N". 6. 120® Jaargang. 1877. Maandag 8 Januari. Middelburg, 6 Januari. Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent, AdvertentiSns 20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz,: van 1—7 regels f 1,50] iedere regel meer t 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte? Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffitb C°. te Brussel en Parijs. 2. EERSTE DEEL. Eene belangrijke uitvinding. COURANT. Aan het commissariaat van politie alhier zijn als gevonden gedeponeerd de volgende voorwer pen: Een beenen zoutlepeltje, drie scheermessen, een ring waaraan eenige sleutels, een portemonnaie met eenig geld. Gedeputeerde staten van Zeeland hebben aan burgemeester en wethouders in deze provincie, bij Provinciaal blad n° 3, verzocht voor den 25™ dezer te willen medpdeeleu of er bij hen, in het belang hunner gemeenten, bezwaar bestaat tegen het door den gemeenteraad van Goes genomen besluit tot verkorting van den duur der kermis aldaar. Benoemd tot deurwaarder bij de arrondissements rechtbank te Goes, ter standplaats Cortgene, de beer J. F. Gelner, te Cortgene. De heer J. P. Bredius, lid der tweede kamer, schrijft aan de N. R. ct. dat blijkens door hem op gedane ondervinding, een plaatskaartje 1« klasse op den trein van 's Hage naar Bergen op Zoom thans kost f 6,05, dat de prijs voor de reis terug mede 6,05 bedraagt, terwijl eene plaatskaart le klasse van den Haag naar Dordrecht 2.65 en van daar naar Bergen op Zoom f 2,60, te zamen f 5,25 kost. De verhooging van 80 cent is juist het bedrag voor den omweg van 16 kilometers over Breda, niettegenstaande beide keeren van den korteren weg Zwaluwe-Zevenbergen gebruik is gemaakt. „De lijn Zwaluwe-Zevenbergen,zoo gaat de heer Bredius voort, is op den 1™ October jl. geopend, en de betrokken maatschappijen hebben dus reeds gedurende drie maanden die belasting geheven van de reizigers die, evenals ik, onnoozel genoeg waren om te meenen dat, bij verkorting van den afstand, de tarieven der plaatskaarten in dezelfde verhouding zouden verminderen; eene onnoozel- heid die haren grond vindt in het feit dat bij alle spoorwegconcessiën in Nederland als maximum voor het personenvervoer is vastgesteld, respectie velijk voor de le, 2e en 3e klasse, 5 ct, 4 ct en 2} ct, per kilometer. „Naar aanleiding van het bovenstaande veroor- loot ik mij te vragen: „Hoe de maatschappijen deze handeling met de uitdrukkelijke bepaling harer concessie kunnen overeenbrengen? IFETTIIL.XjIE'rOIJSr- Naar het Engélsch van mevrouw Henry Wood. Hoofdstuk I. DE NACHTGELUIDEN. {Vervolg). Er volgde eene pauze en Frank hervatte zijn werk. „Zijn die geluiden eene inbeelding oom?" vroeg hij na een oogenblik. „O neen, zij zijn echt." „Waar komen zij dan vandaan Hoe ontstaan zij?" „Men zegt dat zij door nachtvogels teweeg gebracht worden," antwoordde de dokter." Als deze bij zwermen 's nachts over het land vliegen maken zij klagende huilende geluiden, die het bijgeloof als voorteekenen van naderend onheil voor degenen, die ze gehoord hebben, beschouwt. Onkundige menschen zijn altijd lichtgeloovig. Dat is nu alles, Frank, wat ik er u van vertellen kan." „Hebt ge ooit zelf die geluiden gehoord, oom?" vroeg zijn neef. „Nooit. Dit is pas de derde maal, dat ik mij „Of de Hollandsche maatschappij mede deelt in het aldus verkregen voordeel, dan wel of dit verblijft aan do exploitatie-maatschappij en den Grand Central Beige? „Of, zoo dit het gevolg is van vroeger gemaakte „overeenkomsten, het' niet hoog tijd is deze te wijzigen in overeenstemming met den tegenwoor- digen toestand en met de belangen van bet reizend publiek? „En of het behoort tot de attributen van den raad van toezicht om op dergelijke handelingen acht te geven en die te beletten." Door den heer D. W. van Hennes, werktuig kundige en fabrikant te Utrecht, is eene uitvin ding gedaannaar welke vóór hem reeds door een aantal werktuigkundigen van alle natiën vruchteloos gezocht is en welke voor de kleine nijverheid, en dus voor den arbeidenden stand, van groot belang kan worden. De uitvinding der stoomwerktuigen toch heeft in sommige op zichten den toestand niet beter gemaakt van den werkmandie in de door stoom gedreven groote fabrieken zijne zelfstandigheid om zoo te zeggen geheel verliest en eindigt met zelf een deel der machine uit te maken. De stoomkracht op zeer kleine schaal toe te passen en dus voor huiselijk gebruik geschikt te maken is tot dus verre ondoenlijk of wel te kostbaar gebleken. Het werktuig vau den heer van Eennes heeft ten doel in die behoefte te voordien. De beschrijving van dit calorische bewegings werktuig, welke in de December-aflevering van het Album der Natuur gegeven wordt, laat zich niet zonder gevaar voor onduidelijkheid samen dringen. Iets zullen wij er echter van mededeelen. De beweegkracht wordt uitgeoefend door eene luchtkolom, welke beurtelings verwarmd en weder afgekoeld wordt, zich daardoor uitzet en weder inkrimpt en op die wijze een zuiger op en neder beweegt die met de kruk van een vliegwiel ver bonden is. Als warmtebron wordt eene gewone gasvlam, bij grooter werktuigen een vuurhaard gebruikt; eerstgenoemde brengt twee minuten na de ont steking voldoende beweegkracht voort voor het drijven van een zadelmakers-naaimachine. Het toestel is 80 centimeter hoog, 60 c. iang en 40 c. breed, terwijl aan bet onderstel rollen zijn aangebracht, waardoor bet zeer gemakkelijk te verplaatsen is. Voor zwaarder werk dan het straks genoemde wordt het werktuig naar verhou ding grooter, doch het blijft toch altijd zeer be knopt. De grootste der door den heer Rennes vervaardigde machines heeft nominaal het ver in eene plaats bevind Waar zij gehoord zijn of beweerd worden gehoord te zijn, maar ik zelf ben er geen getuige van geweest. Daar is Bell!" riep hij uit toen hij een man zag die uit den winkel van den drogist kwam en de straat overstak naar Raynor's huis. „Hij sehijnt hierheen te komen." Twee mannen stapten de open buisdeur van den dokter en vervolgens de spreekkamer binnen. De een was een klein man van middelbare jaren, die een weinig kreupel ging en een zwaren stok in de hand had. Zijn gelaat maakte geen aangenamen indruk en had op dit oogenblik eene vaal bleeke kleur, die de aandacht trok. Dit was Josiab Bell. Zijn metgezel was een groot, zwaar gebouwd man met een innemend gelaat, wangen zoo rond als een bol, eene zachte stem en bedeesde manieren. Bell, de kleine man, had daarentegen eene luide, vrijmoedige stem, was altijd gezind om twist te maken met ieder die er de geringste aanleiding toe gaf en liet schier geen dag voorbijgaan zonder, zooals hij het zelf noemde, met iemand „ruzie" te maken. De andereAndrew Float, had nog nooit in zijn leven oneenigheid met iemand gehad, zelfs niet met zijn twistzieken vriend Bell, maar was een der vreedzaamste en inschikkelijkste menschen onder de zon. Ofschoon maar een ge woon mijnwerker, was hij toch de broeder van den drogist en evenzeer van John Float, den kas telein uit de Gouden Pij 1. De drie broeders werden in het plaatsje gewoonlijk onderscheiden als Float de drogist, Float de mijnwerker en Float de kastelein. mogen van een halve paardekracht, doch doet inderdaaddaar zij veel meer nuttig effect doet dan een stoomwerktuig, meer werk dan een ge wone stoommachine van éen paardekracht. Voor naaimachines is er een kleine vanger aan gemaakt, .rardoor de machine zonder eenige krachtsinspan ning dadelijk tot stilstand gebracht wordt, zoodat men er zoo noodig niet meer dan twee steken inede behoeft te maken. Hetzelfde werktuig wordt ook door den uitvin der, gebezigd voor het in beweging brengen eener calorische pomp. Zulk eene pomp heeft de heer van Rennes geleverd aan de firma Duijvis en e0., eigenaren eener groote stijfselfabriek te Koog aan de Zaan. Die pomp werkt gemiddeld 14 uren daags en voert per miDuut 130 liter water tot eene hoogte van 5j meter op. De eigenaar is over dit werktuig zeer tevreden, evenals de heer P. J. van Haagen te Utrecht over een door hem gebruikt toestel-Rennes tot het in beweging brengen eener wikkel-machine. Welke de toekomst van dit werktuig wezen zal is nog niet te bepalen, doch waarschijnlijk zal het binnen weinige jaren vrg algemeen in gebruik komen, waardoor de kleine nijverheid in staat zal gesteld worden om met veel meer kans op wel slagen den strijd tegen de groote fabrieken te on dernemen. Wat de kosten betreft heeft men bevonden dat een kleine stoommachine, met inbegrip der rente van het aanschaffingskapitaal en der slijtage, kost per uur en per paardekracht 0.19. Eene calorische machine, die te Berlijn is uitge vonden, kost naar dezelfde berekening /0.17. Eene gasmachine (aan welke echter in de prac- tijk tal van bezwaren verbonden zijn), kost ƒ0.15. Het werktuig eindelijk van den heer van Rennes kost, naar diens opgave,0.09. Laatstgenoemde opgave is berekend naar een werktuigje van niet meer dan 1/3 paardenkracht, dat dus natuurlijk naar verhouding zooveel minder kost. Deze resultaten zijn zeer verrassend. De uit vinding van onzen landgenoot, welke niet de vrucht is van het toeval maar van degelijke overdenkin gen, is dn3 hoogst verdienstelijk te noemen. De uitvinder stelt ieder des verkiezende in de gelegenheid in zijne fabriek de calorische pomp en het bewe gingswerktuig te zien werken. Wij ontvangen van d1. Vitus Bruinsma, leeraar in de natuurkunde, scheikunde en natuurlijke historie aan de hoogere burgerschool voor meisjes te Leeuwardeneen uitvoerig opstelgetiteld „Kwakzalverij op groote schaal" en gericht tegen het, ook in ons blad, bij voortduring in adverten- „Ik heb Float overgehaald, u eens naar zijn arm te laten kijken, dokter," begon Bell„ik geloof dat zfjn broeder hem verkeerd behandelt." Er was iets fatsoenlijks in 's mans toon, eene goede keus van woorden, een geest van onafhankelijk heid, die men niet bij een gewonen mijnwerker verwacht zou hebben. Josiah Bell had ook inder daad vroeger een veel beter, standpunt bekleed. Hij was begonnen, als eerste bediende op het kantoor eener groote kolenmijn in Staffordshire, doch tengevolge deels van slecht oppassen, deels van een ongeluk dat hem maanden lang op het ziekbed geworpen en voor zijn geheele leven kreupel gemaakt had, was hij in de wereld afge daald tot hetgeen hij nu was, een arbeider in eene Cornwallsche mijn. „Wat? ia die brandwond nog niet geheeld?" zeï dokter Raynor. „Laat mij eens zien, Float." „Als ge zoo goed wilt zijn, mijnbeer," ant woordde de groote man op een toon van veront schuldiging en trok zijn jas uit, om zijn arm te ontblooten. Hij had zich eenigen tijd geleden zwaar gebrand en de wond scheen erger in plaats van beter te worden, in weerwil van 't geen zijn broeder de drogist en Blase Pellet er van tijd tot tijd aan gedokterd hadden. „Ge weet wel, Float, dat ik u meer dan eens gezegd heb dat ge mij uw arm eens moest laten zien," merkte Frank aan. „Ik wilde er u niet lastig meê vallen, mijnheer," was het antwoord. „Ik dacht, dat Edmund's zalf voldoende zou zijn." tien aangekondigde boek van dr. Airy „Natuur- geneeswijz e", alsmede tegen diens „Natuur- geneesmiddelen", het eene uitgegeven de andere te verkrijgen bij Richter te Nijmegen; Tegen de opneming van dat stuk maken wij bezwaar, omdat wij geen aanleiding vinden tegen de behandeling en de middelen van den ons onbe kenden dr. Airy opzettelijk te velde te trekken, en daarentegen de vele middelen tegen Epilepsie, Asthma, Borstaandoeningen, Syphilis, de fabrika ten van Hoff, de Salieylzuur preparaten, de Hol- loway-producteD, de Revalenta van du Barry, de La'Mert-behandeling, de Haarmiddelen, en hoe de duizenderlei andere recepten heeten mogen, die in alle dagbladen aanhoudend (in het betalende ge deelte) aangekondigd en aanbevolen worden, onge moeid te laten. Een dagblad heeft, behalve zijne staatkundige en voorlichtende roeping, ook een bepaalden werkkring als handels- en nijverheidsonderneming. Zonder dezen laatsten kan het in Nederland niet bestaan. Beide gedeelten zijner werkzaamheid behooren echter op duidelijke, in het oog vallende en nimmer te ver warren wijze afgescheiden te worden in een n i e t-b e t a 1 e n d en een betalend gedeelte. Yoor het eerste gedeelte is de redactie verant woordelijk. Voor het betalende gedeelte de adv ertenti ën en reclames, kan zij de verantwoordelijkheid niet aanvaarden. Zij staat evenmin in voor de deugdelijkheid der middelen van Hollowayals voor de goede hoedanigheden eener dienstbode die zich aanbeveelt, voor de solidi teit van een huis dat als „hecht en sterk" aange kondigd wordt, of voor de waarachtigheid eener advertentie van geboorte of overlijden. (Zekere grappenmaker heeft nog onlangs op St. Nieolaas in het Nieuws van den Dag „uit aardigheid" het overlijden van eene dame aangekondigd, die in welstand verkeerdeBij de onmogelijkheid om onderscheid te maken tusschen de eene of andere aangeboden wordende advertentie, blijft voor de redactie en de administratie van een dag blad dus niets anders over, dan ieder zonder onder scheid toe te laten zich zijne plaats in haar be talend gedeelte te koopen en alle verantwoorde lijkheid daarvoor af te wijzen. Tegen kwakzalverij in 't algemeen hebben wij onze lezers herhaaldelijk gewaarschuwd. Iedere poging om voor zoo ver wettelijke bepalingen daartoe in staat.zijn, het publiek te beveiligen tegen afzetterij en misleiding op dat gebied, zullen wij uit al onze macht ondersteunen. Maar de opneming van opstellen als dat van dr. Bruinsma zou ons op een weg brengen dielogisch en consequent redeneerendeons iedere advertentie zou moeten doen weigeren. „En zoo gaat ge van daag met uwe kameraden niet aan 't werk, Bell begon de dokter, terwijl hij Float's arm beschouwde. „Wat is dat voor een malle geschiedenis van de Zeven Fluiters, die ik gehoord heb?" Op die vraag veranderde Bell's voorkomen. De granwe kleur van zijn gelaat werd nog grauwer. Het was eene tint die dokter Raynor's aandacht trok, omdat hij die nooit te voren op het gelaat van eenig mensch gezien had. „Van nacht om twaalf uren gingen zij over Tren- nach heen," antwoordde Bell met eene gedempte stem, waaruit elk spoor van zelfgenoegzaamheid- verdwenen was. „Ik heb ze zelf gehoord." „En wie nog buiten u?" „Dat weet ik niet. Niemand, voor zoover ik heb kunuen nagaan. De mannen zeggen, dat zij reeds vóór twaalven binnenshuis waren. En de Gouden P ij 1 sluit Zondags avonds te tien uren." „Zijt gij dan later uitgebleven?" „Ik ging naar Float den drogist toen de her berg gesloten werd en zat daar onder het rooken van eene pijp met hem en Pellet te praten, 't Was bij het naar buis gaan, dat ik de Fluiters hoorde." „Gij hebt u waarschijnlijk vergist en gedacht dat gij ze hoordet." „Neen," zet Bell„ik was juist op het midden van de kale vlakte en wandelde bedaard. „En nuchteren bracht Frank er tussohen in, met eene flikkering in zijn oog en op een toon die even goed schertsend als ernstig gemeend kon zgn.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1