120e Jaargang. N°. 4 Vrijdag 5 Januari. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per 3/m. franco f 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent, Advertentiëni 20 Cent per regel, Geboorte- Trouw- Doodberichten enz,: van 1—7 regels f 1,50, iedere regel meer t 0,20, Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.' Hoofdagent voor Belgié en Frankrijk: de firma Hayas, Laffitï C°. te Brussel en Parijs. Middelburg,,4 Januari, 1876-77. FEUILLETON. H De abdis van Buchau, COURANT. ill. In overouden tijd hadden de politieke ho roscoop-trekkers hunne voorspellingen te richten naar de vlucht der vogels, de kronkelingen van de ingewanden der offerdieren of de klanken eener in staat van kunstmatige opwinding ver- keerende profetes. Die van onzen tijd gronden hunne uitspraken voornamelijk op het gestamel van de telegraaf. Een weinig rationeeler is deze bron ongetwijfeld, ofschoon zij aan zeker heid nog veel te wenschen overlaat. Weinige dagen geleden althans lieten de telegrammen uit het Oosten niets anders verwachten dan oorlog, tusschen Rusland en Turkije zeker, tusschen meerdere mogendheden misschien. Gisteren vervulde de telegraaf de rol weder van vredebode. Of de olijftak van nu echter meer te vertrouwen is dan de oorlogsfakkel van vroeger? Wij durven niet toestemmend te antwoorden en in dien twijfel onthouden wij ons van de horoscoop-trekkerij en wenden ons tot het verleden, teneinde de hoofdpunten, welke de Oostersche quaestie sinds een jaar doorliep, aan te stippen. Misschien zal uit dat overzicht het licht eener juiste gevolgtrekking voortkomen. Den 4™ Januari 1876 werd een ontwerp voor de hervormingen, welke in Turkije noodzakelijk werden geacht, aan de beslissing der groote mogendheden onderworpen. Het was door de Oostenrijksche regeering, die de noodzakelijk heid eener tijdige blussching van het vuur, dat zoo dicht bij hare grenzen vlamde, besefte, opgesteld en door Duitschland en Rusland goedgekeurd. Alle mogendheden namen het aan; alleen Engeland draalde. Het beriep zich op de on afhankelijkheid, in 1856 bij het tractaat van Parijs aan Turkije gewaarborgd. Die herinne ring aan de resultaten, door den Krim-oorlog verworven, klonk Rusland als eene bedreiging, de Engelsche natie als eene herleving van de sinds jaren sluimerende Britsche fierheid, als een natuurlijk vervolg op den twee maanden te voren gedanen, hehendigen aankoop der Naar het Duitsch van Julius von der Traun. {Vervolg.) „En wat hebt ge nu zoo even gebeden?" „Een gebed zooals de andere die ik geleerd heb, was het niet, mijnheer. Het was veel dank en het waren vele verzoeken, alle voor mijne lieve moeder en eindelijk bad ik dat onze lieve Heer ons van nu af alleen goeds zou zenden, en toen ik opkeek stondt gij voor mij." Rehlingen kon zich geen verklaring geven welk een nieuw gevoel op die woorden van de kleine in hem ontwaakte. Onwillekeurig legde hij zijn hand als zegenend op haar hoofd, maar het kind greep zijne hand en bracht die aan haar mond om er een kus op te drukken, terwijl zij met hare blauwe oogen vol vertrouwen naar hem opzag. „Laten wij nu naar moeder gaan," zei Roosje daarop. „Hoe komt ge op dien inval?" zei Rehlingen, „zoo laat? En ik ken uwe moeder zelfs niet." „Dat is niet mogelijk," riep Roosje uit. „Gij moet haar kennen, want moeder kent u heel goed." „M ij vroeg de baron met verbazing. „Gij zijt het immers geweest," hernam het kind 177.000 aandeelen in het Suez-kanaal, in het oor. Den 6eu Mei 1876 kwam de moord der Fran- sche en Duitsche consuls te Salonika aantoonen hoe groot en bedenkelijk de spanning in Turkije en hoe onmachtig de Turksche regeering was om de volksbeweging te beheerschen. Den 12en dier maand verscheen het zooge naamde „Berlijnsche" memorandum, door prins Gortchakoff gesteld, dat de eischen van graaf Andrassy in hoofdzaak, doch op stelliger toon, herhaalde en tevens Ruslands besluit aankon digde om, zoo noodig, met geweld zijn wil door te zetten. Tien dagen later reeds weigerde Engeland uitdrukkelijk het memorandum te aanvaarden en zond een sterk gepantserd eskader naar de Besika-baai. De politieke barometer begon naar een Europeeschen oorlog te wjzen. Het En gelsche volk juichte uog, maar met beving. Den 30™ Mei werd sultan Abdul-Aziz van den Turkschen troon vervallen verklaard en door Mourad V opgevolgd. Zijne troonsbestij ging en de schoonklinkende beloften daarbij afgelegd, deden het driekeizersbond besluiten het Berl jnsche memorandum voorloopig nog niet aan de Porte op te leggen. De oorlogsverkla ring, den 2eu Juli door de vazalstaten Servië en Montenegro tot de Porte gericht, werd dan ook door geen enkele mogendheid, Rusland niet uitgezonderd, goed opgenomen en de tegenspoed, die de Servische wapenen trof, ont moette bijna nergens medelijden. Dat oogenblik was het laatste waarop de Turksche regeering, indien zij er de kracht toe bezeten had, hare zelfstandigheid had kun nen handhaven. Op datzelfde oogenblik bedierf zij .echter alles. Met de afschuwelijkste wreedheid gingen hare troepen in Bulgarije te werk tegen eene bevolking, die alleen nog maar verdacht werd oproerige plannen te smeden. Eene slachting van duizenden onschuldige menschen greep plaatszooals de wereld ze sedert de dagen van Attila en Gengis Khan niet erger beleefd had en waarvoor zelfs het Spaansche moorde naarswerk in ons eigen land moet onderdoen. Aan de Engelsche dagbladpers komt de eer toe die gruwelen aan het licht gebracht te heb ben. Twee verslaggevers van de Daily News schreven wat zij gezien hadden en de diplo matie, hoe ook schoorvoetende en draaiende in „die op Driekoningendag in eene prachtige sleê met een ouden heer die eene groote pruik droeg van Allershausen kwaamt aangereden? Ik weet het nog ais of het pas van daag gebeurd was. Het was zonnig wtêr, de sneeuw lag op de boomtakken te glinsteren en de meezen floten. Moeder was met mj aan 't wandelen. - Toen uwe sleê op den Buchauer weg kwam woei uwe muts af. Ik zag u opstaan en die muts nog in de vlucht grijpen. Ondertusschen was de sleê voorbij gevlogen en hoorde ik nog maar in de verte de belletjes van uwe paarden klinken. Ik had u zoo lang mogelijk nagekeken, zoo mooi vond ik het. Eindelijk zag ik naar moeder op, want ik dacht dat zij alles even mooi zou gevonden hebben als ik. Maar tot mijn schrik zag ik dat zij zoo wit als een doek was geworden en met strakke oogen in de richting keek waar uwe sleê verdwenen was. Plotseling greep zj mijne hand en sloeg haastig den weg naar huis weer in. Maar het duurde niet lang of zij begon veel lang zamer te loopen. Toen wij reeds dicht hij de woning van den boschwachter van Brakenhoffen waren, bleef zj staan, nam mij onder de kin, be dekte mijn gezicht met kussen en riep uit: „O zou hj dat wezenljk geweest zijn! zou dat mo- geljk wezen!" Zj zag mij lang met blijde oogen aan, alsof zij mij iets goeds zou gaan zeggen, maar zij sprak geen woord meer, streek met hare hand haar gezicht, schudde treurig haar hoofd en ging weêr met mj voort. Slechts met moeite kwam zj aan onze huisdeur, waar zj tegen den post het begin, was weldra genoodzaakt te erken nen dat zij waarheid gesproken hadden. Toen liet het Engelsche volk zijne stem hooren. En als dat spreekt buigen zijne regeerders het hoofd, Door Gladstone en andere leiders der liberale partij opgezweept, loeide een storm van verontwaardiging over het geheele land. Wat ook lord Beaconsfield en lord Derby, de een met zijn hooghartig sarcasme, de ander met zijne diplomatieke omzichtigheid, mochten aanvoeren, de groote meerderheid der natie weigerde langer veor den Turk partij te trek ken en op het oogenblik dat lord Salisbury, een der aanzienlijkste staatslieden van Enge land, uit een geslacht dat sedert Hendrik VIII aanhoudend in de leiding van het staatsbestuur de hand gehad heeft, op het punt stond naar Turkije te vertrekken om zijn land in den raad der mogendheden te vertegenwoordigen, dorst Punch den Slinx-Beaconsfield deze woorden toe voegen: „Wat gij praat, begrijp ik niet; doch het is noodig dat gij mij wèl begrijpt: ik ben niet van plan te vechten om het moordenaars werk daarginds staande te houden." In die houding der Engelsche natie ligt voor een goed deel de verklaring van de onbe schroomdheid waarmede Rusland, alle begrip pen van volkenrecht ten spot, zonder zelf den oorlog te verklaren, de Serviërs in hun oorlog tegen Turkije ondersteunde. Niet éen mogend heid stak een vinger uit om de Porte te helpen, en de Engelsche regeering, de eenige die met woorden hare partij trok, zag zich van haar volk verlaten, Vermelden wij nog, volledigheidshalve, dat Sultan Mourad, een halve idiootdie door de vermoording zijner ministers Hussein en Rachid op den 16™ Juni zijn laatste restje bezinning verloren had, den 31™ Augustus door Abdul Hamid vervangen werd; dat de Turken met bun geoefend legerdoor ervaren bevelhebbers aangevoerd, de vrijwilligersbenden der Serviërs aanhoudend versloegen, totdat Rusland, op het oogenblik dat de Turksche troepen gereed stonden op de Servische hoofdstad aan te rukken, hun het halt toeriep en der Porte zijn ultimatum voor de voeten wierp. Een wapen stilstand volgde de conferentie van gezanten aller mogendheden kwam te Konstantinopel bijeen en van het besluit, dat de Porte om trent hunne gemeenschappelijke en eenparige voorstellen nemen zal, hangt de vrede of de moest leunen om krachten te verzamelen. Daarna ging zj voetje voor voetje de trap op en kwamen wij in onze kamer. Van dat oogenblik af is mijne arme moeder maanden lang doodziek geweesten zij zou het zeker niet te boven gekomen zijn als ik 's nachts niet door het bosch was gegaan om olie van laurierkers en mosterd te halen en als gij en de mooie abdis en die goede oude dame, die mij in haar rooden shawl wikkelde, mij niet aan den weg gevonden hadden. En wilt gij nu niet naar moeder gaanvan wier ziekte gij toch alleen de schuld zijt? want dat heeft zij mij toch zelf gezegd „Zou ik de schuld zijn van de ziekte uwer moeder?" riep de baron vau Rehlingen ontsteld uit. „Zij wist toen misschien zelve niet wat zij zeide. Het was in die dagen toen zij de koorts had en allerlei onverstaanbare woorden sprak. Maar éen zin herhaalde zij altijd duidelijk en als zij dien had uitgesproken werd zij altijd kalmer en begon te glimlachen. „'tWas een vreemd soldaat anders niets!" was het wat zij dan zei." Aldus pratende had de kleine den barondie haar zonder weerstreven gevolgd was, de trap op gebracht, den bogengang in en voor de deur van haar moeders kamer. Zij drukte op de klink en trad er met haar geleider binnenwaar op zij de deur weêr zachtkens achter zich toetrok. Op hetzelfde oogenblik verscheen de abdis op de bovenste trede van den monumentalen trap, die van het terras naar den ouden tuin leidde. oorlog in het aanstaande voorjaar af. De tot 1 Maart verlengde wapenstilstand beslist daar omtrent niets, want het tegenwoordige jaarge tijde is toch tot krijgsbewegingen ongeschikt en beide partijen gaan inmiddels voort zich tot den'oorlog gereed te maken. Ziehier, ter herinnering, de voorstellen, door welke men den toestand van de onderdanen des sultans dragelijk en de voortduring van zijn gezagal is het dan ook een schijngezag, mogelijk denkt te maken. De Porte wordt op haar eigen grondgebied zoo goed als ont eigend. Aan alle Muzelmannen in Bosnië en Bulgarije wordt het dragen van wapenen ver boden, wat in een land waar ieder man er eene eer in stelt de sabel, een kostbaar familie-erfstuk veeltijdste dragengeen kleinigheid is. De Turksche militaire macht zal door eene provinciale politie en militie vervangen worden. Alle Turksche ambtenaren zullen van het bestuur uitgesloten, de Turk sche taal zal van de gerechtshoven en de regeeringslichamen verbannen worden. Christen gouverneurs zullen het bestuur, eene interna tionale commissie zal over de uitvoering van het geheel het opzicht voeren. Eindelijk, om den pil niet te vergulden maar hem nog wat te verbitteren, is de bezetting van Bulgarije door een vreemde troepenmacht, gendar merie heeft men ze later gedoopt, voorge steld, waarvoor de groote mogendheden graci eus genoeg waren een of ander klein land, BelgiëZwitserland of Nederlandin overwe ging te geven. Eindelijk zal Servië, dat over wonnen is, gestraft worden meteene kleine vergrooting van grondgebied. Zal de sultan al, deze onmogelijkheden aan nemen Men verzekert van ja. Van de zen ontzenuwden opvolger van den profeet is zeker niet licht te verwachten dat hij op de vraag uit het treurspel Que vouliez-vous qu' il fit contre (tous)? het helden-antwoord geven zal dat Corneille den ouden Horatius in den mond legt: Qu'il mourüf, Ou qu'un beau désespoir alors le secourüt. Maar toch, de wanhoop heeft méér helden gemaakt. En om de verheven taal van het klassieke treurspel in plat-Hollandsch van on zen tijd over te brengen, ziehier wat men beweert dat de Turksche groot-vizier, die an ders ook niet tot heldhaftige uitersten geneigd Een waas van kalmte lag over hare rijzige ge stalte en er zweefde een vriendelijk lachje op hare lippen. Zij daalde tusschen de bloembedden neêr als eene weldoende godindie uit den raad der goden naar de aarde is gesneld, om aan uitver koren stervelingen een gunstig lot te verkondigen. De strijd was ten einde geloopen en de begeerte van het hart overwonnen. De gravin van Mont- fort had haar plicht begrepen, om het gevondene geluk, dat het toeval haar zoo uitlokkend had voorgehouden, eerlijk aan de eigenares, die het verloren had, terug te geven. Zij ging den tuin doormaar vond er geen spoor van hem dien zij zocht. Zij klom naar den bo gengang op, om naar het terras terug te keeren. Maar toen zij voorbij Louise's kamer kwam, bleef zij staan. Een licht snikken klonk naar buitenzij hoorde haastig daarheen geworpen woorden die zij niet kon verstaan, maar eindelijk hoorde zij Louise juichen„Zoo zijt gij het dan werkelijk, mijn geliefde!" waarop Frits liet vol gen: „En is dit engeltje mijn kind De abdis trad de kamer binnenwaar het maan licht binnenviel zooals op dien avond toen Louise hare levensgeschiedenis aan de hoogwaardige vrouw had verhaald. Louise zat weêr op dezelfde sopha, maar aan hare voeten knielde nu Frits, die zijn hoofd in haar schoot verborg. Roosje had den top van haar wijsvinger op den schouder van den knielende gelegd en riep de abdis toe: „Die vreemde soldaat hier is mijn vaderO wees blij met ons, lieve dame!"

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1