Hoogst ernstig was de toestand te Kralingen. Het water der rivier stond daar op sommige punten aan de kruin van den dijk, en er was gevaar voor doorbraak. Zulk een ramp zou onoverzienbare gevolgen gehad hebben. Bezwijkt toch de Kra- lingsche dijk, dan wordt te Rotterdam de geheele binnen- en polderstad overstroomd en kan het water tot zelfs het geheele Westland door worden voortgestuwd. Om 3jr uur in den nacht werd de noodklok geluid, en al wie zich weren kon toog aan het werk, zoowel om den dijk als om de woningen te beschermen, die door het vreeselijk opgezweepte water bedreigd werden. De laagge legen woningen hebben veel geledenuit sommige moesten de bewoners de vlucht nemen. In de stallen stonden paarden en vee tot den buik in het water". geleden eens gelogeerd had, nog niet vergeten hebben. Sedert dien tijd was er veel veranderd. De beide compagnons in de bankzaak, namelijk Timothy en zijn neef (zij waren eigenlijk achter neven), waren beiden dood, en de firma had nu reeds lang Atkinson en Street geheetenwant na den dood der beide deelgenooten had George Atkinson, hun opvolger, zijn eersten bediende, Edwin Street, als lid in de firma opgenomen. Het was geen groot kantoor, zooals ik reeds meed gezegd te hebben; het was eene kleine, maar solide zaak. Edwin Street was er in alle opzichten het hoofd en de ziel van, want George Atkinson vertoefde meestal buitenslands en kwam slechts om de twee of drie jaren eens terug. Hij was rijk genoeg en wilde zich niet met werk belasten. Al ware het kantoor morgen gesloten, hij zou toch geld in overvloed bezeten hebben. Timothy Atkinson had in de laatste jaren zijns levens het grootste gedeelte van zijne winsten besteed tot den aankoop van een landgoed in Kent, dat de Arendshorst heette. Voor een bankier was hij niet rijk, daar hij nooit gelijk-op in de winsten der firma had gedeeld, ja er, om de waarheid te'zeggen, slechts een klein aandeel in had. Zijn dood was eenigszius onverwacht gekomen, tijdens een zijner bezoeken op den Arendshorst. Mevrouw Atkinson, zijne weduwe, niet minder statig dan vroeger en veel ziekelijker, Ontbood hare beide broeders tot het bijwonen der begrafenis, majoor Raynor uit Bath en dokter Raynor Uit Trennach. De majoor kwam dadelijk, onderscheidingen. Benoemd tot grootkruis der orde van den Nederlandschen leeuw de keizerlijk- koninklijke geheimraad H. baron von Haymerle, ambassadeur van Z. M. den keizer van Oostenrijk- Hongarije, bij Z. M. den koning van Italië, laat stelijk buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister bij het Nederlandsche hof- hooger onderwijs. Benoemd tot rector-magnificus aan de hoogeschool te Leiden voor het academie jaar 1877/78, de hoogleeraar P. van Geer. Voor de vervulling der betrekking van hoofd-, onderwijzer te Colijnsplaat was opgemaakt een zestal, bestaande uit de hulponderwijzers J. Ver meulen te Dordrecht, B. Breas te Werkendam> A. W. Swart te Leiden, J. Pattist te Dreischor, L. Heijboev te Leiden en M. de Korte te Tholen. Uit dit zestal is met eenparige stemmen dooi den gemeenteraad benoemd de heer J. Vermeulen, hulponderwijzer te Dordrecht. Tot leeraar in de Fransehe taal en letterkunde aan de gemeente-instellingen voor hooger en mid delbaar onderwijs te Leiden is benoemd de heer P. Werkman, te 's Gravenhage. Beroepen bij de N. H. gemeente te Goès, de heer A. W. L. Talma, predikant te Voorst. Naar wij vernemen zal het concert, dat de heer Coenen voornemens was alhier te geven, tenge volge van ontoereikende deelneming, niet door gaan. Het aantal inteekenaren beliep nauwelijks de helft van dat, wat noodig zou zijn geweest om de kosten te dekken. De arrondissements rechtbank alhier heeft heden een werkman uit VJissingen, ter zake van het ontvreemden van een zak haver op 27 Novem ber jl. ten nadeele van den heer de Wiidt aldaar, schuldig verklaard aan diefstal op den open baren weg zonder geweld of bedreiging, en hem, onder aanneming van verzachtende omstandigheden veroordeeld tot 45 dagen cellulaire gevangenisstraf, alsmede in de kosten. Reeds den 12en Februari a. zal voor den hoo- gen raad behandeld worden het beroep in cassatie, ingesteld tegen de twee vonnissen gewezen door de rechtbank te Zierikzee den 22en December 11., in de aan onze lezers bekende zaak van het visscherij bestuur tegen Marinus de Groen te Brui- nisse. Voor de correctioneele kamer der arrondisse- ments-reebtbank te Amsterdam stond eergisteren een vijftienjarige kantoorbediende terecht, omdat hij in een hem door zijn patroon ter incasseering gegeven postwissel, groot/92.15, de éen van het cijfer 15 had veranderd in een zeven, aan het postkantoor daarop ƒ92.75 had ontvangen en slechts ƒ92.15 aan zijn patroon verantwoord. De vervalsching en benadeeling van den staat der Nederlanden voor zestig centen, werd te 's Gra venhage ontdekt. Uit eene verklaring van een beambte aan het postkantoor bleek, dat men aldaar de per postwissel opgevraagde bedragen Diet kan controleeren, omdat men daarover geen advies ontvangt en vanwege den grooten omvang der werkzaamheden, zonder sterke vermeerdering van personeel, zich met de contröle vóór de uitbeta ling niet zou kunnen inlaten. Het jonge menseh dat aanvankelijk zijn schuld had ontkend, bekende die ter terechtzitting. De substituut-officier van justitie m*. H, N. maar de dokter verontschuldigde zich, dat hij zijne patiënten niet verlaten konhij had buitengewoon veel zieken en er was niemand om hem te ver vangen. Deze weigering nam mevrouw Atkinson, die niet zeer zachtmoedig van aard was en nooit met hare broeders op een vertrouwelijken voet had gestaan, zeer kwalijk. Toen het testament van den heer Atkinson werd geopend, bleek dat hij al wat hij bezat aan zijne vrouw bad vermaakt, zonder er eenige voorwaarde aan to verbinden. Het landgoed stond dus tot hare vrije beschikking. Ofschoon eene aardige en goed bijeengevoegde, was het toch geen groote bezitting; zij bracht ongeveer tweeduizend pond sterling 'sjaars op, doch was vatbaar voor veel verbetering en dus voor grootere opbrengst. Den dag na de begrafenis vertrok mevrouw Atkinson naar haar huis te Londen, waarheen de majoor haar vergezelde. Zij vond daar George Atkinson, juist in Engeland teruggekeerd, hetgeen haar eene aangename verrassing was. Hij was altijd haar gunsteling geweest, en kon haar nu in verschillende zaken helpen. „Ik zal het aan u nalaten, George," begon zij plotseling op een morgen, eenige dagen later, ter wijl zij brieven en papieren zaten na te zien, „Wat wilt ge mij nalaten, tante?" vroeg hij, haar nog „tante" noemende, zooals hij in zijn jongen tijd altijd gedaan had. „Den Arendshorst." George legde den bundel brieven neêr waarvan bij juist het koordje losmaakte, zag de oude dame Teding van Berkhout trachtte aan te toonen, dat hier was valschheid in een authentiek geschrift, omdat de postwissel, hoewel ten deele door een particulier ingevuld, zijn voor den staat verbindend karakter ontvangt door de handteekening van den directeur van het postkantoor, d. i. een open baar ambtenaar. Ware de dader niet op een leeftijd beneden de 16 jaren, hij zou voor het crimineele hof hebben terecht gestaan voor een ernstiger misdaad, waartegen tuchthuisstraf van 5 tot 15 jaren wordt bedreigd. Thans vroeg hij zijn schuldigverklaring aan het door hem met oor deel des onderscheids gepleegde feit en zijn ver oordeeling deswege tot een cellulaire gevangenis straf van zes maanden. Uitspraak Dinsdag 6 Februari e. k. Door de regeering is een nieuw wetsontwerp tot regeiing van bet Indische muntwezen ingediend. Het bevat hoofdzakelijk de bepaling dat de gou den tienguldenstukken ook in Indie als standaard- munt, nevens de zilveren standpenningen, erkend zullen wordeD. Eene nieuwe wetsvoordracht is tevens ingediend tot uitbreiding van het aantal controleurs der directe belastingen en van het kadaster, gelijk reeds op de staatsbegrooting voor 1877 was voor gesteld. Aan den heer J. M. Brieve is op zijn verzoek eervol ontslag verleend als procureur te Middelburg. Naar wij vernemen is door den jongsten storm en den daaraan gepaarden buitengewonen hoogen waterstand aan den zeedijk te Westkapelle be trekkelijk ^weinig schade toegebracht. Daaren tegen moeten de duinen bij Domburg aanmerkelijk geleden hebben. Goes is gisteren bezocht door een stoom- vaartuigjebemand met eenige Engelschen die met hun jacht in de Kreek nabij het Sas liggen. Zij jagen met hun stoombootje op waterwild en kwamen te Goes proviandeeren. Een niet ongegoede smid te 's Heerenhoek heeft onlangs uit brooddronkenheid eenige voor werpen ontvreemd. De man geeft zich meermalen aan deze hebbelijkheid over wanneer bij in niet nuchteren staat verkeert. Te Ellewoutsdijk is Maandag eene dienst meid in een welput gevallen doch er gelukkig nog levend weder uitgehaald. Uit verschillende oorden komen berichten omtrent den hoogen waterstand en den storm der jongste dagen. Gelukkig melden ze echter meer ongemakken dan ongelukken. Van een gewezen stadgenoot, thans te Kampen gevestigd, ontvangen wij de volgende mededeeling. In deD onstuimigen nacht van Dinsdag op Woens dag trad, terwijl een hevige Noordwester storm woed de, de IJsel te 2 uren des morgens buiten hare oevers en bleef wassende tot des morgens 5 uren toen de waterstand 3,10 meter boven A. P. was. Spoedig werden de laag liggende woningen in den omtrek door de bewoners met hun huisraad en hun vee verlaten, die een toevlucht in de stad zochten. De straten der stad van de IJselzijde werden met kistdammen afgezet en in de laagste straten stond 2 tot 2J voet water. Nadat te 4 uren het water reeds met de kruin des dijks gelijk gestaan had, liep een half uur later de Welsemmerdijk over. Twee schokkers werden op de rivier stuk geslagen; men zag een aantal goederen in het water drijven. Te zes uren des morgens was het water 25 duim gevallen en begon de wind af te Demen. vragend aan, alsof hp aan hare woorden twijfelde en zei toen „Dat kunt ge niet meenen, tante." „Waarom niet?" vroeg zij. „Omdat het iets is, dat gij niet doen moet. Uwe broeders staan u nader, en die behooren bij uw testament bevoordeeld te worden." „Mijne broeders kunnen niet heiden het landgoed erven," antwoordde de oude dame. „De oudste dan, majoor Raynór." „Ik houd meer van u dan van hem George." „Het verheugt mij zeer dat gij veel van mij houdt, maar niet dat uwe genegenheid voor mij u onrechtvaardig zou maken voor uwe familie," hernam hij op vriendelijken, maar vasten toon. „Wezenlijk, gij zoudt de grootste onrechtvaar digheid begaan door mij boven hen voor te trekken." „Ik wil dadelijk mijn testament laten maken," zei de oude dame. „Zeker, dat is zeer goed; maar ik hoop dat ge er zelfs mijn naam niet in vermelden zult," zei hij met een glimlach. „Ik heb reeds zooveel van mij zeiven, gelijk gij weet, dat eene vermaking van uwe zijde geheel en al overtollig zou wezen." Dit gesprek besliste voor mevrouw Atkinson, zij liet haar notaris, den heer Jobn. Street, roepen en maakte haar testament ten gunste van majoor Raynor. Grootere of kleinere legaten werden aan eenige personen toegekend, maar de majoor kreeg den Arendshorst. Haar broeder Hugh, de dokter van Trennach, werd in het testament niet genoemd, evenmin als Edina. Van ongelukken aan personen of dijken heeft men tot dusverre niet vernomen. Le vrai peut quelquefois n'être pas vraisem - blable. Onlangs kon men in alle bladen lezen dat twee landbouwers in een restaurant een biefstuk met papieren servet en al hadden opgepeuzeld. Wij hielden 't verhaal voor een „mopje", zooals er zoovele liefst ten koste van onze „boeren", verteld worden. Nu echter de Provinciale Noord-Brabantsche en 's Hertogenbossche courant plechtig verzekert dat het geval gebeurd is „op den derden Donderdag van Louwmaand van het jaar onzes Heeren 1877, in het café-restaurant op de Groote Markt te 's Bosch", nu moeten wij gelooven, en ons verbazen over den eetlust en de barbaarschheid der Noord-Brabantsche buitenlui. Het Zweedsche zangers-quartet, dat nog op on derscheidene plaatsen van ons land zou optreden, heeft van dit voornemen moeten afzien. Door een sterfgeval in de familie, zijn de heeren onverwacht uit Zutfen naar Zweden teruggekeerd. Het plan bestaat om de Koningshaven op Feijen oord op zulk een diepte te brengen, dat zij als ligplaats van diepgaande zeeschepen kan dienen. Met het oog hierop is aan den gemeenteraad van Rot terdam voorgesteld een stoombaggermolen aan te schaffen, kostende f 40,000. Nieuwe verwikkelingen zijn te Moerdijk gerezen, ditmaal tusschen den predikant, den heer W. H. C. Koeken, en den inspecteur der posterijen, den heer Nagel, te Breda. Laatstgenoemde zou verscheidene klachten van den heer Koeken, rakende het hulppost- kantoor te Moerdijk, niet hebben beantwoord, andere op onvoldoende wijze. Hoe vreemd dit moge klinken, een feit is het echter, dat zoowel de heer Koeken als de uitgevers der Haarl. courant, zich tot hoogere autoriteiten hebben gewend. Genoemd blad is, gedurende den tijd van ongeveer twee jaren, door elkander gerekend stechta éen van de acht dagen op tijd aan het adres van den predikant bezorgd. - {Stand.) De plaatselijke commissie voor de gedenk stukken van geschiedenis en kunst te Nijmegen heeft, in overleg met de rijks-adviseurs, de vier schaar of schepengestoelte en het verdere hout- en snijwerk in het stadhuis aldaar van de dikke verflaag en het overtollige goud, waarmede het sedert jaren bedekt was, doen bevrijden. Dit werk, waarmede, men het vorig jaar was begonnen, is thans volbracht en men is er in geslaagd dit kostbaar beeldhouwwerk in zijn oorspronkelijken toestand te herstellen, waarna het gebleken is van groote waarde en uiterst zeldzaam te zijn; de noodige herstellingen aan het snijwerk zullen door een bekwaam beeldhouwer worden verricht. Door de politie te Utrecht zijn Maandag in arrest genomen een man en eene vrouw, die zich hadden meester gemaakt van eeDe som van 160 aan bank- en muntbiljetten, toebehoorende aan een gepasporteerd O. I. militair, Elzasser van geboorte, die door dezen diefstal van de middelen verstoken is om naar zijn geboorteplaats terug te keeren. Uit Zaandam meldt men dat de dijk van Polder III oost van het Noordzeekanaal, die door den storm in den nacht van 1 op 2 Januari is doorgebroken en eenige dagen geleden juist was hersteld, Dinsdag ochtend te 3 uren weder is be zweken. De uitmaling van den polder, die Woens dag e. k. zou aanvangen, is daardoor weder aanmerkelijk vertraagd. Te 's Hage is eergisteren door den wind de muur van een in aanbouw zijnd pand met steiger inge stort. Drie werklieden werden in den val meege sleurd; en twee daarvan ernstig gewond; de derde kwam er met lichte kwetsuren af. De gemeenteraad van Voorst heeft besloten, in het vervolg in de Deventer en Zutfensche cou rant te adverteeren, wanneer de kohieren der pl. belastingen ter inzage liggen, omdat dit tegen woordig door de dagbladen beter ter algemeene Het testament werd in duplo opgemaakt. Mevrouw Atkinson liet haar notaris het eene exemplaar in bewaring nemen en stelde het andere aan den majoor ter hand. Zij zette haar eigen zegel op de enveloppe waarin het testament beslo ten werd, nadat zij het hem eerst had laten lezen. „Ik weet niet hoe ik n daarvoor zal danken, Anna," riep de majoor uit, terwijl tranen van wezenlijke aandoening in zijne oogen opwelden. „Dat zal eene bigde tijding voor Mary en de kleintjes zijn." „Nu, Frank, men heeft mij gezegd, dat het dit was wat ik doen moest, en dat geloof ik nu ook," antwoordde mevrouw Atkinson, die ouder was dan hare broeders en van den beginne af een zeker gezag over hen had uitgeoefend. Majoor Raynor keerde dus met het testament in den zak naar Lentelust terug en achtte van dat oogenblik af alle bezwaren opgeheven. Mevrouw Atkinson van haar kant deed haar huis te Lon den van de hand en vestigde zich voor het ove rige van haar leven op den Arendshorst. En George Atkinson ging, na eene maand in Engeland vertoefd te hebben, weör naar't buitenland. Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 2