liye Jaargang. 1876. Vrijdag 8 December. IN Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent, Advertentiën i 20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte? Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffitjb C°. te Brussel en Parijs. Middelburg, 7 December, FEUTLLETOKT. De abdis van Buchau. MIDDELB11RGSCHE COURANT. Ingevolge art. 1 van het koninklijk besluit van 5 December 1875 (Staatsblad n° 238), houdende organisatie van den dienst van het kadaster enz., moet in de hoofdplaatsen van alle rechterlijke arrondissementen voortaan een afzonderlijk kan toor voor de bewaring van de hypotheken en een kantcor van het kadaster gevestigd worden. Men weet dat die beide kantoren tot nu toe gehouden worden in de woningen der bewaarders van de hypotheken en het kadastervoor zooveel Middel burg betreft, Lange Noordstraat L 126. Men vestigt onze aandacht op een loopend ge rucht, volgens hetwelk bij den minister van finan ciën het voornemen zou bestaan om het toekomstige kantoor voor de hypotheken te vestigen in een of meer lokalen van het voormalig Oost-Indische huis op de Rotterdamsche Kade alhier. Mocht dit gerucht waarheid bevatten, dan zouden tegen de keuze van dat gebouw, voor het aange geven doel, verschillende bezwaren in te brengen zijn. Het groote, algemeene belang, dat betrokken is bij eene doelmatige, veilige, zooveel mogelijk brandvrije bewaarplaats voor zulke gewichtige documenten als tot het hypotheekwezen en het kadaster behooren, behoeft wel geen nadere aan duiding. Gerust mag men zeggen dat ieder notaris, ieder hypotheek-houder of grondeigenaar, ja ieder die ooit in de noodzakelijkheid komen kan om zich van den stand van hypotheken, de ligging of de gesteldheid van gronden en goederen te overtuigen, daarbij evenzeer geïnteresseerd is. Voldoet nu een gebouw als het voormalig Oost- Indische huis, aan deze vereischten Men oordeele zelf. In de ten deele onverwulfde kelders worden bewaard steenkolen en spiritualiën, waarbij dik wijls met kunstlicht gewerkt moet worden. Het gebouw vormt een geheel met de groote pakhui zen van het vrij-handels entrepöt, welke steeds gevuld zijn met koloniale producten en andere koopmansgoederen, meest uit zeer brandbare stof fen bestaande. Onderscheidene lokalen in hetzelfde gebouw worden voor zeer verschillende doeleinden gebezigd, zoodat een aantal personen daarin aan houdend toegang hebben. Men zoude dus, wilde men in geval van brand de kantoren voor de hypo theken en het kadaster niet geheel ongenaakbaar maken, de sleutels daarvan, met die van de andere lokalen,, toegankelijk moeten stellen; doch dit is weinig in overeenstemming met de eischen voor Naar het Duitsch van Julius von der Traun. 0Vervolg „Ga weer naar boven en begeef u te bed," zeide de oude vrouw. „Ik zal u spoedig volgen cn in uwe plaats komen waken. Bid nog eens hartelijkwant Onze Lieve Heer is de vriend van goede kinderen. Dit begrijp ik al," voegde zij er bij terwijl zij het gordijntje van het venster wegschoof en zag welk weer het nog daarbuiten was.dat wij voor dezen nacht ons op Hem alleen moeten verlaten. Het is nu reeds over twaalven; straks komt de nieuwe dag en die kan alles ten beste keeren." Roosje drukte hare wang tegen den arm der boschwachtersvrouw, alsof zij bang was alleen in de zoo beangstigende nabijheid harer zieke moeder terug te keeren. Toen echter de oude vrouw goedhartig de bruine lokken van het kind glad streek vatte dit nieuwen moedging met vasten tred de kamer uit en klom de trap naar de bovenverdieping op. De vrouw van den bosch wachter hoorde hoe de deur daar boven geopend en weer gesloten werd, en verzonk in een ernstig nadenken. Zij nam hare knijpbril af en legde die voor zich op het boek en mompelde: „Eene eene zorgvuldige afsluiting van deze gewichtige documenten. Gelegenheid om een afzonderlijken concierge voor het hypotheek-kantoor in het ge bouw te laten wonen, zal waarschijnlijk niet be staan. Voegt men hier nog bij dat, indien de inlichtingen welke men ons verstrekt heeft juist zijn, er geen beneden-lokalen in het Oost-Indische huis beschikbaar gesteld kunnen worden, dan zal ieder begrijpen welke belangrijke bezwaren tegen de vestiging der hypotheek- en kadasterkantoren aldaar kunnen ingebracht worden. Van minder overwegend belang, doch niettemin ook waard om hier vermeld te worden, is het bezwaar dat het Oost-Indische huis zich bevindt in een betrekkelijk afgelegen gedeelte der stad, buiten de middelpunten der beweging en van alle andere kantoren tamelijk ver verwijderd. Bestond er nu in onze stad gebrek aan geschikte gebouwen, men zou zich die vestiging van het kantoor in een uithoek moeten getroosten; maar nu, terwijl er nog verscheidene flinke huizen, in het midden der stad, ledig staan, welke bij veel grootere veiligheid, tevens gelegenheid zouden aanbieden om met de bewaring en het toezicht der kantoren een bepaald aangewezen persoon te belasten, is het inderdaad on verklaarbaar hoe de minister tot eene keuze gebracht is, welke daarenboven, tengevolge der noodzakelijke verbouwing welke de lokalen in het Oost-Indische huis zullen moeten ondergaanweinig minder kostbaar zal blijken dan de aankoop of het huren van een afzonderlijk gebouw. Naar wij vernemen zijn deze verschillende be zwaren reeds van bevoegden kant ter kennis van den minister gebracht. Het is te wenschen dat ook van andere invloedhebbende zijden 's ministers aan dacht op dit gewichtig algemeen belang gevestigd moge worden. Daartoe aanleiding te geven was ons doel met het maken dezer opmerkingen. Wij herinneren den kiezers van leden voor de kamer van koophandel en fabrieken alhier, dat morgen (Vrijdag) tusschen des voormiddags 10 en des namiddags 1 uur de inlevering moet plaats hebben der stembriefjes voor de verkiezing bij herstemming van een lid tusschen de heeren J. de Decker en H. P. Abrahams. In de algemeene vergadering van het waterschaps bestuur van Schouwen, op 5 dezer te Zierikzee gehouden, is o. a. besloten om de traktementen van de dijk bazen aan de verschillende districten te verhoogen en werden die bepaald voor district Zuidhoek op f 600, Borrendamme f 700, Flaauwers 800, Koudekerke f 600, Scharendijke f 800 en Langendijk en Brouwershaven ƒ800. Alsmede om eene geldleening aan te gaan groot slede met een voorrijder en lakeienvan Allers- hausen Dat kan niemand anders geweest zijn dan de landkommandeur. En die jonge man? Dat weet ik niet. Maar hoe kan men van een jongen man zóo schrikkendat men er doodziek van wordt Dat zou mij nooit gebeurd zijn. Er is iets geheimzinnigs met die jonge vrouw verbon den dat is volkomen zekeren niet minder zeker is het dat mijn oude er van weet. Dat bekent hij dan ookmaarzegt hij hij weet toch maar weinigen dat weinige hangt niet samenook heeft hij stilzwijgendheid beloofd, en als hij zijn woord daarop gegeven heeftdat weet ik reeds, krijgt niemand een woord uit hem. Iets slechts is het niet, anders zou hij haar niet in huis heb ben genomen, 'tls nu reeds zeven jaar dat zij bij ons in het boseh woont; zij betaalt alles, heeft geen gebrek, doet goed wanneer zij kan, en als zij nu of later stierf, of op eene andere wijze van ons weg ging, zou ik niet de eenige tusschen Bussen en het Vedermeer zijndie tranen in de oogen had. Die slededie sledeZou het werkelijk daarin gezeten hebben Stilwat hoor ik? Is dat geen bellengerinkel Zij stoud van haar stoel op en luisterdemet het hoofd naar het venster gebogen. „t Is nietssprak zij na een oogenblik. „Al leen omdat ik aan sleden dacht, meende ik de bellen te hooren. De nacht doet allerlei hersen schimmen ontstaan. Ik zal liever naar boven gaannaar de zieke." Bij die woorden ging zij naar de kamerdeur, 63,000 a pet. tegen den koers van minstens 95 pet., aflosbaar a pari in 30 jaren, ingaande 1878, en dit tot het verdedigen van een gedeelte van den ónderzeeschen oever aan het district Flaauwers. De heer Haflfmans heeft een wetsontwerp tot rege ling van het recht van antwoord toegezegd. Wij geven den Limbnrgschen afgevaardigde in over weging om zich te bepalen tot éen artikelluidende „De antwoorden moeten in betamelijken toon zijn gesteld en hoogstens éen kolom beslaan." De heer Haffmans zal ondervinden dat bij naleving van deze bepaling, geen courant, althans van libe rale richting, weigeren zal het antwoord op te nemen. Maar wanneer de heer Haffmans aan de redactie van eenig blad woorden schrijft in den geest als hij bij de algemeene beschouwing over de begroo ting gericht heeft tot de regeering, dan mag geene wet een dagblad dwingen zulke „antwoorden" te plaatsen, evenmin als zij een minister dwingen kan er notitie van te nemen. Arnhct.) De Tijd heeft het ministerie-Heemskerk onvoorwaardelijk den oorlog verklaard. Na eerst het debat in de vorige week te hebben nagegaan en zijn zegel gehecht te hebben aan don aanval van den heer Haffmans, terwijl de heer van der Hoeven, verdediger van 't kabinet, wordt gedesavoueerd, komt het blad met een andere beschuldiging te berde. „Het ministerie-Heemskerk zoo spreekt het maakt zich gereed de laatste hand te leggen aan het eerlijke werk, door de motie-Dumbar be gonnen. De minister de Willebois, zonder daartoe door eenige reden gewettigd of gedrongen te zijn, is bereid het exequator van den pauselijken consul- generaal te Amsterdam in te trekken en alzoo verder te gaan in de ontkenning van 's pausen recht. Nu is voor ons de mate vol, en het oordeel wordt stellige veroordeeling. Als Nederlandsche staatsburgers in naam der politieke moraliteit, als Nederlandsche katholieken in naam onzer onver vreemdbare rechten achten wij ons verplicht voor het oogenblik aan deze regeering ons vertrouwen te weigeren. „Wij beseffen ten volle zoo klinkt het slot woord den ernst en het gewicht van dit besluit, maar onze vrienden zullen met ons erkennen, dat opeu strijd beter is dan deze stand van zaken. Onze plaats is tegenover den vijand, niet aan de zijde der weifelaars en der halve vrienden. Wij houden onze zaak voor te eerlijk en te waardig, onze leus voor te goed en te heilig, om ze te willen doen afhangen van of doen beheerscheu door kansberekeningen, die ten slotte valsche be rekeningen zouden blijken te zijn." maar nauwelijks had zij die geopendof zij hoorde het belgerinkel daar buiten weer en nu dicht in de nabijheid. „Bij alle heiligendan heb ik toch goed ge hoord riep zij uitrukte de voordeur open, spoedde zich naar buiten, en werkelijk, tusschen het gewemel der sneeuwvlokken kwam daar eene slede aan waarin éen enkel man met een dikken overjas en eene hooge pelsmuts op, gezeten was, die het paard bestuurde. „Houd stil j om Gods wilwie ge ook zijt riep de boschwachtersvrouw uit. De man in de slede reed naar het huis toe en antwoordde: „Wel, wel, juffrouw! Hebben de wildstroopers op uw man geschotenof wat is er gaande Wie ik ook ben Alsof ik niet bij u bekend was! Kent ge den barbier van Seekir- chem niet? Ik moet naar den ambtman op het kasteel Bussedie dezen avond op het ijs zijn been gebroken heeft, 't Zal wel gaan't zal wel gaan „Goddank dat gij het zijt, mijnheer Meldemann! Ge komt juist van pas. Wij hebben hier in huis eene zieke, waar wij bezorgd voor zijn." „Waar ge bezorgd voor zijt? En waarom hebt ge me dan niet laten roepen? Waarom gewacht totdat eerst de ambtman zijn been moest breken? 't Is ergheel erg „Gebruik zooveel woorden niet, maar maak uw paard hier aan de venstertraliën vast en kruip uit uw mandje." Meldemann voldeed daar dadelijk aan en vroeg, In de Staats courant van heden is opgenomen eene vervolg opgave van gewonde en gesneuvelde Europeesche militairen van de expeditionaire macht in Atchin sedert den 24en September 1876. Als gesneuveld komen daarin voor E. J. Op den Berg, geboren te Leeuwarden, en W. H. Biermann, geb. te Padang, beiden sergeant, terwijl de kor poraal Proost, geb. te Warmond, gewond en overleden is. Onder de gekwetsten komen o. a. voor de kapi tein H. Hamakers, geboren te Middelburg die op 12 October jl. een schotwond ontving in de rechter bovendij en den voorarm; en de sergeant M. J. Benjaminsen, die den 8en September jl. een schampschot in het rechter onderbeen kreeg. Na een debat, dat vier uren duurde, is het plan tot het maken eener kade aan de nieuwe vaart in den gemeenteraad van Amsterdam gis teren aangenomen met 20 tegen 17 stemmen. De heer Jitta verklaarde, dat het alsnu in Augustus 1877 mogelijk zal zijn, dat de schepen van groo- ten diepgang tot voor de stad komen. Men zal zich herinneren, dat de heer E. van Goor Czn. te Amsterdam een adres aan den koning heeft gericht, waarin hij zich beklaagde over handelingen, die bij gelegenheid van de volks- oploopen in September jl., hetzij door beambten van politie, hetzij door militairen, gepleegd zijn, en dat hij daaromtrent een onderzoek wenschte te hebben. De heer van Goor heeft thans een antwoord ontvangen, waarin de ministers van binnenland- sche zaken en justitie, „krachtens kabinetschrijven van 28 November jl. n° 9, namens den koning aan den adressant te kennen gevendat een zorgvuldig onderzoek van regeeringswege is inge steld, maar dat dit geen aanleiding heeft gegeven om eenige met de handhaving der orde belaste personen, ter zake van overschrijding van macht of gewelddadigheid, gerechtelijk te vervolgen." Of disciplinaire straffen zijn opgelegd blijkt uit dezen brief niet De Ned. Maatschappij tot bevordering van Geneaskunde heeft op 30 Nov. jl. vier verzoek schriften gericht tot den minister van binnenland- sehe zaken. Daarbij wordt gevraagd: 1° dat het onderwijs in de gymnastiek ver plichtend worde gesteld aan alle scholen voor lager onderwijs; 2° dat de gemeentebesturen worden herinnerd, aan hun verplichting om afschriften van vac- cinebe w ij zen te geven; 3° dat op het programma der hoogere burger toen hij binnenshuis was„Waar is de pa tiënte De boschwachtersvrouw wees de trap op. „Daarboven riep de heelmeester-barbier met schrik en meêlijden uit. „Toch niet die lieve juffrouw Louise die engelin van een vrouw „Die zelvewas het antwoord. „En die was het heele jaar lang zoo fiksch en gezond! Wat scheelt haarDuizelinghoofd pijn, maagpijn?" „Ga naar boven en onderzoek het zelf." 't Was echter alsof Meldemann bang was die engelin van een vrouwdie het heele jaar lang zoo fiksch en gezond was geweestziek te zien, en toen de boschwachtersvrouw hem als 'tware noodzaakte de trap op te gaanherhaalde hij nog altijd: „Die lieve juffrouw Louise! 'tis ergheel ergYoor de deur stond hij wederom stilwierp zijn overjas en zijne pelsmuts op eene bank, streek zijne hand door zijne grijze haren, veegde met zijn zakdoek de smeltende sneeuw vlokken van zijne wenkbrauwen en oogen weg, kuchte eens en maakte zich gereed om aan de deur te kloppen; maar de vrouw van den boschwachter had die reeds geopend en zoo kwam hij danniet zonder onthutst te zijnhet vertrek binnen. Dit was net en gezellig. Eene commode, eene hooge kleerkast, eene goede tafel voor eene nette, niet al te groote sopha, eenige met geperst leder overtrokken stoelen met hooge ruggen, bij de vensterbank een klein tafeltje met twee kleine

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 1