N°. 12. 120e Jaargang. 1877. Maandag 15 Jannari. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per 3/m, franco f 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiëni 20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz,: van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte,' Hoofdagent voor Belgifi en Frankrijk: de firma Havas, Laffit* C°. te Brussel en Parijs. Middelburg, 13 Januari, FEXJXXjILiETOnsr. EERSTE DEEL. op de kale vlakte. Benoemingen en besluiten, 0 n d e r w ij s, Kerknieuws, Kunstnieuws, Marine en leger. con Heden is op het raadhuis alhier de door de Vereeniging „Uit het volk—voor het volk" geor ganiseerde tentoonstelling geopend eener porte feuille van het Schilder- en teekenkundig Genoot schap „Kunstliefde" te Utrecht. De uit 57 nommers bestaande verzameling bevat vele zeer verdienste lijke teekeningen. Voor de bewoners van Walcheren trekken vooral de aandacht twee gezichten van en op de badplaats Domburg, vervaardigd door den heer W. de Famars Testas, die voor f 100 per stuk te koop zijn. Onder de geëxposeerde verzameling bevinden zich ook eene teekening van onzen stadgenoot den heer J. F. Schutz en twee van diens zoon den heer W. J. Schutz. Daar ook morgen (Zondag) van 12 tot 4 uren gelegenheid tot bezichtiging dezer tentoonstelling bestaat (voor ambachtslieden en dienstboden tegen betaling van slechts 10 cent per persoon) sporen wij onze stadgenootenvoor zooveel noodig, aan die gelegenheid niet ongebruikt te laten voor bijgaan. De gisteren avond alhier gehouden derde bijeen komst in dezen winter tot uitspanning en nut van den ambachtsman werd door ongeveer 60 per sonen bijgewoond. De heer L. L. Woutersen hield een belangrijke voordracht over de Transvaalsche republiek. De aandacht onzer lezers, vooral die der hoofd onderwijzers van openbare of bijzondere scholen, wordt gevestigd op het onder onze rubriek In gezonden stukken voorkomend opstel van den heer mT. G. A. Fokker over schoolspaarbanken. De Staats courant van heden bevat de wetten van den 31ro December jl. (Staatsblad n°' 289 en 291), houdende maatregelen tot voorkoming der uitputting van de robbenvangst en tot wijziging der koloniale huishoudelijke begrooting van Curasao voor het dienstjaar 1875. De uitgave van het weekblad „Vooruit" is, na gedurende 17 maanden gestaakt te zijn ge weest, hervat. Als hoofdopsteller treedt weder op de heer G. A. Vorsterman van Oijen, wien verscheidene gunstig bekende onderwijs-speciali- teiten ter zijde staan. De uitgave geschiedt bij den uitgever F. B. den Boer, alhier. Naar het Engelsch van mevrouw Henry Wood. Hoofdstuk III, {Vervolg). „Ik wilde wel eens weten," riep die vrouw met eene schorre stem en in het platste dialect uit, „of die gekken van kerels van daag aan 't werk zijn?" „Ik geloof het niet," antwoordde Rosaline. „Mijn man is weêrnaar de Gouden Pijl en zal zich te buiten gaan en weêr even beschonken te huis komen als gisteren avond. Wat behoefde uw vader hun die leugens van de Fluiters op den mouw te spelden? Dat zou ik wel eens willen weten 1 Als Bell die Fluiters werkelijk gehoord had, zouden anderen ze ook wel gehoord hebben." „Ik kan er u niets van zeggen, vrouw Janes," antwoordde Rosaline beleefd, maar op een afstand, want zij hield die menschen, die zij wist dat diep beneden haar stonden, zoover mogelijk van zich. „Gij kunt het mijn vader zelf vragenhij zal In het eerste nommer vinden wij eene uiteen zetting der beginselen van den heer V. van Ogen ten aanzien van het onderwijs, waarin hij zich, gelijk trouwens niet anders te verwachten was, als een warm verdediger van het neutraal open baar onderwijs kennen doet; benevens eenige op stellen over het nieuwe schoolwetsontwerp en over andete aangelegenheden op het onderwijs betrekkelijk. Ook troffen wij er in aan eene opgave van open staande onderwijzersplaatsen. Daaronder komen voortwee hoofdonderwijzers vacatureneene (te Amsterdam) met f 1700 en eene (te Heinkens* zand) met ƒ1000 traktement, beide met vrije woning, benevens 26 hulponderwijzers-plaatsen, waarvan het traktement van f 500 tot ƒ800 loopt. Op ƒ500 was er echter slechts éen (te Nijbroek), dat nog bij het bezit eener hoofdonderwijzersakte tot ƒ600 verhoogd werd. Al de anderen waren hooger. Wat moet men, bij deze cijfers, zeggen van de minima-traktementen van het nieuwe wetsontwerp, zijnde f 600 voor hoofd- en f 400 voor hulponder wijzers? Immers dat ze ver benoden den feitelij ken toestand zijn. Meu zou, de traktementen op dien voet regelende, aan de onderwijzers eene positie schenkenwelke by het in werking komen der nieuwe wet reeds beneden hun maatschappe- lijken toestand wezen zouzooals die door den onderwijzersnood feitelijk geworden is. Bij gelegenheid van het tienjarig feest der coö peratieve bouwvereeniging „Helpt u zeiven" te Goes, schrijft het volksblad de Coöperatie het vol gende: „Met vele moeiten en bezwaren hebben de eer ste oprichters vooral te kampen gehad. Onversaagd hebben zij echter stand gehouden. Onverzettelijk hebben zij aan het beginsel „helpt u zeiven" vast gehouden. „Toen zij hunne statuten, die zij zeiven hadden saamgesteld, aan het oordeel van een bevorderaar der coöperatie onderwierpen, wees deze er op, dat de statuten een tal van bepalingen bevatten, die de vereeniging in gevaar zouden kunnen brengen, die aanleiding zouden kunnen geven tot moeielijkheden tusschen de leden en die de vereeniging in geld verlegenheid zouden kunnen brengen. „Maar met onverzettelijkheid hielden zij aan de eenmaal door hen zei ven vastgestelde bepalingen vast; hunne onafhankelijkheid zou gevaar loopen, dachten zij, door elke inmenging van anderen, en met statuten, die werkelijk veel te wenschen over lieten, hebben zij het pad der coöperatie betreden. „En wat is de uitslag geweest: dat, niettegen staande slechte statuten, de resultaten u i t s t e- dadelijk terug komen. Ik kan u niet binnen laten want moeder is van daag zieker dan ooit en kan geen gedruisch verdragen." Bij die woorden sloot zij de deur en schoof er den grendel weêr voor, opdat de grove Molly Janes niet met geweld zou binnen dringen. Daarop begon zij aan bet vierde couplet van haar liedje, volgens 't welk de jonkvrouw van den hoogsten torentop bleef uitzien totdat de laatste zonne stralen verdwenen waren en het maanlicht de streek kwam beschouwen, maar zonder dat haar minnaar weêrkwam. Of de mannen nog altijd bevreesd waren voor het ongeluk waartegen men meende dat de Zeven Fluiters hunne waarschuwende stem hadden doen hooren, dan wel of zij dit voorwendsel slechts te baat namen om zich een tweeden vrijen dag te verschaffen, is moeielijk uit te maken; maar zeker is het, dat er niet éen aan 'twerk was gegaan. Ross de opzichter herhaalde zijne bedreigingen, maar zonder gevolg. Over 't geheel genomen zijn er geen matiger menschen dan de mijnwerkers van Cornwall, en die van Trennach maakten daar geen uitzondering op; doch eenige jaren geleden waren hier, tengevolge van een langdurige oneenigheid tusschen meesters en werklieden, mijnwerkers uit ver verwijderde streken van Engeland gekomen en deze hadden hunne drinkgewoonten medegebracht. De Corn- wallsche mijnwerkers lieten zich tot zekere hoogte meêsleepen, maar het was alleen bij gelegenheden zooals de tegenwoordige dat zij zich noemens- k e n d zijn geweest, omdat de personen moedige, volhardende coöperators waren. „Eere u, mannen, die geen moeite hebt ontzien, om de zaak te doen gelukken. „Niet alleen Goes, maar geheel Nederland heeft het oog op u gevestigd; gij hebt zoo ik mij niet vergis, de eenige, werkelijk coöperatieve, bouwver eeniging in Nederland gesticht en tot bloei gebracht. „Mogen de goede resultaten, die gij verkregen hebt, uwen moed levendig honden en er telkens weer eene flinke arbeiderswoning verrijzen, als monument ter verheerlijking van het beginsel, „Helpt u zeiven." notarissen. Op verzoek eervol ontslag verleen d aan I. J. Verwer als notaris te Bolsward. musea. Op verzoek eervol ontslag verleend aan J. de Vos Jbz. als lid van den raad van bestuur van 's rijks museum te Amsterdam, met dankbe tuiging voor de vele diensten door hem in die betrekking bewezeningetrokken het koninklijk besluit van 1 Mei 1847, n° 85; ingesteld eene commissie van hoogstens vijf leden, belast met het gewoon toezicht op het beheer van 's rijks museum van schilderijen en van 's rijks prentenkabinet te Amsterdam; tot leden dier commissie benoemd L. M. Beels van Heemstede, C. Cunaeus, G. A. Heineken, jhr. W. van Loon en jhr. dr J. P. Six, allen te Amsterdam. marine. Op verzoek een jaar verlof toegestaan aan den luitenant ter zee 2e klasse W. A. Kok, met ingang van den 15en dezer, onder stilstand van nonactiviteits-traktement en zonder opklimming in de ranglijst. telegraphie. Benoemd tot hoofddirecteur van de rijkstelegraaf aan het departement van financiën, W. C. A. Staring, thans referendaris bij gemeld departement. Bij den gemeenteraad van Utrecht is inge komen eene voordracht, om met het oog op de nieuwe wet op het hooger onderwijsbij de regee ring eene aanzienlijke subsidie ter reorganisatie van het gymnasium aan te vragen. De Staats courant van heden bevat, het aan den minister van binnenlandsche zaken uitgebracht verslag der commissie, in 1876 belast met het examineoren van hen, die akten van bekwaamheid verlangden voor middelbaar onderwijs in wis- en natuurkundige wetenschappen, teekenen, boet- seeren, gymnastiek, land- en tuinbouwkunde. Benoemd tot hoofdonderwijzeres aan de school waardig te buiten gingen en daarom viel dit wanneer zij het deden, des te meer in het oog. John Float, de kastelein in de Gouden P ij 1, deed gedurende die dagen van leegloopen mooie zaken. Zoovelen, als eene plaats in zijn gastvrij huis konden vinden, bedienden er zich van, en daaronder behoorde ook Josiah Bell. Zelden had men hem bepaald dronken gezien, doch nu en dan dronk hij genoeg om hem norsaher te maken dan gewoonlijk, en op zulke tijden kon men zeker zijn. dat hij twist zou zoeken. Toen Bell op dezen dag tusschen twaalven en éenen de Gouden Pijl verliet, ging hij de straat op met eenige anderen, die in zijne bnurt woonden. Dokter Raynor stond toevallig voor zijne deur en hield hem staande, waarop de andere mannen doorgingen. „Nog niet aan 'twerk, Bell?" vroeg de dokter. „Nog nieta/an't werk", antwoordde Bell als eene echo en zoo norsch als hij durfde, terwijl hij den dokter strak in het gelaat zag. „En hoe lang zult ge u nog laten regeeren door die inbeelding betrekkelijk de Zeven Fluiters? Wanneer zal er een einde aan komen Bell zag met een dwalenden blik voor zich uit, alsof hij wilde onderzoeken waar en wat het einde zou zijn. De inbeelding, zooals de dokter het noemde, had blijkbaar de overmacht op hem ver kregen. Of do andere mannen er inderdaad onge luk van verwachtten, laten wij in 't middenmaar dat Bell het deed, was boven allen twijfel ver heven. voor vrouwel. handwerken te Buitenpost, mej. G. Hartman, te Zonuemaire. Benoemd tot reetor te Schoondijke G. P. Blom- merde, kapelaan te Westdorptot kapelaan te Westdorp, van Rucphen Himbrechts te Ossendrecht, tot kapelaan te Ossendrecht A. de Weert, priester. Te 's Hertogenboseh is eene opvoering van de operette „Giroflé-Girofla" tegen morgen aange kondigd door het Amsterdamsche Frascati-gezel- schap. Vandaar groote verontwaardiging onder de Sionswachters der hoofdstad van Noord-Brabant. De deugdzame „Noord-Brabanter" waarschuwt bij voorbaat tegen het „schandpruldat even zedeloos genoemd wordt als het in der tijd te 's Bosch verbodene „Pariser Leben." Tot dusverre is over Giroflé-Girofla het banvonnis nog niet uitgesproken. Maar men heeft ook nog niet vernomen dat de burgemeester van 's Bosch uit de stad moest. Mocht dat bet goval zijn, dan zal er ook misschien nog wel een „plaatsvervan gende" burgemeester te vinden zijn om de bedreigde Bossche zedelijkheid te redden. Tusschen den directeur van het Duitsehe opera gezelschap te Arnhem en de Prov. Overijsel- sche en Zwolsche courant is een grappig geschil ontstaan. Genoemd gezelschap heeft te Zwol eene voorstelling van Mozart's Don Juan gegeven, welke naar het gevoelen van den beoordeelaar in de Zwolsche Ct. oneindig veel te wenschen overliet, en waarbij belangrijke stukken werden weggelaten. Onder andere zouden van het orkest, legde hij den violoncellist ten laste, dat deze „bet zoo lieflijk en innig batti, batti, door zijn slordig accompagnement bijna geheel bedierf." Hierop antwoordt nu de directeur: dat de ge brekkige inrichting van het Zwolsche tooneel voor een groot gedeelte schuld i3 van de onvoldoende opvoering; dat cr onder de weggelaten stukken waren die „gedeeltelijk door Mozart later gecom poneerd zijnen eindelijk dat het bederven van de aria batti, batti op rekening komt, niet van den violoncellist, maar van de zangeres, die drie maten te veel gezongen heeft. Als eene zangeres zich aan zulke onbehoorlijk heden schuldig maakt, dan is 't geen wonder dat èn het orkest èn de eritiek van de wijs raken! Het stoomfregat Anna Paulownaliggende te Willemsoord is naar wij vernemen door den „Ik weet het niet, mijnheer," antwoordde hij neêrslachtig, „maar ik wenschte dat er een einde aan was." „Gevoelt gij u wèl?" hernam de dokter op belangstellenden toon, want nog altijd nam hij die merkwaardige grauwe kleur op 't gezicht van den man waar. „Ik ben zeer wèl, dokterwaarom zou ik niet „Omdat ge er in 't geheel niet goed uitziet." „Dat hebben mij dan zeker de Fluiters gedaan," zei hij, zijn zwaren stok van de eene in de andere hand overnemende. „Gekheid, vriendje! Ge moest zoo bijgeloovig niet zijn." „Hoor eens, dokter," hernam Bell op een toon, die van vrees getuigde; „ge weet toch dieD val dien ik in Staffordshire in die mijn gedaan heb, en die mij voor mijn gansche leven kreupel heeft gemaakt? Welnu, den avond te voren had ik de Zeven Fluiters gehoord. Zij waarschuwden my tegen een ongeluk, en nu hebben zij hel weêr gedaan en weet ik dat het komen zal. Ik ga niet in de mgn, voordat drie dagen verloopen zgn. De andere mannen kunnen doen wat zij goed vinden. Met die woorden ging hij heen. Blase Pellet, die hem met den dokter bad zien praten, keek hem gedachteloos na, totdat hij den hoek omsloeg en uit het oog verdween. Eensklaps, alsof hij zich iets herinnerde, deed hij zijn wit voorschoot af, vloog het huis in om zijn hoed te halen en ijlde Bell na, dien hij juist voorbij de pastorie inhaalde,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1