N°. 9.
120e Jaargang.
1877.
Donderdag
11 Jannari.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiên i 20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,60
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma IIavas, Laffit* C°. te Brussel en Parij's.
Middelburg, 10 Januari.
De Floralla's.
FEUILLETON.
EERSTE DEEL.
MIDDELBIJ
COL
Binnen een drietal jaren is in Nederland
eene beweging ontstaan, welke zich meer
en meer uitbreidt, meer en meer vastheid
verkrijgt en op welke onze tijd roem mag
dragen. Nadat de eerste stoot, op het voet
spoor van het buitenland, gegeven was door
eene menschlievende vrouw te Zwolle,mevrouw
de douakière Backer,hebben zich allengs meer
vereenigingen gevormd tot aanmoediging der
kweeking van bloemen bij den werkmans
stand en breidt zich thans een net dier ver
eenigingen over ons land uitwaarvan de
schakels te Zwolle, te Amsterdamte Rotterdam,
te Middelburg, te Utrecht, te 'sHage, te Delft,
te Leeuwarden, te Arnhem en te Leiden te
vinden zijn. Nu de beweging dien omvang
verkregen heeft is het oogenblik gekomen om
te trachten hare beteekenis voor de groote
zaak van volksontwikkeling en volksveredeling
in algemeene trekken na te gaan, en zoo noodig
eenige wenken te geven omtrent de wijze
waarop zij aan die gewichtige doeleinden meer
en meer dienstbaar gemaakt kan worden. In
het Januari-nommer van het tijdschrift „Vragen
des Tijds" vinden wij van de hand van een
beproefd volksvriend, dr. S. Sr. Coronel te Leeuw
arden, over de Floralia's een opstel, datmeni-
gen nuttigen en practiscken wenk voor de
inrichting en het beheer dezer instellingen
bevat en waarvan wij de lezing zeer aan de
bestuurders onzer Floralia's aanbevelen. De
schrijver stelt afzonderlijke afdrukken van zijn
opstel tot hunne beschikking. Ons blijve de
taak om aan zijn betoog eenige algemeene
opmerkingen te ontleenen en eenige gevolg
trekkingen vast te knoopen.
Men kan over de verbetering van het huise
lijk leven onzer handwerkslieden veel onvrucht
bare sentimentaliteit en veel onpractische,
valsche philanthropic te koop dragen. Het
bevorderen der bloemenkweeking behoort tot
eene nuttiger, degelijker orde van beschouwin
gen. Ziehier in eenvoudige woorden het nut
van dit middel geschetst.
Naar het Engelsch van mevrouw Henry Wood.
Hoofdstuk II.
HOSALINE BELL.
(Vervolg).
En mevrouw St. Clare vond dat zeer goed, want
in dezen doofpot scheen Frank Raynor met zijn
knap voorkomen, zijn opgeruimden zin, zijne aan
gename manieren een geschenk des hemels. Zij
wist dat hij van afkomst een gentleman was en zij
was vroeger wel met leden; van zijne familie in
aanraking gekomen, onder anderen met majoor
Raynor en eens rneb de oude mevrouw Atkinson
van den Arendshorst. Zij wist wel niet veel van
hen en in hare trotscl reid zag zij heimelijk op
Frank neêr, zc-ials zij op iederen anderen dokter
zou gedaan hebben. Doch zij was met hem om zijn
zelfs wil, ingenomen en had gaarne zijn gezelschap,
zoodat zij hem vrij dikwijls familiaar ten eten
vroeg. De deftige lui, die zij binnen haar bereik
had, waren niet talrijk, doch zij wist hen nu en
dan by elkander te krijgen en profiteerde dan
zooveel mogelijk van het gezelschap.
Bloemen zijn een goedkoop en uitmuntend
middel tot versiering eener huiskamer. In de
beweging van onzen tijd om den handwerks
man eene aantrekkelijker woning en daardoor
grooter neiging tot huiselijkheid te verschaffen,
bekleeden de bloemen de plaats van een bij
uitnemendheid practisch en aanbevelingswaar
dig middel.
Terwijl vele der uitspanningen en gelegen
heden tot aangenaam en nuttig samenzijn,
welke tegenwoordig den handwerksman door
menschenvrienden bezorgd worden, bij uitslui
ting den man ten goede komen en hem gewen
nen zijn genoegen buiten zijn woning te zoeken,
strekken de bloemen tot genot van het gefteele
gezin, inzonderheid tot aangename bezigheid
der vrouw en versterken zij de banden der
huiselijkheid.
In een gezin waar de kinderen van jongsaf
geleerd worden in bloemen belang te stellen,
ze lief te hebben en te verzorgen, zal de kin
derlijke moedwil de schendende hand niet
leeren slaan aan de bloemen en planten van
anderen; daar zullen de rozendieven niet ge
vormd, de boomvernielers niet gekweekt worden.
Welk een opwekkend vooruitzicht opent deze
gedachte niet voor hen, die zoo gaarne de
pleinen en wandelingen onzer steden met bloe
men getooid, met fraaie heesters opgefrischt
zouden zien, doch er niet aan kunnen denken
uit vrees voor den moedwil onzer straatjeugd!
De verzorging van bloemen kweekt aandacht
en eerbied voor de schoone scheppingen dei-
natuurzij vordert oplettendheid en zorgvul
digheid; leert teederheid van behandeling en
maakt afkeerig van wat ruw en. grof is.
Dit is geen sentimenteele bespiegeling, maar
eene gevolgtrekking, waarvan de gegrondheid
door geen opvoedkundige betwist zal worden.
De opmerking zal dan ook wel eenige juistheid
bevatten dat vóór een rij frissche, zorgvuldig
onderhouden planten gewoonlijk ook heldere
glasruiten en een zindelijk gordijn te zien zijn
en dat in gezinnen, waar bijzondere liefde voor
bloemen heerscht, veeltijds ook andere goede
hoedanigheden, orde, reinheid en nauwgezet
heid geen vreemdelingen zijn.
Indien deze opmerkingen juist zijn, dan be
hoeft het ook geen verder betoog dat de zaak
der Floralia's wel werkelijk eene zaak is van
volksopvoeding en volksveredeling. Maar dan
is het ook zeer de moeite waard te zorgen
Margaret St. Clare zou morgen negentien jaar
worden. Zij was een vlug, aardig, rank meisje,
dat de gedachte aan eene fee opwekte. Hare
kleine voetjes schenen nauwelijks den grond to
raken als zij ging. Hare kleine handen, haar
teedere hals, 't was alles volmaakt van vormen.
Haar blank gelaat, hoewel pikant van uitdrukking,
zag bijna ernstig als het in rust was. Hareoogen
hadden eene gouden kleur cn konden ook zoo
fonkelen.
Zij hield veel van mooi gekleed te gaan, het
geen zij met hare zusters gemeen had. Haar
kleedje was dezen morgen van eene fijne licht
blauwe stof, die haar bevallig omgolfde en aan
den hals met een smal wit kantje was afgezet.
Zij droeg daaarover een fijn goud kettinkje waar
aan een medaillon hing. Haar hoed, waarvan
blauwe linten afwapperden, hing aan haar arm
en dientengevolge had het windje vrij spel om
haar kastanjebruin haar eenigszins in wanorde te
brengen.
'Toen zij vooruittrad om Frank te groeten ver
helderde eene uitdrukking van blijdschap haar
geheele gelaat. Haar blos was bijna even hoog
als die, welke nog geen half uur te voren Rosa
line's wangen gekleurd had.
Frank sloot zwijgend hare beide handen in de
zijne. Zijn hart klopte toen hij haar zag, en
zwijgen is in zulke korte oogenblikken het wel
sprekendst.
Zij was het, die het eerst het stilzwijgen ver
brak, door te zeggen: „Gij komt laat, mijnheer
dat die inrichtingen niet slechts op de doel
matigste wijze beheerd worden, maar ook om
voor hare duurzame instandhouding te waken.
Dr. - Coronel geeft voor het eerstgenoemde
doel verschillende raadgevingen, als daar zijn
geen al te ontwikkelde planten en ook geen
stekken met te weinig levensvatbaarheid te
verstrekken; den prijs der stekken niet al te
laag te stellen (hier te Middelburg nam het
aantal inschrijvers toe, in weerwil dat de prijs
der stekken hooger werd gemaakt); te waken
tegen allerlei soort van misbruik, daar er,
het is stuitend om het te schrijven, voor
beelden gevonden worden van meer gegoeden,
die er niet tegen opzien om met een behoeftige
te knoeien, en van deze gelegenheid gebruik
te maken om voor weinig geld aan een aantal
goede planten te komen.
Yan meer algemeen belang voor de duur
zaamheid der inrichtingen is echter de zorg
voor hare financiën. De meesten hebben moeite
om hare jaar lij ksche kosten goed te maken
en moeten tot buitengewone giften de toevlucht
nemen. Honderdezelfs duizende guldens
worden ten koste gelegd, niet slechts aan de
eigenlijke bloemenkweeking, maar ook aan de
tentoonstellingen en daarmede gepaarde feesten
voor volwassenen en kinderen. Dit alles is
zeer aangenaam en prijzenswaard, doch er is
geen denken aan op die manier de Floralia's
eene lange reeks van jaren in stand te houden.
Men houde het voorbeeld van Zwolle voor
oogen, waar men het meest getrouw is geble
ven aan het oorspronkelijk doel: den minge-
goede op de minst kostbare wijze een stil en
veredelend huiselijk genot te verschaffen. Daar
worden kosteloos zaden en broeiaarde, geen
stekken, aan de belanghebbenden uitgereikt.
Het gekweekte wordt op bescheiden wijze ten
toongesteld en de beste planten worden met
0.50 tot 5 bekroond. De kosten der
geheele tentoonstelling bedragen 20 a ƒ30
en zeker beloopen de uitgaven over een ge
heel jaar niet zooveel honderden als die van
andere vereenigingen duizenden. (Amsterdam
3577, 's Hage f 1129, Leeuwarden 1536,
Leiden 1426).
Bij goed beheer en ernstig overleg kunnen
de Floralia's eene blijvende instelling voor het
volk worden; zonder die eigenschappen zullen
zij het niet verder brengen dan tot den rang
eener voorbijgaande liefhebberij. Tot ons ge
Raynor. Lydia heeft reeds met ongeduld op u
zitten wachten."
„'tls waar, juffer Margaret, ik kom wat laat.
Het. is 's Maandags morgens altijd druk."
Doch ofschoon Lydia St. Clare met zooveel
ongeduld de komst van den dokter te gemoet zag,
scheen geen van beiden haast te hebben om tot
haar te gaan. De vensters van het heerenhuis
kon men van hier niet zien; zij waren verborgen
achter de hooge en dichte heestergewassen, eene
ware wildernis. De geheele tuin was eigenlijk
niet veel meer dan een wildernis, want de vorige
eigenaar had de plaats niet bewoond en dien
tengevolge was alles verwaarloosd. Doch het
scheen hier zoo heerlijk als in Eden aan dit twee
tal toe, die naast elkander voortwandelden en op
dezen schonen dag telkens bleven stilstaan. Aan
den blauwen hemel zag men bijna geen wolkje:
de zon verguldde de ontluikende boomen; van den
eenen tak op den anderen springende, kwinkeleer
den de vogeltjes; de eerste bloemen ontplooiden
hare kelkjes, en alles getuigde van het voorjaar.
Ook in het hart van deze beide jonge wandelaars
ontlook het voorjaar, en 't was nog in 't eerste
begin, wanneer 't het meest zoet is en friach.
„O zie eens," zei Margaret, stilstaande„een dubbel
madeliefje met een paarsch randjeDat is van daag
pas uitgekomen. Vindt ge dat niet heel vroeg?"
Hij nam het bloempje, dat zij hem toehield, uit
hare niet weerstrevende hand. „Wilt ge 't mij
geven, Madeliefje?" vroeg hij op zachten, teederen
toon en met een veelbeteekenenden blik.
noegen mochten wij opmerken, dat n het over
zicht der verschillende inrichtingen die van
Middelburg herhaaldelijkin onderscheidene
opzichten, met eer genoemd wordt. Wij mogen
ons dus vleien met de hoop dat deze er naar
streven zal meer en meer hare eigenlijke be
stemming nabij te komen.
Beschouwt men de Floralia's als eene ernstige
zaak van blijvenden aard, dan kan het niet
missen of zij zullen ook haar vormenden in
vloed over de opvoeding der kinderen uit
strekken. Eenvoudige lessen over de samen
stelling, levenswijze en rangschikking dei-
planten behooren vast wel tot die „kennis
der natuur," welke ook volgens het nieuwe
schoolwetsontwerp tot de leervakken onzer lagere
school behooren. Platen en wandelingen, een
plekje gronds bij de school voor de kweeking
van eenige planten, bevattelijke volksboekjes
wie beter dan de heer Witte is in staat ze te
schrijven kunnen niet slechts kennis,
maar liefde voor de plantenwereld bij de
kinderen opwekken. Hoevelen onzer stadskin
deren weten een iep van een olm te onder
scheiden, of de schoonheden onzer veldbloemen
te waardeeren
Ook voor de volwassenen kan meer gedaan
worden. „Van de 180 volksvoor
drachten, die in het jaar 18 7,5 in
Nederland gehouden werden,had.
den er slechts drie betrekking op
de plantenwereld. En dat nu onze
middelbare scholen zooveel voortreffelijke be
oefenaars der plantenkunde bezittenDeze -
opmerking van den heer Coronel sluit zich
aan bij hetgeen wij eenigen tijd geleden naar
aanleiding van een ander onderwerp (loterijen)
de vrijheid namen onzen volksvrienden in over
weging te geven.
Zoo mogen de Floralia's voor kinderen en
volwassenen in Nederland een machtige hef
boom ter ontwikkeling en veredeling worden.
Zoo kunnen zij een ernstige en veelbeteeke-
nende rol in onze volksgeschiedenis spelen en
machtig werkzaam zijn tot de verwezenlijking
van het ideaal, dat dr. Coronel ons voor oogen
stelt: „De ouderen in jaren zullen medewer
ken om den zin voor het schoone bij het kind
te bevorderen; de rustdagen en uren zullen
niet m«er door het hoofd des gezins in de duffe
kroeg onder tabakswalm en jeneverlucht gesle
ten worden, maar hij zal met vrouw en kroost
39
Zij sloeg hare oogen voor de zijne neder en
hare vingers beefden toen zij zich het bloempje
liet ontnemen. Hij had haar nog nooit met dat
bijnaampje toegesproken en slechts een of tweemaal
Margaret gezegd, zonder er het deftige „juffer"
vóór te voegen.
„'t Is der moeite niet waard voor u, voor nie
mand," stamelde zij. „'tls maar een madeliefje!"
„Maar een madeliefje! Van nu af zal het
madeliefje mijne bloem der bloemen zijn!"
„Ik geloof waarlijk, dat ge nu eens naar Lydia
moest gaan zien."
„Ik ga al. Wat een windvlaag! Ge zult koü
vatten, als ge uw hoed niet opzet."
„Ik vat nooit koü, mijnheer Raynor. Mij deert
nooit iets."
„Hebt ge ook een speld voor mij?"
„Een speld? O ja, hier is er een. Waarvoor
hebt ge die noodig?"
Hij stak er het madeliefje in zijn knoopsgat
meê vast, zoodat het witte kopje met het paarsche
randje juist naar buiten keek.
Margaret begon hevig te protesteeren. „O doe
dat niet!" riep zij uit. „Mama zal u uitlachen!
Zoo'n onbeduidend bloempje!"
„Voor mij zoo onbeduidend niet, gaf hij ten
antwoord. En wat het lachen betreft, mevrouw
mag er om lachen zooveel zij wil, en om mij er bij.'
Eindelijk was men aan het huis gekomen. Uit
de vestibule traden zij een gezellig vertrek binnen,
met lichtgroene gordijnen voer de vensters en
meubelen met dezelfde kleur bekleed. Mevrouw