119e Jaargang. N°. 279. 1876. Vrijdag 24 November. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlyke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën i 20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite C°. te Brussel en Parijs. Middelburg, 23 November. FEUILLETON- Chetwynd Calverley. 0 n d e r w ij s, Kerknieuws. Marine en leger. Rechtzaken. IIHIËLStlKtiSCIlK 1 De Middelburgsche kamer van koophandel en fabrieken heeft zich verdienstelijk gemaakt door de grieven, welke door het reizend publiek tegen de exploitatie der Zeeuwsche spoorweg- lijn gekoesterd worden, in een adres samen te vatten en ter kennis van den minister van bin- nenlandsche zaken te brengen. Wij hopen dat de natuurlijk eenigszins droge inhoud, van dat adres en van zijne bijlagen, welke wij hierachter mede- deelen, niemand onzer lezers zal afschrikken er kennis van te nemen. Men vindt hier, onder den preciesen vorm van cijfers en feiten, de duizen derlei onaangenaamheden, teleurstellingen en scha den opgesomd, welke door het dagelijks te laat aankomen der treinen niet slechts aan de reizigers, maar bijna aan ieder worden toegebracht. Het op tijd aankomen van een trein is niet meer regel, maar zeldzame uitzondering geworden. Alleen door met feiten, gelijk de kamer van koophandel gedaan heeft, aan te toonen dat de klachten gegrond zijn, mag men hoop koesteren op verbe tering. Het is een waarlijk algemeen belang dat de Middelburgsche kamer behartigd heeft en haar komt de dank van alle belanghebbenden voor hare zorg en werkzaamheid in dit opzicht toe. Wij herinneren den kiesgerechtigden voor de kamer van koophandel en fabrieken alhier, dat morgen (Vrijdag) tusschen des voormiddags 10 en des namiddags 1 uur op het raadhuis de inlevering moet plaats hebben der stembiljetten voor de verkiezing van zes leden dier kamer, ter vervulling der vacatures ontstaande door de perio dieke aftreding van de heeren: Gr. J. Sprenger, J. H. Snijders, P. F. Jj van Burg, B. A. Fokker, mr. Gr. N. de Stoppelaar en H. P. den Bouwmeester. Laatstgenoemde verlangt niet meer in aanmerking te komen. Volgens de Vliss. Ct. waren er in de maand September jl. in de gemeente Vlissingen geplaatst 3000 aandeelen, vertegenwoordigende eene som van f T500, in verboden loterijen. Onder die loterijen behoorde ook eene te Kralingen gevestigde vereeniging, tegen wier directeuren thans door de politie proces-verbaal is opgemaakt, en welke tot doel heette te hebben haren deelnemers, tegen eene bijdrage van 5 cent per week, de fraaiste meu belen, huissiexaden enz. te verschaffen. Daar het weinig schijnt te baten of deze dingen 64 Naar het Engelsch van W. Harrison Ainsworth. BOEK VI. De bepaling1 in Calverley's testament. Vervolg.) De rampzalige vrouw deed eene poging om te spreken, doch was buiten maeht een woord te uiten. „Daar gij de beschuldiging niet tegenspreekt houd ik u voor schuldig," vervolgde hij. „Ik ben schuldig," sprak zij nu; „tweemaal heb ik het getracht." „Tweemaal!" riep Chetwynd uit. „Hadt ge dan geen erbarming met haar?" „Neen," zei Theresa„mijn hart was verstokt. Zij stond mij in den weg en ik aarzelde niet haar daaruit te verwijderen." „Ontzettendriep Chetwynd. „Maar uw moord dadige toeleg is misluktzij zal herstellen." „Ge zult me niet gelooven als ik zeg, dat het mij verheugt dit te hooren," hernam Theresa„en toch is het zoo. Het helsehe vuur, dat een tijd lang in mijne borst zoo hevig brandde, is uitgedoofd. Ik had aan de inblazingen van den booze het in de couranten worden bekend gemaakt, dewijl de lieden die de slachtoffers van zulke bedriege rgen worden óf niet kunnen lezen, óf geen cou ranten onder de oogen krijgen, óf aan het ge schreven woord niet genoeg waarde hechten, vestigen wij op dit onderwerp de aandacht dier vrienden des volks, die door mondelinge voordrach ten de kennis en de ontwikkeling der arbeidende klasse trachten te bevorderen. Zij althans zijn bijna zeker onder hunne toehoorders er eenige aan te treffen, die aan de loterij -afzetters hunne zuur verdiende penningen ten offer brengen, of die althans in de gelegenheid zijn hunne vrienden en kennissen tegen zulke wolven in schaapsvacht te waarschuwen. Wij geven daarom als stof voor eene volksvoordracht in overweging„1° Het verderfelijke van loterijen in 't algemeen, in tegen stelling met de door eerlijken arbeid verkregen winst. 2° Aard en samenstelling dier vereenigin- gen, welke onder den naam van loterijen, het in de laatste jaren op de beurs vooral van den Nederland- schen werkman aanleggen." Dit laatste onderwerp moet door voorbeelden uit de rechtspleging der laatste jaren gemakkelijk op te helderen zijn, daar o. a. voor de Rotterdamsche rechtbank her haaldelijk dergelijke zwendelarij-processen behan deld zijn. In den gemeenteraad van Ovezand is eene vacature ontstaan door het overlijden van den heer J. A. Rijk. Bij de op 14 dezer plaats gehad hebbende ver kiezing voor een lid van den raad der gemeente Westdorpe in vervanging van wijlen den heer J. Roomsis met 18 van de 21 ingekomen stemmen gekozen de heer F. A. Willaert. De Staats courant van heden bevat het konink lijk besluit van 7 dezer, houdende nadere be palingen tot vereenvoudiging der formaliteiten, in acht te nemen bij het in-, uit- en doorvoeren van goederen over entrepot. Bij beschikking van den minister van financiën is bepaald dat de navolgende ambtenaren bij de administratie der posterijen hunne functiën zullen uitoefenen als volgt: de commiezen le klasse: N. J. A. C. S wellen- grebel ten postkantore te 's Gravenhage; C. M. HeDnequin ten postkantore te Amsterdam; de commiezen 2e klasse: J. Hoef hamer ten post kantore te AmsterdamI. M. I. Bast ten postkan tore te Hoorn; W. F. G L. Koppen ten spoor - weg-postkantore n° 2; jhr. A. H. I. Bowier ten postkantore te Dordrecht; G. Koppen ten post kantore te Zwolle; oor geleend en mijne ziel aan hem verkocht voor wereldsche grootheid, die mij nn niet zal baten. Als ik kon zou ik om Mildred's herstel bidden; maar de hemel zou niet naar mij hooren." „Gij kunt niet oordeelen over de mate van barmhartigheid des hemels. Als uw berouw op recht is, bestaat er ook voor u vergiffenis." „Helaas, ik heb al te zwaar gezondigd! Ik heb geen hoop voor de toekomst, maar ik heb boete trachten te doen voor mijne misdaden." „Op welke wijze?" vroeg Chetwynd. „Door de geheele bezitting terug te geven, die ik aan u en nwe zuster onrechtmatig ontnomen heb. Daar ligt mijn testament," vervolgde zij, op dat stuk wijzende. „Als gij het leest zult ge zien wat ik gedaan heb eu geloof ik dat ge er over tevreden zult zijn." Chetwynd staarde haar verbaasd aan en twijfelde bijna of hij wel goed verstaan had. „Overtuig u, dat ik de waarheid gesproken heb," zeide zij. Hij vouwde op dien aandrang het testament open en liet zijn oog over don inhoud gaan on derwijl zij van haar kant den blik op hem geves tigd hield. „Ik zie dat het uw eigen schrift is," merkte hij aan. „Maar ziet, ge, dat ik mijne geheele bezitting, met uitzondering van eenige legaten, aan u en Mildred vermaakt heb „Ja," antwoordde hij. Hebt ge er verder op gelet, dat ik u en uw de commiezen 3e klasseP. M. Caland ten post kan ton; te jlordreeht; F. T. Rooth ten postkantore te Nijmegen; G. de Wit ten postkantore te Dord recht H. C. de Maree ten postkantore te Rotterdam; E. J. K. van Lidth de Jeude ten postkantore te Amsterdam de commiezen 4e klasse*. F. P. H. van der Schrieck ten postkantore te 's Gravenhage; J. A. van de Velde ten postkantore te Rotterdam; P. Duitgenius ten postkantore te Amsterdam; B. L. van Tienen ten postkantore te Amersfoort; H. J, C. Jansen ten postkantore te LeidenF. G. van der Ramkorst de Brouwer, ten postkantore te Leeuwarden; de surnumerairs: H. Houwink ten postkantore te MeppelG. W. van Rossum ten postkantore te Delft; W. I. P. Kroef ten postkantore te Gorin- chemJ. G. van Nauta Lemke ten postkantore te Amsterdam; E. T. J. P. Neomagus ten postkantore te Breda; B. J. R. Rasch ten postkantore te Harderwijk; R. G. Graadt van Roggen ten post kantore te HaarlemM. Zandee voorloopig te Goes; J. Woltersom voorloopig te Assen; H. Tjebbes voorloopig te Oldenzaal. Het Utr. Dagblad ontvangt uit 's Gravenhage de bevestiging van het door ons uit de Amst. Ct. overgenomen bericht, ingevolge hetwelk de heeren J. en J. S. Bos, L. graaf van Bijlandt, J. W. Cramer, August Hendrichs en graaf van Randwijck, die de plannen ter droogmaking en in cultuur brenging van het zuidelijk gedeelte der Zuiderzee ontworpen en bearbeid hebben, opnieuw het gouvernement hebben aangezocht hun alsnog 'con cessie te verleenen ter uitvoering van hunne plannen. „Dit aanzoek, zoo schrijft men, was vergezeld van een schrijven van eene der eerste financieele instellingen van Frankrijk aan genoemde concessie aanvragers, bij hetwelk, op nauwkeurig omschreven voorwaarden, deze instelling, die eene machtige financieele groep vertegenwoordigt, zich verbindt tot het storten in 's rijks kas van eene garantie van een hoogst aanzienlijk bedrag en tot het ver schaffen van al het voor deze grootsche onder neming vereischte kapitaal." De berichtgever voegt daarbij „dat met groote belangstelling van die voorwaarden kennis ïs genomen en dat van bevoegde zijde erkend wordt dat door de thans ingediende voorstellen do bedenkingen opgeheven zijn, die indertijd tegen het verleenen van concessie geopperd werden." Het telegrafisch bericht der zitting van de tweede kamer van gisteren, dat te 3 u. 50 des namiddags aan ons adres uit den Haag verzonden werd, is niet te Middelburg aangekomen. Wij geven daarom heden een overzicht der gisteren vriend Bridgnorth Charlton tot executeuren heb benoemd?" „Ja." „Zijt ge nu tevreden?" Hij gaf geen antwoord. „Antwoordt gij niet?" „Ge hebt mij zoo dikwijls misleid en zoudt het weêr kunnen doen," sprak hij. Zij slaakte eene soort van kreet, maar zei toen: „Ik kan u uwe ongeloovigheid niet envel duiden. Maar houd het testament bij u en bewaar het goed het zal spoedig in werking treden." „Ik geloof, dat ik dien duisteren wenk maar al te goed begrijp," zei Chetwynd; „gij hebt vergif ingenomen." „Yraag niet verder," hernam zij„'t is het best, dat ge in onwetendheid blijft verkeeren." „Er moet dadelijk hulp aangebracht worden!" riep hij uit. „Zóo moet ge niet sterven!" „Niets kan mij meer redden," gaf zij ten antwoord. „Ge weigert toch geen geestelijken bijstand?" riep hij haastig. „Dominè Massey is bij Mildred; wilt ge hem spreken?" „Ja," antwoordde zij. „Zend hem hier zend hem spoedig, of het zou te laat kunnen zijn." Chetwynd ijlde heen en kwam binnen eenige oogenblikken met den predikant terug. De heer Massey was reeds onderricht waarvoor hij geroepen werd en sloeg een blik van diep mede lijden op de stervende vrouw. „Wij moeten alleen zijn en ongestoord blijven," fluisterde hij Chetwynd toe. gevoerde aanvankelijke beraadslagingen over de muntwet. Naar de oorzaak van het niet-bezorgen der dépêche zal een onderzoek worden ingesteld. Naar men verneemt, is het ontwerp tot regeling van het lager onderwijs weinige dagen geleden door den raad van state aan de regeering terug gezonden, en zal het dus nu binnen kort bij de tweede kamer worden ingediend. Door de kamer van koophandel te Amsterdam is o. a. besloten, aan den minister van binnenland- sche zaken een adres te zenden met het verzoek om in het aan te leggen spoorwegnet nog op te nemen een directe verbinding van Amsterdam met de haven van IJmuiden. Voorts om de aandacht van den minister van financiën te vestigen op de slechte postverbinding tusschen Nederland en België en Nederland en Engeland. Aan de openbare school voor lager en meer uitgebreid lager onderwijs te Brouwershaven, is benoemd de heer G. Huisman, thans hulponder wijzer te Leerdam. Den 22ra dezer is te Biervliet bij de N. H. gemeente beroepen de heer H. J. Meerburg Snaren- berg, candidaat bij het prov. kerkbestuur van Zeeland. Blijkens een bij het departement van marine ont vangen telegram is Zr. M8. schroefstoomschip Prinses Maria, onder bevel van den kapitein-luitenant ter zee C. J. Smith, den 21cn dezer te Gibraltar aangekomen en zou den volgenden dag de reis voortzetten. Aan boord is alles wel. In de Staats-courant van heden is opgenomen het aan den minister van oorlog uitgebracht verslag omtrent het examen voor de 2e luite nants der artillerie en genie, gedetacheerd aan de applicatieschool, en het eind-examen van de cadet ten van het 2e studiejaar aan de koninklijke mili taire academie, opgemaakt in voldoening aan art. 8 der wet van den 17en Juli 1869 (Staatsblad n° 141) door de commissie benoemd bij Zr. M8. besluit van den 22en Mei 1876, n° 19. De arrondissements-rechtbank alhier heeft heden I. de V. en J. D. te Breskens, die in „Ik zal buiten de deur de wacht houden," antwoordde deze. „Er zal niemand binnenkomen." En met een meêwarigen blik op Theresa verliet hij het vertrek. XXIII. SIR BRIDGNORTH VRAAGT DE HAND VAN LADY THICKNESSE EN VERKRIJGT DIE. Dien morgen had sir Bridgnorth, zooals wij reeds vroeger zeiden, aangeboden lady Thicknesse naar Brackley Hall te rijdenen daar mevrouw Calverley niet te voorschijn kwam en er ter zake van Mildred's ziekte geen andere schikkingen ge maakt waren, nam zij het voorstel gaarne aan, met de heimelijke hoop, dat er nog een voorstel van een anderen aard op zou volgen. Het open baar aangegeven doel was den dag bij hare zuster lady Barfleur te gaan doorbrengen en des avonds tegen den tijd van het diner terug te keeren. Alles liet zich goed aanzien. Het weêr was mooi en ,toen sir Bridgnorth haar in het rijtuig hielp, drukte hij hare hand op eene wijze, die genoegzaam van zijne gevoelens getuigde. Zijne houding en gesprekken, toen de rit aan gevangen was, lieten geen twijfel meer over. Hij sprak zachter en boog het hoofd als hij zich tot haar richtte, zoodat hetgeen hij zeide niet verstaan kon worden door de twee rijknechts die achterop zaten. Wordt vervolgd..)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 1