Teiegraphische berichten.
Benoemingen en besluiten,
0 n d e r w ij s.
Kerknieuws,
Kunstnieuws,
Landbouw.
„Ik vind dat die critiek, hoe goed by wijlen
ook gestyleerd, de blijken draagt van groote op
pervlakkigheid en van opgesteld te zijn vóór nog
de tooneelgordijn is opgehaald.
„Geen wonder dat de Vereeniging, wier
raad van beheer evenzoo oordeelt, alle betrekkin
gen met het blad, waarin zulk een critiek voor
komt, wenscht te doen ophouden, in de hoop dat
haar in den vervolge dan ook de ongevraagde en
nit het oogpunt der kunst vaak verderfelijke ad
viezen worden bespaard."
De heer Schimmel redeneert dus als volgt: Cri
tiek over mijn werk laat ik toe, zoolang ikzelf
die critiek degelijk en eerlijk oordeel. Voldoet
ze, naar m ij n oordeel daar niet mèèr aan, dan is
het „geen wonder" dat ik ze tracht te voorkomen.
Nu wij zien dat de heer Schimmeleen onzer
eerste letterkundigen, zoo oordeelt, nu vreezen wij
dat de afkeer, welke in Nederland van eene wezen
lijk onafhankelijke en vrije pers gekoesterd wordt,
nog grooter is dan wij gedacht hadden.
Onze Haagaehe correspondent schrijft ons
het volgende:
„Ik kan u niet zeggen met hoeveel verbazing
ik tegenwoordig van alle zijden, en vooral van
die van liberalen, hoor klagen over het op den
voorgrond stellen van de onderwgsquaestie. Als
ware er een wachtwoord uitgegeven, zoo verneemt
men uit vele monden en pennen dat ongelukkig
aan de onderwijsquaestie eene politieke beteekenis
gegeven is, dat ongelukkig die quaestie de
verkiezingen van 1877 weder beheerschen zal, na
den geheelen politieken toestand te hebben ver
ward. Niet alleen de liberalen spreken zooook
de conservatieven. Een paar dagen geleden ver
nam ik van een hooggeplaatst conservatief, een
politiek man ratione officii, de vreemde uiting,
dat hij niet kon inzien hoe de onderwijsquaestie
ooit eene politieke quaestie worden kon; mijne
bevreemding vermeerderde toen ik bemerkte dat
er hier geen misverstand plaats had, dat hij met
onderwgsquaestie hetzelfde bedoelde als ik, die
namelijk van het neutraal volksonderwijs van
staatswege gegeven, en niet die van het aantal
kweekscholen, den bijstand aan den onderwijzer
en andere paedadogische bestauddeelen van het
vraagstuk.
„Is dan de quaestie van het volksonderwijs,
waarvan de toekomst der natie afhangt, niet van
een allergewichtigst sociaal belang, oneindig meer
waardig de hefboom te zijn waarmede de kiezers
wereld in beweging wordt gebracht, dan de vraag
of de liberale heer A of de conservatieve heer B,
of de anti-revolutionaire heer C minister worden
zal (de heer D staat nog maar op den achtergrond,
maar zal wel naderbij komen wanneer er niet veel
meer dan thans voor de verstandelijke ontwikke
ling der natie wordt gedaan); want tot dergelijke
quaestiën van parlementaire bascule bepaalt zich
werkelijk sedert eenige jaren onze politieke strijd,
bg overeenstemming in handelingen, meestal nega
tieve, tusschen de opvolgende regeerders uit de ver
schillende partyen. Is de onderwysquaestie, de vraag
of de staat met alle krachten en rechtstreeks de
verstandsontwikkeling des volks bevorderen zal,
dan wel of hij die ontwikkeling meer en meer zal
prijsgeven aan de hem belagende kerkelgke par
tijen, is deze quaestie niet van alles overtref
fend belang kan men eene vraag uitdenken,
meer ernstig, meer waardig om aan de kiezers te
worden voorgesteld dan deze: wat wilt ge dat er
van Nederland wordt? een langzamerhand door
hersenverweeking ongevoelig gemaakt geslacht,
waarvoor verlies van onafhankelijkheid en onder
drukking ten slotte uitkomst is? of eene verlichte,
ontwikkelde natie, in kunst en wetenschap, handel
en industrie waardig den naam ophoudend van
een krachtig voorgeslacht?
„Uit het oogpunt van politieke taktiek is er
dus allerminst voor de liberalen, die als voorvech
ters voor ontwikkeling in Juni bij de stembus
zullen staan, reden om te klagen dat de onderwys
quaestie, de verkiezingen beheerschen zal. Dat
beklag is bij de conservatieven rechtmatig; maar
hun heb ik alleen toe te voegen: ge oogst wat
ge gezaaid hebt; hadt gij u altijd voorstanders
van volksontwikkeling getoond, niet gecoquet-
teerd met de ultramontanen, wier eischen in een
vrij land nooit mogen worden toegegeven, hadt
ge ten slotte geen wetsontwerp ingediend, waarbij
in strijd met de grondwet, in strijd met den
wensch van de groote meerderheid der natie, het
terrein voor de openbare volksschool werd inge
krompen (artikel 16) in plaats van het ontwikke
lend vermogen dier volksschool, waaraan nog zoo
veel hapert, te versterken, hadt ge dat alles
niet gedaanmaar integendeel altoos voor de
ontwikkeling der natie in de bres gestaan, dan
zoudt ge bij de verkiezingen van 1877 eene betere
figuur vertoonen dan die van den druipstaartenden
handlanger der clericale partijen. Voor de conserva
tieven is het uitermate treurig, dat vooropstellen van
de onderwijs-quaestie, omdat nu gebleken is hoe zg
achtervolgens alles, zelfs de meest nationale beginse
len, waarin zij vroeger kracht vonden, om het gezag
hebben verkocht. De liberaal kan alleen klagen,
van een algemeen standpunt, over het treurig ver
schijnsel dat in het laatste vierendeel der negen
tiende eeuw bij een beschaafd en vrij volk nog
ernstig de vraag kan worden gesteld, of het volks-
onderwijs aan de kerkelijke partijen in handen
zal worden gespeeld,
„Hoe bij de regeering het denkbeeld nog kan
dat ze, na de indiening van zulk eene
onderwyswet, waaraan zulk eene ontvangst is te
beurt gevallen, nog levensvatbaarheid bezit, ver
raadt eene mate van naïveteit, die mijne bevatting
te boven gaat. En toch schijnt dat denkbeeld
werkelgk aanwezigde vervaardiging van wets
ontwerpen gaat ongestoord door. Bg den raad
van state is op het oogenblik, gelijk ik uit de
couranten verneem, eene nieuwe kieswet, en, zoo
als ik van elders hoor, ook een wetsontwerp op
den letterkundigen eigendom in behandelingook
aan eene nieuwe wet op de naamlooze vennoot
schappen schijnt weder ernstig te worden gedacht."
keurmeesters. Benoemd tot gouvernements-keur-
meester van vee, belast met de visitatie te Amster
dam en te Velzen vóór de inlading in een schip
naar het buitenland bestemd, de veearts J. Mazure
Czn. te Haarlem.
Voorts is de gouvernements-keurmeester van
vee W. H. Lampete Purmerendebelast met de
visitatie van vee te Amsterdam vóór de inlading in
een schip naar het buitenland bestemdbovendien
belast met de visitatie van het vee dat te Velzen
met gelijke bestemming wordt ingeladen.
ministerieels departementen. Benoemd tot ridder
der orde van den Nederlandsehen Leeuw jhr. mr.
W. M. de Biauwreferendaris bij het departement
van koloniën.
I i
Uit Hoogeveen meldt men het volgende:
Terwijl een vorigjaar ongeveer 50 pet. der leerlin
gen op de openbare lagere school kosteloos onder
wijs genoten, werd nu een voorstel van het dage-
Igkach bestuur, dat dezelfde strekking had, door den
raad verworpen, die nu besloot alleen aan hen
ontheffing der verplichting tot betaling van school
geld te verleenen, die door burgelijke of kerkelijke
armbesturen worden bedeeld. Hoe nadeelig dit
besluit zal werken, zal de tijd leerenmogelijk
zal het eenig voordeel opleveren voor de gemeen
tekas, maar mag deze hooger worden gesteld dan
de ontwikkeling van tal van kinderen, wier
ouders den zegen van het onderwijs te weinig
waardeeren om zich daarvoor geldelgke opofferin
gen, hoe luttel ook, te getroosten Natuurlijk zijn
de vele voorstanders van de zoogenaamde Chris
telgk-nationale school niet weiDig met 'sraads
besluit ingenomen. (Fad.)
Men deelt aan de Leidsehe courant het volgende
mede: „Door het kathedraal-kapittel van Haar
lem is 11. Maandag uit eenige geestelijken, ook
van elders, een drietal opgemaakt ter vervulling
van den bisschoppelijken zetel. Onder dat drietal
komt voor de vikaris-generaal, president van het
seminarie te Warmond, zoo hij niet vooropstaat.
Dit behoort in het middeu te worden gelaten,
evenals het noemen van andere namen onbeschei
den zou zijn. Zooveel is zeker dat de minzame,
algemeen geachte en kundige man, naar men wil,
veel kans heeft. Men weet, dat de paus dé keuze
en benoeming doet."
De heer B. van Schelven, predikant bij
de Ned. herv. gemeente te Souburg, heeft eene
beroeping ontvangen naar de gemeente Alkmaar.
De in korten tijd beroemd geraakte roman van
Alph-Daudet Fromont jeune ei Risler ainé is te
Amsterdam door de vereeniging „het Neder-
landsch tooneel" als tooneelstuk opgevoerd. De be
werking (naar het Fransche tooneelstuk) was van
den heer J. H. Róssing en zeer verdienstelijk.
De opvoering heeft goed voldaan. Het spel der
jongere tooneelspelers, in wier handen eenige hoofd
rollen waren, liet nog te wenschen over, maar
de heer Albregt en de heer van Ollefen stelden beiden
met jeugdig vuur en buitengewoon talent de per
sonen van Delobelle (de tooneelspeler, die zichzelf
voor een groot kunstenaar houdt, maar niets meer
is dan een verwaande egoist) en Willem Risler voor.
Naar wg vernemen zal op Woensdag den 7,n
Februari a. in het Schuttershof alhier eene uitvoe
ring plaats hebben door de kinderen der Zang
school van den heer J. H. van Linschoten alhier
met begeleiding van een orkest, samengesteld uit
eene piano benevens strijk- en blaasinstrumenten.
Het programma bevat eene „Kindercantate," een
allerliefst gedicht in twee afdeelingendoor de
bekwame hand van den in onze muzikale wereld
zoo gunstig bekenden heer Worp op muziek ge
bracht benevens eenige andere liederen van Oesten
Fischer, Kücken, Silcher en Klein, alle natuurlgk
in Nederlandschen tekst.
Aan deze uitvoering der zangschool, welke in
ons midden geen vreemdelinge is en zich een goeden
naam verworven heeft, wenschen wy een druk
bezoek en een goeden uitslag.
Het gebeurt zeker niet dikwijls, dat in een
buitenlandsch tijdschrift met lof van onzeNeder-
landsche tooneelspelers wordt gesproken.
Wij vestigen daarom de aandacht op eene cor
respondentie voorkomende in The Athenaeum
van 30 December jl., waaiin de opvoering
van Sheridan's Lastertongen wordt vermeld.
Vooral wordt onze Albregt als een uitstekende
Peter Teazle geroemd en van zyn spel gezegd,
dat het gelijkt op dat van de beste Engelsche
akteurs in die rol. Ook van de moeste overige
spelers wordt met lof gesproken; alleen Charles
Joseph en Lady Sneer well konden, volgens den
berichtgever, beter zijn. Men fluistert zoo
schrgft het Athenaeum ten slotte dat er op den
8eu Mei e. k. bij gelegenheid van den 100en verjaar
dag der eerste opvoering van Sheridan's meester
stuk een modelvoorstelliug van Lastertongen zal
worden gegeven. D.)
In de afdeeling Walcheren van de Maatschappg
van landbouw hield de heer G. A. Vorsterman
van Oijen, uit Aardenburg, heden voormiddag
de aangekondigde landbouw-voordracht voor een
betrekkelgk talrijk publiek, waaronder wil met
genoegen onderscheidene onderwijzers uit naburige
gemeenten opmerkten.
In eene kernachtige, met den gloed der over
tuiging uitgesproken inleiding herinnerde de spre
ker aan het bij eene vroegere gelegenheid behan
delde onderwerp, namelgk de hoedanigheid van
het zaaigraan en de planten, en toonde hg bij
vernieuwing aan, dat zoovele landbouwers die
zich eenvoudig bepalen tot „bidden," van hun gebed
weinig heil verwachten kunnen als dat niet ge
paard gaat met een vurig streven om het perlangde
door eigen werkzaamheid te verkrijgen. Ook
hier geldt, en zeker niet het minst, de apostolische
uitspraak: „toon uw gelool door uwe werken!"
Het heden behandelde en door de hoorders met
bljjkbare belangstelling gevolgde onderwerp- was
het draineeren van de grondenwaarvan de nood
zakelijkheid, althans zoo de grond er geschikt
voor is, ten duidelijkste werd verklaard. De
kosten kunnen geen beletsel zijn, daar deze slechts
van 30 tot 70 per gemet bedragenwelke
uitgaaf ruimschoots wordt opgewogen door het
voordeel dat de gedraineerde akker, mits de
buizen op voldoende diepte gelegd zijn, ople
vert. Dit voordeel is zóo groot, dat spreker zelfs
de pachters aanspoorde om hunne eigenaren tot
het draineeren zooveel mogelgk over te halen
onder aanbieding van 4 pet. intrest voor de te
maken kosten.
Gedurende de pauze onderhield de heer Vorster
man van Oijen zich met onderscheidene belang
stellenden. Later deelde hij nog eenige opmer
kingen over het draineeren mede, en ten slotte
gaf hij een paar raadgevingen ten beste. Hij wees
namelgk op de zoo gevreesde rupsenplaag en de
noodzakelijkheid om daartegen zooveel mogelijk
op zijne hoede te wezen. Dwaasheid noemde hij
het daarom bgv. om musschen te dooden, gelgk
zoövelen met roekelooze hand doen, de vorige
week o. a. zag hy een man in éen schot 42 mus
schen dooden, die hij eerst tot elkander had ge
lokt. Ook besprak hg het planten van aardap
pelen, wat hg zoo vroeg mogelijk zou wenschen
te doen; de bemesting van weilanden met gas-
kalk en met roet; het nadeel door de aardvloo
en door slakken teweeggebracht en de middelen
om ook dat nadeel zooveel mogelijk tekeer te
gaan. Vandaar dat hg pleitte in het voordeel
van eenden, padden, egels of stekelvarkens, als
zgnde de natuurlijke vijanden van aardvlooien
en slakken.
Het applaus, den spreker aan het einde zijner
voordracht geschonken, getuigde van de erkente-
telijkheid en de waardeering van het publiek.
Wij zagen er in „een vragen naar meer."
Benoemd tot tijdelijk secretaris-generaal van
het departement van oorlog mr. J. A. Kramer,
thans referendaris bg dat departement.
Benoemd tot gezworene in den Zuid-Kraag ert-
polder P. Karelse, tot gezworene ia den Anna-
Frisopolder D. do Regt, tot plaatsvervanger van
den dijkgraaf in den Schorerpolder F. J. Voor-
begtel.
Door de vereeniging voor Volksbelangen te
Goes is opnieuw een comité gevormd voor de
volkszangvereeniging aldaar, van welke de heer
Oosterlaar waarschijnlijk de leiding op zich zal
nemen. De wekelijksche oefeningen der Volks-
gymnastiek, mede van eerstgenoemde vereeniging
uitgaande, zullen uit gebrek aan genoegzame
deelneming voorloopig gestaakt worden.
Donderdag avond hielden de leden van het
te Wolfaartsdijk bestaande musschengilde hunüe
gewone jaarlijksche vergadering tot het opnemen
der rekening, en om verder prettig bijeen te zijn.
Van het besef, dat het verdelgen van musschen
meer schade dan voordeel aanbrengt, schijnt men
nog niet algemeen doordrongen te zgn, daar het
anders onverklaarbaar te achten is, dat verschei
dene leden van het musschengilde zich tevens als
lid hebben aangegeven voor de op te richten Dorps-
vereeniging ter bevordering van de belangen van
den landbouw. Alleen om een gezelligen avond
te hebbenhetgeen wel met andere bedoelingen
kan bereikt wordenbehoeft men toch niet een
gilde in stand te houden, dat in dezen tijd geen
recht van bestaan meer heeft. (G, ct.)
Dat men kiezer voor leden van den gemeen
teraad zijn kan zonder voldoenden census te beta
len, bewijst het volgende. Zekere K. te Montfoort
betrok in 1876 eene woning, waarin hij voor per
soneel in hoofdsom en rijks opcenten werd aange
slagen tot een bedrag van f 11.61}.
Iu den loop van hetzelfde jaar verliet hij dat
huis en betrok een ander, dat hem aan personeel®
belasting kost f 5.58, zoodat de aanslagen op het
voljaars- en suppletoir kohier vau den rgksontvan-
ger in totaal beloopen 17.19} en de aangeslagene
dus als kiezer in 1877 in aanmerking moet komen,
in weerwil dat hij van die 17.19} slechts be
taalt: Voor het eerste pand, na bekomen afschrij
ving van de helft5.81
Voor het tweede pand 5.58
In het geheel f 11.39
alzoo 2.61 minder dan de census bedraagtf 14.
De oorzaak van die onregelmatigheid ligt hierin,
dat de afschrgving niet in mindering komt van
de cijfers, die op de kohieren den grondslag uit
maken van de kiesgerechtigdheid.
Te Bleiswgk is een boerderij verkocht voor
de som van f 107.000. Vóór 15 jaren werd dezelfde
boerderij voor f 59.000 verkocht.
In het Nieuws van den Dag vinden wy het
volgend bericht
„Heden middag werd op de Amsterdamsche
beurs weder het eigenaardige handelsvonnis van
het afdringen toegepast op zekeren H. Zij,
die het slachtoffer waren of beweerden te zijn van
de praktijken van dezen persoon, stelden zich niet
enkel tevreden hem vau de beurs te dringen,
maar deden hem daarenboven nog de trappen
aftuimelen die toegang geven tot hun handels
gebied."
Onder de Amsterdamsche kooplieden(meer
bijzonder de effecten-handelaars), is dus nog altijd
het middeleeuwsche vuistrecht in eer. Zou het
geen tgd wezen daaraan een einde te maken?
Wanneer de beursbezoekers eens uit hun midden
een soort van vasten raad van eer benoemden,
belast met het onderzoek van en het rechtspreken
in gevallen als de hierbedoeldewanneer deze
raad het vonnis, na den beklaagde gehoord te
hebbea, behoorlgk ter zijner kennis bracht en
voor de uitvoering zorg droeg, waarbij des noods
daarna de liefhebbers van het Lijnch-reoht des
verkiezende een handje konden helpen, zou men
niet gelooven dat dan op waardiger wijze en
meer in overeenstemming met de zeden van onzen
tijdj de ongekreukte eer der beurs gehandhaafd
zou worden, dan door het „Onsteeën" en trap
pen afschoppen, dat aan straatjongensmaniereu
herinnert
Op verzoek plaatsen wg het volgende bericht:
„Dezer dagen zijn de teekeningen gereed geko
men van ontworpen inrichtingen en versieringen
van het Frederiksplein, voor het Paleis van Volks-
vlgt te Amsterdam, bg gelegenheid der in April
te houden Internationale tentoonstelling van
tuinbouw. Zij zgn vervaardigd door den architect
Springer, zoo gunstig bekend door zijne smaakvolle
decoratiën bij gelegenheid der Meifeesten.
„Een gedecoreerde ingang komt tegenover de
Utrechtschestraat; grootebloemkastenen veranda's
zullen in het midden worden opgericht en twee
bruggen, waaronder omnibussen en tramway on
gehinderd kunnen doorgaan, zullen toegang geven
naar het Paleis.
„De meer of minder sierlijke inrichting vau een
en ander zal echter nog grootendeels moeten af
hangen van de medewerking van het publiek* door
middel'van inschrg vingen voor het Waarborgfonds
en voor medailles, waartoe Igsten rondgaan en
gelegenheid is tot inteekening bij de leden der
commissie, waarvan wij de namen onlangs opgaven,
alsmede bij de correspondenten over het geheele
rijk verspreid."
Te Maastricht wordt aan de belastingschul
digen in den hoofdelijken omslag, die hun aanslag
binnen 30 dagen na ontvangst van het biljet vol
doen, 5 pet. korting verleend.
In de „Wiener Abendpost" van 23 dezer
komt op een zeer in het oogvallende plaats een
brief uit St. Petersburg voor waarin deze zinsnede
staat: „Toen de keizer in Moskou zich uitliet
over den politieken toestand was tusschen de zes
groote mogendheden nog geen overeenstemming
verkregen. Thans zijn de omstandigheden geheel
anders. De groote mogendheden zyn het eens over
haar eischen aan de Porte en de saltan heeft eene
constitutie afgekondigd, van welker invoering men
eenig resultaat kan verwachten. Er kan daar
om van een eenzgdige oorlogsverklaring geen
sprake meer zijn". Het zonderlinge van deze
redeneering springt duidelijk in het oog.
In de kolenmgnen van Charleroi en Hene
gouwen is de toestand der werklieden allertreu
rigst. In de meeste mijnen wordt slechts twee of
drie dagen in de week gewerkt. Andere biyven
onaangeroerd liggenzoo groot zijn de aanwezige
voorraden kolen die geen afnemers vinden. Dui-
zende arbeiders zgn broodeloos en geheele scharen
vrouwen en kinderen loopen bedelend rond.
Een jong mensch kwam bij den vader eener
rijke erfgename. „Mgnheer zoo begon hy
uwe beminnenswaardige dochter heeft my moed
gegeven om met u te spreken. Onze wederkeerige
liefde„Jongman viel de vader hem
in de rede het meisje moet dol zijnGij zijt
reeds de vierde die z'ij my heden morgen voor
dezelfde zaak op den hals schuift. Ik heb de
drie andere mijne toestemming gegeven en wil