Teiegraphische berichten.
Benoemingen en besluiten.
0 n d e r w ij s.
Kerknieuws,
Kunstnieuws,
Verkoopingen en aanbestedingen.
eerste kamer.
De kamer heeft heden de hoofdstukken I en Vila
der staatsbegrootingbenevens de wet op de
middelen aangenomen, waarbij de minister van
financiën mededeelde dat de opbrengst van 's rijks
middelen over het jaar 1876 de raming met 2
millioen te boven is gegaan.
Ook de wet tot beperking der robbenvangst, de
afwij kings wetten voor het heffen van gemeen te-
accijnsen en de tijdelijke muntwet werden aange
nomen, bij welke laatste de heer Pincoffs den
minister aanbeval machtiging te vragen om voor
een bepaald bedrag zilver te verkoopen.
De nog aanhangige wetsontwerpen betrekkelijk
de verwisselbaarheid der muntbiljetten en omtrent
het Indische muntwezen werden op verzoek der
regeering verworpen. De minister van koloniën
verklaarde dat een nieuw wetsontwerp voor Indië
reeds in bewerking is.
De kamer is daarna uiteengegaan tot den 9™
Januari a. des avonds te 8 uren.
Prins Orloff, de Russische gezant te Parijs, is
gisteren avond te Brussel aangekomen, belast met
een bijzondere zending aan koning Leopold, door
wien hij heden zou worden ontvangen. De gezant
zal Zondag weder naar Parijs vertrekken.
onderscheidingen. Benoemd tot ridder der orde
van den Nederlaudschen Leeuw m'. A. de Vries,
raadsheer in het gerechtshof te Amsterdam.
Vergunning verleend aan J. R. Kleyn, oud
luitenant-kolonel komman dant der Bataviasche
schutterij te Batavia, tot het aannemen der onder
scheidingsteekenen van officier der orde van den
Witten Olifant, hem door Z. M. den eersten koning
van Siam geschonken.
marine. Op pensioen gesteld, op verzoek, de
officier van gezondheid le klasse bij de zee
macht J. C. D. Steendijk, ter zake van in en
door den dienst ontstane lichaamsgebreken, onder
toekenning: a van een jaarlijksch pensioen van
1000, en b eene verhooging van dat pensioen,
ter somma van ƒ600 'sjaars, voor werkelijk ver
blijf in militairen dienst in 's rijks overzeesche
bezittingen en koloniën en tusschen de keerkringen.
Bevorderd tot officier van gezondheid le klasse
bij de zeemacht, de officier van gezondheid 2C
klasse F. H. L. Roessingh van Iterson, en de
aspirant-ingenieur bij de marine F. S. C. M. Wijs,
met ingang van 1 Januari aanstaande, bevorderd
tot ingenieur der 2e klasse.
Aan den luitenant ter zee 2® klasse L. P. D.
Op ten Noort, op zijn daartoe gtdaan verzoek,
met ingang van 1 Januari 1817, een verlof ver
leend voor den tijd van éen jaar onder stilstand
van nonactiviteits-traktement en zonder opklimming
in de ranglijst.
leger. Bij het personeel van den militairen
geneeskundigen dienst der landmacht in Neder-
landsch-Indië benoemd tot apotheker 3® klasse
S. Jacobs, civiel apotheker.
Aan den luitenant-kolonel der infanterie van het
leger in Nederlandsch-Indië J. C. van Thiel, thans
met verlof hier te lande, op zijn verzoek, met
ingang van 1 Februari 1877, eervol ontslag
verleend uit Z®. Ms. militairen dienst, met toeken
ning van pensioen.
posterijen. Uit 's rijks dienst ontslagen de
commies der posterijen 4® klasse J. A Stroband
koloniën. Aan den Oost-Indischen ambtenaar
in1. P. J. J. C. van Nieuwenhoven Helbach, laat
stelijk griffier bij het hooggerechtshof van Neder
landsch-Indië, thans met verlof hier te lande, op
talrijke gerechten, de telkens daar tusschen in
vallende muziek en het omslachtige ceremonieel
vrij lang geduurd had, werd ijs, koffie en likeur
op het terras rondgediend, en de avond was reeds
gevallen eer de laatste gasten hun compliment
hadden gemaakt en heengegaan waren. Ook de
oiide landkommandeur, die wegens zijn jicht en
rheumatiek tegen de avondlucht op zijne hoede
moest zijn, had reeds afscheid genomen, en de
muzikanten borgen hunne instrumenten weg, om
zich naar het vertrek van den huismeester te
begeven, waar hun eene hartige teug wachtte.
De stiftshofmeesteres von Korporell nam in de
zilverkamer het kostbare tafelgereedschap weer in
ontvangst en de andere dames hadden zich ver
strooid en wandelden in de tuinen.
De abdis en baron Frits van Rehlingen zaten
in een der paviljoenen, die over het meer uitstaken.
„Ik dacht, waarde baron," ving zij aan, „u heden
na eene zoo lange afwezigheid als ridder der
Duit3che orde te zullen terugzien. Dat dit niet
het geval isik moet het bekennen, spijt
mij bijna. Onder de bescherming van eene aan ons
beiden gemeenschappelijke gelofte zou ik mij nader
bij u geplaatst hebben gevoeld. Maar de ridder
slag is achtergebleven; gij zijt nog rijker gewor
den dan gij waart, en gij hebt de wereld door
kruist zonder dat iemand weet waarom. Gij komt
droefgeestig en stil en nog afgetrokkener dan vroe
ger terug, en degenen, die het meeste belang in
u stellen, weten niet of er nog geluk voor u kan
zijn ea waarin dat zou moeten bestaan."
zijn verzoek, met ingang van 1 Januari 1877?
eervol ontslag verleend uit 's lands dienst, met
toekenning van het pensioen, waarop hij volgens
de bestaande bepalingen aanspraak heeft.
De kweekschool voor onderwijzers te Mid
delburg zou, volgens de mede deeling der regee
ring in de memorie van antwoord op het voorloopig
verslag der tweede kamer over hoofdstuk V" der
staatsbegrooting voor 1877, geopend worden „in'
het begin van 1877."
Voor menig Middelburger is dit ministerieele
antwoord een raadsel geweest. Het was toch vrij
algemeen bekend dat men het nog altij d niet eens
was over het gebouw waar de nieuwe inrichting
gevestigd zou worden. En een kweekschool zon
der huis scheen onwaarschijnlijk.
Thans, nu „het begin van 1877" vlak voor de
deur staat, is eindelijk een eerste stap gedaan.
Een gebouw is voor het rijk aangekochtde
tegenwoordige zetelplaats der sociëteit „de Vriend
schap" in de Noordstraat alhier, welke vereeniging
eerlang naar het gebouw der sociëteit St. Joris
op de Balans verhuist, met welke zij éen geheel
wordt. Wordt dus nu aan het verbouwen met
kracht de hand geslagendan zal de ministerieele
mededeeling in zoo verre juist blijken dat de
opening der kweekschool niet in het begin, maar
in den loop van 1877 plaats zal kunnen hebben.
Het vroeger als zetelplaats voor het provinciaal
gerechtshof gediend hebbende gebouw, dat men
aanvankelijk voor de kweekschool meende in te
richten doch daartoe de noodige ruimte niet bezat,
zal bestemd worden voor de bureaux van het
kantongerecht en de arrondissementsrechtbank
alhier. De door deze rechterlijke lichamen tot
dusverre gebezigde lokalen in het raadhuis komen
dus weder in gebruik bij de gemeente.
In de openbare school te Bath werden Woens
dag, in tegenwoordigheid der schoolcommissie, de
getuigschriften en premiën uitgereikt voor getrouw
schoolbezoek over 1875. De leerlingen, die ze ont
vingen, waren voor 't meerendeel kinderen nog te
jong om veldarbeid te verrichten.
De geneeskundige raad van Zuid-Holland heeft
aan den minister van binnenlandsche zaken te ken
nen gegeven, dat hij volkomen instemt met het
gevoelen der Nederlandsche maatschappij tot be
vordering der geneeskunst, die verzocht heeft do
gezondheidsleer op de hoogere burger- en kweek
scholen te doen onderwijzen.
Beroepen bij de N. H. gemeente te Yerseke,
de heer H. W. Vethake, predikant te Wilhelmina-
dorp; te 's Gravenpolder de heer G. J. Barger,
candidaat; te Baarland de heer H. J. Baarslag,
predikant te Linschoten; te Hoofdplaat de heer
C. Rogge, predikant te Waterlandkerkje.
Bij de Waalsch-Hervormde gemeente te
's Gravenhage, is beroepen de heer Bourlier, pre
dikant te Yallaincourt.
De heer Carl Schneider, de ook hier bekende
tenor-zanger en leeraar in de zangkunst te Keulen,
werd eergisteren door de Leidsehe maatschappij van
toonkunst tot haar eerelid benoemd, nadat hij eene
solo-partij op eene door haar gegevene uitvoering
vervuld had. Weinige dagen geleden was de reeds
bejaarde kunstenaar verplicht te Keulen, bij de
uitvoering vaneen nieuw oratorium van Friedrich
Kiel, „Christus" genaamd, de zeer belangrijke
tenor-partij op zich te nemen, daar verschillende
zangers, die men hoopte te kunnen krijgen, zich
„Ik wil de beschuldiging van uwe doorluchtig
heid door mijne oprechtheid ontzenuwen," ant
woordde Frits. „Niemand denke er aan voor mij
nog een geluk te vinden; mijn lot is zwijgen en
vergeten. Eene toekomst bestaat voor mij niet
meer, en alleen de vorst des levens, de dood, kan
mij van mijne rampen bevrijden. Ik had mij
voorgenomen de geschiedenis van mijn ongeluk
niet meer over mijne lippen te laten komen.
Maar in dat ongeluk lag een geluk, dat ik als
een beschonken man onbewust genoot, en dat
niet onvermeld in de groeve der vergetelheid mag
verzinken. Laat mij, edele vrouwe, de geschiede
nis van mijn geluk en mijn rampspoed in uw ge
voelig hart mogen begraven, opdat het aandenken
aan eene gelukkige ure, aan een door mijne schuld
gevallen engelniet spoorlooi verdwijue."
De gravin zeide geen woordmaar luisterde in
ademlooze spanning toe. Twee natuurlijke be
geerten kampten in haar hart: de eene om ande
ren gelukkig te maken, en de tweede om zelve
gelukkig te zijn.
{Wordt vervolgd.)
hadden laten verontschuldigen. Hij vervulde deze
taak op zoo loffelijke wijze, dat het moeilijk te
bevredigen publiek der Gürzenich-Concerten van
oordeel was dat men, althans wat de juist door
dachte opvatting der partij betreft, niets beters
had kunnen verlangen
Als een staaltje der veiligheid in een der
drukste buurten onzer hoofdstad diene het volgende
verhaal, dat in het Handelsblad door een inzender
gedaan wordt. „Verschenen Zondag avond, onge
veer zeven uren, de Spuistraat passeerende en voor
het Keizerrijk een oogenblik haltende, kwamen
twee manspersonen uit dat „rijk" op mij af en
verlangden voetstoots, dat ik hun geld zou geven
voor een „borrel." Ik, daartoe volstrekt geen
reden vindende, weigerde daaraan te voldoen,
echter bleven zij, mij achtervolgende, daarop aan
dringen, en werden eindelijk handtastelijk; toch
was het mijn plan niet om mijn portemonnaie voor
den dag te halen, want zeker had ik ze niet
behouden. Het gevolg daarvan was, dat ik (voor
de Wijdesteeg zijnde) mijn aanhoudend weigeren
moest misgelden met een fikschen vuistslag op
mijn nieuwen zijden hoed, die, in deuken geslagen,
mij bijna over den neus ging; woedend over zoo
een mishandeling, zag ik uit naar politie, maar
niette vinden. Mijn begeerte om haar toch spoe
dig met de zaak bekend te maken, deed mij die
„heeren uit het rijk" achtervolgen, om mij bij den
eerstaanwezenden politieagent te kunnen beklagen
en hen te gelijkertijd te kunnen aanwijzen. Dit
achtervolgen scheen hun niet te bevallen, want
aan den hoek van den Voorburgwal en Wijdesteeg
keerde een van hen naar mij toe en beval op
hoogen toon, dat ik mij direct moest verwijderen,
of mij anders met zijn mes te zullen overhoop ste
ken, waartoe hij werkelijk bezig was, zijn wapen
te voorschijn te halen. Toen werd het mij te bar
en ik nam de vlucht."
Gisteren kwam te Maassluis aan het logger -
schip Wiliam Stuart, dat storm heeft doorgestaan
en drie man van de equipage verloor. Deze ramp
maakte drie vrouwen tot weduwen en een negental
kinderen vaderloos. De drie verdronken zeelieden
waren allen te Maassluis woonachtig.
Naar men meldt, zou het voornemen bestaan
te Montfoort de militaire pupillenschool te vesti
gen. Er moeten althans voorloopig informatiën
genomen zijn wegens aankoop der goederen aldaar
van den heer D. van Frankenhuizen, te Utrecht.
De exploitatie van het gemeentebadhuis te
's Gravenhage heeft over dit jaar een tekort op
geleverd van 15,674.60.
Woensdag ochtend had eene vrouw in de Groote
Wittenburgerstraat te Amsterdam de roekeloosheid
petroleum in den kachel te gieten, om harder te
stoken. Een vreeselijke vlam sloeg haar in het
gelaat, zoodat zij met ernstige brandwonden naar
het gasthuis moest worden vervoerd.
Twee jonge menschen hebben zich gisteren
te Amsterdam door pistoolschoten van het leven
beroofd.
Den len Januari a. zal te Delhi op buiten
gewoon feestelijke wijze de afkondiging plaats
hebben van de wet waarbij de keizerstitel over
Iudië is toegekend aan het Engelsche vorstenhuis.
De toebereidselen voor het feest hebben een groo-
ten omvang verkregen. Van heinde en ver zijn
de Indische vorsten en grooten met hun talrijke
gevolgen naar Delhi opgekomen en rondom deze
stad is een leger van tenten verrezen, dat een
oppervlakte van 10 tot 12 kilometers beslaat.
Het grootste kamp van een inlar.dsch vorst is dat
van den Nizamdie persoonlijk in Metealse House
resideert; zijn gevolg breidt zich naar het noorden
en zuiden over een oppervlakte van een kilometer
uit. In omvang is het kamp van den Maharasah
van Mysore het tweedewaarop dat van den
Guikowar volgt, wiens beroemde gouden en zilve
ren kanonnen vele bezoekers trekken. Het merk
waardigste kamp is dat van den Maharajah van
Kaschmir. In vergelijking van andere is het klein,
maar de kleederdrachten van zijn gevolg geven
een zeldzame voorstelling van „barbaarsehe pracht."
Het inwendige van de tent van den prins is met
de prachtigste Kaschmir-schawls bekleed. Het
kamp van den onderkoning is het grootsto van
alle. De hoofdstraat heeft een breedte van 150
tot 180 voet en bestaat uit tenten, die door leden
van den raad van Indië en gasten van den vice-
koniug zijn betrokken. Van afstand tot afstand
staan kanonnen. Rechts naast dat van den onder
koning ligt het kamp van den gouverneur van
Madras, links dat van dien van Bombay, verder
op liggen die vaD de gouverneurs van Bengalen,
Pendschab enz. Hoewel dat van den onderkoning
door zijn grootte en omvang indruk maakt, is dat
van den gouverneur der Noord-westelijke provin
cies verreweg het schoonste. Men kan zich bijna
geen keuriger smaak denken dan sir George Cou-
per aan den dag heeft gelegddoor planten,
gazons, struiken en bloemen heeft hij zijn kamp
in een klein feeënrijk herschapen. Ongeveer
drie kilometers van het kamp van den onderko
ning ligt de vlakte van Daheerpore, alwaar op
Nieuwjaarsdag de plechtigheid zal plaats hebben.
De zitplaatsen zijn amphitheatersgewijs inge
richt en om alle geschillen over voorrang te ver
mijden is voor ieder van de groote hoofden een
afzonderlijke toegang tot zijne plaats gemaakt.
Den 22en dezer hebben de onderkoning en zijne
gemalin gezeten in een schitterenden „Howdah"
op den rug van een prachtigen olifanthun
intocht -in het kamp gehoudenwaaraan de Indi
sche hoofden en hun gevolg deelnamen. Reeds
bij dezen intocht werd veel pracht en heerlijkheid
ontwikkeld. De Indische bevolking toonde zich
kalm en rustig. Welke verrassingen de nieuwe
keizerin met nieuwjaar hare Indische onderdanen
heeft toegedacht is nog een diep geheimwelks
onthulling met spanning wordt verbeid.
De heer Emerique bevindt zich nog steeds
in de gevangenis van Mazas te Parijs, terwijl tus
schen de Belgische en Fransche autoriteiten wordt
gecorrespondeerd over zijne uitlevering. Het is
boven allen twijfel verheven, dat Emerique zijne
hoedanigheid van Fransch onderdaan heeft ver
loren, doch de quaestie is nu te weten wat hij
eigenlijk wél is, of hij nu moet worden beschouwd
als Belg of niet.
Volgens Daily Telegraph een blad dat
niet altijd door vertrouwbare berichteD uitmunt
zou de Engelsche gezant te Konstantinopel sir
H. Elliot weldra naar Engeland terugkomen, omdat
hij op geen goeden voet staat met generaal Igna-
tieff. Dit schijnt echter niet juist te wezendaar
van andere zijde wordt beweerd, dat de heer Elliot
alleen om redenen van gezondheid zal terugkeeren.
Een Parijsch blad maakt opmerkzaam op het
merkwaardige feitdat alle regeerende huizen in
de monarchale Christelijke landen tot het Germaan-
sche ras behooren.
Te beginnen met 1 Februari a. kunnen tus
schen Duitschland en Zwitserland per post pak
ketten worden verzonden tot een gewicht van 10
pond voor 50 cent. Thans worden door de Duitsche
postadministratie onderhandelingen met België,
Nederland, Denemarken, Zweden en Noorwegen
gevoerd. Het behoeft wel geen betoog dat de
invoering van een dergelijken maatregel het inter
nationaal verkeer sterk zou bevorderen. In dat
opzicht hebben wij aan de Duitsche posterij veel
te danken.
De Grieksche kamer van afgevaardigden
heeft, behalve het regeeringsvoorstel tot het ver-
leenen van een krediet van 10 millioen voor
buitengewone oorlogskosten, ook dat tot oproeping
van 120,000 man onder de wapenen aangenomen.
Hoe tevreden de Duitsche regeering is over
den rijksdag kan daaruit blijken dat de keizer
aan den president von Forckenbeck de ster der
Kroonorde tweede klasse heeft geschonken} naar
men in politieke kringen te Berlijn verzekert, als een
bewijs van keizerlijke tevredenheid over het tot
stand komen der rechterlijke wetgeving voor
het rijk.
De quaestie der bezetting van Bulgarije heeft
het onderwerp van beraadslaging uitgemaakt
tusschen de Oostenrijksche en Hongaarsche minis*
teries.
Een afschrift der memorie door de Israëli
tische conferentie te Parijs opgesteld is ook aan
geboden aan den Russischen gezant te Parijs
prins Orloff, door eene deputatie bestaande uit de
beide opper rabbijns van Parijsdej bankiers
Goldschmidt en Victor Saint Paul en professor
Oppert.
De gemeenteraad van Minden heeft besloten
de vestingwerken voor de stad aan te koopen,
waarvoor een som van 475,000 Mark wordt
vereischt, die men door eene leening hoopt te
verkrijgen.
Het Londensche comité ter verzachting van
het lot van gewonde Turksche soldaten heeft
reeds een som van 5000 pond sterling beschikbaar.
Per telegraaf io bevel gegeven naar Konstantinopel
om 2000 dekens te koopen en die naar het leger
te zenden voor de gekwetsten.
Volgens Daily News zal weldra eene maat
schappij verrijzen om Engeland met het vasteland
en Amerika door een net van telegraafkabels te
verbinden teneinde de kosten voor depêches be
langrijk te verminderen.
Gisteren avond zijn alhier, te koop aangeboden
1. Een huis en erve, op het Molenwater (Korte
Heerengracht), wijk M n° 179, groot 45 centiaren.
Verkocht voor f 775.
2. Een huis en erve, in de Langeviele, wijk K
n° 387, groot 66 centiaren. Verkocht voor 1827.66.
3. Een huis en erve, genaamd de Gouden Top,
in de Zusterstraat, wijk I n° 215, groot 1 are 17
centiaren. Verkocht voor f 1051.
4. Een huis en erve met tuin, in de Schuit-
vlotstraat, en uitkomende in de Pijpstraat, wijkN
n° 209, groot 3 aren 14 centiaren. Niet geveild.
5. Een aandeel iu de Commercie-Compagnie,
te Middelburg, groot ƒ3000. Verkocht voor 510.
6. Twee aandeelen in de vrachtgoederen Stoom
boot-Maatschappij tusschen Middelburg en Schiedam
(schroefstoomboot „de Arend") elk groot f 250.
Niet geveild.
Heden werd in het gebouw van het gewestelijk
bestuur alhier aanbesteed
1" Het onderhoud gedurende 1877 der rijkszee-
werken op de binnenreede van Brouwershaven en
het peilhuisje van het zelfregisterend getijwerktuig
aldaar; minste inschrijver de heer J. Vink, te
rouwershaven, voor 689.
2° het herstellen en gedHrende 6 maanden on
derhouden van den grintweg van den Nieuwland-
schen molen tot aan den Hoofdplaatpolderminste
inschrijver den heer I. van Male Dz.te Breskens,
voor 3069.