N°. 8. 120® Jaargang. 1877. Woensdag 10 Januari. Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiên j 20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.1 Hoofdagent voor Belgié en Frankr^k: de firma Havas, Laffite C°. te Brussel en Parijs, Middelburg, 9 Januari. FETJTLLETOTsT. EERSTE DEEL. Benoemingen en besluiten, 0 n d e r w ij s, tUIDDELBURGSC Aan de N. Gcesche courant wordt met zekerheid uit 's Hage gemeld dat de minister van financiën, op grond der daartegen ingebrachte bezwaren, besloten zou hebben zijn plan om het gebouw voor hypotheken en kadaster te Middelburg te verplaatsen naar het voormalige Oost-Indische huis, vooralsnog niet ten uitvoer te leggen. Hoezeer wij dit besluit zouden toejuichen, komt het ons na de stellige uitlatingen van den minister in de tweede kamer niet zeer waarschijnlijk voor. De statuten der te Vlissingen gevestigde naam- looze vennootschap Vlissingsche Zeevisscherij, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 13 October 1876, zijn opgenomen in het bij de Staats-courant van heden behoorende bijvoegsel. De Staats courant van heden bevat de wetten van den 18en December jl., Staatsbl. 241 en 253, tot wijziging van hoofdst. III der staatsbegrooting voor het dienstjaar 1875, en tot wijziging en verhooging der begrooting van Nederlandsch Indië voor het dienstjaar 1875 (Hoofdst. I. Uitgaven in Nederland). In het jaar 1876 zijn te Neuzen binnengekoi men, met bestemming naar België, hoofdzakelijk naar Gent, 494 zeeschepen, zijnde 84 meer dan in het jaar te voren. Met bestemming om te lossen of te laden aan het spoor te Neuzen zijn aldaar binnengekomen 158 zeeschepen, zijnde 12 minder dan in het jaar 1875. Wijders zijn te Neuzen gepasseerd en het kanaal opgevaren 3794 binnenschepen, zijnde 323 minder dan in het jaar bevorens. De Vereeniging Help u zeiven te Goes vierde met den aanvang van dit jaar haar tienjarig be staan. Opgericht naar aanleiding eener volksvoor lezing door m*. M. J. de Witt Hamer gehouden, kwam zij in Januari 1867 tot stand en werd In 1871 als rechtspersoon erkend. Zij stelde zich ten doel het stichten van arbeiderswoningen, waartoe den 28en Mei 1872 de eerste steen gelegd werd. Uit eigen te zamen gebracht kapitaal werden achtereenvolgens acht woningen gesticht. Op 1 Januari 1877 telde de vereeniging 76 leden met een gezamenlijk kapitaal van f 5789.70. 4. Naar het Engelsch van mevrouw Henry Wood. Hoofdstuk II. ROSALINE BELL. {Vervolg). Het liep naar den middag en Frank had al de zieken bezocht, die in de nabijheid woonden, toen bij op weg ging om er nog een paar te bezoeken, die zich op meerderen afstand bevonden. Vooraf echter kwam hij te huis om zijn oom verslag te doen van zijne bevindingen en zijn grijs pak tegen een zwarten rok te verwisselen. Hij zag er van top tot teen als een gentleman uit toen hij het huis weêr verliet. Rechtsaf slaande, stapte hij met groote schreden de straat door, gevolgd door den wangunstigen blik van Pellet, die bezig was iets at te wegen voor een klant, maar dat werk plotseling staakte en de toonbank uitliep om hem na te kijken. „Ik zou een guinje durven verwedden, dat hij daar naar toe gaatbromde Pellet, toen hij Frank uit het oog verloren had en weer in den winkel terugkeerde, om zijne afgebroken weging to her- De eerste winstverdeeling had den 31 December 1869 plaats, en bedroeg 7 pet. Achtereenvolgens beliep de winst: in 1870 5, in 1871 8, in 187214, in 1873 6j, in 1874 7, in 1875 6^ en in 1876 6 pet. Het reservefonds klom van jaar tot jaar tot een bedrag van f 293.91. In zijn verslag wees de secretaris op het nut der vereeniging, daar door haar spaarzaam heid wordt gekweekt en zij doelmatige arbei derswoningen doet stichtenwelke het eigen dom der leden kunnen worden. Er zijn leden, die hun inleg met winst hebben laten staan, en daardoor een kapitaaltje bijeenkregen, dat hun later nuttig kan zijn; anderen waren reeds in de noodzakelijkheid hun gelden op te vragen en hadden toen daarvan nut, en bij het overlijden van weêr anderen hadden erfgenamen dadelijk aan spraak op den inleg met winst, wat hun zeker goed te stade kwam. Dat alles waren de vruchten der spaarzaamheid. Door samenwerking zijn de leden nu in de ge legenheid eigenaars te worden van doelmatige arbeiderswoningen, door de gelden der leden be kostigd. Wel moge de huur, 6% van de kosten, benevens onderhoud en lasten, voor sommige leden wat te hoog zijn, men moet toch in 'tooghouden, dat men alleen eene woniDg heeft, van alle ge makken voorzien, en men bij particulieren daar voor eer meer dan minder huur zal moeten betalen, terwijl men in de gelegenheid is, door spaarzaam heid eigenaar te worden. In het verslag wordt nog een woord van hulde en dank gebracht aan den heer m'. M. J. de Witt Hamer voor de belangstelling en medewerking, aan de Vereeniging betoond. (Cr. Gt.) Blijkens de Staats-courant van heden zullen de brievenmalen naar Nederl. Indië door middel van de stoomschepen der Maatschappij „Nederland", in het vervolg om de drie in plaats van om de vier weken op de navolgende tijdstippen uit Nederland verzonden worden: a van het Nieuwe- Diep Zaterdag 13 Januari en vervolgens des Zater dags om de drie weken; h langs den weg over Napels van Amsterdam Maandag 22 Januari en vervolgens des Maandags om de drie weken per eersten Rijnspoor 's morgens 7 uren. Ten aanzien der verzendingen nit Nederlandsch Indië naar Nederland wordt, te beginnen met 24 Maart of daaromtrent, met den driewekelijkschen dienst aangevangen. Zaterdag is op het raadhuis te Amsterdam rekening en verantwoording gedaan door de alge- vatten. „Wat bezielt juffrouw Bell toch, dat zij zich verbeeldt ziek te zijn en een dokter noodig te hebben Frank had spoedig de huizen en de kerk, die aan het einde van Trennach stonden, achter zich gelaten en ging do zoogenaamde Kale Vlakte op. De eerste afwisseling in het eenzelvige van deze streek was eene verlatene mijnschacht aan de lin kerhand, omringd door aardhoopen van verschil lende hoogte, waarachter de kinderen bij dag verstoppertje speelden. Zij kwamen geen van allen ooit nabij de monding van de schachtniet omdat het eene gevaarlijke plaats wa3, want kinderen loopen veeleer in het gevaar dan dat zij het zouden vermijden; maar de plaats stond in een kwaden roep. Kort geleden had een mijnwerker met name Daniel Sandon, hier een zelfmoord gepleegd, door moedwillig in de schacht te sprin, gen, teneinde zich van het leven te berooven. Sedert dien tijd geloofden de mijnwerkers en hunne gezinnen, die voor het meerendeel zeer dom en dus zeer bijgeloovig warendat de geest van den man in die mijn spookte en men in een stillen nacht, als men aan de monding der schacht luis terde, zijn zuchten en kermen kon hooren. Men vermeed dus die plaats en niet licht zou een mijnwerker na zonsondergang onvergezeld iu de nabijheid hebben durven komen. Er was dan ook geen enkele reden om er bij te gaan, want de schacht lag een klein eind van den breeden weg af, die midden over de Kale Vlakte liep. Wegens hare diepte werd zij de „Grondelooze meene vereenigde commissie tot leniging van rampen door watersnood in Nederland. Het totaal der bij de ramp van liet vorig jaar ingekomen bijdragen, met inbegrip van rente, saldo in kas, saldo's van andere commissiën, bedraagt 263,720.57, dat der uitgaven f 254,594.69. Het saldo van f 9125.88 zal gevoegd worden bij het bestaand kapitaal, waarvan bij de jongste ramp niets behoefde afgenomen te worden. In verband tot het ingezonden stuk betrekkelijk den spoorwegdienst, dat wij onlangs van den heer J. P. Bredius mededeelden, vestigen wij de aandacht onzer lezers op een stuk dat een reiziger ons heden toezendt. Daaruit blijkt dat do plaats kaartjes van den Haag op 1 Januari jl. nog altijd „over Breda" liepen. De minister van financiën brengt in de Staats courant ter kennis van belanghebbenden, dat in de maand April e. k., ten overstaan van de daartoe benoemde commissie, het bij art. 2 van het konink lijk besluit van 7 Juni 1856, no. 80 (Bijv. Staats blad 1856, no. 125) bepaalde vergelijkend examen van hen die tot surnumerair der registratie en domeinen wenschen benoemd te worden, zal plaats hebben. Het aantal te benoemen surnumerairs wordt be paald op tien. Zij die tot het voormelde examen wenschen te worden toegelaten, moeten vóór of uiterlijk op 1 Maart e. k., het bij art. 4 van voormeld besluit bedoelde verzoekschrift indienen, met overlegging van de bij dat artikel gevorderde stukken. In de Staats-courant van heden is opgenomen het aan den minister van binnenlandsehe zaken uitgebracht verslag van de commissie, belast met het afnemen van examen aan gepatenteerde vee artsen, krachtens art. 16 der wet van 8 Juli 1874 (Staatsbl. no. 98), gewijzigd bij do wet van 4 April 1875 (Staatsbl. no. 37). Eenigen tijd geleden werd door het Vaderland gemeld dat de procureur-generaal bij het gerechts hof te 's Hertogenbosch m'. J. C. F. baron d'Aulnis de Bourouill zijn eervol ontslag zou be komen. Natuurlijk werd dit bericht in verband gebracht met de op last van dien ambtenaar inge stelde vervolgingen ter zake der processiën in Limburg. Thans leest men in het Vaderland het volgende: „Men verzoekt ons meê te deelen, dat er wel aan het hoofd van het openbaar ministerie in de provin- Put" genoemd, en de arme Daniel Sandon moest reeds dood zijn geweest, eer hij beneden aankwam. Voor iemand, die er in mocht vallen, bestond geen hoop meerhij kon onmogelijk den dood ontkomen. Frank Ray nor ging die mijn voorbij, zonder er iets bij te denken en kwam weldra aan eene groep mijnwerkers woningen, rechtsaf op de vlakte gele gen en de Eenzame Rij genoemd. Het waren niet vele huizen, want de mijnwerkers woonden voor namelijk aan den anderen kant van het dorp, bij de mijnen. Uit een der ruimste van deze wonin gen kwam juist toen hij naderde een meisje naar buiten zoodat zij van aangezicht tot aangezicht tegenover elkander stonden. Het was Rosaline Bell. Geen mooier meisje kon men zien dan haar. Zij was thans twee en twintig jaren en had eene rijzige, vlugge, bevallige gestalte, was in hare manieren zoo verfijnd als eene dame en mocht verder op eene zachte stem en een lieftallig gezichtje bogen. Men kon hare gelaatstrekken bijna van het Grieksche type noemen. Hare tint was zoo fijn als die van eene 'roos, hare oogen bezaten bijna eene violetkleur en fonkelden tusschen hare lange wimpers. Doch ondanks hare helderheid sprak uit die oogen eene zekere droefgeestigheid, eene uitdrukking als waarvan het volk zegt, dat degeen, die zulke oogen heeft, voorbestemd is om veel droefenis te hebben. Arme Rosaline! De droefenis was zelfs op dit oogen- blik snel voor haar in aantocht. Zij droeg een net gemaakt kleedje van een donkere stof en een ciën N.-Brabant en Limburg binnen kort een persoonsverwisseling zal plaats vinden, maar dat het daartoe strekkend ^rzoek geheel op initiatief van den procureur-genitaal zeiven is gedaan en niet in 't minste verband staat met de zaak der processiën." De Standaard maakt over dit onderwerp eenige naar ons inzien juiste opmerkingen, van welke wij de volgende overnemen „Is een minister niet somwijlen verplicht een aanvrage om ontslag te weigeren, wanneer poli tieke redenen daartoe dringen? „moet een ontslag op dit oogen b li k niet bij de bevolking den niet weg te nemen indruk maken, dat ons ministerie, uit vrees voor de Room- schen, de toepassing der wetten ter zijde stelt? „Nog is de zaak, de wetsovertreding die tot alles aanleiding gegeven heeft, niet in handen van den rechter gesteld; „nog wordt het blad, dat zich aan hoon of laster van bet openbaar gezag schuldig maakte, niet vervolgd; „maar wel wordt de hoofdambtenaar, die, vol gens de bladen, in het kabinet des ministers is terechtgewezen, en wiens ontslag door dc Room- sche bladen geëischt werd, zij het dan op zijn verzoek en eervol, ontslagen 1 „wel is er reeds ernstig sprake van zijn vervan ging door een Roomsck-katholiek, een Limburger, die wel weet hoe de wetten met zekere zienswijze in Limburg in overeenstemming kunnen worden gebracht, als men ze maar verstandig woet toe te passen of niet toe te passen! „Wij vragen of zulk eeu houding niet noodzakelijk alle mindere, vooral de protestantsche beambten, jiie tot dusver strenge plichtsbetrachting boven persoonlijke consideratiën stelden, teneenen- male moet ontmoedigen bijks-archief. Eervol ontslag verleend aan m'. J. E. van Persijn als tijdelijk beambte bij 's rijks archief. Uit Leiden is aan het Vaderland een verslag gezonden van de tweede, Zaterdag aldaar ge houden aigemeene professoren-vergadering. De senaten hebben o. a. de volgende adviezen gegeven In alle faculteiten twee examens te houden candidaats en doctoraal. wit strooien hoed, waarvan de linten in kleurig heid met de rozen op hare wangen wedijverden. Die wangen kregen eene verhoogde kleur, toen zij Frank Raynor herkende. Met eene haastige beweging, alsof zij wist- hoezeer zij kleurde en hoe dit kon uitgelegd worden, hief zij de hand op om dien gloed te bedekken, onder voorwendsel van haar fraai donkerbruin haar achter uit te strijken. De natuur had Rosaline mild met hare gaven bedacht. Het meisje was bovendien goed opgebracht, had eene voldoende opvoeding ont vangen en er partij van weten te trekken. „Hoe vaart ge, Rose?" riep Frank haar met zijne opgeruimde stem toe en bleef voor haar staan. „Waar gaat gij naar toe?" Zij liet de opgeheven hand zakken. Haar blos, de sympathieke blik van hare stralende oogen was eene schilderij op zich zelve. Frank was een bewonderaar van het schoone overal waar hij het aantrof en liep inzonderheid hoog met de schoon heid van Rosaline. „Ik ga vader opzoeken en trachten hem meê te krijgen," antwoordde zij.„Moeder is zoo be zorgd voor hem, en ge weet, mijnheer Frankdat beangstheid haar geen goed zou doen." „Beangstheid is integendeel zeer slecht voor haar," antwoordde Frank. „Is zij van daag weêr erger „Niet ergermijnheeralleen zeer onrustig. Vader heeft in den verloopen nacht de Zeven Fluiters gehoord, en ik geloof dat dit haar zoo aandoet."

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1