IN0. 285. iiye jaargang. Vrijdag 1 December. AO I V'. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite C°. te Brussel en Parijs. Middelburg, 30 November. 70 FEUILLETOIvr. Chetwynd Calverley. rcriiK1 likNttlL Door burgemeester en wethouders van Middelburg wordt het volgende bekend gemaakt: V erordeningen. De burgemeester en wethouders van Middelburg maken bekend: dat door den gemeenteraad, in zijne vergadering van den 25en October 1876, is vastgesteld eene verordening, houdende aanvulling van art. 12 der verordening op de gemeente-begraafplaats en het begraven van lijken van den 24en Deeember- 1869/27 April 1870 dat deze verordening aan gedeputeerde staten van Zeeland, volgens hun bericht van den 3en No vember 1876 n° 5400/19, in afschrift medegedeeld en den 13en November daaraanvolgende is afge kondigd dat zij, gedurende drie maanden, op de gemeente secretarie voor een ieder ter lezing nedergelegd en aldaar tegen betaling van 5 cent verkrijgbaar is gesteld. Middelburg den 27November 1876. De burgemeester en wethouders voornoemd, (Get.) SCHONER. De secretaris (Get.) G. N. DE STOPPELAAR. Daar ten aanzien der bepalingen betreffende de kamers van koophandel en fabrieken groote onze kerheid onder het publiek blijkt te heersehen, laten wij eenige artikelen uit het koninklijk besluit van 9 November 1851 (Staatshl. n° 142), gewijzigd door de besluiten van 16 Pebr. 1854 (S. n°13)ll Aug. 1859 (S. n° 80) en 12 Juli 1873 (S. n' 108) hier volgen. Art. 1. In alle gemeenten waar de uitgebreid heid van handel en fabrieken het, volgens het oordeel der gemeentebesturen, wenschelijk maakt, worden onder goedkeuring des konings kamers van koophandel en fabrieken gevestigd. Art. 5. Om tot lid eener kamer benoembaar te zijn wordt vereischt, dat men den ouderdom van 30 jaren bereikt hebbe, wone ter plaatse waar de kamer gevestigd is en aldaar gedurende ten minste 5 jaren bestuurder eener onderneming van handel of van fabriekwezen, of in eenige met die takken van nijverheid in verband staande betrekking zij geweest. Art. 6. Het getal der leden wordt door den koning voor elke kamer afzonderlijk bepaald. (Voor Middelburg bedraagt het 12, voor Vlissingen 9, voor Zierikzee 5.) Art. 7. Om de 2 jaren treedt de helft der leden af. De aftredenden zijn opnieuw benoembaar. Naar het Engelsch van W. Harrison Ainsivorth. BOEK VI. I>e l&epaling' in Calverley's testament. (Vervolg.) „Emmeline," zei Chetwynd, „ik had besloten u niet om de nakoming uwer belofte te vragen voordat ik een geheel proefjaar doorstaan had, en ik zou het ook niet hebben gedaan, ware ik niet door de omstandigheden in een geheel anderen toestand verplaatst dan waarin ik mij toenmaals bevond. Als gij vertrouwen in mijne verbetering stelt, als gij denkt dat ik mij uwer waardig heb betoond, als gij meent op mij te kunnen rekenen, smeek ik u mijn proeftijd te verkorten en mij thans uwe hand te schenken. Doch indien er eenige twijfel bij u over is gebleven en gij het beter acht tot den bepaalden tijd te wachten, handel dan naar uwe beste meening. Uw geluk is mijn hoofddoel, en, hoe teleurstellend hei uitstel ook voor mij zou zijn, ik zal niet klagen Ik heb volle vertrouwen in u, lieve Chetwynd," antwoordde zij met eene stem die van hare aan- Art. 8. De benoeming van leden geschiedt door de kiesgerechtigde handelaren en fabrikanten der plaats waar de kamer is gevestigd. Art. 9. Om k'ezer van leden der kamers te zijn, moet men 1° Nederlander, meerderjarig, ingezeten der ge meente en in het volle genot der burgerlijke en burgerschapsrechten zijn 2° Ter zake van eenig bedrijf van handel of fabriekwezen in bet patentrecht zijn aangeslagen voor of boven eene som door den koning te bepa len, na het gemeentebestuur en de gedeputeerde staten gehoord te hebben. (Voor Middelburg 12, Vlissingen f 9, Zierikzee 10 in hoofdsom). Hetgeen men als deelgenoot eener firma in het patentrecht betaalt, wordt met persoonlijken aanslag gelijk gesteld. Art. 10. Van de uitoefening van het kiesrecht zijn uitgesloten zij die gerechtelijken afstand van hunne goederen aan hun scbuldeisehers gedaan en deze niet ten volle betaald hebben. Art. 11. Er wordt om de twee jaren eene ver gadering van kiesgerechtigden gehouden om de plaatsen aan te vullen der leden die alsdan aan de beurt van aftreding zijn of die binnen de 12 maanden voorafgaande aan die verkiezing, door overlijden of andere oorzaken zijn uitgevallen. Deze vergadering wordt eene maand te voren door het gemeentebestuur bij aanplakking en aan kondiging bekend gemaakt. Bij die bekendmaking wordt de plaats genoemd waar de door het gemeentebestuur opgemaakte lijst der kiesgerechtigden ter inzage ligt. (Zie Midd. Ct. van 27 Oct. 11.) Bezwaren tegen die lijst kunnen gedurende acht dagen bij het gemeentebestuur worden ingeleverd; Dit beslist over de ingebrachte bezwaren, van welke beslissing in hooger beroep kan worden gekomen bij gedeputeerde staten. De verkiezing ter vervulling van plaatsen, die door ontslag, overlijden of om eene andere reden openvallen, geschiedt binnen een jaar na dat openvallen. De lijst van kiesgerechtigden, opgemaakt voor de laatste gewone verkiezing, wordt voor deze verkiezing tusschentijds van kracht verklaard. De bepalingen omtrent de stemming, de stem- bureaux, de herstemmingen enz. komen overeen met hetgeen daaromtrent bij andere verkiezingen bepaald is. Omtrent het onderzoek der geloofsbrie ven van nieuw benoemde leden wordt in het reglement niets bepaald. Gelijk gisteren reeds werd opgemerkt is dus, op grond van het boven aangehaalde art. 5, de heer J. de Decker nog niet als lid der Middelburgsche kamer van koophandel en fabrieken verkiesbaar. De herstemming, welke tegen den 8en Decem ber a. bepaald is, kan echter niet anders plaats doening getuigde. „Gij hebt u in elk opzicht mijner liefde waardig betoond en ik ben bereid u mijne hand te geven, wanneer ge die vraagt." „Dan vraag ik die op staanden voet," riep hij met vuur uit. „En daar er nu geen hinderpaal meer bestaat, want lady Thicknesse heeft mij gezegd dat uwe moeder hare toestemming heeft gegeven, verzoek ik dat onze verbintenis op den- zelfden dag als het huwelijk van sir Bridgnorth met lady Thicknesse plaats moge vinden." „Het zij zoo," antwoordde zij, „en dan hoop ik dat nog een ander huwelijk te gelijker tijd zal worden gesloten." Juist hoorde men op korten afstand de stem van kapitein Danvers, die riep: „Laat ik u niet storenmaar Mildred wil den dag niet bepalen voordat zij weet dat gij beiden het eens zijt." „Zeg haar dan, dat wij het eens zijn," gaf Emmeline hem ten antwoord. „Schikt het haar van daag over acht dagen?" „Dat zal haar opperbest schikken," zei de kapitein. „Wacht even, gij antwoordt voor mij," ze! Mildred lachend; „maar ofschoon gij zonder mijn verlof spreekt, is het juist de dag, dien ik zou ge kozen hebben." „Dat wist ik wel, anders zou ik het niet heb ben durven zeggen," hernam kapitein Danvers. „Maar daar de afzonderlijke schikkingen nu ge maakt zijn en wij allen tegelijk in het huwelijk zullen verhonden worden, dunkt mij dat het goed zou zjjn de zaak nog eens gezamenlijk te bespreken." hebben dan tusschen de heeren de Decker en Abrahams, die respectievelijk de meeste stemmen op zich vereenigden. Het beoordeelen van de ver kiesbaarheid der candidaten behoort niet tot de bevoegdheid van het gemeentebestuur, dat de herstemming had uit te schrijven, maar tot die der kamer van koophandel zelve, bij het onder zoek van de geloofsbrieven harer nieuw benoemde leden. Wij zijn het niet eens met onzen bericht gever van gisteren, die van meening was dat de herstemming over de heeren Abrahams en Jac. de Kanter had moeten loopen. Alle stemmen, bij de herstemming op dezen laatste uitgebracht, zouden van onwaarde wezen. Daar intusschen de heer Abrahams, blijkens achterstaande advertentie, voor de candidatuur bedankt heeft, zouden nu de kiezers, indien de herstemming toch moest doorgaan, te stemmen hebben over éen candidaat die niet benoembaar is en een ander die niet benoemd wil worden. Zou er geen middel zijn om deze absurditeit te ontgaan In eene algemeene vergadering van aandeelhou ders iu de Commercie-compagnie alhier is op voorstel van het bestuur, na toelichting van den directeur, besloten tot uitbreiding der inrichting tot herstel en vervaardiging van machinerieën. De eerste win terbij eenkomst der Vereeniging Uit het volkvoor het volk had gisteren avond een niet zeer talrijk, maar belangstellend publiek naar de groote zaal van het Schuttershof gelokt, alwaar de heer A. Snellen, uit Vlissingen, eene voordracht hield over tijdmeting, uurwerken en klokken. Eenvoudig en boeiend gaf de spreker een kort overzicht over de geschiedenis van de uurwerken, van de meest primitieve middelen voor tijdmeting tot onze fijne horloges. Meer uitvoerig werd het ontstaan en de samenstelling der slingeruurwerken besproken, die een zoo groote verbetering in de middelen tot tijdmeting hebben verschaft. Deze zeer leerzame voordracht, opgehelderd door teekeningen, werd blijkbaar door het grootste gedeelte van het publiek met ingenomenheid ge volgd, wat ook door de toejuichingen aan het slot werd bevestigd. De voordracht van een paar gedichten door den heer J. A. Snijders A.J.Cz. besloot den avond op aangename wijze. De kamer van koophandel te Zierikzee heeft zich bij uitvoerig adres gewend tot den minister van buitenlandsche zakenmet verzoek om door tusschenkomst der consulaten een nauwkeurig onderzoek in te stellen naar de verhouding van het gebruik van meekrappen en kunstalizarine in „Zoo denk ik er ook over," zei Chetwynd. Daar de dames er niets tegen in te brengen hadden, ging men tot de behandeling van de al gemeene beschikkingen over. Kort daarna kwam lady Barfleur bij hen en gaf hare uitdrukkelijke toestemming tot Chetwynd's verbintenis met hare dochter. Er werd bepaald, dat de huwelijksinzegening plaats zou hebben in de kapel van het landgoed en door dominé Massey zou geschieden. Dit was de hoofdzaak, maar verder moesten er nog vele bijzonderheden vastgesteld worden, waar mede men nog bezig was toen sir Bridgnorth en lady Thicknesse van hun ritje terugkeerden. Daar de beide laatsten ook reeds de kapel voor de inzegening van hun huwelijk hadden gekozen, bleef hun slechts over hun genoegen uit te druk ken dat hun eigen plan ook door de anderen was aangenomen en hunne gelukwenschen aan Chetwynd en Emmeline aan te bieden. XXIX. B E S I U I T. De dag brak aan waarop de drie huwelijken zouden gesloten worden, of liever moeten wij zeggen vier, want er was intusschen bepaald dat te gelijkertijd Rose Hartley met Harry Netterville in den echt zou worden verbonden. Harry was twee dagen te voren op Ouselcroft gekomen en had op Chetwynd's speciale uitnoodi- het buitenland en wat verder zou kunnen strekken om den landbouwer op goede gronden te doen beslissen of hij al dan niet de meekrapcultuur moet verlaten. (Zier. N.) Volgens een ingezonden stuk in het Handels blad is door den heer Jerome Wenmaekers, destijds te Maastricht woonachtig in 1862 een plan aan de hand gedaan voor het leggen der spoorwegbrug over den Moerdijk, dat niet alleen gevolgd ismaar ook veel minder gekost heeft dan de somdoor de staatscommissie daarvoor geraamd. De heer Wenmaekers had eene vergoe ding bedongen indien van zijn plan gebruik ge maakt werd, doch daarvan nooit iets ontvangen! De schrijver van bedoeld stuk vindt hierin eene aanwijzing om ook den heer Wenmaekers te raad plegen over de droogmaking der Zuiderzee, voor welk werk deze mede veel goedkooper stelsels beweert uitgedacht te hebben. Alleen verlangt hijalvorens ze te doen kennenverzekering eener behoorlijke vergoeding en indien het mede gedeelde omtrent de brug over den Moerdijk juist iszal niemand dat verlangen onverklaarbaar noemen. De Staats-courant van heden bevat de wet van den 15ra November jl. (Staatsblad n°. 209) tot verhooging en wijziging van hoofdstuk VIIö der staatsbegrooting voor het dienstjaar 1876. Onze Haagsehe correspondent schrijft ons het volgende „Ofschoon ik niet gaarne geruchten verspreid, kan ik toch thans niet zwijgen van een gerucht, dat ik op eens van meer dan eene zijde vernomen heb, en wel dat de thans weer bij het departe ment van binnenlandsehe zaken teruggekeerde onderwijswet van den minister Heemskerk in het geheel niet zoo liberaal is als de liberale dagbladen en de liberale kamerleden berichten. Daar het ontwerp onder de diepste geheimhouding bij den raad van state in behandeling is geweest, ennaar ik hoor, aan alle betrokken ambtenaren een streng verbod is uitgegaan om vooraf een enkel teeken of wenk te geven, waaruit de tegenpartij van den heer Heemskerk zou kunnen opmaken van welke waarde of kleur zelfs deze laatste kaart is, waarop hij zijn politiek leven heeft gezet, mag men aan nemen dat het nadeelige gerucht dat ik thans vermeld even veel vasten grond kan hebben als het gunstige, waarover de liberalen zich reeds zoo lang hebben verblijd. Men begint elkander nu toe te fluisteren dat het wetsontwerp, al bevat het zeer vele bepalingen in den geest van het voorstel- Moens, toch, wat de hoofdbeginselen betreftveel dichter bij het clericaal aphorisme „bijzonder onder; ging mijnheer en juffer Hartley meêgebracht, als mede Tom Tankard, die tot getuigen van Harry zou dienen. Higgins vertoefde nu op Brackley en daarheen was de oude Tankard genoodigd. Kapitein Ponsonby, een oud vriend, had aangenomen als Chetwynd's getuige op te treden en aan kapitein Danvers zou die zelfde dienst door zijn broeder Scrope bewezen worden. Wat bruidsjuffers betreft, lady Thicknesse wilde er geene. Voor Emmeline zouden het de twee juffers Breton en voor Mildred de juffers Leigh zijn. Verder werd het niet wenschelijk geacht het getal genoodigden te veel te vergrooten, omdat de kapel zoo klein was. Sir Gerard Danvers en Scrope logeerden op Brack ley, terwijl sir Bridgnorth, kapitein Danvers en kapitein Ponsonby op Ouselcroft waren, Emmeline en Mildred hadden gezamenlijk aan Rose eene huwelijksgift van vijfhonderd pond ge schonken en Harry Netterville zou tot rentmeester op Brackley worden aangesteld. De algemeene beschikkingen waren dat Chet wynd en zijne vrouw de wittebroodsweken op Ouselcroft zouden doorbrengenkapitein Danvers zou met de zijne een reisje doen naar de meren in Cumberlanden sir Bridgnorth zou met mylady dadelijk naar Charlton rijden. Het was voor allen eene reden van verheuging, toen het op den gewichtigen dag een zeer schoone morgen bleek te zijn. Er werd vroeg ontbeten op Ouselcroft en daar bij verkeerden de drie bruidegoms in de opge- wektste stemming. Een soortgelijk ontbijt had op

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 1