119e Jaargang. 1876. N°. 297. Y rijdag 15 December. GEMEENTEBESTUUR Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent, Advertentiên20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte^ Hoofdagent voor België en Frankr^k: de firma Havas, Laffitb C°. te Brussel en Parijs. B B R I O HI T. Zij die zicb voor 1 Januari 1877 op deze courant abonneeren, ontvangen de nog in dit kwartaal verschijnende nommers gratis. Verpachtingen I. Dertien perceelen grasetting, II. Een blok zaailand, FEUILLETON- De abdis van Buchau. III. Een stukje grond, IY. De visscherij Tan de stadsbuiten- Testen Middelburg, 14 December. Door burgemeester en wethouders van Middel burg wordt het volgende bekend gemaakt: DOOR HET VAN MIDDELBURG. De burgemeester en wethouders van Middelburg Bullen, Vrijdag den 29en December 1876,'s namid dags te éen uur, op het raadhuis der gemeente, in het openbaar verpachten: te weten: a. dea Noord-leidijk van het voormalig haven kanaal, van de grens van onteigening tot het einde, nabij de hofstede Wulpenburg; b. den Zuid-leidijk van het voormalig havenka naal, van de grens van onteigening tot het einde der haven; c. het voormalig Oostkerkhof; d. den wal van de punt tot de Koepoortbe nevens het gedeelte kanaaldijk tegenover Maïsbaai, van de punt tot de grens van onteigening en het gazon ten Ooston van den daarbij liggenden straat weg nabij den ouden Arnemuidschen weg en het bouwland van de gedempte vest; e. den wal.van de Koepoort tot de Noordbuitenbrug; f. den wal van de Noord- tot de Seisbuitenbrug; g. den wal van de Sêis- tot de Langevielebui- tenbrug; li. den wal van de Langevielebuitenbrug tot den rioolmond nabij de Winterstraat i. den kanaaldijk van de grensscheiding der gemeente, nabij Poelendale, tot de kanaalbrug met de grasetting tnsschen den singelweg en den kanaaldijk aldaar; 7c. de graskanten langs de Vlissingsche- en Se- geerssingels van de heul bij de Vlissingschen weg tot den gemetselden doorgang hij de hofstede, bewoond door Mathijse, de graskanten van een deel van bet Arnemuidsche voetpad, benevens de aan geplempte gedeelten der vest en het buitenbeloop van het bastion bij den korenmolen van D. Bakker; l. de begraafplaats, benevens het daarvoor lig gende terrein en den zuidwestelijken dijk dei- oude havenvan den teen des dijkswaarop de Nieuwlandsche straatweg ligttot de achterzijde der schietbaan&- m. langs de binnensingels en achtergrachten; n. het Molenwater, met het daarbij behoorend bouwland. gelegen in de gemeente Middelburg, aan den Blaauwendijk. II Naar het Duitsch van Julius von der Traun. Vervolg.) „Nuals de zieke dan toch wakker is gemaakt en mijn bezoek verwacht, zal ik haar persoonlijk mijne deelneming gaan betuigen en haar mijne hulp aanbieden. Wees gij zoo goed, barones, hier bij Roosje te blijven." De barones maakte eene buiging, terwijl de abdis opstond en het vertrek verliet. Wie juffrouw Louise te bed zag liggen, kon Roosjê's moeder niet in haar miskennen, 't Waren dezelfde bruine oogen, slechts waren de wenk brauwen en het hoofdhaar goudblond: het gelaat was even fijn en lieflijk als dat van het kind maar door de bleekheid, die het bedekte, sche merden smartelijke trekken heen, die het lot er nog in gezonde dagen op gegrift had. Bij het binnentreden van de gravin van Mont- fort sloeg Louise een beangsten en twijfelenden blik op haar, en toen de gravin op den stoel waar Roosje des nachts had gezeten, plaats genomen had en der zieke de hand wilde reiken trok deze die schuw terug. „Ik begrijp het al," zet de gravin met een lachje; „gij hadt de abdis van Buchau verwacht, en thans aan den Segeerssingelachter hst spoorwegstation, thans in pacht bij J. van Soelen. met de grasetting der daartoe behoorende buiten en binnenkanten langs de buitensingels en daaraan grenzende pleinenbenevens van eenige water, gangentot het grondgebied dezer gemeente be. hoorende en zulks in zes afzonderlijke perceelen. Alles Toor den tijd van drie jaren, ingaande den len Januari 1877. De voorwaarden der verpachtingen onder IIII zijn verkrijgbaar gesteld voor tien cent, ten kan tore van den gemeente-bouwmeesterbij wien ook die voor de verpachting der visscherij voor een ieder ter inzage liggen. Middelburg, den 4en December 1876. De burgemeester en wethouders voornoemd, (Get.) SGHORER. De secretaris, (Get.) G. N. DE STOPPELAAR. Nu de bloedverwanten van den overledene het door hen geleden verlies ter kennis van het pu bliek gebracht hebben, achten wij ons gerechtigd een woord ter herinnering te wijden aan de nage dachtenis van wijlen dr. Huberttts Johannes van Eek, sedert bijna 21 jaren lid der provinciale staten van Zeeland en sedert ruim 23 jaren burgemeester van Axel. In den ouderdom van 58 jaren over leed hij den 10™ dezer, „na een kortstondig lijden, zoo lezen wij in de Neuzensche courant, dat zich aanvankelijk meer als eene zwaarmoe dige aandoening liet aanzien, maar in de laatste dagen zoodanig tot diepe melancholie oversloeg, dat het verzwakte gestel daartegen niet bestand bleek te zijn." Kundig en bekwaam op velerlei gebied, ijverig en onvermoeid arbeidzaam waar hij tot arbeiden geroepen was, oefende dT. van Eek vooral door zijn humaan, welwillend en vredelievend karakter, zoo in zijne onmiddellijke omgeving als overal waar zijne openbare betrekkingen hem riepen, een weldadigen invloed uit, die niet licht vergeten zal worden en aan zijn naam eene dankbare herinne ring zal verbinden. Tengevolge van dit overlijden zal in het hoofd kiesdistrict Hulst eene verkiezing voor het lid maatschap der provinciale staten moeten plaats hebben. ziet gij kruis noch sluier, scapulier noch rozen krans. Lieve juffronw Louise zoo heet gij immers? ik ben eene abdis van eene andere soort dan de gewone. Mijne nonnen zijn dames, die elk oogenblik in de wereld kunnen terugkeeren; ik alleen heb iets van 't klooster als ik er in ben. „Heb ik dns werkelijk het geluk de vorstin- abdis van Buchau bij mij te zien, die allen lief hebben en die zooveel goeds doet?" zei Louise en trachte nu Clotilde's hand aan hare lippen te brengen. „Laat dat rusten", zei de abdis; „wij zijn van nagenoeg gelijken leeftijd, en dan laat zich dat niet goed zeggen!" Bij die woorden legde zij Louise's hand weer op de deken, zonder die echter los te laten, en ging voort: „Mijn stiftsdokter is Lier elk oogenblik te verwachten. Een toeval voert mij aan uw ziekbed en de plicht houdt er mij aan verbonden, tot dat de uitspraak van den dokter mij geruststelt of mij verdere hulpverlee ning voorschrijft. Nu weet gij alles, en wanneer gij vermoeid zijt zal ik verder zwijgen." „Hoe zou ik nu reeds vermoeid zijnant woordde Louise„nu na vele jaren van eenzaam heid van troost- en hopeloos verdriet, na het vev- doovende samenzijn met mensehen wier geestes- en gemoedsleven in de verte geen verwantschap met het mijne heefteen engel mij nader treedt, wier biik van goedheid getuigt en wier tegen woordigheid in staat zou zijn het zwijgen van mijn hart te verbreken?" De gemeenteraad van Dreischor heeft benoemd tot gemeente-ontvanger den heer Antb, Verjaal, in plaats van wijlen den heer C. Kloet. Bij de Dinsdag jl. plaats gehad hebbende her stemming voor een lid van dea gemeenteraad van Axel is gekozen de heer L. C. van Vessem met 81 stemmen. De heer L. de Fe ij ter Jz. verkreeg 70 stemmen. De Staats-conrant van heden bevat eene nomi- natieve opgave van Europeesche officieren, onder officieren en soldaten, overleden na evacuatie uit Atchin, voor zooverre daaromtrent tot op den 4en November 1876 bij het departement van oor log in Nederlandsch-Indië bericht was bekomen. Daarop komen voor: de soldaat-schrijver T. H. J. Wilhelmi, geboren te Vriesenveen; de fuselier L. F. Chapelard, geb. te Mcntlugon (Frankrijk); de mineur le klasse J. L. de Bie, geb. te Utrecht; de fuselier J. M. Probst, geb. te Solothurn (Zwit serland); de kanonnier 2e kl. H. J. Siegerink, geb. te Rijssen; de fuselier H. C. Rackelboom, geb. te Paperinghe; de kanonnier 2e klasse P. L. Maetens, geb. te Merehtem (België); de fuselier N. H. van Schie, geb. te Amsterdam; de fuselier C. Raaymakers, geb. te Nistelroode; de fuselier W. Boomers, geb. te Kampen; de kapitein E. C. Jullien, geb. te 's Gravenhagede fuselier P. N. Morgenroodt, geb. te 's Gravenhage, en de fuselier L. M. Collet, geb. te Grace (Frankrijk). De middelen, in den laatsten tijd beraamd om de gewone vergaderingen van het Middelburgsch departement der maatschappij tot Nut van 't Algemeen beter bezocht te maken, hebben in zooverre eenig gevolg gehad dat op de verga dering van gisteren avond, in plaats van het gebruikelijke 10 of 12tal, ruim 30 leden tegen woordig waren. De veelvuldige vergaderingen en andere gelegenheden om in den winter bijeen te komen in aanmerking genomen, mag dit resultaat als een begin van verbetering beschouwd worden. Ouder de ingekomen stukken behoorde een brief van de spaarbank-commissie te Zaandam, kennis gevende van haar öOjarig bestaan en een over zicht harer werkzaamheden aanbiedende, welke stukken in handen der spaarbank-commissie alhier gesteld werden. Voorts een brief van de Vrijmet selaarsloge „de Edelmoedigheid" te 's Hertogen bosch, de medewerking van het departement ver zoekende voor het door haar, bij gelegenheid van haar honderdjarig bestaan,' gestichte fonds tot be vordering der opleiding van onbemiddelde knapen aan inrichtingen van middelbaar onderwijs. Voor dit doel werd gedurende de pauze eene gesloten „Wees bedaard. Mijne aanwezigheid schijnt u op te winden." „Neen, genadige vrouw, maar ik verzoek u de uitstorting van mijn gevoel te verontschuldigen. Mijngeest wordt heen en weêr geslingerd. Ik zie wel, dat de vreugde even weinig recht heeft met ieder een te spreken als de smart. Neem mijn warmsten dank aan. In mijne eenzaamheid was ik hulpeloos, en als ik aan uwe goedheid het herstel van mijne, ik voel hetin weerwil van dit schoone oogen blik voor langen tijd ten diepste geschokte ge zondheid te danken mag hebben, zoo staat daarbij mijn kind op den voorgrond. O Roosje, wat zou er van u worden?" Onder die ontboezeming was de gravin Louise's hand op de deken blijven vasthouden. Het was niet enkel de fijne arm, die hoven de pols uit Louise's nachtgewaad te voorschijn kwamhet waren niet slechts de spitse vingers en smalle nagels, die in dit huis en deze omgeving de aan dacht der gravin trokkenmaar hare aandacht werd bovenal geboeid door een ring van rood carniool, dien de zieke aan den vierden vinger der rechterhand droeg en waarin een wapen ge sneden was. Deze ring en Louise's wijze van uitdrukking lieten de gravin geen rust. Zij streelde Louise's hand en hield die allengs zóo ver op, dat zij met zekerheid het wapen onder scheiden kon. Het vertoonde een haan, gezeten op een doorntak die zich sierlijk boven den kop des vogels omboog. Het schild was met eene baronnenkroon gedekt. Een gesmoorde kreet van bus rondgegeven, waarin eenige gaven gestort worden, terwijl gelegenheid tot verdere bijdragen bestaat bij het bestuur. Van de commissie voor de spaarbank was ont vangen een brief, bevattende opgave der in haar midden ontstaande vacaturestengevolge van periodieke aftreding. De commissie deelde daarbij mede dat haar voorzitter, de heer H. J. van Deinsena gedurende 48 jaren in die betrekking werkzaam geweest te zijnthans aan de beurt van aftreding zijndeniet meer voor benoeming in aanmerking wenseht te komen. De voorzitter sloot zich aan bij de woorden van hulde en dankdoor de commissie voor de spaar bank aan baren president voor zijne veeljarige ijverige werkzaamheid aan deze nuttige inrichting gebracht en de vergadering gaf door warme toe juiching hare instemming daarmede te kennen. Benoemd werden, in overeenstemming met de opgemaakte aanbevelingen: tot leden der com missie voor de spaarbank de heeren J. A. Tak, aftredend lid, en mr. F. M. C. van Deinsebene vens tot lid der commissie voor de hulpbankde heer A. Luteijnaftredend lid. Geen dier heeren ter vergadering tegenwoordig zijnde, zal hun van hunne benoeming kennis gege ven worden. Vervolgens werd, ingevolge het in de vorige vergadering genomen besluit tot het houden van populair-wetenschappelijke voordrachten, het woord gegeven aan den heer H. L. F. Pisuisse. Tenge volge der voorafgegane werkzaamheden was in middels de gewone tijd voor de vergaderingen zoo ver verstreken dat de spreker, toen hij het eerste gedeelte zijner voordracht had voltooid, aan het bestuur overliet het vervolg, dat een op zich zelf staand geheel uitmaakte, voor eene volgende gele genheid te bewaren. Hiertoe werd aanvankelijk besloten, doch nadat een paar der aanwezigen den wensch hadden te kennen gegeven om ditmaal de vergadering maar wat langer te laten duren en die wensch door de anderen blijkbaar ondersteund werd, nam de vorige spreker andermaal na eene korte pauze het woord, en bracht zijne voordracht ten einde, waarna de vergadering te ongeveer kwart over tienen gesloten werd. Gisteren avond was de zaal van de Werkmans- vereeniging alhier voller dan ooit bezet door leden en begunstigers met hunne vrouwen en meisjes, ter bijwoning der feestviering bij gelegen heid van de lOjarige ambtsvervulling van den directeur dier vereeniging, den heer P Krijger. Toen de jubilaris, die met rijtuig van zijne woning was afgehaald, het lokaal was binnenge treden, werden hem door een 25tal zeer net gekleede kleine meisjes, dochtertjes van leden, op allerliefste verrassing ontsnapte aan de lippen der gravin. Zij legde Louise's hand weer zachtkens neêr en zocht naar gepaste woorden om het gesprek te hervattentoen eene sledewaarvan de bellen rinkeldenvoor het huis stil hield. „Goddankdaar is de dokterriep de gravin uit. „Ik zal u met hem alleen laten. Hij zal mij zeggen hoe het met u staat, en dan zullen wij overleggen, wat er verder voor u moet gebeuren." Aan de deur ontmoette zij dokter Hafenreffer, dien zij met een genadig hoofdknikje voorbijging, terwijl hij eene diepe en eerbiedige buiging maakte. Clotilde keerde naar de benedenkamer terug, die zij leêg vond. Dit was haar niet ongevallig, want nu kon zij aan hare gedachten den vrijen loop laten. Een langen tijd ging zij met snelle schreden op en neêr, doch eindelijk stond zij stil; een tevreden lachje verhelderde haar gelaat en zij sprak bij zich zelve: „Hoe het ook loope, zoo alleen is het recht." Kort daarna kwam de stiftsdokter zijne opwach ting bij haar makenom verslag van zijne bevin ding te doen. „Die vrouw daarboven is op het oogenblik ta melijk uwe doorluchtigheid zei hg „maar dat is de stilte vóór den storm. De koorts woelt nog in hare leden en zalals het avond wordtweêr uitbreken. Zij heeft een zeer gevoelig zenuw gestel, zooals men dat anders bij de boeren niet aantreft. Haar toestand is vol gevaar. Ik houd mij overtuigd dat bet spoedig eene volslagen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 1