y
Kunst nieuws.
Landbouw.
Rechtzaken.
Verkoopingen en aanbestedingen.
Burgerlijke stand.
Thermometerstand.
Staten-Generaal.
Wordt vervolgd
samenstemming der verschillende richtingen met
opzicht tot de belijdenisquaestie zou kunnen wor
den bewerkt, verklaart zij dat zij tot geen bepaald
besluit heeft kunnen komen. Wel werd een voor
stel geopperd om nevens de eerste thans gebrui
kelijke belijdenisvraag, nog een andere te stellen,
waaruit de keuze dan aan de predikanten zou worden
overgelaten. Hoewel erkend werd, dat dit voorstel
een en ander heeft, waardoor het zich aanbeveelt,
werden de bezwaren toch te groot geacht om het
als haar voorstel over te nemen. Zij besloot echter
dit in haar verslag aan de synode te vermelden,
en het hierdoor onder het oog der volgende synode
te brengen."
De heer E. A. Remij, predikant te Zierikzee,
heeft het beroep naar de hervormde gemeente te
Hengeloo aangenomen.
Wij vestigen nogmaals de aandacht onzer kunst
lievende stadgenooten op het concert dat morgen
door den heer A. de Jong alhier en twee andere
toonkunstenaars gegeven zal worden. Het pro
gramma belooft veel muzikaal genot.
Het programma der internationale tuinbouw
tentoonstellingwelke in het volgende jaar te
Amsterdam gehouden zal worden, is ons toege
zonden. Het omvat 9 afdeelingen: I Warme en
gematigde kasplanten; II Koude kas en Oranjerie-
planten; III Planten voor den vollen grond; IV
Arrangementen van planten en bloemen; V Vruch
ten, groenten en zaden; VI Nijverheidtoegepast
op tuinbouwVII Kunsttoegepast op tuinbouw
en plantenkunde; VIII Vooruitgang van den tuin
bouw in de variëteitenIX Tuinbouw-wetenschap
en onderwijs.
Nadere inlichtingen, alsmede het ontwerp-pro-
gramma der tentoonstelling van voortbrengselen
uit het plantenrijk, zijn te verkrijgen bij den
algemeeuen secretaris van het hoofdbestuurden
heer H. Groenewegen, Oetewalerweg 5, Amsterdam.
Donderdag werd ter crimineele terechtzitting
van het gerechtshof te 's-Boseh een strafzaak be
handeld, die haar weerga niet licht zal vinden.
Het gold nl. het doodsteken van iemand door
middel van een parapluieDit „wapen" was
met zoodanige kracht gebezigd, dat de geheele
lengte der tamelijk dikke houten puntdoor het
oog van den verslagene in de hersenen was ge
drongen ze had daar zoodanige verwoestingen
aangericht, dat na een hevig lijden van bijna drie
weken, de dood was gevolgd. De adv.-gen. m?. van
Meeuwen nam verzachtende omstandigheden aan
en eischte eene eenzame opsluiting voor twee jaren.
De beschuldigde, een fatsoenlijk jongeling, die
den bijnaam van Hercules draagt, was zeer aan
gedaan.
Bij arrest van het gerechtshof van 's-Bosch,
is F. H. I. Smits, ontslagen burgemeester van
Stratum, wegens knevelarij veroordeeld tot 2 maan
den cellulaire gevangenisstraf.
Ip een logement te Leeuwarden, waar dage
lijks, maar vooral Vrijdag (marktdag) eene kleine
effectenbeurs wordt gehoudenworden dikwijls
vreemdsoortige affaires op tijd en met premie ge
dreven. Een van zeer bijzonderen aard, had eenige
dagen geleden plaats. De commissionair in effecten
R. F. S. van Roordahuizum verkocht aan den heer
R. f 5000 nom. buitenlandsche Spanje op acht
voor," sprak zij handenwringende. „Ik had den
besten en vriendelijksten der echtgenooten, die al
mijne wenschen voorkwam en alles deed om mij
gelukkig te maken. Ik verzekerde hem ook, dat
ik gelukkig was, maar ik bedroog hem. Het
juk, dat ik mij had opgelegd, was mij ondragelijk.
„Een booze geest scheen in mij gevaren. Ik
trachtte de zondige gedachten te verdrijven, die
in mij oprezen; maar onophoudelijk, en telkens
met grooter kracht dan te voren, kwamen zij terug.
„Ik kon geen enkele aanmerking op mijn echt
genoot maken; hij was de goedheid zelf; en toch
trachtte ik mij van hem te ontslaan door
vergif. Het duurde lang eer ik tot die verschrik
kelijke daad kon besluiten, maar altijd dacht ik
er over.
„Eindelijk kreeg ik het vergif in mijn bezit,
waarvan kleine hoeveelheden den dood konden
veroorzaken zonder achterdocht te wekken. Doch
eerst toen mijn echtgenoot van zelf door eene
kleine ongesteldheid werd bevangen, diende ik
hem de eerste dosis toe.
„Hij werd daar erger van; doch dit scheen
slechts eene natuurlijke toeneming van zijne ziekte,
en de verschijnselen kwamen den dokter niet verdacht
voor, want de werking van het vergif, hoe ge
vaarlijk ook, was zeer langzaam. Ik bevond mij
bovendien altijd bij mijn slachtoffer en paste hem op.''
De predikant bedekte zijn gelaat met de handen
en er volgde eene korte pauze, die 't eerst weêr
afgebroken werd door Theresa.
„En nu komt het ongelukkigste van mijne
dagen, tegen eene premie van 1 i 40 „kop" groene
erwten! Vrijdag jl. liep de zaak af. Daar
Spaansche fondsen f waren gerezen, komen de
erwten den genoemden commissionair te staan op
47 cent per kop, zijnde bijna viermaal den winkel
prijs. De premie-erwten heeft hij dus voor alles
behalve een prijsje bekomen.
De in 1877 in het Koninklijk paleis te
Leeuwarden te houden historische tentoonstelling
van Friesland begint al meer en meer sympathie
te ondervinden. Men vleit zich dan ook, dat tal
van voorwerpen zullen worden ingezonden en zóo
de gelegenheid zal worden gegeven, om de ge
schiedenis van ons land en ons volk voor gewest-
genoot en vreemdeling, als ware het aanschouwelijk
te maken.
Het benoodigde waarborg-kapitaal van f 10,000
ter bestrijding der vermoedelijke onkosten is reeds
nagenoeg gevonden.
Aan mevrouw Lina Schneider te Keulen is
door 33 Nederlandsche letterkundigen en kunst
minnaars een exemplaar van Vondel's werken
(uitgave van mr. J. v. Lennep bij gebr. Binger) aan
geboden met een toepasselijk opschrift. De roem
rijkst bekende namen in onze letterkunde komen
onder de 33 onderteekenaars voor.
Het lichten van de stoomboot Telegraaf II
is bij uitbesteding gegund aan den heer C. Roo-
denbeek, voor f 2980. De hoogste inschrijving
was f 3960.
Men schrijft uit Oijen aan de N. R. Ct.
Hoewel de commissie voor den watersnood alhier
hare taak vooreerst nog niet kan neerleggen,
vorderen hare werkzaamheden toch goed. Binnen
kort zal de laatste tent opgebroken worden, en
komen nog een paar huisjes aan de beurt welke
door de eigenaars reeds betrokken zijn, maar
waaraan nog het een en ander te verrichten valt.
In het geheel werden 30 woningen, als aan minver
mogenden toebehoorende, door de commissie opge
bouwd. Wellicht is er onder de kleinere gemeenten
geene, waar hare taak door zoovele moeilijkheden
bezwarend werd gemaakt als hier het geval is
geweest, ook en voornamenlijk hierdoor, dat er door
de wijze, waarop de schade geregeld was, eene
geheel nieuwe schatting moest plaats hebben.
Toch mag de commissis ten slotte de voldoening
smaken, dat men over het algemeen zeer met het
door haar verrichte tevreden is.
Donderdag jl. in den laten avond, werd te
Hellevoetsluis het treurig bericht aangebracht, dat
in de Noordzee door de stoomboot De Komeet is
overstoomd de loodskotter n°. 5, waarbij de schipper
Posthumus jammerlijk is verdronken; de overige
equipage is gered en te Dover aan wal gebracht.
Zaterdag is de spoorweglijn Nieuweschans
Ihrhove geopend. Uit Groningen is een feesttrein
naar Leer vertrokkenaan dezen tocht namen
deel de ministers van binnen- en van buitenlandsche
zaken en van financiën de leden der staten en van den
gemeenteraad. Des middags werd een diner ge
geven, waaraan ook Duitsche autoriteiten deelna
men, verder een volksconcert en illuminatie in de
Korenbeurs en een soirée musicale in de harmonie.
De belangstelling was algemeen.
De persoon van Ab-del-Kader, die onlang?!
voorzien van goede getuigschriften, voor den
Indischen dienst was geëngageerd, is op last van
h oogerhand, van zijn verbintenis ontslagen en naar
het buitenland teruggezonden, stellig niet ten ge-
uoege van den belanghebbende, welke zich gedu
rende het verblijf te Harderwijk steeds uitmuntend
heeft gedragen.
De Framche bisschoppen hebben een plan
uitgevonden waardoor de militairen aan een dub
bele discipline zullen worden onderworpen. Zij
hebben nl. hun ondergeschikte geestelijken uitge-
noodigd ieder recruut uit hunne gemeenten een
aanbevelingsbrief aan den geestelijke van het gar
nizoen mede te geven en dezen een opgaaf te doen
bekentenis," vervolgde zij. „Ik kan zelve de
verharding van mijn hart niet begrijpen. Toen
ik dien goeden, braven man, die.mij zoo hartelijk
liefhad, bij den dag zag wegslinken, als het
ware bij gedeelten zag sterven, gevoelde ik geen
medelijden, niet het minste! Ik telde de da
gen dié hij nog te leven bad."
Wederom volgde er eene pauze en de schuldige
vrouw moest hare krachten verzamelen eer zij
kon voortgaan.
„Mij van de kluisters des huwelijks te bevrijden
was slechts een gedeelte van mijn plan," sprak
zij. „Mijne hebzucht begeerde de bezittingen van
mijn gemaal en ik hield mij overtuigd dat ik die
verkrijgen kon. Hij vergoodde mij, ik genoot
zijn volle vertrouwen en kende al zijne gedachten.
Hij was ontevreden over zijn zoon. Ik verergerde
de oneenigheid, en zorgde dat het tot geene
verzoening kwamdie ik gemakkelijk tot
stand had kunnen brengen, indien ik gewild
had.
„Mijn overwicht op mijn zieken echtgenoot was
zoo groot, dat hij alles deed wat ik hem in den
mond gaf, en door behendige wenken bracht ik
hem er gemakkelijk toe zijn testament ten mijnen
gunste te maken, waarbij ik hem den indruk gaf
dat ik al zijne Wenschen met opzicht tot zijn zoon
en zijne dochter zou vervullen."
„Kwam er geen verdenking bij hem op vroeg
de predikant.
„Niet vóór den laatsten avond zijns levens,"
antwoordde zij. „Toen geloof ik, dat bij wel iet3
van de namen der aan zijn zorg aanbevolenen. De
geestelijke der garnizoensplaats zal dan den aan-
bevolene opzoeken en in het oog houden, terwijl
laatstgenoemde den aanbevelingsbrief moet bewa
ren. Op deze wijze wil men voorkomen dat de
recruten zich aan het toezicht der kerk zullen
onttrekken.
Jl. Vrijdag heeft te Neuzen de openbare veiling
plaats gehad van 20 hectaren 54 aren 30 centia
ren bouw- en weiland en 3 hectaren 15 aren 52
centiaren dijk, alles gelegen in die gemeente,
waarvan het bouw- en weiland in vier perceelen
is verkocht voor eene gezamenlijke som van
45,178, en het perceel dijk voor f 3020, alzoo
totaal voor f 48,198.
Ter provinciale griffie van Zeeland liggen
ter lezing de voorwaarden waarop door het depar
tement van marine op den len December zal wor
den aanbesteed de levering van baai, wollen dekens
en overtrekken voor matrassen en kussens, en op
den 16en December daaraanvolgenden delevering
van zeeboeien.
(Van 1926 November.)
Middelburg. Ondertrouwd: A. H. G. van de
Poel, jm. 27 j., met J. E. Kulderij, jd. 19 j.
BevallenD. J. Minck, geb. Poppe, d. M. P.
Israël, geb. Wale, z. M. E. Dubois,? geb. Fep, z.
A. Brouwer, geb. Janse, z. M. C. C. Kruijt, geb.
Uchtmann, d.
Overleden: M. Bogert, wede. van J. F. van de
Woestijne, 58 j. A. Buijs, z. 1 m.
(Van 1825 November.)
Vlissingen. Gehuwd: M. C. Sitsen, jm. 25 j.,
met C. S. Harte, jd. 20 j. A. Visser, jm. 26 j.,
met M. G. van Valkenburg, jd. 20 j. B. van Ees
teren, jm. 29 j., met P. Boogaard, jd. 29 j. T.
Bakker, jm. 25 j., met E. Willemse, wede. van
A. Noyons, 30 j.
Bevallen: P. Lichtenberg, geb. Hage, d. A. M.
Smith, geb. Baan, d. G. S. Ballieul, geb. Ureel,
d. M. Naerebout, geb. Visser, d. H. Koning, geb.
Claré, d. C. C. Schuijlenburg, geb. Dutilh, d.
J. H. van der Burgh, geb. Tanes, z. C. Roelse,
geb. Hendrikse, d.
Overleden: D. R. M. Seidenspinner, d. 1 j.
W. J. T. Klijnsoon, d. 10 m. J. M. Sterzenbach,
man van C. Lantrok, 53 j. H. Mensing, wedr. van
J. C. Meeuse, 72 j.
Goes. Gehuwd: C. W. Lijsen, jm. 38 j., met
M. C. Cornelis, jd. 25 j.
Bevallen: E. A. Steutel, geb. Dercksen, d. F.
Warrens, geb. Wijk, z.
Overleden: P. Douw, vrouw van J. Kwaak, 66 j.
J. P. den Herder, z. 4 m. C. M. Vonk, z. 10 d.
P. A. Goossen, d. 4 m.
Zierikzee. Bevallen: F. Prommel, geb. Slobbe,
d, C. van den Berge, wede. van P. Jongmans, d.
S. Olderiks, geb. Prommel, z. J. Berrevoets, geb.
Bos, d. S. J. Adriaanse, geb. de Baek, z. J. C.
Legemaate, geb. Leunis, z.
OverledenM. Formenoij, jd. 80 j. J. Dijkgraaf,
d. 17 d. J. A. van Oijen, z. 1 j. J. E. Scheffer,
wede. van S. van den Hamer, 86 j.
25 Nov. 's av. 11 u. 49 gr.
26 's inorg. 7 u. 44 gr. 's midd. 1 u. 50 gr.
's av. 11 u. 44 gr.
27 's morg. 7 u. 40 gr. 's midd. 1 u. 48 gr
's av. 6 u. 47 gr.
Hoofdstuk VIII (Oorlog).
In den aanvang van zijn antwoord stelt de
minister van oorlog zich de vraag of hem de tijd
zal worden gelaten tot een nauwkeurig onderzoek
en rijpe overweging van vele zaken, voor het
defensiewezen noodig. Hij vertrouwt op een toe
stemmend antwoord der vertegenwoordiging, die
zeker eene spoedige, maar toch niet overijlde be
handeling der militaire quaestie begeert.
De minister zal aan de kamer gaarne alles
mededeelen wat zij van hem verlangt te weten en
door hem gezegd kan en mag worden.
Omtrent de levende strijdkrachten geeft de mi
nister o. a. het volgende te kennen
In het gebrek aan kader en vrijwilligers wil hij
vermoedde. Doch zoo hij mij verdacht, heeft hij
mij mijne schuld nooit verweten."
Op dit oogenblik kwam er eene plotselinge ver
andering over haar en met strakken blik staarde
zij voor zich uit.
„Wat verontrust u vroeg de predikant.
„Ik dacht, dat ik mijn echtgenoot daar zag
staan," antwoordde zij sidderend.
„'t Is een spel van uwe verbeelding. Ga voort
met uwe bekentenis. Gij hebt mij nog meer te
openbaren."
„Ja, dat heb ik," antwoordde zij met een
wanhopigen blik. „De zwarte daad was bedre
ven. Door den verworven rijkdom verblind, trachtte
ik mijn geweten het zwijgen op te leggen. Ik
hield Mildred altijd bij mij. Hare tegenwoordig
heid scheen mij te beschermen en ik trachtte iets
tc vergoeden door toenadering tot Chetwynd.
„Doch de wraak achtervolgde mij, al ware het
ook met trage schreden. Mijne straf kwam op
eene onvoorziene wijze. Tot nogtoe had mijn
hart geen liefde gekend en ik dacht tegen dien
hartstocht veilig te zijn. Maar dat was het geval
niet. Ten huize van lady Thicknesse te Londen
leerde ik lord Courland kennen en terstond won
hij mijne genegenheid en bood hij mij zijne hand aan.
„Daar ik hem liefhad en aan mij dacht te ver
binden, beloofde ik hem de helft der groote fortuin,
die ik dacht dat tot mijne vrije beschikking stond.
Alles was geregeld en mijn aanstaande echtgenoot
was hier gekomen om zijn toekomstig verblijf te
bezichtigen, toen ik ter elfder ure ontdekte dat de
voorzien door betere kazerneering, door het openen
van het bepaald uitzicht op sommige geschikte
burgerlijke betrekkingen bij het eervol verlaten
van den dienst en door oprichting van een pupil
lenschool.
Voor de beantwoording der vraag, of vermeer
dering van het militie-contingent moet plaats
hebben, is thans de tijd nog niet bij den minister
gekomen. Hij zal haar beantwoorden in verband
met de quaestiën omtrent het quantum van het
blijvend gedeelte, de plaatsvervanging en de
schutterij.
Echter, wat ook moge plaats hebben ten op
zichte der militiecijfers, de strijdvaardigheid der
militieplichtigen behoort onmiddellijk verbeterd te
worden. Het middel daartoe is om het 1/7 blij
vend gedeelte, voor zooveel de tegenwoordige wet
dit toelaat, langer onder de wapenen te houden.
Omtrent de groote manoeuvres zegt de minister,
dat deze alleen ten doel hebbenoefening en voorts
een maatstaf te geven ter beoordeeling van den
graad van bekwaamheid der bevelvoerende officie
ren. Zij mogen volstrekt niet worden beschouwd
als een middel, hetwelk zou moeten toonen, dat
het leger volkomen strijdvaardig is. Bij de laatste
manoeuvres zijn werkelijk fouten begaan en de
verzorging der troepen heeft hier en daar te wen
schen overgelaten, zonder echter nadeelig op den
gezondheidstoestand der troepen te werken.
Overweegt men echter dat die oefeningen,
gemaakt door troepen, die ze voor de eerste maal
uitvoerden, ook blijk hebben gegeven van zeer
veel goeds, dan kan de minister geen afkeurend
oordeel daarover uitspreken, maar moet hij zich
bepalen: 1° tot het aanbrengen van verbetering
door maatregelen zijnerzijds; 2° tot den wensch,
dat, evenals in 1876 partij is getrokken van de
ondervinding, opgedaan bij de oefeningen in de
Peel, in 1877 ook gelet zal worden op hetgeen de
manoeuvres in Overijsel en Drenthe leerden.
De leiding der manoeuvres is niet gebrekkig
geweest. Het marcheeren op Zondag is zooveel
mogelijk bij de oefeningen vermeden, en zal steeds
vermeden worden wanneer dit kan.
Gebrek aan orde en krijgstucht in het leger
bestaat niet. De minister kan dit ten stelligste
verklaren. Doch de opvatting van hetgeen onder
krijgstucht verstaan moet worden, is naar den
geest des tijds veranderd en minder streng dan
vroeger; heeft dit zijn goede zijde, het kan licht
tot verslapping van die tucht voeren. Hiertegen
dient met kracht gewaakt te worden, en de ver
tegenwoordiging kan er op rekenen, dat de minis
ter niet zal nalaten die kracht aan te wenden
waar het te pas komt.
Erkennende, dat in het leger werkelijk veel
misbruik wordt gemaakt van sterken drank, con
stateert de minister evenwel dat dronkenschap
meer wordt aangetroffen buiten het leger, bij per
sonen die met den militair kunnen worden gelijk
gesteld, dan in het leger.
Genezing is mogelijk door, naast de straf, te
stellen de voor de nand liggende middelen ter
verbetering: de kazernen moeten een aangenamer
verblijf, een eigen haard worden voor den soldaat
hem moet de gelegenheid verschaft worden om
den tijd van den dag, waarin hij geen dienstza
ken behoeft te verrichten, arbeidzaam en nuttig
door te brengen; hem moet goed onderwijs gege
ven worden.
In plaats van het munitiebrood zal ander brood
van betere hoedanigheid aan den militair worden
verstrekt, terwijl hem ook overigens beter voedsel
zal worden gegeven. De kosten daarvan komen
voor rekening van 's lands kas.
Aan verplaatsing of inkrimping der werkplaatsen
te Delft, kan in de eerste jaren volstrekt niet
worden gedacht.
Vóór het einde van dit jaar zal de aanbesteding
van torpedo's plaats hebben. Zij zijn bestemd tot
versperring van het Schulpegat, de haven van het
Nieuwediep en het Haringvliet.
Tegen de verplaatsing der Kon. militaire acade
mie van Breda naar Utrecht, bestaan groote finan-
cieele en andere bezwaren.
De minister is voornemens te Amersfoort eene
kazerne en eene infirmerie te doen bouwen.
Met de plannen van zijn voorganger omtrent
de quaestie der kazerneering kan de minister zich
niet vereenigen. Dit onderwerp moet naar een
vast, goed doordacht plan behandeld en teneinde
gebracht worden.
De resultaten van het onderzoek naar den toe
stand van al de bestaande kazernes afwachtende,
stelt de minister zich voor de zoogenaamde goede
kazernes tot werkelijk goede te maken; de zoo
danige, die nog tot goede zijn in te richten, in
den vereischten toestand te brengen, en de slechte
te doen vervangen door nieuwe daar waar zij
zeker noodig zullen zijn.
geheele bezitting, indien ik hertrouwde, op Mild
red zou overgaan.
„Deze ontdekking deed al de booze driften in
mijn hart weêr ontwaken en ik besloot haar op
dezelfde wijze uit den weg te ruimen als ik haar
vader hadgedaan.
„Daar ik het middel bezat om mijn snoode plan
ten uitvoer te brengen, vertraagde ik er niet meê.
Gij waart er bij, mijnheer, toen ik het vergif onbe
merkt in haar wijn goot, en ge zult u nog wel
herinneren hoe spoedig het zijne uitwerking deed."
„Ik herinner mij, dat zij plotseling ongesteld
werd na het drinken van een glas champagne,"
gaf hij met eeD blik van afgrijzen ten antwoord,
„maar ik had geen Vermoeden, evenmin als iemand
anders in het gezelschap, dat de wijn vergiftigd was."
„Zij herstelde er van," hervatte Theresa hare
bekentenis, „en alles zou nog goed zijn gegaan,
had ik maar weerstand kunnen bieden aan de
ontzettende verzoeking die mij bevangen had;
doch ik bezweek er voor.
„Wederom wist ik haar vergif toe te dienen en
een nieuwe aanval volgde. Dokter Spencer werd
ontboden en nu kon hij zich in de verschijnselen
niet vergissen. De misdaad werd ontdekt en de
verdenking op mij gericht. Daar het vergif in
mijn bezit werd gevonden, was mijne schuld
bewezen."