BUITENLAND.
Advertenties.
Handelsberichten.
Von Bismarck over de crisis.
Burgerlijke stand.
Thermometerstand.
Sta ten-Generaal.
Algemeen Overzicht.
Zeetijdingen.
Prfjzen van Efleeten.
VEEMARKT
ÊSsSmiddelburg msm
Donderdag 7 December 1876.
(Yan 26 November tot 3 December.)
Middelburg. Ondertrouwd: J. de Kam, jm. 22 j.,
met A. P. Miehielsen, jd. 20 j.
Bevallen: M. ter Smitte, geb. Kanters, z. F.
Sanderse, geb. Baljeu, d. V. M. Dierickx, geb. van
Roozendaal, z. A. Joziasse, geb. Allaard, d. J. S.
Mulder, geb. Daman Willems, d. M. Quiat, geb.
de Rooij, d. M. P. van der Harst, geb. van der
Harst, d. H. E. G. Cammelot, geb. Rijns, z. M.
de Jonge, geb. Vinke, d. M. de Windt, geb. van
de Plasse, d. D. J. de JoDg, geb. Steketee, z.
J. H. Vrage, geb. Gruson, d. M. van Hellemont,
geb. Poppe, d. (levenl.)
OverledenJ. van Leerdam, z. 14 m. A. Roose,
im. 56 j. P. Alewijnse, z. 3 m. R. van den Broeke,
d. 6 j. C. Polderman, vrouw van J. Vader, 37 j.
i. J. Wiessner, z. 6 m. L. G. Casteleijn, z. 10 m.
(Van 25 November tot 2 December.)
Vlissikgen. Gehuwd: A. Jasperse, jm. 24 j.,
met C. Stroo, jd. 25 j. B. V. Velge, jm. 30 j.,
met J. J. Meier, j d. 23 j.
BevallenM. J. Willemse, geb. Antheunissen, d.
J. Angenent, geb. de Bruijne, d. M. M. Haas, geb.
Lewijt, z3. (tweel.) C. Kokelaar, geb. Ewijk, z.
A. M. Fritz, geb. de Vroom, z. L. I. van Damme,
geb. Remaut, d.
Overleden: E. A. Slot, d. 2 j. S. Wouterse, jd.
51 j. J. Bienepet, jm. 46 j. A. Vader, z. 16 m.
Goes Gehuwd; W. Vroone, jm. 27 j., met J.
den Herder, jd. 21 j.
Bevallen: M. K. van den Boogaart, geb. Liep
man, d. S. Prins, geb. Vermeule, z. A. M. Schnei
der, geb. Metzier, z. M. Barbier, geb. Duijvewaardt,
d. R. J. Kwaak, geb. den Boer, z. J. van Sprang,
geb. van Lieren, z.
Overleden: A. Krijger, gehuwd met M. Meul-
meester, 45 j. P. Vlijberge, gehuwd met W. Cor-
nelisse, 49 j. M. A. de Wit, wede. van C. B
Simons, 79 j.
Zierikzee. GehuwdG. J. Lunenberg, jm. 22 j.,
met M. C. Pieterae, jd. 25 j.
Bevallen: A. van der Kloot, geb. Boogaart, z.
J. J. Korsten, geb. Oerlemans, z.
Overleden: C. L. Ezerman, d. 6 w. A. van
Dijke, jd. 21 j. W. F. Pidoux, d. 4 m. M. de
Waal, vrouw van B. Tabberné, 50 j. M. de Roo,
vrouw van A. A. van Aken, 44 j. A. E. den
Dekker, d. 10 m.
2 Dec. 's av. 11 u. 49 gr.
3 's morg. 7 u. 49 gr. 's midd. 1 u. 56 gr.
's av. 11 u. 52 gr.
4 's morg. 7 u. 49 gr. 's midd. 1 u. 54 gr.
's av. 6 u. 49 gr.
Recht van zegel.
Het nieuw ontwerp bestaat uit 56 artikelen.
Het doel der wet is
1° om door verlaging der evenredige rechten op
het handelspapier, door invoering van lage vaste
rechten op eenige veel voorkomende stukken en
door een ruim gebruik van plakzegels te veroor
loven, de betaling in elk bijzonder geval weinig
te doen drukken;
2° om door ruime vrijstellingen, ontheffing van
belasting te verleenen in die gevallen, waarin zij
of enkel zou drukken op openbare administratiën,
of als bijzonder drukkend, tot billijke klacht zou
aanleiding geven;
3° om door afschaffing der opcenten, de bereke
ning van bet verschuldigd bedrag te vereenvou
digen;
4° om door eene billijker regeling der procedure
in zegel zaken, het bekomen van recht in deze
zaken zeiven voor de ingezetenen gemakkelijker
te maken.
De gewichtigste bepalingen van het ontwerp zijn
de volgende:
1° invoering van een vast recht van 5 cent op
quitantiën, bewijzen van ontvangst van goederen,
recieven wegens inlading, cognossementen, cbarte-
partijen, vrachtlijsten, vrachtbrieven, makelaars-
brietjes en andere door tusschenpersonen afgegeven
koopbriefjes van koopmansgoederen;
2° zegelrecht op wissels, orderbiljetten of pro
messen aan order en assignatiën. Deze worden
belast met een vast zegel van gemiddeld 5 cent
voor iedere f 100. Weigering van staatshulp in
rechten, wanneer die stukken niet behoorlijk ge
zegeld zijn;
3° vast zegelrecht van 25 cent op polissen en
andere bewijzen van verzekering. Hiermede zijn
bedoeld zoowel de bewijzen van deelgenootschap
in onderlinge verzekeringmaatschappijen, als de
polissen van verzekering tegen premiën;
4° verhooging van het zegelrecht op schuld
brieven ten laste van zedelijke lichamen;
5° verhooging van het zegelrecht op jacht- en
visehakten
6° verhooging van het zegelrecht, geëvenredigd
naar de oppervlakte van het papier;
7° invoering van een opklimmend zegelrecht op
loterij-biljetten. (Voor de staatsloterij 50 cent op
ieder lot)
8° afschaffing van het evenredig zegelrecht op
onderhandsche akten van verhuring en van over
dracht en afstand van huur van onroerende
goederen
9° afschaffing van het zegelrecht op de registers
van den burgerlijken stand en op ,de ontvang-
registers van gemeenten;
10° verhooging van boeten.
De geldelijke uitkomsten worden aldus berekend
Voor n° 1 eene opbrengst van 734,880
s 2 en 3 v 918,600
n n 7> n 90,000
5 n 74,000
9 V ra h 1 "i 1,236,366
7 (do berekening alleen
voor de staatsloterij) 31,000
De vermeerdering van opbrengst wordt nu be
rekend op /l,216,382; de vermindering door 8 en 9
115,808, zoodat er voor de schatkist een winst
blijft van 1,100,574.
Niet alleen te Berlijn en in Duitsckland maar
in geheel Europa is het Vrijdag jl. door prins
Bismarck over de Oostersche quaestie uitgesproken
gevoelen, zie het hierachter volgend artikel
een punt van algemeene belangstelling en
bespreking, en voor zoover meD thans reeds kan
nagaan is de algemeene indruk dezede üuitsche
rijkskanselier acht bet uitbreken van den oorlog
tusschen Rusland en Turkije zoo goed als onver-
mij delg k; hij wil den oorlog localiseeren en hoopt
daarom dat Engeland er niet officieel aan zal
deelnemen, hij is volstrekt niet voornemens de
Russische politiek in alle opzichten te volgen en
Duitschland daardoor te laten medeslepen; hij wil
het bondgenootschap met Oostenrijk vooral krach
tig handhaven en eindelijk geen belangrijke ver
andering brengen in het Europeesehe statenstelsel.
Daar later nog gemeld wordt dat de prins zich
niet in onaangename bewoordingen jegens Rusland
heeft uitgelaten, heeft het al den schijn, dat hij
denkt: laten Rusland en Turkije maar eens vech
ten, als zij elkander wat verzwakt hebben en het
te erg wordt komen wij tusschenbeide. Het
resultaat daarvan zou kunnen wezen, dat Duitsch-
lands positie zooveel te krachtiger werd door de
verzwakking van anderen, en wanneer de stemming
in Duitschland blijft zooals zij nu is, dan zou de
regeering bij de natie groote sympathie vinden
voor een eventueel optreden tegen Rusland, welks
maatregel ten aanzien van de tolrechten, hoewel dan
misschien ook volkomen verdedigbaar, de publieke
opinie in Duitschland en verscheidene groote bla
den zeer ongunstig jegens Rusland heeft gestemd.
'tls blijkbaar, dat het behoud van den vrede
voor 't oogenbllk bijna geheel zal afhangen of
Turkije zoo goed als onvoorwaardelijk zal toege
ven aan het verlangen van Rusland, want in be
ginsel schijnen wel alle mogendheden overtuigd
te zijn van de noodzakelijkheid om beter waar
borgen te krijgen voor het lot der Christenen in
Turkije. Volgens de Italiaansche bladen heeft de
regeering van Victor Eumanuel aan lord Salis
bury te kennen gegeven, dat zij in de eerste
plaats het behoud van den vrede wenscht en
daartoe noodzakelijk acht, dat de mogendheden
een moreele pressie op Turkije uitoefenen, om bet
te bewegen zich te onderwerpen aan de maatrege
len die de mogendheden zullen eischen. De toe
gezegde hervormingen waren onvoldoende om de
Christelijke onderdanen der Porte een voldoende
oeconomische en administratieve positie te waar
borgen, en de door de mogendheden voor te stel
len maatregelen zouden wellicht in de plaats dei-
bezetting kunnen treden, waar de Italiaansche
regeering in beginsel zeer tegen is. De grondslag
van hare politiek is: het behoud van den vrede,
en zij wenscht te handelen in overeenstemming
met de andere mogendheden, vooral echter met
Engeland.
Afgaande op hetgeen de dagbladen daaromtrent
melden heeft het bezoek te Rome wecjerkeerig
een gunstigen indruk gemaakt èn op de regeering
van Italië èn op den Engelsehen gevolmachtigde,
die verklaarde met zeer eonciliante gevoelens naar
Konstantinopel te vertrekken en op een practisch
resultaat der conferentie te hopen.
Frankrijk verkeert te midden eener ministerieele
crisis waarvan het gevolg nog niet te berekenen
is, omdat de president nóg geene beslissing heeft
genomen. Het bedenkelijke van den toestand
springt in het oog, wanneer men let op het groote
verschil tusschen de meerderheid van den senaat
en die der kamer. Niettegenstaande die verschil
lende meerderheid leed het tegenwoordige ministerie
herhaaldelijk échec zoowel in de kamer als in den
senaat, en vooral de quaestie der eerbewijzen bij
begrafenissen had aanleiding gegeven tot geruchten
omtrent aftreding van het kabinet. Het was be
kend, dat de heer Dufaure naar rust verlangde,
maar ook dat maarschalk Mac Mahon van oordeel
was, dat de aftreding van den groot-zegelbewaar
der die van het geheele kabinet tengevolge moest
hebben.
Zaterdag hadden de geruchten eener ministerieele
crisis een groot aantal belangstellenden naar de
vergaderzaal der kamer gelokt en toen de discus
sie over de begrooting van openbare werken werd
afgebroken door de verschijning van den minister
van binnenlandsche zaken op de tribune, heerschte
diep stilzwijgen. De minister verklaarde dat de
regeering naar aanleiding eener discussie over het
decreet van Messidor jaar XII, betreffende de eerbe
wijzen bij begrafenissen van leden van het legioen
van eer, een wetsontwerp had voorgesteld, ten doel
hebbende om dat decreet in overeenstemming te
brengen met de denkbeelden van vrijheid van
geweten en gelijkheid die in de kamer heerschen.
Het was echter niet gelukt een volkomen overeen
stemming met de commissie te verkrijgen en de
regeering had het daarom wenschelijk geacht het
voorgestelde wetsontwerp in te trekken, waartoe
zij door den president der republiek was gemachtigd.
Onmiddellijk verving de president der zooeven
bedoelde commissie, de heer Laussedat, den minis
ter op de tribune. Daar, zeide hij, de commissie,
tengevolge van de zoo even plaats gehad hebbende
intrekking, ontslagen was, verzocht hij niet in haar
naam, noch als haar voorzitter maar geheel per
soonlijk eene interpellatie tot de regeering te mogen
richten. Er werd besloten, dat zij dadelijk zou
geschieden, waarop de heer Laussedat verklaarde
zich te zullen bepalen tot deze orde van den dag:
„De kamer, overtuigd dat in de toepassing, die
voortaan zal worden gegeven aan de decreten be
treffende eerbewijzen bij begrafenissen, de regeering
de beide beginselen van vrijheid van geweten en
gelijkheid van alle burgers zal eerbiedigen, gaat
over tot de orde van den dag.
Vrij algemeene verbazing rechts, groot enthou
siasme links waren de indruk van dit voorstel. De
minister vaD binnenlandsche zaken verklaarde
dat de regeering niets te zeggen had en zich met
de bewoordingen der motie vereenigde. Na een
kort protest van den heer de la Bassetiére werd de
motie aangenomen met 357 tegen 31 stemmen.
Een nieuwe terechtwijzing voor het ministerie.
In den ministerraad dienzelfden dag onder
voorzitterschap van den maarschalk gehouden ver
klaarde de heer Dufaure zijue portefeuille, naar
aanleiding van de in beide kamers geleden nederlagen
ter beschikking te stellen. Onmiddelijk volgden
al zijne collegas zijn voorbeeld en men verwacht
dat het ontslag van allen zal worden aangenomen,
terwijl zij in functie zullen blijven, tot het den
president der republiek zal zijn gelukt een nieuw
kabinet te vormen.
Weder kon Zaterdag, door afwezigheid van den
heer Dufaure, de interpellatie van den heer de
Beleastel over het gesprokene bij eene prijsuitdee-
ling te Lyon niet plaats hebben en de interpellant
veranderde daarom zijne interpellatie in een een
voudige vraag, waarop door den minister van
openbaar onderwijs werd geantwoord. De minister,
hoewel de vrijheid verdedigende om beginselen te
verkondigen als door den heer Pélégrin, gedelegeerde
van het plaatselijk bestuur bij de prijsuitdeeling
te Lyon, waren uitgesproken, keurde het echter
ten sterkste af dat het was geschied voor een
gehoor van kinderen.
De tweede lezing van het wetboek van burger
lijke rechtsvordering is in den Duitschen Tijksdag
geëindigd met de aanneming van alle artikelen in
den vorm zoools zij door de commissie waren voor
gesteld. Tevens is aangenomen het wetsontwerp
tot invoering van het nieuwe burgerlijke wetboek
en dat op de faillissementen.
Hoe zou von Bismarck wel over de Oostersche
quaestie denken?
Ziedaar eene vraag die reeds meermalen is ge
daan, doch steeds onbeantwoord bleef. Wel kon
men uit eenige zijdelingsehe gegevens een en ander
opmaken; rechtstreeks wist men niets omdat de
machtige rijkskanselier zelf een diep stilzwijgen
bleef bewaren. Toch was men zich bewust, dat
de beslissing over de toekomst van Europa groo-
tendeels berust in de rijkskanselarij te Berlijn.
Vandaar het verlangen om ook eens te vernemen
welke gevoelens daar heerschen.
Welnu: het stilzwijgen is verbroken; von Bis
marck heeft gesproken, en zoo al zijne woorden
eenige teleurstelling zullen verwekken, in menig
opzicht zullen zij strekken om de gemoederen
gerust te stellen en de vrees voor de toekomst te
bezweren.
Vrijdag j). gaf prins Bismarck een diner aan
een twintigtal leden van den rijksdag, waarop
iedere fractie van het parlement door drie leden
was vertegenwoordigd. Na tafel werden pijpen
rondgediend en de rijkskanselier sprak over
allerlei politieke aangelegenheden, o. a. bijna drie
kwartier over de Oostersche quaestie, terwijl hij
verzekerde bij de derde lezing van de rechterlijke
wetten over genoemde quaestie in den rijksdag te
zullen spreken en wel in denzelfdeh zin, maar in
mindere stelligen toon dan thans.
Hij begon te betoogen dat de plaats in de
troonrede over de mogendheden, waarmede Duitsch
land door zijn aardrijkskundige ligging en ge
schiedenis verbonden is, niet goed is begrepen,
want daarmede waren niet alleen Rusland en
Oostenrijk, maar ook Engeland bedoeld. Hieraan
knoopte hij schertsende de opmerking, dat, daar
het reeds moeilijk was zich tusschen twee stoelen
Deer te zetten, het nog moeilijker was dat tus
schen drie te doen.
Aan het behoud van den vrede, zeide hij echter,
behoefde nog niet te worden gewanhoopt, doch
indien werkelijk de oorlog mocht uitbreken, zooals
het geval schijnt te zullen zijn, dan zullen Rusland
en Turkije hem na eenigen tijd wel moede worden
en alsdan zal Duitschland met meer vooruitzicht
op goed gevolg als bemiddelaar kunnen optreden
dan thans. Tegenwoordig eenigen raad aan Rus
land te willen geven zou ongunstig werken.
Uitvoerig zette hij de gronden hiervoor uiteen
en merkte op, dat het geven van een raad zooals
Duitschland zou willen, tengevolge zou hebben,
dat de Russische natie daardoor in een slechte
stemming zou geraken, wat erger is dan een voor
bijgaand geschil met eenige regeering.
Uit 's prinsen uitlatingen over Engeland maakte
men op dat hij hoopte, dat Engeland in geen ge
val een openlijken oorlog tegen Rusland zal voeren,
maar hoogstens een offieieusen, zooals Rusland in
Servië.
Over Oostenrijk en dit is o. i. vooral een
gunstig verschijnsel sprak de rijkskanselier met
zeer veel sympathie. Indien ook Oostenrijk in
den oorlog mocht worden betrokken, indien het
met gevaren voor zijn bestaan mocht worden be
dreigd, dan zou het de plicht van Duitschland
wezen voor het bestaan van Oostenrijk en over
het geheel voor het behoud van de tegenwoor
dige kaart van Europa in de bres te springen.
Duitschland zou zijn volkomen onbaatzuchtigheid
toonen en tot steunpunt strekken om den tegen-
woordigen stand van zaken te behouden. Oos
tenrijk zeide hij verder heeft overigens
een groote mate van levenskracht, veel grooter
dan menigeen zou denken. Dit had hij ook aan
lord Salisbury opgemerkt, en het zou blijken in
dien keizer Frans Joseph in omstandigheden ge
raakte, die hem noodzaken een beroep op zijn
volk te doen. Over eene bezetting van Bulgarije
had hij in den zin als men bad beweerd
met lord Salisbury niet gesproken.
Ziedaar wat de Berlijnsche correspondent van
de Kölnische Zeitung meldt, dat zonder onbeschei
denheid uit de woorden van prins Bismarck kan
worden medegedeeld. Indien men uit de goede
stemming van den rijkskanselier mag afleiden,
dat hij den politieken toestand niet zoo bijzonder
ernstig beschouwd, dan is het diner vau Vrijdag
ook in dit opzicht geruststellend, want de prins
maakte nog een aantal kluchtige opmerkingen en
gaf nog menig gevleugeld woord ten beste.
Alhier binnengekomen het driemastschip Anna,
gezagvoerder van Overkliftmet stukgoederen van
Rotterdam, ter inneming van verdere lading.
Binnengekomen te Vlissingen de Nederland-
sche stoomboot Castorgezagvoerder de Baer,
komende van de Zwarte Zee, laatst van Valentia,
geladen met stukgoederen.
Rotterdam, 4 December. De aanvoeren waren
ruim. Tarwe 30 cent lager; rogge 10 cent lager;
wintergerst 10 cent lager, zomer dito 20 cent
lager; haver 20 cent lager; erwten 50 cent lager;
bruine boonen /I lager; paardenboonen 25 cent
lager en kanariezaad /la /1.50 lager; overigens
onveranderd.
Amsterdam, 4 December. Raapolie op zes weken
44}. Lijnolie ƒ29}.
Amsterdam, 2 Dec. 4 Dee.
Bfedlerl. Cert. Werk. schuld. 2} pet. 62} 62}
Certific. dito dito .3 74-j-J-
dito dito dito4 98} 99}
Aand. Handelmaatschappij 5 102 102}
dito exploitat. Ned. Staatssp. 92}
Loten stad Rotterdam. 3 f 97} 97
dito dito Amsterdam.3 98 98
België. Cert. bij Rothschild. 2i pet.
Frankrijk. Inschrijvingen .3
Inschrijvingen5
Rusland. Oblig. 1798/1816. 5 93* 93
Certific. Inscr. 5e serie 5
Obl. Hope C#. 1855 6" serie5 771 77 J
dito 1000 18645 87 f 87}
dito L. 100 18725 78} 78^
dito L. 100 18735 78} 78
Loten 18645 f 256 259
Loten 1866 5 250 248
Obl. Hope C°. Leen. 1860. 4} pet. 77} 77}
Certific. dito4
Inscr. Stieglïtz C°. 2e a 4 L. 4
Obligatiën 1867—694 69 68|
Certificaten6 40 j 40}
Aand. Spoorw. Gr. Maatsch. 5 247 247
Oblig. ciito4J pet. 78j 78f
dito dito.....4
Aand. Kiew-Brest5 102
dito Baltische spoorweg 3 116 115
Oblig. spoorweg Poti-Tifiis 5 pet. 84 84
dito dito Jelez-Griasi.5 211
dito dito Jelez Orel 5 pet. 841 841
dito dito Charkow Azow 5 771 77|
Polen. Schatkistobligatiën 4 704 69}
Aand. Warschau-Bromberg4 54}
dito dito Weenen 5 113 113
Oostenrijk Obligatie metal.
in zilver Januari/Juli 5 pet 50} 50f}
Obligatiën dito April/Oct. 5 50} 50}
dito in papier Mei/Nov.. 5 46} 46,'j
dito dito Febr./Aug. 5 4545}
Aand. Nation, bank3 773 774
Loten 18605 507
dito 1864 121 120
Hongarjje. Schatkistbiljett. 6 pet
Oblig. Theiss spoorweg. 5 58
Italië. Certific. Amsterdam. 5 pet.
Oblig. Z-Ital. spoorweg. 3 98} 98}
Spanje. Obligatiën Buitenl.. 3 pet. 13^ 13tV
Oblig. Binnenlandsche. 3 11} 11}
Portugal. Obligatiën 3 52} 52}
Turkije. Insehr. Alg. schuld 5 8-^ 8}
Obligatiën 1869.6 26} 25}
Fgypte. Obl. 18687 pet. 47}
Obl. 1873 7 p 49} 48}
Amerlka.Obl.Ver. Stat. 1904 5
Obligatiën dito dito 1885 6 99} 99}
Illin. Cert. Amsterdam. 65} 64
Oblig. Illinois Redemtion. .6
Oblig. Central Pacific 6 96} 96}
Certific. Chic. N. W7 54} 54}}
Oblig. Madison Ext7
dito Winona-St. Peter 7 84 83}
dito N. W. Union7 83} 83
dito Union Pae. Hoofdl. .6 94 93}
Qbl,St.Paul&Pac.Spw.lesec. 7
dito dito dito 2esec. 7
Brazilië. Obl. 18634}
Obl. 18655 93}
Prjjzen van coupons.
Amsterdam, 4 December. Metall.19.50; dito
zilver 22.75Div. Eng. per 11.85Eng.
Portugal per 11.85Spaansche piasters
f Amerikaansche dollars (in goud) 2.46}.
Amsterdam 2 December. Metall. 19.55dito
zilver 22.62}Div. Eng. per 11.85Eng.
Rassen per 11.85; Eng. Portugal per ƒ11.85;
Frans, ƒ47.65; Belg. ƒ47.65; Pruis, ƒ58.60;
Hamb. Russen 30}Russen in Z. R. 27} Pool-
sche per fl. Poolsche per Z. R. Spaan
sche piasters Spaansche binnenlandsche
fAmerikaansche dollars 2.46}; papier 2.22.
Tot mijne bittere droefheid overleed heden, na
een kortstondig lijden, mijne onvergetelijke echt-
genoote MAGDALENA VAN RIJSWIJK, in den
gezegenden ouderdom van ruim 85 jaren.
Ritthem, 30 November 1876.
AARN'. MARIJS.
Heden ontvingen wij het treurig bericht, dat
onze waarde vader en behuwd vader, den Weled.
heer CORNELIS SMITS, te Bergschenboek, in
den ouderdom van 87 jaren, is overleden.
Middelburg, I. DE DECKER Gz.,
1 December 1876. E. J. DE DECKER,
geb. Smits.
Strekkende deze tot eenige en algemeene
kennisgeving.
Onzen dank voor de vele belangstelling zoo
binnen als buiten de stad getoond op onze veer
tigjarige huwelijksvereeniging.
Vlissingen, H. PLUGGE.
5 December 1876. P. PLUGGEKelle.