N°. 17,
120e Jaargang.
1877.
Zaterdag
20 Januari.
Dit blad versobijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën i 20 Gent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,50]
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite
Middelburg, 19 Januari,
feuilleton.
12.
EERSTE DEEL.
C°. te Brussel en Parijs.
Benoemingen en besluiten,
LRURG
COURANT.
De beide zonen van den prins en prinses Zu
Wied verkeerden gisteren in een .zeer gunstigen
toestand. De nacht is rustig voorbijgegaan.
H. M. de koningin brengt dagelijks een bezoek
aan het vorstelijk gezin op het Huis de Paauw.
Naar wij vernemen zal het lijkje van prins Her-
mann a. Maandag ochtend per Rijnspoor naar
Neuwied worden vervoerd, ten einde aldaar in
tegenwoordigheid van den prins Zu Wied, die het
uit 'sHage zal volgen, te worden ter aarde be
steld. (Fad.)
Door tal van ingezetenen uit IJzendijke,
Schoondijke, Biervliet, Groede, Breskens,Waterland
kerkje, enz. werd onlangs een verzoekschrift
gezonden aan den minister van financiën, om het
registratiekantoor van Sluis te verplaatsen naar
Oostburg. Onlangs kwam daarop zonder dat
eenige notitie van de bezwaren der adressanten
genomen werd eene afwijzende beschikking.
Het voornemen bestaat om binnen kort een nieuw
gemotiveerd adres om verandering van den be-
staanden toestand in te zenden. (N. R. cf).
Tengevolge van het uitbreken der runderpest
onder vee dat uit Hamburg te Deptfort is aan
gevoerd, heeft de Engelsche regeering blijkens het
officieel Engeiseh staatsblad, bepaald dat alle uit
Duitschland afkomstige schapen en geiten van
den 17en Januari af binnen tien dagen na de
ontscheping geslacht
Stand der pokken-epidemie te Veer© en omtrek
sedert 7 tot 18 Januari 1877.
Ongevaccineerd: bijgekomen 1, onder be
handeling 1.'
In dejeugd gevaccineerd: bijgekomen
1, hersteld 1, onder behandeling 2.
In de jeugd pokken gehad: bijgekomen
1, overleden 1, onder behandeling 1.
Naar aanleiding der door den heer mr. G. A.
Fokker in ons blad gedane mededeeling omtrent
selioolspaarbanken, leest men in het Utr. Dag
blad het volgende:
„Het schijnt den ijverigen voorstander van het
sparen, die deze mededeelingen deed, onbekend te
zijndat in de provincie Utrecht op vele scholen
reeds trouw gespaard wordt. Door den inspecteur
Naar het Engelsch van mevrouw Henry Wood.
Hoofdstuk IV.
HET WACHTEN OP BELL.
Vervolg).
„Wat hebt ge, Frank? vroeg zij. „Zijt gijniet
wel?"
„O, ik ben volmaakt wel."
„Die arme vrouw is toch niet dood
„Wat voor vrouw?" vroeg Frank, die zijne
zinnen nog niet bij elkander had. Intusscben was
dokter Raynor nit zijn stoel bij het haardvuur
opgestaan en ook naderbij gekomen.
„Zijt gij dan meer dan éene vrouw gaan bezoe
ken?" hernam Edina. „Ik bedoelde vrouw Janes."
„O ah l ja t'' zet Frank, zijne hand over
zijn voorhoofd strijkende. „Die zal er in eenige
dagen weer boven op zijn. 't Heelt niet veel te
beteekenen."
„Waarom zijt gij dan zoo lang uitgebleven?"
vroeg de dokter.
„Ik ik wist niet, dat het zoo laat was,"
Beï de arme Frank, die geen andere uitvlucht kon
van het lager onderwijs werd daartoe het initiatief
genomenen door hem werd de eerste invoering
op verschillende wijze aangemoedigd.
„Op zijne aansporing en in overleg met een
openbaar onderwijzerden heer Gerhardtwerd
op de drukkerij van het Utr. Dagblad doelmatig
materieel daarvoor verkrijgbaar gesteld en het
blijkt nit de vele aanvragendie daarvoor inko
men, zoomede uit de belangrijke mededeelingen
die over den loop der zaak door ons van tijd tot
tijd konden gegeven wordendat de schoolspaar-
bank in onze provincieop openbare en bijzon
dere scholen, met ijver voorgestaan wordt en met
goeden uitslag werkt. Bij de hulpspaarbank
Utrecht^ van het Ned. Ond. genootschap, waarvan
de heer Gerhardt correspondent isstaanalleen
uit de gemeente Utrecht en omstreken een dozijn
schoolspaarbanken als inbrengst te boekmet een
gezamenlijken inleg van f 5945.17 op 31 Decem
ber jl."
Den 16e" dezer heeft te Brussel de ondertee-
kening plaats gehad eener nieuwe overeenkomst
tussehen Nederland en België tot wederkeerige
uitlevering van misdadigers. (Staats, cour.)
Er bestaat gelegenheid tot verzending der corres
pondentie naarNederlandsch Oost-Indie, doormiddel
van het stoomschip Drenthe van de „Rotterdamsche
Lloyd" waarvan het vertrek uit Ylissingen op den
27en Januari a. is bepaald.
De gedrukte stukken en monsters van koopwaren
bestemd om met deze gelegenheid te worden ver
zonden, behooren uiterlijk in den avond van den
26en Januari en de brieven den daaropvolgenden
dag, 's morgens per eersten trein te Vlissingen
aangekomen te zijn.
nie^'a!anf|ëtfaaii?f'"°1'1'1 Po dsn o-
De heer J. J. van Kerkwijk, lid der tweede
kamer, beoogt in de Nieuwe Rotterdamsche courant
de noodzakelijkheid om, wil men van dè vele mili-
oenen aan ons spoorwegnet besteed, het ware nut
trekken, de spoorweglijnen en lijntjes, die in ons
land aan verschillende maatschappijen toebehooren,
zooveel mogelijk onder êen beheer te brengen.
Daardoor alleen is het doenlijk om de middelpun
ten van handel en verkeer niet slechts in naam,
maar ook werkelijk in rechtstreeksche
spoorweggemeenschap te brengen met de overige
deelen des lands. Onder het tegenwoordige stelsel
is dit nog geenszins het geval. Het baat niet of
men nieuwe spoorweglijnen aanlegt en die bij de
oude doet aansluiten; zoolang de oude en de
aansluitende lijnen niet door eene en dezelfde
maatschappij geëxploiteerd worden, kan men
vinden, ofschoon hij had kannen aanvoeren, dat
het verbinden der wonden van vrouw Janes tijd
had gekost. Maar om de waarheid te zeggen wist
hij zelfs op dit oogenblik nog niet, of het vroeg
of laat was.
„Haast u dan wat, Frank," zei Edina; „gij kunt
u spoedig genoeg kleeden als gij 't verkiest. Het
spijt mij dat het zoo laat is geworden."
Hij richtte zich dus naar de trap, om naar
zijne kamer te gaan. Er was geen helpen
aan: hij moest naar de partij. Edina kon niet
alleen gaan, en hij had geen verontschuldiging*
om haar niet te vergezellen. Eerst toen hij zijn
jas uittrok, herinnerde hij zich den slag dien hij
op zijn schouder had gekregen, want als de geest
tot rust komt bemerkt het lichaam pas wat er
hindert, en Frank had bij het oproer zijner ziel
noch de pijn gevoeld, noch zich zelfs herinnerd
dat hij een slag had ontvangen.
't Was echter een geduchte geweest en zijn
schouder was stijf en deed hem veel pijn. Na zijn
jas uitgetrokken te hebben streek hij er zacht
met de hand overheen, misschien om zich van
den omvang der kneuzing te vergewissen, toen er
aan de deur geklopt werd eu Edina binnen
trad.
„Hier heb ik een bloem voor uw knoopsgat,
Frank," sprak zij.
Het was eene fraaie bloem uit de warme kast,
in voorkomen gelijk aan witte was. Dokter
Raynor had die medegebracht uit het huis van
den patient waar hij dien middag eene visite
niet zeggen dat er rechtstreeksche gemeenschap
bestaat. Bijna altijd heeft er vertraging
plaats, als de reizigers en goederen over moeten
gaan van den eenen spoorweg op den anderen,
die niet door dezelfde directie wordt geëxploiteerd.
Steeds zal^ het.overgaan van de spoorwegen der
eene directie op die der andere gepaard gaan met
last voor de reizigers en gevaar voor verlies van
goederen. Een directie van een groot net van
spoorwegen verdient ook daarom de voorkeur
boven verschillende directiën over vele kleine
spoorwegen, omdat daardoor een aantal werkzaam
heden gemakkelijker en goedkooper worden. Men
denke aan de omslachtige controle van wagens,
die van de eene spoorbaan op de andere overgaan,
de traktementen der talrijke directiën en ambte
naren, enz. Dikwijls gebeurt het, dat op de eene
baan gebrek aan wagens is, waardoor de goederen
niet kunnen verzonden worden, terwijl op de andere
baan overvloed van ledige wagens is. Binnen
zekere grenzen is er alzoo voordeel in gelegen,
om het aantal spoorweg-directiën te verminderen,
en verschillende spoorwegbanen onder éen bestuur
te brengen.
De schrijver gaat vervolgens de verschillende
voorwaarden van naasting na, welke voor de
spoorwegen in ons land bestaan. De termijn van
naasting voor den spoorweg Utrecht—Zwolle is 6
Juni 1884; die voor den spoorweg ZwolleKampen
10 Mei 1885die voor den Hollandsehen spoorweg
31 Mei .1880die van den Rijnspoorweg, waar
van de schrijver echter, indien deze maatschappij
tot bevordering van het geregeld verkeer wil
medewerken, de noodzakelijkheid van naasting
nog niet inziet, zal eerst den 31«n December 1898
aanbreken. Ook de aankoop van den spoorweg
Almelo HengeloSalzbergen moet overwogen
worden.
daal—Breda betreft, schijft de heer van i^emwijK
het volgende:
„De concessie voor den spoorweg Antwerpen
RoosendaalMoerdijk en RoosendaalBreda be
paaltdat de Nederlandsche regeering met de
Belgische in overleg moet treden, opdat de naas
ting in 'Nederland gelijktijdig plaats hebbe met
den terugkoop op Belgisch grondgebied van dat
gedeelte van den spoorweg, hetwelk van de gren
zen tot Antwerpen strekt. De naasting mag eerst
plaats hebbennadat de spoorweg 20 jaar in ex
ploitatie is geweestdit tijdstip was reeds bereikt
den lon Mei 1875. In 1873 trad de Nederlandsche
regeering in overleg met de Belgische en den
Grand Central Beige; de Nederlandsche regeering
kocht, behoudens goedkeuring der wetgevende
macht, de gedeelten spoorweg Roosendaal—Zeven
bergenMoerdijk en Roosendaal——Breda, te zamen
bad gemaakt en Edina had haar tot het laatste
oogenblik bewaard als eene verrassing voor Frank.
Deze nam de bloem werktuigelijk aan en bedankte
baar wel is waar, doch zeer afgetrokken, want
zijne gedachten waren verre van hier. Edina
stond verwonderd; waar was Frank's onbezorgd
heid en luchthartigheid gebleven?
„Deert n iets aan uw schoudervroeg zij.
„Ik geloof dat ik mij gekneusd heb," gaf hij
zoo onbevangen mogelijk ten antwoord.
Zij verwijderde zich en Frank ging voort zich
te kleeden, doch geheel gedachteloos. Hoeveel
dagen, nachten, weken en jaren zouden er moeten
verloopen eer hij de schrikkelijke herinnering aan
het voorgevallene uit zijn geest zou kunnen
verbannenI
„Ik wenschte dat die duivelin van een Molly
Janes daar ware geweest!" riep hij uit, in eene
plotselinge vlaag van spijt en verdriet op den
vloer stampende. „Zonder hare scherpe tong zou
ik dezen avond niet uitgeroepen zijn en het
schrikkelijke ongeluk ware niet gebeurd."
Edina stond met hoed en shawl gereed toen
Frank beneden kwam, en had het zijden kleedje
zorgvuldig opgespeld. De dokter bezat geen
gesloten rijtuig, eene vigelante was in geheel
Trennach niet te vinden, en dus moesten zij den
weg te voet afleggen. Mevrouw St. Clare had
wel beleefdelijk toegezegd, dat zij haar rijtuig zou
zenden om juffer Raynor af te halen als het
slecht weer wasmaar het was integendeel een
mooie, heldere avond en het rijtuig bleef dus weg
voor zeven millioen gulden. De tweede kamer
der staten-generaal verwierp den 2tn Mei 1873
dit voorstel. Groot is het ongerief, hetwelk men
van deze verwerping ondervindttallooze millioenen
zijn uitgegeven, om van Ylissingen een zeehaven
te maken, en midden tussehen de spoorwegen, die
Vlissingen mot Duitschland en Holland verbinden,
liggen twee eindjes spoorweg, aan eeie buiten-
landsche maatschappij toebehoorende, waardoor de
goede gemeenschap met Vlissingen geheel afhangt
van die maatschappij. De tegenwoordige ministers
van binnenlandsche zaken en financiën, de heeren
Heemskerk en van der Heim, wezen den 8en Juni
1876 op dit ongerief, zoodat wij hopen dat zij
trachten zullen het op te heffen".
De overige voorwaarden voor de naasting van
dezen spoorweg zijn dezelfde als van den Neder-
landschen centraal-spoorweg. De prijs van naas
ting wordt als volgt berekend. Men berekent
de zuivere inkomsten van de zeven laatste
jaren, trekt daarvan de twee ongunstigste jaren
af, en neemt het gemiddeld bedrag der na de
aftrekking overblijvende vijf jaren, brengt de
alzoo verkregen som door die met 20 te verme-
nigvuldigen, tot kapitaal en voegt daarbij een
premie van 15 ten honderd.
Eerst na al deze naastingen, waarvoor natuurlijk
een groot aantal millioenen benoodigd zijn zal,
welke echter al dadelijk hunne rente zullen af
werpen, zal het groote doel der spoorwegen, de
rechtstreeksche gemeenschap van alle deelen des
lands met de middelpunten van verkeer, verzekerd
kunnen worden.
Naar gelang de spoorwegen worden genaast,
moeten zij voorloopig geëxploiteerd worden door
de maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwe
gen. Zijn zij allen genaast, dan behoort het
contract met de maatschappij tot exploitatie van
de zetbaas der regeering, en in zauö van tarrevcn,
het aantal treinen, enz. geheel de bevelen der
regeering moet opvolgen, natuurlijk tegen waar
borgen eener goede belooning.
Is men echter eenmaal zoover dan zal misschien
de tijd gekomen zijn om nog een stap verder te
gaan en tot exploitatie van staatswege te be
sluiten.
onderscheidingen, Toegekend de bronzen medaille
en een loffelijk getuigschrift aan H. P. J. Smit,
dienaar van politie 3e klasse te Amsterdam, als
blijk van Zr. Ms. goedkeuring en tevredenheid
wegens de redding van een drenkeling aldaar op
22 November 1*876.
„Papa, ge moet niet voor ons blijven opzitten,"
zet Edina, terwijl Frank zijn overjas aantrok,
„want het is geheel onzeker hoe laat wij zullen
te huis komen."
„Neen, neen, kind, ik zal niet opblijven."
Toen zij het dorp uitwaren, ging Frank van
den grooten weg af en achter de pastorie om.
Edina vroeg waarom hij dat deed, daar het over
de Kale Vlakte de naaste weg Was.
„Maar deze is minder somber," luidde agn
antwoord, „en wij zullen er spoedig zijn."
„Wel ik vind de Kale Vlakte veel minder
somber dan dezen weg, vooral op zulk een mooien
avond," hernam Edina. „Hier worden wij geheel
door de boomen overschaduwd, terwijl op de Vlakte
het volle maanlicht schijnt."
Hij gaf echter geen verder antwoord, maar
bleef den ingeslagen weg volgen. Het kwam er
dan ook niet veel op aan, want het verschil van
langer of korter kon slechts eenige minuten zijn.
Edina stapte opgeruimd voort, want zij maakte
nooit veel moeite over kleinigheden. Allengs
begon echter zijne sprakeloosheid, die iets zeer
ongewoons was, hare aandacht te trekken.
„Hebt ge hoofdpijn, Frank vroeg zij.
„Neen ja een weinigje."
Edina maakte geen aanmerking op de tegen
strijdigheid van dat antwoord, maar kwam tot de
gevolgtrekking, dat hem iets zeer onaangenaams
moest weêrvaren zijn.
„Hoe hebt gij uw schouder gekneusd?" vroeg
zij na een oogenblik.