Maandag 25 December. S Uithoofde Tan het K e r s t- feest zal deze courantaanst. Maandag niet worden uitge geven. O Cl Cl -L g Cl XL g, Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3lm, franco f 3,50. Afzonderlijko nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent, Advertentiên i 20 Gent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffitb G°. te Brussel eu Parijs. Zij die zich voor 1 Januari 1877 op deze courant abonneeren, ontvangen de nog in dit kwartaal verschijnende nommers gratis. Middelburg, 23 December. Gemeente-belangen, (f 15 a 20,000 ink. en hooger.) Man, vrouw, 3 kind. Man, vr., 3 kind., 3 dienstb. 28.10 fJX-fUm X X O 1U V 8BSSSSffie3S235BSI£$5EB3ig 0IJI1AM. BERICHT. In de heden namiddag gehouden zitting van den Vlissingsehen gemeenteraad is onder meer besloten, naar aanleiding van het in de vorige vergadering ingekomen adres van Woudergem c. s. betreffende de mestvaalten, terug te komen op de bepaling der verordening, volgens welke de mest in gemetselde bakken moet worden bewaard, en de verordening te stellen in handen der commissie voor de strafverordeningen. Aan den hulponderwijzer Huis is op zijn verzoek eervol ontslag verleend uit zijne betrekking op de school van den heer Sitsen, terwijl de hulponder wijzer J. J. Antheunïssen op zijn verzoek is overgeplaatst van de school voor kinderen van onvermogenden naar die van den heer Sitsen. Een adres van de Maatschappij tot exploitatie van gronden te Vlissingen is voor de leden ter inzage gelegd, om in een volgende vergadering behandeld te worden. Van de heeren Delvoye en Hufjbregtse is een brief ingekomenwaarbij zij te kennen geveD af stand te doen van hun voornemen tot het inrich ten van een omnibusdienst en zij mitsdien voor de door den gemeenteraad toegezegde subsidie bedanken. Bij de benoeming tengevolge van periodieke aftreding zijn de aftredende titularissen herkozen, met uitzondering dat in de commissie voor de gasfabriek in de plaats van wijlen den heer J. B. de Groof gekozen is de heer Verkuyl Quakkelaar. Onder onze rubriek „Staten-generaal" vindt men het voorstel van wijzigingdoor de commissie van rapporteurs der tweede kamer gedaan ten aanzien der wetwelke voor Vlissingen eene uitzondering zou toelaten op de gemeentewet, voor zooveel betreft het heffen van een accijns op het gedistilleerd en het gemaal gedurende de eerstvolgende vijf jaren. De commissie van rapporteurs wilde, wat het gemaal betreft, die uitzondering aan Vlissingen slechts voor drie jaren toestaanonder beding dat daarna het bedrag van den accijns tot op de helft teruggebracht zou worden. De kamer heeft gisteren in eene avondzittïng o. a. de wet, op Vlissingen betrekkelijk, behandeld en met 29 tegen 28 stemmen het amendement der commissie van rapporteurs verworpen. Het behoud zijner accijnsen is dus opnieuw voor vijfjaren aan Vlissingen verzekerd. Laat ons hopen dat vóór het einde van dien termijn de gunstiger staat der gemeentefinanciën Vlissingen veroorloven zal uit eigen beweging dit middel vaninkomsten, dat niet meer overeenkomt met de door de ondervinding gestaafde financieele en economische begrippen van onzen tijd, te laten varen. Ook de uitzonderingswet voor Veere is gisteren avond aangenomen. De heer G. A. Vorsterman van Oijen hield heden in de bovenzaal der sociëteit „de Vergenoeging" alhier de door de Zeeuwsche maatschappij van landbouw aangekondigde landbouwkundige voordracht, welke door ruim een éOtal toehoor ders werd bijgewoond. Tot het opnemen van een geregeld verslag ontbreekt ons ditmaal de ruimte. Wij moeten ons dus tevreden stellen met aan te teekenen dat het eerste gedeelte der toespraak voornamelijk gewijd was aan het betoog dat wetenschappelijke kennis wel verre van, zooals haar door onkundigen ten laste gelegd wordt, tot o mg e 1 o o f te voeren, integendeel leidt tot kennis der natuur en daardoor tot eerbied en bewondering voor haar Schepper. Door treffende voorbeelden opgehelderd en door den spreker op zijne eigenaardige, voor ieder bevatte lijke wijze voorgedragen, droeg dit betoog den stempel van waarheid en krachtige overtuiging. Nadat eene pauze gelegenheid gegeven had tot gedaehtenwisseling over verschillende onderwerpen van landbouwkundigen aard, deelde de beerVorster- man van Oijen daarna nog eenige praktische opmerkingen mede, hem gedurende het afgeloopen jaar door aanschouwing en nadenken aan de hand gedaan. Ofschoon het zeer te betreuren is dat geen grooter aantal landbouwers van deze kostelooze gelegenheid om kennis op te doen gebruik maakten, valt het echter niet te betwijfelen of de door deze voordracht gestrooide zaden van nadenken en ontwikkeling zullen, vooral in de toekomst, vruchten dragen. De gemengde commissie voor de stenographie nit de beide kamers der staten-generaal maakt bekend, dat de heer C. A. Steger, eerste steno- graaph bij de staten-generaal, den 29en Januari 1877 den achtsten jaarlijkschen cursus voor stenographie zal openen. Zij, die van het onderricht gebruik wenschen te maken, kunnen zich daartoe aanmelden bij den heer Steger, de Ruyterstraat, 14, te 'sHage, van den 8en tot den 28en Januari. Na dien tijd worden geen leerlingen meer aangenomen. (St. ct.) Tot aanvulling van het gisteren reeds door ons medegedeelde omtrent het ingediende wetsontwerp op het lager ouderwijs, ontleenen wij aan het Vaderland nog het volgende; De onderscheiding tusschen gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs vervalt. Alleen van het eerste is in de nieuwe wet sprake. Onder de leervakken vervalt de vormleer. Bijzondere scholen zullen niet meer door gemeen ten, de provincie of het Rijk gesubsidieerd kunnen worden. De bevoegdheid der provinciën om subsidiën te geven aan de gemeenten voor instandhouding van het openbaar onderwijs wordt ingetrokken. De provinciën zullen in die kosten niet meer dan voor 1/3 van hetgeen door rijk en provincie wordt uit gekeerd kunnen bijdragen, in het geval (omschreven in art. 36 der tegenwoordige wet) dat een gemeente na onderzoek gebleken is te zwaar door de kosten van haar lager onderwijs te worden gedrukt. Bij iedere lagere school kan een bewaarschool- klasse worden geopend, bestuurd door onderwij zeressen. In de wet wordt uitdrukkelijk bepaald, dat ook aan het hoofd van iedere bijzondere school een hoofdonderwijzer moet staan. Artikel 23 van de tegenwoordige schoolwet is wel gewijzigd, maar de woorden „Christelijke dengden" zijn behouden gebleven. Over de regeling van de schooltijden der open bare scholen moeten de leeraren der kerkgenoot schappen worden gehoord, en die regeling moet in verband gebracht worden met de uren, waarop die leeraren onderwijs geven. De beslissing over de keus der boeken zal worden overgelaten aan de plaatselijke schoolcommissiën. De inspecteurs, schoolopzieners en plaatselijke schoolcommissiën blijven behouden, maar demoge lijkheid is geopend om in èen provincie meer dan éen inspecteur aan te stellen. Kweekscholen zullen ook in 't vervolg voor een deel in de opleiding der onderwijzers voorzien. Bijzondere kweekscholen worden door de wet erkend. Weldra zal de vraag weêr tot ons komen: „In welke klasse verklaart gij te moeten worden aan geslagen voor den hoofdelijken omslag?" en het antwoord zal moeten gegeven en onderteekend worden: „naar waarheid Die vraag geniet nog niet algemeen een goed onthaal. Toch wordt ze gedaan uit het beginsel van recht en billijkheid. Immers, met den hoofdelijken omslag wordt bedoeld, dat in de gemeentelasten door een ieder zal worden bijgedragen naar rato zijner inkomsten. Waarom werkt dan niet een ieder mede tot het doel Bezwaar is wel eens ingebracht tegen de open baarmaking van inkomen en vermogen, omdat daardoor tot onbescheidene beoordeeling wordt verleid; ook vond men het bedenkelijk dat kinde ren vernemen kunnen welk vermogen hunne ouders hebben. Maar in den ontwikkelingsgang der maat schappelijke toestanden volgt van zelve wijziging van onderlinge verhouding der individuen; de on derlinge afstand krimpt in tot redelijkheid; in de administratieve regelen treedt het stelsel van open baarheid en van contróle in de plaats van dat der willekeur; en veilig kan de beschaafde maat schappij die gevolgen van ontwikkeling aanvaar den; het recht van eigendom, vroeger afhan kelijk van den sterkste of van ruw geweld, wordt thans bij de wet geëerbiedigd en beschermd. Neen, de beschaafde maatschappij wil en kan niet terug naar de middeleeuwen; noch naar de tijden van den oppermachtigen heer oi schout; van de slaafsche vernedering der onderzaten. Thans is zelfs des konings traktement openbaarwie zon voor duizend jaar zich vermeten hebben om zoo iets te durven eischen! Maar met de beschaving rijmt de onbescheidenheid niet, en wie zich hieraan schuldig maakt, hij is achterlijk gebleven; zede lijkheid behoort met beschaving saam te gaan; ook hare eischen rijzen met de algemeene ont wikkeling. En wat de nieuwsgierigheid der kin deren betreft, 't komt mij vóór, dat de ouders deze leiden kunnen en voldoen tevens. Beter dunkt mg, dat zij liefst door ons zelve ingelicht naar de mate hunner vatbaarheid weten wat wij hebben en wat wij niet hebben, zoo wij slechts trachten hen te doen verstaan wat rgkdom is en niet is, boe betrekkeigk véél en weinig is. Dergelijke bezwaren kunnen m. i. niet opwegen tegen den beteren maatschappeigken toestand met den hoofdelijken omslag in 't gevolg. Opnieuw vraag ik dus: waarom niet medewerking door iedereen? Is het omdat volmaakte evenredigheid van den druk dezer belasting niet wordt be reikt? Maar welke andere belasting komt daar nader bij Zal niet altijd elke belasting sommigen onbillijk drukken? Is het omdat de heffing niet op volmaakte wijze geschiedt? Maar daar wordt toeh naar gestreefd. En werd of wordt bij eenige andere belasting zóóveel zorg gewijd aan billijke toepassing, als bij de bestaande verordening op de invordering is voorgeschreven? En is de hoofdelijke omslag niet een billgker middel van belasting dan de accijnsen, in welker plaats hij is getreden? Is het omdat het bedrag van den aanslag zoo hoog is, dat men redelijker wijze zou te klagen hebben? Laat ons eens opsommen, wat vroeger, vóór 20 jaar, moest opgebracht worden, in accijnsen en andere lasten voor de gemeente. Ik wil trachten eene gemiddelde berekening te geven vooreen huishouden der lage klassen en een der hooge. Wilt mij, wie fouten of leemten opmerkt, helpen. HUISHOUDEN. Lage klassen. Hooge klassen. Per jaar. Per jaar. Lantaarn, nachtw. Memorie en brandspuitgeld 40. Memorie Fourrage paarden 20. Memorie Poortgeld Accijns op p. week 'i mud 6.24 Steenkol., 10 hoed 38.40 p. maand 1 ton 1.20 Turf 4 last 5.- 20.- -.30 Brandhout, divers 7.50 12 p. week 12.48 Brood, 18 p. week 18.72 .20 Beschuit, etc. 3. IJ k°" vleesch en vet p. week 2.34 Geslacht,20k°p.w. 31.20 3/4 k0B p. week 2.34 Boter, 7 id. 21.84 .20 Kaas, diverse. 3. 1.Lamp en zoete olie 10. 4 k® p.'week 1.30 Zeep 3 k»B p. week 7.80 .50 Drpgeengez.visch 3. Memorie Wip', lOank.p.j. 67. Memorie Likeuren etc. 10. Memorie Bier, 12 ton 9. Memorie Gedistilleerd Memorie Memorie Bouwmaterialen 30.- /345.46 Waartegen zijn ingetreden 30 meerdere opcenten voor de gemeente op de grondbelasting wegens gebouwd, 5 wegens ongebouwd; 37, 28 of 25 meerdere opcenten op de personeele belasting, en den hoofdelijken omslag. Komen'de berekeningen met de werkelijkheid overeen, dan werd vroeger, vóór 20 jaren, door den werkman die f 5, ƒ6 of ƒ7 per week verdiende, gemiddeld 54 cent per week opgebracht, thans slechts ongeveer 3 cent (zóo laag werd door den gemeenteraad van 1871 verordend) en zoo hg in de meerdere opcenten, hierboven bedoeld, bijdraagt zg dit nog 3 cen ten dan wordt thans van hem te zamen sleehls 6 cent per week geëischt; van den werkman die 8 a f 9 's week3 verdient 9 cent per week in hoofdelijken omslag en stel 6 cent in de m e e r- dere opcenten te zamen 15 cent per week; van hem die 12 's weeks heeft, 20 cent in H. O. en stel nog 10 cent in de meerdere opcen ten te zamen 30 cent per week. Heeft dan de werkman en de kleine burgerstand reden om te klagen of om onwillig te zijn? niet veeleer reden tot tevredenheid? ik vraag zelfs, niet veeleer stof tot dank? al schgnt dankbaarheid een te ouder- wetsche deugd en bg velen verleerd te zijn. Of zou 't hun beter zgn dat het accgnsenstelsel weêr werd ingevoerd? De hooge klassen voornamelgk, de middelklassen in mindere mate, hebben met de wegruiming van de accijnsen, den meerderen last, die door de lage klassen vroeger werd gedragen, dezen van de schouders genomen. Wie dus spreken van hoog bedrag van den aanslag, wij willen het aanhooren van hen die thans méér betalen dan vroeger, wat erkend be hoort te worden en gewaardeerd. Maar wie klagen 'fczg der lage, 't zg der hooge klassen wij hooren hen niet aan, want zg zgn onwillig of zij miskennen hunne voor rechten. Doch het kwaad geneest zich zelf; de onder vinding bevestigt zulks. Eene verandering van belasting vindt in den regel tegenstand gedurende de eerste jaren; als men er aan gewoon is ge worden en de toepassing wgselijk geleid wordt, vermindert de tegenstand. Zóo ook hier. In het verslag der zitting van den gemeenteraad van 22 December 1875 werd door de commissie van financiën verklaard, dat „vooruitgang" in gewillige betaling „duidelijk te bespeuren is"; dat „het misbruik door te lage berekening gemaakt om vrij van de belasting te zgnniet zeer groot is en jaarlijks kleiner wordt." Ook het misbruik van te lage aangifte door meer gegoeden vermindert. De rapporten van den controleur der plaatselgke belastingen getuigen mede van vooruitgang. En de vergelijking van de uitkomsten der wer king van het middel, toont de juistheid aaD. Zoo werden in 18722517 personen aangeslagen tot een bedrag van 66,616waarvan over 65 aanslagen te zamen 132 oninbaar bleef wegens onvermogen of onwilterwgl in 18752852 per sonen aangeslagen werden tot een bedrag van ƒ67,818 waarvan over 43 aanslagen te zamen 67 oninbaar is gebleven. Vereiseht de inning, veel activiteit bij de amb tenaren verblijdend is het te mogen wijzen op zulke gunstige cgfers, terwijl, slechts 6.55 te loor ging over 1872 wegens vervolgingskosten10 slechts over 1875. Een en ander kan de overtuiging schenken of bevestigendat het middel van belasting op de inkomsten of hoofdelijke omslag, in populariteit zal winnen naarmate men de zaak meer leert ken nen en naarmate meer en meer eerlgkheid leiden zal bij de aangiften. Wie gelooft aan voor uitgang ook op het gebied der zedelijkheid twgfelt daaraan niet. Een terugblik naar het verledene kan den onte vredene tot billgke waardeering van het tegen woordige stemmen. Ik heb getracht hieraan meê te werken. Middelburg 20 December 1876. B. A. Fokker. NB. De heer mr. Hartman leverde met gelijken zin beschouwingen voor Goes in de Goesche cou rant van 2123 en 25 Novemberwelke alleszins de aandacht verdienen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 1