0 n d e r w ij s. Kerknieuws, La n d b o u w. Marine en leger. Koloniën, Ter zake van de le expeditie tegen het rijk van Atchin, alsnog benoemd tot ridder 4e kl. van de Militaire Willemsorde, de luitenant ter zee le kl. H. A. Schippers, en dat wel bijzonder wegens diens gedrag bij het gevecht nabij den grooten missigit op 12 April 1873. rijks kweekscholen. Benoemd tot leeraar aan de rijks-kweekschool voor onderwijzers te Middelburg met ingang van 1 Maart e. k., Ph. Ranck Lz. te Amsterdam; met ingang van 1 Februari e. k., W. M. Morren, te 's Hertogenbosch. leger. Op verzoek eervol ontslag uit den mili tairen dienst verleend aan den len luitenant D. L. J. de Bruyn van het 8e regiment infanterie. De vereeniging „Volksonderwijszal eene buitengewone algemeene vergadering houden ter bespreking van het wetsontwerp op 't lager on derwijs. Van de 70 jongelingen, die zich hadden aangemeld voor het examen om toegelaten te worden als kweekeling aan de rijkskweekschool te Deventer, zijn 57 opgekomen. Hiervan zijn 24 afgewezen, zoodat het examen nog met 33 jonge lingen werd voortgezet. Volgeus de N. Goesche courant is dr. E. Moll, predikant bij de N. H. gemeente te Goesvoor nemens met 1 October a. zijn emeritaat aan te vragen. Door het kiescollege der N. H. gemeente te Goes zijn op het drietal geplaatst de heeren A. W. L. Talmapredikant te VoorstJ. H. Cor- deste Vorden, en F. J. P. Moquette, te Sneek Een „practicus" geeft in de Landb. et, het volgende middel aan de hand tegen de rupsen, dat hem als het eenige afdoende bekend is: „Zuiver uwe boomen, eer de lentezon voor den dag komt, van die duizende nesten waar de rup sen zijn verpopt, dan is het wis en zeker, dat men dit jaar geen last van dat lastige goedje hebben zal". De Maatschappij tot bevordering van landbouw en veeteelt in Zeeland, telt blijkens haar nieuwen almanak 2206 leden, verdeeld in de volgende afdeelingen. Walcheren 295, Zierikzee 310, Tholen 182, Kruiningen 156, Heinkenszand 338, Noord-Beve land 177, Oostburg 294, Hulst 454 leden. auinp te" Willemsoord en "gedetacheerd bij den marinetorpedodienst, wordt met den 20en dezer op nonactiviteit gesteld en met den 21» daaraan volgende vervangen door den luitenant ter zee le klasse C. H. de Goeje, thans dienende aan boord van Z». M". wachtschip te Hellevoetsluis. Met ingang van den 21en dezer wordt het bevel over het marinetorpedovaartuig opgedragen aan den luitenant ter zee Is klasse M. F. Reeringh, gede tacheerd bij den marinetorpedodienst, terwijl de luitenant ter zee C. H. de Goeje met den 1™ Februari a. wordt vervangen door den luitenant ter zee 1" klasse W. C. A. Ziegenhirt von Rozenthal. De luitenant ter zee 2e klasse H. B.. J. J, Thorbeeke wordt met den len Februari a. geplaatst aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis. „O ik heb er tegen gestooten," gaf hij na eene kleine aarzeling ten antwoord. „Doch het heeft niets te beteekenen, Edinaspreekt er maar niet over. 't Is althans van vrij wat minder belang dan de kneuzingen van die verwenschte vrouw Janes." Uit dat ruwe gezegde, dat van den goedhartigen Frank niet gewoon was, leidde zij af, dat zijne afgetrokkenheid, en zijn gekneusde schouder misschien ook, in eenig verband met Molly Janes stond. Kon het zijn dat zij onder de handen van den jongen dokter weerbarstig geworden was en met hem gevochten had, evenals met haar man Plotseling kregen zij het huis de Berg in 't oog, dat in eene zee van licht straalde; muziek liet zich hooren, de vestibule prijkte met gewassen 't was alles luister eh schoonheid. Toen zij, na de overkleederen afgelegd te hebben, de receptie zaal binnentraden, miste Edina's oog de witte wasbloemFrank's rok was geheel onversierd. „Waar hebt gij uwe bloem gelaten, Frank vroeg zij. Zijne oogen dwaalden langs de bloemen in het vertrek en vestigden zich vervolgens op zijn knoopsgat, alles op die afgetrokken wijze die Edina reeds zoozeer had verbaasd. „Ik schijn haar vergeten te hebben, Edina. Had haar zelf maar gedragendat zou toepasselijk zijn geweest. Wat zou die bloem goed in uw haar gestaan hebben 1" „Verbeeld u mij te zien met een bloem in mijn Aan een rapport van den militairen tevens civie- len bevelhebber te Atchingedagteekend 6 De cember, wordt het volgende ontleend: Uit alles blijktdat de inneming van Tandjoeng Semantoh en de bezetting van Simpang Olim ook buitenaf een geweldigen indruk heeft teweegge bracht. De controleur der le klasse van Heuckelum, die onlangs eene reis langs de Noordkust deed met Zr. Ms. stoomschip Aart van Nes, rapporteert dat, als een uitvloeisel der Simpang Olimsche zaken, de radja's van Telok Semawé en van Kloempang Doea persoonlijk bij hem qan boord zijn geweest, een verschijnseldat zich tot nog toe met uitzondering van Pedir op de Noordkustniet heeft voorgedaan. Ten einde die stemming eenigszins te onder houden zal ik verzoeken om Zr. Ms. ramtorenschip Prins Hendrik der Nederlanden ter reede van Telok Semawé te doen stationeerenin afwach ting van nader op de Noordkust te nemen maat regelen. In Pedir is alles rustig. In Groot-Atchin viel op militair terrein weinig belangrijks voor. Eene prauw met 75 zakken rijst van den aan nemer werd in de Atchinrivier dicht bij de ver laten kampong Lampanti overvallen door eene bende Atchineezende bij die prauw behoorendè koelies verjaagd en een Atchineesche jongen die in de prauw zat te visschen, medegevoerd. De noodige maatregelen werden dadelijk getrof fen opdat de rijst niet buiten de linie zou worden vervoerd en patrouilles uitgezonden om de prauw te zoekenmaar te vergeefs. Eerst een viertal dagen latergelukte het den Atchineezen jongen te ontvluchten en bood hij, hier aankomende, aan, de schuilplaats der roovers aan te wijzen. Eene dadelijk uitgezondene patrouille gelukte het wer kelijk geleid door den jongende roovers in hun schuilplaats tusschen Lamprit en Kotta Radja Bedil te overvallen en na een korten tegenweer hen allen er waren er zeven neer te schie ten. Zij hadden nog 55 zakken rijst bij zich. De in het vorige verslag vermelde brief van habib Abdul Rachman en Imam Longbatta aan Toekoe Kadli, waarbij deze werd nitgenoodigd, zich bij de oorlogspartij aan te sluitenis beant woord door een bepaalde weigering. Daarna ver klaarde Toekoe Kadli verder den sultan T. Daoed niet te kennen en den oorlog niet als Tprang sabil Oellah(heilige oorlog) te beschouwendaar de Hollanders niet tegen den godsdienst streden, maar dien in de onderworpen streken integendeel in bescherming nemen. De aanvoer van Chineesche koelies van Penang gaat geregeld voortsedert het laatst ingediend verslag kwamen er weder 128 aan. Zij worden hoofdzakelijk te werk gesteld aan «v HUJ.UU ia uci ifiiCKiti* cijfer echter zeer hoog en bereikt soms 50 pet. Benoemd tot voorzitter van den militieraad in Zeeland mf J. Snijder, tot plaatsvervangend voor zitter de heer H. P. Winkelman, beide leden der provinciale staten van Zeeland; tot lid van dien militieraad m'. N. C. Lambrechtsen van Ritthem, tot plaatsvervangend lid m' A. J. van Eekelen, beide leden van den gemeenteraad van Middelburg. Benoemd tot controleur te Purmerend de ont vanger der directe belastingen te Vlissingen, C. Knottenbelt. haar!" hernam zij lachend. „Maar Frank, ik geloof dat vrouw Janes u heel en al van uw stuk heeft gebracht." Nadat zij hun compliment aan mevrouw St. Clare hadden gemaakt, leidde Frank zijne nicht naar een. stoel en nam zelf plaats in een hoek, ter zijde van eene openstaande deur. In welk een gruwe lijk contrast stond dit tooneel van wereldsch ver maak met het tooneel waarin hij zoo kort geleden eene rol had vervuld! Hij leefde die gebeurtenis, die slechts een paar noodlottige oogenblikken ingenomen had, opnieuw door. Wat hij hier voor zich zag, was hem als een droom. De fraai ge- kleede dames die met vroolijken lach hem voorbij gingen, de schittering der juweelen, de pracht der meubelen, het waren allen voor hem de voorbij- tiekkende tafereelen van een denkbeeldig pano rama. Frank had luidop kunnen weeklagen over die bittere ironie: hier het leven, het vroolijke, onbezorgde leven, daarginds de dood, de geweld dadige en plotselinge dood. Nog nooit had, in al zijne levensdagen, de plechtige ernst van deze wereld en de toekomende zich zoo pijnlijk aan hem opgedrongen. „O, mijnheer Raynor, ik dacht dat gij niet kwaamtZijt ge hier al lang geweest?" Die verbazende uitroep kwam over de lippen van een schoon jong meisje dat door haar wit kleed als eene wolk omhuld was, over die van Madeliefje. Frank stak dadelijk do hand uit, om die, welke zij hem toereikte, te vatten, maar geen lachje verhelderde zijn gelaat. eerste kamer. Bij de verdere discussie over het hoofdstuk Biunenlandsche zaken werd heden door de heeren van Vollenhoven, Borsius, Eysinga, Viruly en Hartsen de toestand van den Nieuwen Rotter- damschen waterweg ter sprake gebracht, het nationaal karakter dezer onderneming aangetoond en aangedrongen op het spoedig nemen van krachtige maatregelen tot verbetering en voltooi ing van het werk. De minister beloofde dat al het mogelijke gedaan zal worden, na afloop van het aanhangig onderzoek omtrent het nut en de noodzakelijk heid van het baggeren. Hét hoofdstuk Binnenlandsche zaken werd daarna aangenomen. Bij Marine deelde de minister mede dat het schroefstoomschip Prinses Maria naar de Middelland- sche zee is gezonden op verlangen van onzen gezant te Konstantinopel, ter eventueele bescher ming onzer onderdanen en handel in de Levant. Aan den kommandant was in zijne instructie de strikte handhaving onzer onzijdigheid in geval van oorlog aanbevolen. Ook dit hoofdstuk werd aangenomen. Na eene verklaring van den minister van finan ciën dat hij vooralsnog geen ontwerp tot definitieve regeling der muntquaestie kan toezeggen, doch evenwel nog hoopt zoodanige regeling tot stand te brengen, werd ook de begrooting van financiën evenals de Westindisehe begrooting aangenomen. In het midden dezer week is een kind van omstreeks 10 jaren van Vlissingen naar Middelburg gegaan, en heeft aldaar schreiende verteld, dat hare ouders beide dood waren en het nu niet wist waar heen te gaan. Het gevolg daarvan was dat het voor den nacht opgenomen werd in het burger weeshuis aldaar. Nadat het kind naar Vlissingen teruggevoerd was, heeft men getracht de woonplaats der ouders op te sporen, doch de woning die zij daar toe aanwees was geheel ledig, hetgeen wel over een kwam met haar vertelsel dat hare ouders dood waren. Ten slotte dacht men de hulp der policie te gaan inroepen, toen juist een agent van policie zich aanmeldde, die namens de ouders in last had te onderzoeken waar hun kind, dat reeds een paar dagen verdwenen was, zich thans bevond. Het bleek dus hieruit dat het geheele vertelsel een leugen was. De moeder beweerde dat dit het gevolg was van de tegenwoordige leerboeken waaruit de kinderen allerlei dingen en geschiede nissen leerden Gisteren (Donderdag) is van Axel naar Goes gciLiccUiè'"ixoewaent, welito arrestatfé in verband schijnt te staan met het vinden van het lijk van een pasgeboren kind in een privaat aldaar. Donderdag avond omstreeks halfnegen werd te Zierikzee brand ontdekt in het meubelmaga zijn van den heer van Schaik in de lange Nobel- straat aldaar. Het perceel is onbewoond en ook de werkplaats was gesloten. De brand schijnt in de werkplaats, die op de tweede verdieping was, ontstaan te zijn. Door den vrij hevigen Zuiden wind liet zich de brand ernstig aanzien. Een vuurregen verspreidde zich in de richting van den wind over de stad. Brandweer en schutterij, politie en justitie waren spoedig op de plaats des onheils tegenwoordig. Geruimen tijd duurde de brand nog voort maar ein delijk werd men hem toch meester. De belendende gebouwen zijn ook zeer beschadigd. Men heeft nog eenige meubelen kunnen redden. Oorzaak „Hoe lang zijt ge hier al geweest, mijnheer Raynor?" vroeg zij. „Hoe lang? Dat weet ik niet. Ik geloof een half uurtje." „Hebt ge al gedanst?" „Neen, ik ben hier blijven staan." „Om u te verschuilen? Ik zou u niet gezien hebben, als ik niet in alle hoeken had gezocht naar Lydia's balboekje, dat zij verloren heeft." Hij gaf geen antwoord; zijn hoofd klopte, zijn hart bonste. Madeliefje vond hem heel vreemd. „Ik heb mijn dans met sir Paul Trellasis ge daan," deelde zij hem met een hoogen blos en neêrgeslagen oogen mede, terwijl hare vingers met haar eigen balboekje speelden. Op eiken anderen tijd zou Frank vlug genoeg zijn geweest om dien wenk, dat zij nu bereid was met hèm te dansen, te begrijpen; doch hij vroeg haar niet; hij nam het vergulde boekje niet uit hare hand, om er ziju eigen naam zoovele malen in op te schrijven als hem behaagde. Hij bleef eenvoudig staan, met eene onzekere uitdrukking in zijn blik en een smartelijken trek op zijn gelaat. Wordt vervolgd). tot heden niet bekend. Het geheele gebouw is afgebrand. Te Aardenburg is eene afdeeling opgericht van het anti-dienstvervangingsbond. De afdeeling telt 34 leden. Tot voorzitter werd gekozen de heer P. L. Reepmaker, burgemeestertot penning meester, de heer J. C. Douw, geneesheertot secretaris, de heer G. A. Vorsterman van Ogen, hoofdonder wij zer. Toen de heer Christophle, deFransche minister van openbare werken, met eenige ambtenaren van zijn departement en ingenieurs ons land bezocht, om zich met den toestand van onze spoorwegen bekend te maken, heeft hij ook voor andere instellingen, fabrieken en magazijnen zijne belang stelling getoond. Te Amsterdam zijnde bracht hij met den Franschen gezant bij ons hof, den Italiaanschen gezant en eenige heeren uit zijn ge zelschap een bezoek aan het museum Louis XV aldaar, waarin hij geruimen tijd vertoefde en waar hij met aandacht den rijken voorraad van oudheden en kunstvoorwerpen bezichtigde. Ver scheidene kostbare zaken werden door hem aan gekocht uit dit museum, dat blijkens dit bezoek, ook te Parijs reputatie heeft. Eenigen tijd geleden is te Beesd een kind geboren zonder tong. Het meisje, dat natuurlijk niet zuigen kanwordt gevoeddoor haar voed sel in te gieten. Op deze wijze heeft men tot dusver een kwijnend leven gerekt. Sedert eenigen tijd was het bij de politie bekend, dat een tapper in de Poppesteeg te Rot terdam er zijn werk van maakte om knapen in zijn herberg te lokken en hun sterken drank te schenken. Onlangs werd hij door een hoofd agent van politie op keeterdaad betrapt, toen hij aan vijf jongelieden, beneden den ouderdom van zestien jaren, sterken drank tapte. Behalve deze vijf waren er nog een twintigtal jongens van 16 a 17 jaren in de kroeg aanwezig, die allen zich met kaart- of andere spelen bezighielden en ouder „gelag" zaten. Toen Woensdag morgen de ouders te Kat wijk aan Zee hun kinderen naar de bewaarschool zouden brengen, was en bleef de inrichting ge sloten, zoo ook de daaraan verbonden woning van de onderwijzeres. De politie werd hierop attent gemaaktdie spoedig tegenwoordig was, doch op het schellen of kloppen aan de deur kwam geen antwoord. Bij het binnentreden der woning, vond men een verwarden boel en was de onderwijzeres met haar echtgenoot vertrokken. Op de tafel lag een stuk papier waarop stond: „men zoeke onze lijken in het Oegstgeesehe kanaal!" Allerlei vreemde geruchten zijn in omloop. Aan de exploitatiemaatschappij is bij konink lijk besluit vergund in het stationsgebouw te Rot terdam een gaswerktuig van Lenoir, sterk 3 paar denkrachten, in werking te stellen. Die toestel is bestemd om de goederen der reizigers tot op de D__ .v.^opiug van het station en dus van den spoorweg te hijschen. Den 17ett Maart a. vertrekken van Nieuwediep twee booten van de Maatschappij Nederland, de koning der Nederlanden en de Madura. De Madura zal op de gewone wijze passagiers, goederen en brieven-mail medenemen. De koning der Nederlanden is door het gouver nement afgehuurd tot transport van 's rijks ambte naren, belast met de uitvoering der havenwerken, te Batavia, en zal tevens uit Engeland eenige machines en ander materieel voor die werken be- noodigd medenemen. Tot lid van den gemeenteraad te Rotterdam is gekozen met 339 van de 375 uitgebrachte stem men, de heer A. de Monchy. De heer Philippart, die zich Dinsdag weder te Brussel bevond, heeft verklaard protest aan te teekenen tegen de uitspraak der Brusselsche recht bank van koophandel, waarbij zjjn failliet persoon lijk verklaard is. Te Londen is eene uitmuntend geslaagde nabootsing der eerste uitgaaf van Milton's „Verloren Paradijs" uitgegeven. De spelling, de lettersoorten en het papier der oorspronkelijke editie zijn uiterst getrouw nagevolgd en ook de band is volkomen gelijk, zoo wat kleur als versieringen betreft, aan den ouden schaapsvellen band, waarin het heldendicht in de 17" eeuw van de pers is gekomen. Een belangrijk proces is te Gent aangevangen tegen de heeren Wittouck, vader en zoon, distil lateurs en beetwortel-suikerfabrikanten te Leeuw St. Pierre en te Selzaete. Tweeërlei beschuldiging wordt tegen hen ingebracht: ontduiking der belas ting, of smokkelarij, en omkooping van ambtenaren. Wat de smokkelarij betreft, bedraagt de eisch van het Belgische bestuur der belastingen niet minder dan twee millioen franken voor ontdoken accijnsen. Verscheidene beambten der douanen, benevens de directeur en verdere geëmploieerden der beetwortel-suikerfabriek te Selzaete nemen voor het feit der omkooping op de bank der be schuldigden plaats. Voor de rechtbank te Gent wordt een zaak behandeld tegen den burgemeester van Deurle, die een huwelijk van den zoon van den gouver neur der provincie Oost-Vlaanderen voltrokken heeft iu de woning der bruid, in plaats van op het stadhuis. Het openbaar ministerie heeft deze beleefdheid als overtreding der bepalingen op de

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 2