BUITENLAND. Handelsberichten. Verkoopingen en aanbestedingen. Thermometerstand. Staten-Generaal. Algemeen Overzicht. Graanmarkten enz. 118 100 100 Te Brussel heeft dezer dagen een zonder linge weddenschap plaat3 gehad. Een bierbrouwers jongen Henri Mesdom genaamdhad gewed dat hij in twee uren de boulevards rondom de stad zou omloopen terwijl hij met éen hand een ledige ton zou voortrollen, die 235 liters kan bevatten. De ton zou hem slechts tweemalen mogen ont snappen. Hij heeft zijne weddenschap eervol ge wonnen daar hij reeds in IJ uur zijne wandeling had volbracht. De nieuwe keizerlijke titel van koningin Victoria, gelijk hij jl. Zaterdag met groote staat sie te Delhi werd afgekondigd, zal in het Perzisch (de hoftaal in Hindostan) Kaisar-i-Hind, in het Hindoesch Hinda Kaisar luiden. De volledige titel van de koningin zou dan zijn: Maharaja Adhiraja Sri Bani, Victoria, Kaisar-i-Hind. Op genoemden dag heeft lord Lytton, onderkoning van Britsch-Indië, zijnen intocht te Delhi gehouden, waarbij de grootste luister werd tentoongespreid. Een ontzagwekkende militaire macht, een groot aantal rijk getooide inlandsche vorsten en meer dan duizend olifanten bevonden zich bij den op tocht, die een afstand van 4 uren aflegde. De troepen stonden over een lengte van negen kilo meters geschaard. Het proces tegen de drie Belgische bladen, de communistische „Werker" de clericale „Bien public" en „Patrie", welke de zestien meisjes uit den arbeidenden stand, die in den historischen stoet der Gentsche Pacificatie hebben medegewerkt, belasterd hebben, is Dinsdag voor derechtbank te Gent aangevangen. De heer Seresia, advocaat te Gent, eischte voor zijne 16 clienten ieder eene schadevergoeding van 200 franken en eerher stelling door afkondiging van het vonnis in ieder der aangeklaagde bladen en in nog twee andere bladen ter keuze der eischeressen. Het openbaar ministerie is den 8en Januari aan het woord. Namens den „Werker" wordt de onbevoegdheid der Gentsche rechtbank beweerd, daar dit blad te Antwerpen uitkomt. Op 23 dezer is te Zierikzee onder andere vaste goederen in het openbaar verkocht een perceel tuingrond bevattende 20 tuintjes, te zamen groot 1 hectare 32 a. en 60 c. a. gelegen in de ge meente Dreischor voor den aanzienlijken prijs Van f 1240 per 39 a. 24 c. a. zijnde ruim ƒ3000 per hectare. 27 Dec. 's av. 11 u. 46 gr. 28 's morg. 7 u. 47 gr. 's midd. 1 u. 50 gr. 's av. 6 u. 50 gr. tweede kamer. Lager onder-wijs. Het wetsontwerp tot herziening der onderwijswet van 13 Augustus 1857, bevat 84 artikelen, waarvan de voornaamste, öf geheel óf gedeeltelijk afwijkende van de bestaande, öf geheel nieuw, aldus luiden: Art. I. Het lager onderwijs omvata het lezen; het schrijven; c het rekenen; d de beginselen der Nederlandsche taal; e die der aardrijkskunde; f die der geschiedenis; g die der kennis van de natuur; h het zingen; i de gymnastiek; k het handteekenen; l de nuttige handwerken voor meisjes. Art. 2. Lager onderwijs wordt gegeven in scho len en in bijzondere woningen. Het eerste is school, het laatste huisonderwijs. Onderwijs aan kinderen van vier of meer gezinnen te zamen en onderwijs in armeninrichtingen, gods-, gast en werkhuizen, gestichten van weldadigheid en andere instellingen van openbaar nut gegeven, wordt als schoolonderwijs beschouwd. In art. 3 is de facultatieve bepaling nopens het subsidieeren van bijzondere scholen, vervangen door het volgend verbód: „Aan bijzondere scholen wordt van wege de gemeente, de provincie of het rijk geen subsidie verleend." De artt. 4 en 5 bevatten bepalingen omtrent de schoollocalen. Art. 5 bepaalt o. a.dat in hetzelfde schoollocaal slechts aan zoovele kinderen gezamen lijk onderwijs mag worden gegeven, dat voor ieder kind minstens 70 dec. oppervlakte en 4 meter ruimte aanwezig zij. In art. 6 is het kweekelingstelsel behouden, doch met die bepaling, dat kweekelingen, na een tweede met ongunstig gevolg afgelegd examen, niet meer als zoodanig werkzaam mogen blijven. De artt.' 711 behelzen voorschriften omtrent de bevoegdheid (en het verlies daarvan) tot het geven van lager onderwijs. Art. 12. in het algemeen sprekende van rijks- kweek- en normaalscholen, geeft, aan de provincies, gemeenten en bijzondere scholen de bevoegdheid gelijke scholen op te richten en te onderhouden. Art. 13 en 14 regelen het booger beroep der be sluiten van ged. staten en de toepasselijkheid der bepalingen omtrent de onderwijzers op de onder wijzeressen. In art. 15 is de niet-toepasselijkheid der wet ook uitgestrekt: op de alleen voor het onderwijs in een of meer der vakken, vermeld onder h, i, k en l van art. 1, bestemde scholen; op de bewaar scholen op de scholen voor doofstommen, blinden, spraakgebrekkigen en idioten; op de scholen in de gevangenissen. Art. 16. In elke gemeente wordt lager onderwijs gegeven in een voor de bevolking en de behoefte voldoend getal scholen, toegankelijk voor alle kin deren, zonder onderscheid van godsdienstige ge zindheid, die den leeftijd van zes jaren hebben bereikt. Ter beoordceling van de behoefte, in de vorige zinsnede bedoeld wordt onderzocht, of en in hoeverre door anderen dan de gemeente voor voldoend schoolonderwijs wordt gezorgd. Het onderwijs omvat de vakken, vermeld onder a—g van art. 1daarbij kan worden gevoegd het onderwijs in de vakken onder h—l van dat artikel of in een of meer dier vakken. Aan de scholen kan bovendien onderwijs worden gegeven in de beginselen van eene vreemde levende taal, in de beginselen der wiskunde en in de fraaie handwer ken, zonder dat zij daardoor ophouden scholen van lager onderwijs te zijn. Twee of meer naburige gemeenten kunnen, met inachtneming van art. 121 der wet van den 29en Juni 1851 (Stbl. n° 85), zich vereenigen tot het oprichten en instandhouden van gemeenschappelijke scholen, of tot het vast stellen eener regeling omtrent de toelating van kinderen uit de eene gemeente, tot scholen van de andere. Art. 17. Het staat aan de gemeentebesturen vrij, aan de scholen in het voorgaande artikel vermeld, eene laagste of voorbereidingsklasse te verbinden, waarin kinderen beneden zes jaren, by voorkeur door vrouwelijk personeel tot het ont vangen van lager onderwijs worden voorbereid. Voor deze klasse wordt een afzonderlijk lokaal bestemd. Aan den gemeenteraad wordt overgelaten de regeling van al hetgeen tot deze klasse betrek king heeft. De overige bepalingen dezer wet zijn op haar niet toepasselijk. Artt. 18 en 19 handelen over het getal scholen en de vermindering of vereeniging van scholen. Art. 20Het leerplan en de regeling der school tijden en vacantiën worden door den gemeente raad, in overleg met den districts-sehoolopziener en den hoofdonderwijzer, voor iedere school vast gesteld. De regeling der schooltijden wordt, de leeraren der kerkgenootschappen, 'waartoe de school gaande kinderen behooren, gehoord, zooveel mo gelijk in verband gebracht met de uren op welke die leeraren onderwijs in den godsdienst geven. De besluiten, krachtens dit artikel genomen, worden aan gedeputeerde staten medegedeeld en niet ten uitvoer gelegd vóór dat gebleken is, dat daartegen bij hen geene bedenking bestaat. Dit laatste wordt geacht het geval te zijn indien binnen 14 dagen na de ontvangst der besluiten door gedeputeerde staten niet is beslist. Meent de raad aan de be denkingen van gedeputeerde staten geen gevolg te moeten geven, dan kan Onze beslissing worden ingeroepen. Art. 21. Aan het hoofd van elke school staat een hoofdonderwijzer, die den leeftijd van 23 jaren heeft bereikt. De hoofdonderwijzer wordt bijge staan als volgt: voor 4180 leerlingen door 1 hulp onderwijzer; 81120 2 hulponderwijzers; 121 160 2 hulponderwijzers en 1 kweekeling; 161 200 3 hulponderwijzers en 1 kweekeling; 201240 3 hulponderwijzers en 2 kweekelingen; 241280 3 hulponderwijzers en 3 kweekelingen; 281320 4 hulponderwijzers en 2 kweekelingen; 321360 4 hulponderwijzers en 3 kweekelingen; 361400 5 hulponderwijzers en 2 kweekelingen. Wanneer het getal leerlingen op eene school 400 te boven gaat, regelen gedeputeerde staten het vereischte getal hulponderwijzers en kweekelingen. Zij kun nen ook, op grond van te groote bevolking dei- school, hare splitsing of de oprichting eener nieuwe school bevelen. Bij de toepassing van dit artikel wordt het middencijfer der, gedurende de laatste vier kwartalen, bij elke school ingeschreven leer lingen tot grondslag genomen. Het getal der kin deren behoorende tot de klasse in art. 17 vermeld, blijft, wat het 2" en 3e lid van dit artikel betreft, buiten aanmerking. Art. 22, In scholen voor meisjes alleen worden bij voorkeur hoofd- en hulponderwijzeressen en vrouwelijke kweekelingen aangesteld. In scholen voor jongens en meisjes gezamenlijk kan die aan stelling evenzeer plaats hebben. De laatste al. van art. 23 regelende de jaarwed den, luidt: „Door ons worden, op voorstel van ged. staten, voor iedere provincie of hare door ons aan te wijzen onderdeelen, de sommen bepaald welke de jaarwedden der hoofd- en hulponderwijzers en de toelagen voor de kweekelingen minstens moeten bedragen, met dien verstande, dat overal de jaar wedde van den hoofdonderwijzer minstens 600, die van den hulponderwijzer minstens ƒ400 en de toelage voor een kweekeling minstens ƒ100 be drage. Art. 24 en 25 regelen de vereischten voor de benoembaarheid en de wijze van benoeming, ontslag en schorsing der hoofd- en hulponderwijzers. Art. 26 (het bekende oud art. 23) luidt: Het schoolonderwijs wordt, onder het aanleeren van gepaste en nuttige kundigheden, dienstbaar gemaakt aan de ontwikkeling van de verstande lijke vermogens der kinderen en van hunne oplei ding tot alle christelijke en maatschappelijke deugden. De onderwijzer onthoudt zich van iets te leerente doen of toe te latenwat strijdig is met den eerbied, verschuldigd aan de godsdienstige gezindheden. Het geven van onder wijs in den godsdienst wordt overgelaten aan de kerkgenootschappen. Hiervoor worden de school lokalen, op daartoe bepaalde uren, ten behoeve dei- leerlingen die er ter school gaan, beschikbaar gesteld, wanneer de leeraren der kerkgenoot schappen, tot welke de schoolgaande kinderen behooren, dit verlangen. De beslissing over dit gebruik der schoollokalen blijft echter aan den gemeenteraad. Op zijn besluit zijn de twee laatste zinsneden van art. 20 toepasselijk. Art. 27. Indien op grond van het le en 2e lid van het voorgaand art. bezwaar tegen het gebruik van bepaald aangewezen schoolboeken bij burg. en weth. zijn ingekomen, worden die bezwaren onder worpen aan de beoordeeling der plaats, schoolcom missie, die in overleg met den districts-sehoolop ziener beslist, en van den inhoud harer uitspraak mededeeling doet aan de belanghebbenden en den hoofdonderwijzer. De onderwijzer die voortgaat met het gebruiken van een afgekeurd schoolboek, kan te dezer zake door den gemeenteraad op voordracht van burg. en weth. worden ontslagen. Art. 28 behelst het verbod nopens het bekleeden van ambten en bedieningen, terwijl de artt. 2934 bepalingen bevatten nopens het pensioen waarop recht bestaat na 65jarigen leeftijd, zonder dat de 4Ójarige diensttijd vereischt wordt. Artt. 3539 bevatten nieuwe bepalingen nopens de 'toelating enz. der kinderen op de scholen. Artt. 40— 45 handelen over de kosten van het onderwijs. Onder die kosten zijn ook begrepen die voor de boekerij ten behoeve der leerlingen, indien zij aan de school verbonden is. Art. 42: Ter tegemoetkoming in dezé kosten wordt eene bijdrage voor ieder schoolgaand kind tot een naar' den toestand der gemeente billijk bedrag geheven, In gemeenten, waar geen opcenten op de grondbelasting en het personeel, geen hoofdelijke omslag noch verbruiksbelastingen worden geheven, kan de heffing van schoolgeld worden nagelaten. Bedeelden en zij die, of schoon niet bedeeld, naar het oordeel van burg. en weth. onvermogend zijn schoolgeld te betalen, worden niet aan de heffing onderworpen. Het gemeentebestuur bevordert zooveel mogelijk het schoolgaan van kinderen van bedeelden en onver- mogendenzonder hen wanneer zij gelegenheid hebben tot keuze tusschen openbare en bijzondere scholen, in het doen dier keuzen te belemmeren. Art. 45. Indien Wij na onderzoek door gede puteerde staten en provinciale staten gehoord, oordeelen dat eene gemeente of een harer afdee- lingen, bedoeld bij art. 217 der wet van den 29 Juni 1851 (Stbl. n° 85), waar schoolgeld, tot een naar harén toestand billijk bedrag wordt geheven, door de uitgaven, hetzij gewone of ongewone, tot eene behoorlijke inrichting van haar lager onderwijs vereischt, te zwaar zou worden gedrukt, wordt hetgeen ten laste der gemeente of der afdeeling zal blijven door ons bepaald, en in het overige door de provincie voor 1/3 en door het rijk voor 2/3 voorzien. De bestekken voor den bouw en verbouw van scholen en onder wij zerswoningen, waarvoor de hulp van de provincie en het rijk wordt verlangd, worden aan de goedkeuring van den minister van binnenlandsche zaken onder worpen. Het is aan de provincie niet geoorloofd de gemeente of een harer afdeelingen op andere wijze in voormelde uitgaven te gemoet te komen. Artt. 4649 behelzen bepalingen nopens het bijzonder onderwijs. De voornaamste bepaling is die van art. 49, nl. dat aan het hoofd van iedere school een hoofdonderwijzer moet staan. De artt. 50—57 regelen de examens en de artt. 5872 het toezicht op het onderwijs, waarbij o. a. in art. 64 is bepaald, dat er meer dan éen in specteur in elke provincie kan zijn. De inspecteurs worden op lOjarigen ouderdom ontslagen. Eindelijk zijn de overgangsbepalingen vervat in de artt. 7384, voornamelijk ter aanduiding van de termijnen, binnen welke aan de wet volledige uitvoering moet zijn gegeven. In een volgend nommer deelen wij een overzicht mede van de Memorie van toelichting. 't Gaat met de berichten uit het Oosten als met bet weer: iederen dag wat anders. Gisteren stond de politieke barometer weder gunstiger dan eer gisteren. Toen scheen de oorlog onvermij delg k; thans bestaat er nog hoop op vrede. Over het algemeen luiden de berichten van gisteren gerust stellender meer conciliant. Een enkel bericht slechts van de Bussische telegraafmaatschappij verzekert, dat Midhat Pacha in tegenwoordigheid van alle leden der conferentie zou hebben verklaard dat de Porte vast is besloten om op geen enkel punt toe te geven. Daar echter die verklaring zou zijn afgelegd in een officieuse bijeenkomst bij generaal Ignatieff, en van geen andere zijde daarvan wordt melding gemaakt, zou. men bijna onderstellendat zij alleen door Bussische ooren is verstaan geworden en daarom in ieder geval nadere bevestiging noodig heeft om volkomen te worden geloofd. Alle andere depêches spreken van meer of mindere bereidwil ligheid tot toenadering en van vredelievendheid, zoowel bg de leden der conferentie als by het Turksche ministerie. Twee telegrammen uitKon- stantinopel melden dat de Porte de voorstellen der plenipotentiarissen van de mogendheden niet en Moe zal verwerpenmaar slechts op sommige punten eenige opmerkingen zal in het midden brengen, en wel ten aanzien van de waarborgen voor de naleving der hervormingen en de bezetting van Bulgarije door een vreemde gendarmerie. Van hunne zijde moeten de gevolmachtigden bereid zijn over enkele détails in onderhandelingen te treden teneinde een geheele breuk te voorko men, hoewel de vastgestelde beginselen gehand haafd moeten blijven. Lord Salisbury heeft dan ook aan den sultan verklaard, dat de mogendhe den het volkomen eens zijn om de aanneming van hare voorstellen te eischen en dat de ambas sadeurs terstond zullen vertrekken indien aan dat verlangen niet mocht worden voldaan. Waarschijn lijk heeft de Engelsche vertegenwoordiger toen ook slechts het oog gehad op de hoofdbeginselen der voorstellen, zonder dat daardoor alle onder handelingen over détails zouden zijn uitgesloten. Er wordt althans verzekerd dat de audiëntie een gunstig resultaat heeft gehad en dat krachtige pogingen worden aangewend om den vrede te bewaren, daar de meeste diplomaten hopen, dat een vredebreuk zal worden vermeden, terwijl van de zyde der Porte zoowel de grootvizier Midhat Pacha als de vertegenwoordiger op de conferentie Safvet Pacha vóór het behoud van den vrede zijD. Onder de bevolking zelve schijnt nog een oorlogzuchtige geest te heerschen, zoodat zg zich groote opofferingen getroost om een aanzienlijke legermacht in het veld te brengen. Voor het ge val de oorlog mocht uitbreken bestaat het voor nemen 40 bataljons nationale garde van Konstan- tinopel onder de wapenen te brengen, waarvan de manschappen tot alle klassen en godsdiensten behooren. De opperbevelhebber der Servische troepen, generaal Tchernajeff, is door een anderen Busaischen generaal vervangen, nl. door generaal Nikitim, zooals hij in het telegram wordt genoemd (waar- schgnlgk Nikitine, tot nogtoe chef van den grooten staf in de militaire divisie van de Wilna). De nieuwe opperbevelhebber heeft bij gelegenheid eener door hem gehouden revue over de troepen aan het korps officieren medegedeeld, dat hg op bevel van den keizer het bevel over het Servische leger op zich heeft genomen. Hg verklaarde dat in het vervolg alle vreemdelingen, die in Servië dienst doen, zullen worden beschouwd als in Bussischen dienst te zijn. De kommandanten vau de verschillende korpsen hebben bevel ontvangen zich terstond naar hunne bestemming te begeven, terwijl de vrijwilligers onmiddellijk naar de Drina moeten vertrekken. Men zou eer zeggen dat Servië een onderhoorige staat van Busland dan van Turkge was; de ware verhouding tusschen beide eerstgenoemde mogendheden en de rol die keizer Alexander ten aanzien van Servië speelt, is en blijft vreemd en raadselachtig. Zooals men zich zal herinneren heeft eenige dagen geleden te Parijs eene conferentie van Israëlieten plaats gehad in het belang van hunne Turksche geloofsgenooten. De op die conferentie vastgestelde memorie is door eene deputatie aan geboden aan lord Derby, die beloofd heeft haar te zullen opzenden naar de Engelsehe ambassade te Konstantinopel. Uit de Transvaalsche republiek zijn weder vrij gunstige berichten ontvangen omtrent den gang van zaken tegen de Kaffers, die belangrijke ver liezen hebben geleden, terwgl een van hun hoofden gevangen is genomen. De verkiezing van president Burgers is nog niet verzekerd, daar van Engelsche zgde sterk tegen hem wordt geïntrigeerd. Vertrokken naar zee de schooner Anna Doro thea, gezagv. Simmersin ballast bestemd naar Schotland. Heden namiddag te 3 uren passeerde ter reede van Vlissingen de Engelsche stoomboot Langshoor, gezagv. Bain, komende van Sulina, laatst van Lissabon en bestemd naar Antwerpen. Aan boord van dit vaartuig bevond zich de gan- sche bemanning van het Duitsche stoomschip Maria Lorenza, van Cardiff met steenkolen naar Port-Said bestemd, hetwelk op de Portugeesche kust veron gelukt is. Middelburg, 28 December. Alleen uit Walche ren was er een kleine aanvoer, waardoor in den handel weinig is gedaan. Tweejarige Walchersche tarwe werd onveranderd tot f 12 aangeboden. Puike nieuwe dito ook voor verzending gevraagd en ruim prijshoudend van 10.65 tot f 10.85 be taald, mindere soort 10.25 a 10.50. Bogge voor verbruik ƒ8.25. Wintergerst ƒ7. Zware Walcher sche zomergerst 6.50 en de hardste Walchersche witteboonen onveranderd a 16.50 gekocht. Puike Walchersche bruine boonen prijshoudend 13.75 a 14 betaald. Dito paardenboonen f 8 en dito groene kook-erwten eender in prijs a/II gekocht. Winter koolzaad werd op f 15 gehouden. gemiddelde marktprijzen. Versche boter ƒ1.32 a ƒ1.40; eieren per 100 stuks 5.60. B®rlizen van EOeoten. Amsterdam, 27 Dec. 28 Dcc. Icdcrl. Cert. Werk. schuld. 2fj Certific. dito dito3 dito dito dito4 Aand. Handelmaatschappij 5 dito exploitat. Ned.Staatssp. Loten stad Botterdam. 3 dito dito Amsterdam.. 3 België. Cert. bij Bothschild. 2j Frankrijk. Inschrijvingen 3 Inschrijvingen Rusland. Oblig. 1798/1816. Certific. Inser. 5e serie Obl. Hope C°. 1855 6» serie dito 1000 1864. dito L. 100 18725 dito L. 100 18735 Loten 1864....5 Loten 1866 5 Obl. Hope C°. Leen. 1860. 4! Certific. dito4 Inscr. Stieglitz C\ 2e a 4 L. 4 pet. 62j! 75 98! 102£ 98J 98 pet. 59 63 74J 99 102| 93! 99 98 59 5 5 5 5 5 95| 96! Obligatiën 186769 Certificaten Aand. Spoorw. Gr. Maatsch. Oblig. dito dito dito Aand. Kiew-Brest dito Baltische spoorweg Oblig. spoorweg Poti-Tiflis dito dito Jelez-Griasi. dito dito Jelez Orel dito dito Charkow Azow Polen. Schatkistobligatiën Aand. Warsehau-Bromberg dito dito Weenen Oostenrijk Obligatie metal, in zilver Januari/Juli 5 Obligatiën dito April/Oct. 5 dito in papier Mei/Nov.. 5 dito dito Febr./Aug. 5 Aand. Nation, bank3 Loten 18605 dito 1864 6 5 5 3 3 3 3 5 6 7 7 80 89! 81* 81f 280 267 pet. 78J 701! ff m f 250 pet. 78£ f - U9 pet. 88! - pet. 79| 72! 79! 89| 81 80! 277 266 79! 71A 251 78! 180 97 119 87! 79! 72J 55! 118 Hongarije. Schatkistbiljett. Oblig. Tbeiss spoorweg. Italië. Certific. Amsterdam. Oblig. Z-Ital. spoorweg. Spanje. Obligatiën Buitenl.. Oblig. Binnenlandsche. Portugal. Obligatiën Turkije. Inschr. Alg. schuld Obligatiën 1869 Egypte. Obl. 1868. Obl. 1873 Amerlka.Obl.Ver.Stat.1904 Obligatiën dito dito 1885 b pet. 51* 51! 51! 51! ff 47! - 46! 46! 779 - 523 122 pet. pet. 66 100 100 pet. 13! 13! 11* Ui 53! 53! 8! 8! 27! 28 pet. 47 48| 48! ff 102! -

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 3