Ingezonden Stukken. Handelsberichten. Belgische brieven. De straatverlichting te Middelburg- Graanmarkten enz. laatste voorstellen der mogendheden had verworpen, en de goedkeuring van den sultan op die beslissing. Wel waren er onder de voorstellen eenige die niet in strijd waren met de constitutie en daarover verklaarde de Porte zich bereid in onderhandeling te tredenook wilde zij ten aanzien van de eischen betreffende de benoeming van provinciale gouver neurs in zooverre toegeven, dat zij de mogendheden daarvan op officieuse wijze kennis wilde geven, terwijl zij in plaats van de door de mogendheden verlangde internationale contröle-commissie, een gemengd nationale, voor de eene helft uit Mahome- danen, voor de andere uit Christenen bestaande, wilde instellen. De conferentie verklaarde echter over deze tegen-voorstellen niet in onderhandeling te kunnen treden, waarop generaal Ignatieff de Porte voor alle gevolgen verantwoordelijk stelde en de confe rentie sloot. Het protocol dezer laatste zitting zou gisteren worden vastgesteld bij den Oostenrijk- schen gezant graaf Zichy. De gezanten van Oostenrijk, Duitsehland en Eusland zouden morgen, de andere in don loop der week vertrekken. Bij het mislukken van eenige zaak de verant- woordelijkheid daarvoor van zich af te schuiven en op ds tegenpartij te werpen, is een gewone manoeuvre die weinig beteekent. Het oordeel van onpartijdige rechters valt dikwijls geheel anders uit, en nog voordat het resultaat der conferentie "bekend was gaf de Kölnische Zeitung als hare opinie te kennen, dat zoo de diplomaten de hand op hun hart legden en zich eens kalm rekenschap gaven van hunne handelingen, zij zich volstrekt niet van alle schuld zouden kunnen vrij pleiten. Hetgroote Duitsche orgaan is van oordeel, dat de mogendhe den te ver zijn gegaan in hunne eischen, die Turkije niet kon of mocht aannemen. Daarenboven weet Turkije, dat geen andere mogendheden aan een oorlog tegen de Porte denkt dan Eusland, en daar de Porte van de Eussische militaire krachten misschien een te ongunstig denkbeeld heeft en zelve, onder goed keuring der natie, een groote strijdmacht onder de wapenen heeft gebracht, acht zij het wellicht het best, om thans den strijd met den erfvijand met de wapenen te beslechten. Om te vechten echter moet men met zijn beiden wezen, en daar Turkije niet kan of wil aanvallen, is het nog vol strekt niet zeker of het werkelijk tot een oorlog zal komen. En thans, nu de conferentie geëindigd is, bestaat die zekerheid niet alleen evenmin, maar is men integendeel vrij algemeen van gevoelen, dat de vrede, voorloopig althans, zal behouden blijven. Zijdelingsche berichten omtrent de laatste zitting der conferentie maken wel gewag van harde woor den door generaal Ignatieff tot de Porte gesproken, daar hij haar vermaande niets tegen Montenegro en Servië te ondernemen, en de Christenen in Turkije te beschermen, maar daarentegen schijnt hij ten gunste van Creta een beroep op de Porte te hebben gedaan, terwijl lord Salisbury zou hebben verklaard dat Europa voldaan zal wezen indien de Porte de toegezegde hervormingen over geheel het grondgebied van het rijk invoert. Hoe dit nu moge wezen, algemeen is men het eens, dat tengevolge van het vertrek der ambas sadeurs de onderhandelingen niet zullen worden afgebroken en dat in geen geval de oorlog terstond zal uitbreken. De Porte is dus thans vrij en ont slagen van de pressie van Europa; of echter haar toestand daardoor benijdenswaardiger is geworden is niet boven twijfel verheven. Zoolang de mogend heden het onderling eens waren, verkeerde Turkije in zekere zin in de positie van haar aller bescher meling, tegen wien zij afzonderlijk niets mochten of konden ondernemen. Het stond dus niet alleen dit is thans geheel anders. Turkije is aan zijn eigen lot overgelaten en kan den oorlog slechts voorkomen door met de meest mogelijke voort varendheid en nauwgezetheid de hervormingen in te voerendie het heeft toegezegdteneinde een beteren toestand te waarborgen aan al zijn onderdanen. Matuurlijk zal het scherp worden gecontroleerd en nu de band tusschen de mogend heden verbroken is bestaat het gevaardat deze of gene bij de minste aanleiding terstond zelfstandig tegen Turkije zal optreden, waardoor het gevaar voor oneenigheid onder haar niet weinig wordt verhoogd. Als de kribben leeg zijn zegt de Kölnische Zeitung bijten de paar den elkander. Eeeds schijnt een eenigszins gespannen ver houding tusschen Duitsehland en Frankrijk te zijn ontstaan, tengevolge van berichten in de Fransche bladen waarin aan den Duitseken gezant te Konstantinopel, vrijheer von Werther, ten laste werd gelegd, dat hij zich tegen verdere concessies had verklaard, waaruit men opmaakte dat de rijkskanselier geen vredelievenden afloop der con ferentie wenschte, maar Eusland in een oorlog wilde verwikkelen. Herhaaldelijk werden derge lijke beweringen door den Duitschen Eeichs An- zeiger officieel bestreden en voor leugens" verklaard en ook de als officieus beschouwd wordende Norddeutsche allgemeine Zeitung gaf een démenti aan die Fransche berichten, maar brengt gelijktijdig eenige nieuwe beschuldigingen tegen Frankrijkin ten aanzien van buitengewoon groote aankoopen van koren in Hongarije voor de Fransche militaire administratie. Men stelt het nu voor alsof Frank rijk pogingen aanwendt met Eusland op goeden voet te komen teneinde gezamelijk éen lijn te trekkennatuurlijk niet met het oog op Turkije, maar veeleer op Duitsehland. Wie weet wat nog het einde der verwikkelingen zal wezen. In de Italiaansche kamer van afgevaardigden worden belangrijke discussies gevoerd over een wetsontwerp tegen misbruiken door geestelijken in de uitoefening van hun ambt. Door verscheidene sprekers werd het met warmte verdedigd, door andere echter bestreden als een inbreük op de vrijheid, terwijl enkele het zelfs als gevaarlijk voor de openbare rust beschouwden. 'Het schijnt echter over het algemeen vrij onschuldig te zijn en tot geen moeilijkheden aanleiding te zullen geven, indien het met de gematigdheid, der Italiaansche regeering eigen, wordt toegepast. Eindelijk zal de bankquaestie tusschen Oosten rijk en Hongarije, die nog de eenige hinderpaal oplevert tot het sluiten van een nieuwen Ausgleich tusschen de beide deelen der monarchie, worden uit den weg geruimd. Indien de thans nog ge voerd wordende onderhandelingen niet tot de ge- wenschte overeenstemming mochten leiden ten aanzien der handhaving van éen bank voor beide landen, zal de koning aan Hongarije machtiging verleenen een eigen bank op te richten, onder voorwaarde, dat zij uitsluitend met Hongaarsche kapitalen worde gestichtwaartoe Koloman Tisza, casu quo een beroep op de natie zal doen. In den Hongaarschen landdag, die zijn werk zaamheden heeft hervat, is een brief van den beroemden ex-dictator Kossuth ingekomen, waarin hij verklaart het mandaat als afgevaardigde van Czegled niet aan te nemen. Brussel, 21 Januari. Tu Vas voulu George DandinZou de liberale partij zich in ernst hebben kunnen verbeelden, dat de heer Jules Malou, het hoofd van een katho liek kabinet, gesteund door een parlementaire meerderheid, die haar wachtwoord ontvangt van de bisschoppen en zich door herderlijke brieven laat leiden, dat de heer Jules Malou zeg ik haar eene herziening van de kieswet zou aanbieden, zooals zij die verlangt om haren terugkeer tot de regeering voor te bereiden? Indien ooit de hoof den van het liberalisme deze illusie hebben kun nen koesteren iets wat mij zeer zou verwonderen, want zij zijn niet harstochtelijk genoeg, om de dingen niet goed te bezien dan zijn zij wel bedrogen uitgekomen. De 78 artikelen van het wetsontwerp, verleden week op het bureau der kamer van afgevaardigden door het hoofd van het kabinet gedeponeerd, be vatten als middelen ter voorkoming van misbruiken en intriges bij de verkiezingen, slechts eenige schoonschijnende hulpmiddelen, die, indien zij werden toegepast, geen ander gevolg zouden hebben dan dat men de afschaffing der tegenwoordige wetgeving zou betreuren, die althans de verdienste had een voudig te zijn. De omslachtigheden door den heer Jules Malou uitgevonden en met die der Engelsche wetgeving en de bepalingen van eenige andere vereenigd, zullen de kiezers reeds vooruit in ver warring brengen en hen daarenboven nog meer dan vroeger blootstellen aan den veelvermogeuden invloed der geestelijkheid. Eenmaal in dien zin zijn werk volbracht hebbende schijnt de heer Malou te denken: „Ziezoo, mijne heeren liberalen, gij verwekt agitatie, heft in de pers noodkreten aan, gij klaagt over corruptie, hoewel gij het als de kans voor u gunstig is niet beter maakt dan wij, welnu gij zult ons de moeilijk heden betalen die gij ons hebt veroorzaakt." De prijs dien de heer Jules Malou voor zich en zijne partij eischt is, dat het recht van patent niet eer zal kunnen mederekenen voor den census, dan wanneer het gedurende twee jaren is betaald. En daar het ontwerp uitdrukkelijk bepaalt, dat deze beschikking reeds van toepassing zal zijn op - de kiezerslijsten voor 1877, zullen de Antwerpsche liberalen de kosten betalen. Hun nieuwe kiezers, waarop zij voor de senaatsverkiezingen in het volgende jaar en voor de gemeentelijke verkie zingen rekenden, zullen voorloopig worden uitge sloten. Het lot is geworpen. George Dandin tu Vas vouluHet zou hun misschien nog ton goede kunnen komen, dat de heer Jules Malou niet op de behandeling van zijn ontwerp aandringt en er zich mede tevreden stelt, dat hij voorloopig de beweging over de kieswethervorming tot rust heeft gebracht. Meer dan een liberaal rekent hierop. Het zal slechts eene illusie wezen. De liberalen hebben aan de clericalen een veel te schoone ge legenheid verschaft om de verkiezingen naar hun zin te regelen, en laatstgenoemden zullen zorgen er gebruik van te maken. Men schreeuwt nu moord en brand in de libe rale persdat het ontwerp slechts een partijwet isHet is echter de vraag wat de doctrinairen zouden doen indien zij aan het bewind waren- Eerlijk gezegd, hebben zij niet meer dan zij ver dienen. Door een ingrijpende hervorming van het kies recht te eischennl. de uitbreiding van het stem recht bij voorbeeld het algemeen stemrecht beperkt door eenige eischen van capaciteitin dier voege, dat ieder meerderjarige Belg, die in het bezit van zijn burgerlijke en burgerschaps rechten is en die kan lezen en schrijven, kiezer is zouden de liberalen evenzeer een parlementair échec te gemoet gaan. Maar zij zouden dan toch een politieke daad plegen. Zij zouden zich tegenover het land verbinden en zich de werkdadige en krach tige sympathie verzekeren van do niet-kiezers, aan wie zijvoor het geval zij mochten optreden, het kiezerschap zouden voorspiegelen. Dat zou een feit wezen voor iedereen zichtbaar. Maar de liberalen hebben de voorkeur gegeven hervormingen te vragen in de wijze van uitoefe ning van het stemrecht. Welnuwaarop zullen die uitloopen? De liberalen mogen zich zeiven geluk wenschen indien het ministerie geen mis bruik maakt van zijne macht om hunne positie te verergeren. Onder het tegenwoordige stelsel kunnen het is niet te ontkennen zoowel clericalen als libe ralen in zekeren zin kiezers voor hunne partij in het leven roepen. De eene partij bedient zich van het clieval mixte(daar voor het werkpaard van den boer minder wordt betaald dan voor een paard van weeldebetaalt men aan den boer het surplus en zijn ploegpaard wordt een paard van weelde), de andere partij van het patentrecht. Cest bonnet blanc et blanc bonnet. Natuurlijk is de concurrentie tusschen heide partijen zeer sterk. Hoe zou men anders kunnen geloovendat onze eerste minister zelf de vriend van een van de grootste en bloeien dste kiezers- fabrieken kan goedvinden wapenen te verschaffen aan zijn concurrent? De quaestie te formuleeren staat gelijk met haar op te lossen. De liberalen verwachten veel van den parle mentairen veldtocht en de agitatie die zij in het leven zal roepen. De uitkomst zal leeren dat zij niets dan een storm in een glas water zijn. Men brengt geen natie in beweging door hervormingen in de uitvoering der kieswet. De menigte wil eenvoudige denkbeeldendie zij gemakkelijk kan begrijpen. Spreek haar over uitbreiding van het kiesrechtzij zal het begrijpen. Van de couloir vat zij niets. Hoe vriendschappelijk, mijnheer de redacteur, mij X ook in zijn schrijven,^ voorkomende in uwe courant van 13 dezer, moge tegemoet treden, geloof ik toch in hem den waren bondgenoot niet aan te treffen, om eene verbetering in het ontste ken en blusschen onzer gemeente-lantarens te helpen bevorderen. Dit betreur ik daarom te meer, omdat X eerstens onbewimpeld te kennen geeft, dat de bestaande toestand ellendig is, en hij dus dienaangaande eene verandering moet ver langen, en ten tweede omdat hij door juiste opga ven omtrent het getal lantarens in onze gemeente, het aantal uren gedurende welke die per jaar branden moeten enz., het bewijs levert zeer in bijzonderheden met onze straatverlichting bekend te wezen. Bereid als ik ben te erkennen dat ik bij het schrijven van mijn artikel over onze straatverlich ting, hetwelk welwillend in uwe courant van 5 dezer werd opgenomen, slechts oppervlakkige beschouwingen leverde, andere waren immers niet noodig omdat ik deze zaak slechts vluchtig ons gemeentebestuur aanbeval, zoo moet ik echter dadelijk aan X betwisten dat uit mijn schrijven niet de minste aanleiding te vinden is, om onze straatlantarens ook bij heldere maneschijn te doen branden. X zegt dat het bestaande contract met de gas fabriek tot 1883 moet gevolgd worden en komt onder het aanvoeren van een aantal bezwaren tot de opmerking dat mijne rekening faalt, ja tracht zelfs met het leveren van een tabel verder te betoogen, dat om aan mijne eischen, die hij zeer bescheiden noemt, te kunnen voldoen, de gemeente lantarens 400,000 uren langer dan thans zouden moeten branden, hetwelk tengevolge zou hebben dat ƒ5000 meer voor de verlichting gevorderd werd. Bij deze pessimistische voorstelling van X. zal hij het mij wel ten goede houdendat ik nog eens even op deze zaak terugkom. Daarvoor zal ik mij evenals X. nu op de overeenkomst voor onze gasverlichting van 16 Mei 1862 gaan beroepen. In artikel 18 van dat contract vind ik vermeld, gelijk X. reeds mededeelde dat „de tijd van het branden tier gaslichten wordt bepaald op 1800 uren in het jaar," maar er volgt nog meer dat X. niet aanhaaldeen wel dit„waarvan de verdeeïing en regeling telkens eene maand te voren volgens een door den bur gemeester geteekenden staat door den gemeente bouwmeester zal worden opgegeven. Ingeval de daarbij voorgeschreven uren respectievelijk meer dan 1800 bedragenzal aan den concessionaris voor elk uur daarboven een toelage gegeven wor den in verhouding tot de aannemingssomterwijl de uren die minder dan 1800 worden opgegeven op het volgende dienstjaar moeten geleden wórden." Wanneer X. nu op dit artikel gelieft te letten, dan zal hij niet kunnen blijven beweren dat onze heer burgemeester het niet in zijne macht heeft, om onze lantarens hetzij meerhetzij minder dan 1800 uren elk jaar te doen branden. Maar er is nog meer waarnaar ik X. verwijzen kan. In artikel 19 van gezegd contract zie ik de voorwaarde gesteld dat telkens twee uren na ontvangen lastgeving van den burgemeester de gemeente-lantarens moeten ontstoken kunnen wor den. Deze bepaling is derhalve bij bewolkte lucht en lichte maan toe te passen. Art. 22 bepaalt dat onze gemeente-lantarens zullen ontstoken en gebluscht worden door het personeel dat de concessionaris (gasfabriek) voor eigen rekening moet aanstellen. Met deze artikels in de hand kan er dus geen sprake zijn van meerdere kosten voor personeel om het bcnoodigde gas op den gestelden tijd te leveren of voor de lantarens te ontsteken of die te doen blusschen. Dat ons gemeentebestuur die artikels ook zoo uitlegt en begrijpt, daarvoor kan ik X niet alleen verwijzen naar die enkele gemeente-lantarens welke tot het aanbreken van den dag blijven doorbran den, maar zal X evengoed als ik wel eens op gemerkt hebben, dat vroeger onze straatlantarens ontstoken zijn op een tijd (om de eigen woorden van X te gebruiken) „als bij volle maan deze den almanak een poets speelde." Een en ander in verband beschouwende, durf ik nu de vraag aan X stellen of ons gemeentebestuur met het bestaande contract niet kan bepalen, dat een derde gedeelte van onze gemeente-lantarens des nachts om een uur worden gebluscht en de overige tot een half uur vóór zonsopgang blijven doorbranden Aannemende dat X voor overtuiging vatbaar is, zal hij nu wel willen inzien welke bevoegdheid ons gemeentebestuur betrekkelijk het ontsteken en blusschen van onze straatverlichting bezit en tevens dat de weelde om eene gasverlichting er op na te houden, die elke nacht, derhalve ook by maanlicht, zou branden, zooals X in zijn tabel berekend heeft, volstrekt niet gevorderd wordt, waarmede dus ook de ƒ5000, uit de gemeentekas daartoe benoodigd, vervallen. Zonder die uitgave behoeven dus ingezetenen of vreemdelingen, die des morgens vroeg per spoor of stoomboot op reis moeten, toch niet aan gevaar blootgesteld te blij ven om in den donker op onze straten rond te dwalen. X moge mijne vroegere gedane opmerkingen met de oplossing van het Colombus-ei vergeleken heb ben, ik geloof, dat hij nu ook zal erkennen dat het vraagstuk toch niet zoo moeilijk is op te lossen. Q- Middelburg, 19 Jan. 1877. Botterdam, 22 Januari. Tarwe met redelijken aanvoer prijshoudend; rogge met kleinen aanvoer 10 cent lager, wintergorst met ruimen aanvoer on veranderd, zomer dito 10 cent lager; erwten met redelijken aanvoer 25 cent lager; overigens met kleinen aanvoer zonder verandering. Amsterdam, 22 Januari. Kaapolie op zes weken 45}. Lijnolie 30. i^rffzen wan Efleeten. Amsterdam, 20 Jan. 22 las. Sfedlcrl. Cert. Werk. schuld. 2} pet. 64 63} Certific. dito dito3 76} 75} dito dito dito4 99} 99} Aand. Handelmaatschappij 5 102} 103 dito exploitat. Ned. Staatssp. 94} 94} Loten stad Botterdam. 3 100 99} dito dito Amsterdam.3 100 100 België. Cert. bij Eothschild. 2} pet. Frankrijk. Inschrijvingen 3 Inschrijvingen5 Busland. Oblig. 1798/1816. 5 95} 96 Certific. Inser. 5e serie 5 66} Obl.Hope &C°. 18556»serie. 5 80} 80} dito 1000 18645 „90} 91} dito L. 100 18725 „81 81-fr dito L. 100 18735 „81 81-fr Loten 18645 f 268} 269 Loten 1866 5 270 272} Obl. Hope C°. Leen. 1860. 4} pet. 80} 80} Certific. dito4 65} Inscr. Stieglitz&C°.2Ba4L. 4 Obligatiën 1867694 70} 70} Certificaten6 46} Aand. Spoorw. Gr. Maatsch. 5 f 249} 250 Oblig. dito4} pet. 80} 80} dito dito4 f 186} Aand. Kiew-Brest5 89 92 dito Baltische spoorweg 3 119 119 Oblig. spoorweg Poti-Tiflis 5 pet. dito dito Jelez-Griasi.5 218 dito dito Jelez Orel 5 pet. dito dito Charkow Azow .5 80 80} Polen. Schatkistobligatiën .4 73} Aand. Warschau-Bromberg4 f - dito dito Weenen .5 107} Oostenrjjk Obligatie metal. in zilver Januari/Juli 5 pet. 53}} 53}} Obligatiën dito April/Oct. 5 53} 53} dito in papier Mei/Nov.. 5 48} 48} dito dito Febr./Aug. 5 47} 47} Aand. Nation, bank3 777 Loten 1860 5 538 543 dito 1864 127 127} E&omgar|}e. Schatkistbiljett. 6 pet. Oblig. Theiss spoorweg. 5 Italië. Certific. Amsterdam. 5 Oblig. Z-Ital. spoorweg. 3 101} 102 Ipauje. Obligatiën Buitenl.. 3 pet. 12} 11} Oblig. Binneulandsche. 3 12} 12J, Portugal. Obligatiën 3 51} 51} Turkije. Inschr. Alg. schuld 5 HA Obligatiën 18696 29 Egypte. Obl. 18687 pet. 50} Obl. 1873 7 48-tA Amerlka.Obl.Ver. Stat. 1904 5 Obligatiën dito dito 1885 6 99} 100 Illin. Cert. Amsterdam. 53} 55} Oblig. Illinois Kedemtion. .6 87 Oblig. Central Pacific 6 98} Certific. Chic. N. W7 53 53}} Oblig. Madison Ext7 88} 88} dito Winona-St. Peter 7 83Jg- 83} dito N. W. Union7 82} dito Union Pac. Hoofdl. .6 9oJ

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 3