Telegraphische berichten.
Benoemingen en besluiten.
Kerknieuw s.
Marine en leger.
Rechtzaken.
politiek gediend heeft, gerust. Gisteren bracht de
heer Hartsen het weder ter sprake. Dezen minis
ter van koloniën vooral, die eene zoo bedenkelijke
neiging tot de „sloopers-politiek" aan den dag
legt, wilde hij de noodzakelijkheid van handhaving
der gouvernements-koffie-cultuur, met welke onze
koloniale (en Nederlandsche) financiën immers
staan of vallen, op het harte binden.
En de minister van koloniën stelde den con
servatieven redenaar volkomen gerust. Aan de
gouvernements-koffie-cultuur zal geen haar gekrenkt
worden. Mocht het stelsel van den minister Fransen
van de Putte, dat ten doel heeft de koffie-cultuur
op Java langzamerhand tot eene volks-cultuur in
den eigenlijken zin des woords te maken, algemeen
toepassing vinden, zooals in een besluit der Indi
sche regeering van 26 Mei 1875 aanbevolen wordt,
dan zou er misschien noodzakelijkheid ontstaan
om art. 56 van het regeerings-reglement te wijzigen,
of dan zou men althans over de vijf overgangs
alinea's zoo goed als heengesprongen en op eens
aan de slot-paragraaf beland zijn. Maar zoo ver,
verklaarde de minister, was men nog lang
niet.
Nu was de heer Hartsen, die gisteren ondanks
de gebleken conversie van den minister tot de
conversie, tóch te vreden was geweest, contenter
dan ooit. De koffie-eultuur, die de conservatieven
als hun laatst palladium zich toeëigenen, was dan
toch veilig. En daar de heer Duijmaer van Twist
waarschijnlijk evenmin als de conservatiefste aller
conservatieven kans zou zien om eene Indische
(of Nederlandsche) begrooting te doen sluiten
zonder koffie-cultuur, verklaarde ook deze zich
voldaan. Zoo gebeurde het dat de Indische be
grooting van den heer Alting Mees, die in de
tweede kamer het geheeie batailUn sacrê der
conservatieven tegen zich in opstand had gezien,
in de eerste kamer met eenparigheid werd aange
nomen.
De coöperatie-wet heeft in onze wetgevende
vergaderingen, die anders door grappigheid juist
niet uitmunten, reeds tot verscheidene aardigheden
aanleiding gegeven, 'tls zoo'n dankbaar onder
werp, die „coöperatie" tusschen minister en staten-
generaal, om te zamen de coöperatie te regelen.
Dé minister van justitie bedacht er gisteren een
nieuwe variant op, welke ons niet de minst gees
tige toeschijnt. Hij noemde de wet „de Neder
landsche conversie van het individueel in het
communaal bezit." Na een korte woordenwisseling
tnsschen de heeren Hein en Pické, voornamelijk
loopende over de aansprakelijkheid der leden van
de coöperatieve vereenigingen, en na eenige op
helderingen van den minister, werd ook deze wet
met algemeene stemmen aangenomen.
Met deze gewichtige beslissing wenschen wij
het land, de regeering en de staten-generaal geluk
Aan de bereidwilligheid der tweede kamer om met
de regeering deze wet tot stand te helpen brengen
is in deze veel te danken geweest. De toestand
der coöperatieve vereenigingen is thans geregeld,
eene wettelijke definitie is van deze lichamen
gegeven, er is een einde gekomen aan de dubbel
zinnigheid of zij als corperatiën dan als vennoot
schappen te beschouwen zijn en uitdrukkelijk be
slist dat zij als rechtspersoon optreden. Ook is
de aansprakelijkheid van bestuurders en leden ge
regeld, .en nauwkeurig aangewezen wat de akte
van oprichting moet bevatten, waardoor de noodige
waarborgen voor openbaarheid en afdoende controle
door de belanghebbenden zijn verkregen.
Ongetwijfeld zullen in de toekomst nog wel
leemten in de wet kunnen aangewezen worden.
Maar niettemin kan deze wet, voor welker ontstaan
de liberale partij en den minister van justitie ge
lijkelijk onze dank toekomt, de eerste wegens
haar oprechte samenwerking, zonder op de politieke
richting der tegenwoordige regeering te letten, de
tweede wegens zijne uitnemende leiding van de
debatten in de tweede kamer, eene belangrijke
„Dat kan ik ook niet doen," zei Rose, „want
ik heb het fieschje moeten terugbrengen."
„Onthoud dat, mijnheer," ze! Norris.
„Wat moet onthouden worden vroeg
Rose.
„Sla maar geen acht op Norris," zei Chetwynd,
„keer dadelijk naar mijne zuster terug en blijf bij
haar totdat dokter Spencer komt. Geef haar
verder niets, en laat mevrouw Calverley niet bij
haar komen, als gij er iets aan kunt doen."
„Onthoud dat!" zei Norris met nadruk.
Rose zag hem verwonderd aan, maar zeide niets.
„Zeg haar dat ik haar iets te zeggen heb en
dezen morgen spreken moet, maar maak haar niet
ongerust," hernam Chetwynd. „Freule Barfleur
is immers bij haar?"
„Ja, mijnheer, en ge kunt zeker zijn dat zij
haar niet verlaten zal," antwoordde Rose. „Ik
zal uwe boodschap aan uwe zuster overbrengen
en uwe voorschriften in acht nemen."
Toen Rose weg was kon Norris zich niet langer
inhouden.
„Nu is het zoo duidelijk als iets, mijnheer,"
'riep hij uit. „De eenige hinderpaal tegen het
huwelijk moet uit den weg geruimd worden. Ziet
ge 'tniet in, mijnheer? Ik doorzie het duidelijk
genoeg. Hce zou zij anders juist nu zoo plotse
ling ziek zijn geworden?"
„Wat gij ook denkt, Norris, verzoek ik u de
zaak voor u te houden, hoe moeielijk u dat val
len moge," zei Chetwynd op een toon van gezag.
„Als gij mij ongehoorzaam zijt, verbeurt ge voor
schrede zijn tot oplossing van het maatschappelijk
vraagstuk in Nederland. Moge de beteekenis dezer
wet tot het volk doordringen en mogen de lagere
klassen onzer maatschappij toonen te beseffen dat
zij voornemens zijn haar te gebruiken als een mid
del om langs den weg van plichtsbetrachting, orde
en vlijt, door onderlinge samenwerking hun stof-
felijken toestand te verbeteren en zich eene ruimere
plaats aan den „maaltijd des levens" te verwerven,
dan zij door enkele inspanning der individueele
krachten immer zouden kunnen verkrijgen.
nota.tussen. Benoemd tot notaris binnen het
arrondissement Leidenter standplaats de gemeente
VoorschotenD. K. J. Schoorcandidaat-notaris
te Amsterdam.
lager onderwijs. Vergunning verleend aan
mejuffrouw M. M. Weissegeboren te Domarad-
zice (Pruisen), om hier te lande lager onderwijs
te geven.
staatsraden. Benoemd tot staatsraad in buiten
gewonen dienst N. Trakranenpresident der Ne
derlandsche Handelmaatschappij.
posterijen. Na afgelegd examen benoemd tot
surnumerair bij het vak der posterijen: W. J. P.
Kroef, wonende te Gorinchem; I. G. van Nauta
Lemke, wonende te Amsterdam; E. T. J. P.
Neomagus, wonende te Breda; B. J. R. Rascb,
wonende te Breda; R. G. Graadt van Roggen,
wonende te Amsterdam M. Zandeewonende te
GoesI. Woltersomwonende te Assenen
H. Tjebbeswonende te Oldenzaal.
Benoemd tot commies der posterijen eerste klasse,
C. M. Hennequin en A. Rijserthans commiezen
tweede klasse; tot commies der posterijen tweede
klasse, H. A. Monhenius, W. F. G. L. Koppen,
P. D. Cöster, jhr. A. A. J. Bowier, P. F. Freu-
denberg, P. Keg Cz.E. A. W. Gamp, G. Kop
pen thans commiezen derde klasse.
marine. Op verzoek eervol ontslag uit den zee
dienst verleend aan den luitenant ter zee 2e klasse
L. Kamphuis Suermondt.
leger. Benoemd bij het wapen der cavalerie
tot len luitenantde 2e luitenant B. W. A. A.
baron van Dedemvan het wapengedetacheerd
bij het leger in Nederlandsch-Indië; bij het 3e
reg. huzaren tot len luitenantde 2e luitenant
W. B. Slotboom, van het korps; bij hot 4 reg.
huzarentot ritmeeester 2e klasse de le luitenant
J. P. Wijnstroomvan het le reg. huzaren tot
len luitenant, de 2e luitenant jh*. C. F. A. Roëll}
van het korps.
Op het zestal ter vervulling der predikant3-vaca-
ture bij de Nederduitsche hervormde gemeente te
Eppenhuizen, prov. Groningen komt o. a, voor L. G.
Geertsema Beekermgh, predikant te Klevers-
kerke.
Beroepen tot predikant bij de Ned. Herv.
gemeente te Breskens de heer Chz. Ynsonides
caudidaat te Welsryp.
De luitenant ter zee le klasse G. J. Buyskes
en de officier van administratie 3e klasse J. F.
van Gelsdorplaatst behoord hebbende tot het
eskader in Oost-Indië en van daar den 8en en
5m dezer in Nederland teruggekeerdzijn met
die data op nonactiviteit gesteld.
In de zitting van het kantongerecht te Mid-
altijd mijne gunst. Zend nu dadelijk om dokter
Spencer, en laat het verdere aan mij over."
„Wees gerust, mijnheer," zei Norm; „ik zal
zwijgen, zoo lang gij 't mij beveelt."
Met die woorden ging hij naar den stal, en
zond dadelijk een knecht te paard af, om dokter
Spencer te ontbieden.
XVI.
CHETWYND DOET EENE MEDEDEELING AAN
SIK BRIDGNORTH.
Vervuld met pijnlijke gedachten en niet wetende
welke maatregelen te nemen, wandelde Chetwynd
voor het huis heen en weêr, toen sir Bridgnorth
Charlton hij hem kwam en, zijne groote ontroering
ziende, op vriendelijken toon vroeg wat er haperde.
Chetwynd had moeite een antwoord te vinden,
omdat hij voor 'toogenblik niet in bijzonderheden
wilde treden; doch hij vertelde hem dat zijne
zuster gedurende den nacht ziek was geworden
en inderdaad zeer ernstig ongesteld scheen. Dit
was voldoende om zijn bezorgdheid te verklaren.
Chetwynd wenschte echter zijn vriend te raad
plegen en ging dus voort
„Ik heb u iets meê te deelen, sir Bridgnorth,
dat u zeker zeer zal verwonderen en u waar
schijnlijk aanleiding zal geven om zekere zaken
uit een geheel ander oogpunt te beschouwen.
Mijne zuster en ik zijn tot nog toe geheel onkundig
delburg, van 13 November jl. zijn de volgende
veroordeelende vonnissen uitgesproken:
Een wegens het zich bevinden op de openbare
straat in kennelijken staat van dronkenschap (te
Middelburg) tot eene boete van /I of een dag
gevangenisstraf; 1 wegens het iemand opzettelijk
werpen met een hard lichaam en dit na binnen
het jaar voor gelijke overtreding te zijn veroordeeld
geweest (te Middelburg) tot eene boete vau drie
gulden of een dag gevangenisstraf; 1 wegens het
iemand opzettelijk werpen met vuiligheden (te
Middelburg) tot eene boete van f 3 of een dag
gevangenisstraf; 1 wegens het door zich aan te bieden
als drager de reizigers aan het spoorwegstation
te Middelburg bemoeielijken tot eene boete van
f 1 of een dag gevangenisstraf; 1 wegens het
schuren van eene stoep, aan den openbaren weg
gelegen, tusschen 12 en 8 uren 's namiddags (te Mid
delburg) tot eene boete van f 3 of een dag gevan
genisstraf; 1 wegens het schuren der straat (te
Middelburg) tot eene boete van f 3 of een dag
gevangenisstraf; 1 wegens 1° het zich bevinden op
de openbare straat in kennelijken staat van dron
kenschap, 2° het rijden met een voertuig over een
klinkerpad buiten volstrekte noodzakelijkheid (te
Middelburg) tot eene boete van 1 voor het le
en van 3 voor het 2e feit of eene gevangenisstraf
van een dag voor elke boete.
De arrondissements-reebtbank alhier heeft
heden drie landbouwers uit Oostkapelle, I. D.,
P. S. en J. R., die op 5 Augustus jl. op een rij
partij in woordentwist geraakten met L. F., toen
zij met hun wagens den weg versperden en
niet wilden doorrijden, en hem slagen en kwetsuren
toebrachtenschuldig verklaard aan het ten laste
gelegde feitwaardoor geene ziekte of beletsel
om te werken is ontstaan, en hen ieder veroor
deeld tot vijftien dagen gevangenisstraf, in een
zame opsluiting te ondergaanbenevens eene
geldboete van 8 en solidair in de kosten.
Erger liep het af met J. R.landbouwersknecht
te Serooskerke, die bij diezelfde gelegenheid op
5 Augustus den bovengenoemden veroordeelde
P. S. zoo hevig met een mes aan zijn linkerarm en
pols verwondde, dat hij tot dusver nog niet is her
steld. De dader is schuldig verklaard aan het moed
willig toebrengen van kwetsuren, waardoor eene
ziekte of beletsel om te werken van meer dan
twintig dagen is ontstaanen veroordeeld tot éen
jaar cellulaire gevangenisstrafalsmede in de
kosten. Tevens is toegewezen de vordering van
de beleedigde partij om schadevergoeding tot een
bedrag van f 149.55.
Van het mede ten laste gelegde geven van een
slag met een flesch is de beklaagde vrijgesproken,
als zijnde dit feit onbewezen.
In de Belgische kamer heeft heden de heer
Jules Malou het woord gevoerd en voorgesteld
een groote parlementaire commissie te benoemen
om een onderzoek in te stellen omtrent eene
hervorming van de kieswet. Het debat zal waar
schijnlijk morgen eindigen met eene beslissing
over dit voorstel.
11 lE" e—
We hebben, zooals onze lezere zich herinneren
zullen, onlangs op gezag van een ander blad
een bericht medegedeeld omtrent eene nieuwe uit
geweest van eene zeer belangrijke bepaling in
mijns vaders testament."
„Wezenlijk riep de baronet uit. „Hoe is dat
mogelijk? En wat is het?"
„Uit een bepaling van het testament blijkt,
dat, als mevrouw Calverley hertrouwt, de geheele
bezitting, die mijn vader haar vermaakt heeft, op
Mildred overgaat."
„Ge doet mij verbaasd staan," zei de baronet.
„En is eene zoo belangrijke bepaling thans pas
opgemerkt? Zulk eene onoplettendheid is moeielijk
te begrijpen."
„Die bepaling," vervolgde Chetwynd, „moet aan
mevrouw Calverley onbekend zijn geweest, of zij
zou het zoo ver met haar engagement niet hebben
laten komen. Maar of zij 't geweten heeft of niet,
een feit is het. En nu komt de belangrijke vraag
is zij werkelijk voornemens met lord Courland te
trouwen
„Daar twijfel ik niet aan," zei sir Bridgnorth.
„Als zij er niet in verhinderd wordt, zal zij hem
trouwen."
„Dan is het even zeker, dat zij de bezitting
zal verspelen, en bovendien geen som voor hem
zal kunnen vastzetten."
„Ja toch; zij heeft eigen vermogen. Dat kan
zij voor hem bestemmen."
„Zeer zeker; maar zal dat voldoende zijn?"
„Dat kan ik niet zeggen," antwoordde de baronet;
„ik ben lord Courland's vertrouwde niet."
„Tot nog toe geloof ik niet, dat zijn lordsehap
in het geheim is genomen."
vinding: de stop'machine, die evenals hare
zuster de naaimachine vermoedelijk eerlang in
vele groote huisgezinnen of publieke inrichtingen
zal worden aangetroffen. Dezer dagen werden
wij door een onzer stadgenootenden heer
A. M. Perquinwerktuigkundige (Lange Sin
gelstraat, N 203), in de gelegenheid gesteld
eene dergelijke in zijn magazijn van naaimachines
voorhanden stopmachine in werking te zien. We
dachten onwillekeurig aan den weinig aanlokke-
lijken arbeid van zoo menige huismoeder, die de
stopnaald vlijtig hanteeren moet als zij de
linnenkast behoorlijk in orde wil houden. Wat
die huismoeder doet of laat doen, doet ook de
nieuwe machine, alleen met dit groote verschil dat
deze met veertien naalden te gelijk werkt, terwijl
gene er slechts éene gebruikten daar iedere naald
der machine twee draden doorhaalt worden dus
acht en twintig draden doorgetrokken, waar de
vrouwelijke hand in den zelfden tijd slechts éen
draad kan doorhalen. Een flink gat wordt door
het kleine en gemakkelijk te behandelen werktuig
binnen een paar minuten gestopt, en wel op eene
wijze die de knapste stopster misschien jaloersch
zou maken. Naar men ons verzekerde is de con
structie der machine zoo eenvoudig en tevens zoo
solide, dat zij nooit detect kan worden. Als bij
het stoppen, vooral in talrijke gezinnen, ook de
spreuk waar is: „tijd is geld", dan zal de prijs
naar wij gelooven voor vele huismoeders geen
beletsel zijn om zich zulk een belangrijk werktuig
aan te schaffen.
De arbeider A. N., Dinsdag op eene hofstede
in den Perponcher-polder bezig zijnde met het
snijden van mangels door middel der machine, had
het ongeluk met zijne hand in de machine te ge
raken, en zich zoodanig te verwonden dat de
hand weldra moest worden afgezet. De genees
kundige hulp werd verleend door de heeren
Persant Snoep, Goemans en van Renterghein.
De heer M. N. de Broekert, geneeskundige
te Wemeldinge, viert Vrijdag den 17-c dezer het
feest zijner 50jarige vestiging in die gemeente.
Bij de inschrijving in de geldleening ten
behoeve der gemeente Dordrecht, groot hoogstens
130.000, rentende 4| pet., is ingeschreven voor een
bedrag van 320.000; waarvan 107.000 boven
pari, f 108.000 a pari, en f 105.000 beneden pari.
De Dordtsche passagiersboot werd Dinsdag
avond te 5 uren, van Rotterdam komende, en in
goed vaarwater, aan stuurboordswal, varende bij
IJselmonde, aan bakboordszijde door de „Telegraaf"
van Antwerpen tot den mast dwars doorgeloopen.
Gelukkig konden al de passagiers worden gered;
beide booten waren echter zwaar beschadigd en
verkeerden in gevaar van te zinken. Zij werden
echter door spoedige, flinke maatregelen vlot gezet.
De lading van de „Telegraaf" bestond uit koffie,
rijst en zeildoek.
Door de rechtbank te Maastricht werd dezer
dagen pater W. uit het Capucijner-klooster te
Leuven veroordeeld tot een geldboete van f 25
of subsidiair gevangenisstraf van drie dagen, omdat
hij een herbergier te Klein-Weert herhaaldelijk bij
de keel gegrepen en tegen den muur geduwd had.
Door de politie te Schoonhoven zijn dezer
dagen van de ter markt gebrachte boter negen
stukken te licht bevonden en in beslag genomen,
en wel vier stukken van Gerrit van Vliet to
Nieuwpoort, en vijf stukken van Aalte Blom, huis
vrouw van Gerrit van Middelkoop, te Langerak
bez. de Lek. Onder levendige toejuichingen van
het publiek werden de aanvoerders, tegen wie
proces-verbaal is opgemaakt, naar het stadhuis
gebracht.
Onlangs heeft bij gelegenheid eener voorstel
ling met het spreekmachine van den heer Faber
te Utrecht de hoogleeraar Donders eene weten
schappelijke uitlegging daarvan gegeven.
De hoogleeraar gaf, te dien einde, een heldere
verklaring van de raenschelijke stem en van de
„Dat behoeft ook niet. Hij moet op zijne eigene
zaken passen, 'tls uwe roeping niet het huwelijk
te beletten, maar veeleer het te bevorderen. Als
mevrouw Calverley voor haar minnaar hare om
standigheden niet uiteenzet, is dit hare zaak. Zij
is eene schrandere vrouw, die hare belangen best
kan waarnemen. Ik zou haar niet in staat geacht
hebben zulk een offer te brengen voor eenig man
ter wereld. Maar zij schijnt werkelijk op lord
Courland verliefd te zijn, of misschien heeft zij
besloten, wat de prijs dan ook zij dien zij er voor
betaalt, een groot huwelijk te doen. Hoe het zij,
haar plan moet niet gedwarsboomd worden."
„Neen, tenzij het blijken mocht dat het slechte
gevolgen hebben zou."
„Het kan geen slechte gevolgen voor Mildred
hebben," hernam de baronet. „Lord Courland zal
waarschijnlijk eene groote teleurstelling gevoelen
als hij bevindt dat de bezitting hem ontgaat
maar dat zal het ergste zijn wat gebeuren kan.
En zoo lord Courland verliest, Charles Danvers
zal er ontzaglijk bij winnen. Wat kunnen de
dingen toch wonderlijk loopen! Ten slotte kan
Charles nog heer van Ouseleroft worden door zijne
vrouw. He, daar komt hij juist aan!" riep hij
uit, den kapitein zieride naderen. „Ik wenschte
dat ik hem kon vertellen welke schitterende voor
uitzichten hij heeft; maar dat mag nog niet."
Wordt vervolgd.)