T
J
Telegraphische berichten,
Kerknieuw s,
Marine en leger,
Kunstnieuws,
S taten-Generaal.
Kamer van koophandel en fabrieken
te Middelburg.
11 v
f
Beroepen bij de N. H. gemeente te Amster
dam de beer E. E. Gewinpredikant te Abcoude.
Benoemd tot kapelaan te IJzendijke, door
den bisschop van Breda, de heer J. B. Kriellaars
en te Hulst de heer F. P. H. M. van Miert.
De luitenant ter zee le klasse G. Doorman,
de luitenants ter zee 2e klasse D. StolpG. C.
OttenA. W. F. C. van Woerden eu A. H. Hoek
water en de officier van administratie 3e klasse
M. C. Hazenberglaatst behoord hebbende tot het
eskader in Oost Indieen van daar den 2™ dezer
in Nederland teruggekeerdzijn met dien datum
op nonactiviteit gesteld.
In de bijvoegsels der Staats-courant van
heden wordt medegedeeld het verslag betrekkelijk
het toelatings-examen tot cadet aan de konink
lijke militaire academie in 1876.
Het les absens ont tort kon zeker zelden met
meer recht worden toegepast dan op hen die
gisteren avond het concert van mejuffrouw Donker
en de heeren Coenen, Völlmar en Hendriks ver
zuimden Tbij te wonen. Tegenover de zoo vaak
gehoorde klacht, dat hier „zoo weinig te doen is"
gaf de slecht bezette concertzaal een zeer geringe
aanmoediging voor vreemde artisten om een reis
naar Middelburg te ondernemen. Op die wijze zal
ons publiek allerminst den tegenzin van kunstenaars
die zich wel op kleiner plaatsen doen hooren,
overwinnen om ook hier op te treden.
Bij die blijkbaar geringe belangstelling zal eene
korte bespreking voldoende geacht worden van de
uitvoering, die over het algemeen het aanwezige
publiek getuigen de herhaalde en langdurige toe
juichingen, die men niet gewoon is onverdiend te
verspillen zeer heeft voldaan.
Bleek uit het eerste nommer van bet programma:
Trio voor piano, viool en violoncel Opus 70 n°. 1 van
Beethoven, reeds dat men hier te^doen had met drie
kunstenaars, ieder hun instrument volkomen meester,
de heer Coenen kwam later als violist meer tot
zijn recht in het concert voor viool van Mendelssohn,
maar vooral in de Fantaizie voor viool van
Vieuxtemps, waarin de kunstenaar eene vaardig
heid, juistheid en keurigheid van uitvoering ont
wikkelde, die zijne hoorders in bewondering brachten.
Voldeed over het geheel het tweede gedeelte
van het programma beter, ook de heer Vöilmar
verwierf meer bijval met het Andante voor violoncel
van Golterman dan met het concertino voor violoncel
van Servais. Hoewel deze jeugdige kunstenaar
reeds veel technische vaardigheid op zijn instru
ment ontwikkelt, overwint hij alle moeilijkheden
nog niet zoo gemakkelijk als de heer Coenen.
Dit gebrek, dat de heer Völlmar ongetwijfeld
bi] voortgezette oefening zal te boven komen,
gepaard met de buitengewone kracht van zijn
instrument, was oorzaak dat zijn spel somtijds dat
echt zangerige miste, waartoe de violoncel zich zoo
bijzonder leent.
Ook mejuffrouw Donker schitterde in het tweede
deel vau het programma met haar krachtige en
melodieuse stem vooral in n°. 6 van het programma,
waarvan wij niet in staat waren den onmogelij ken
titel op het programma te ontcijferen, en overwon
daarmede geheel den niet zoo gunstigen indruk, dien
men omtrent haar stem bij haar eerste optreden
met het Kecitatief en aria uit de „Freischütz" had
verkregentoen zij, wanneer zij zacht zong, bijna
geen toon ontwikkelde. Dat zij aan het slot
driemaal werd terug geroepen, toen zij een ander
veel korter Wiegelied had gezongen dan op het
programma vermeld stondis zeker voldoend
bewijs voor de tevredenheid van het publiek.
En de heer Hendriks dan? Ongelukkig heeft
men dikwijls te weinig aandacht voor den pianist,
die den geheelen avond te spelen en alles te
accompagneeren heeft. Vooral is dit jammer met
een goed kunstenaar als de heer Hendriks en wij
hoorden het dan ook betreuren, dat hij niet een
enkel stuk uitsluitend voor piano heeft gespeeld.
Met het zware instrument dat hij gisterenavond
bespeelde overvleugelde de heer Hendriks zijne
mede-kunstenaars somtijds wel wat al te zeer.
Wij zouden van hem een meer zelfstandig en
een minder overheerschend aandeel hebben ge-
wenscht, maar ongetwijfeld heeft hij recht op
aller lof.
Ten slotte kunnen we de opmerking niet weer
houden hoe betreurenswaardig het is dat beschaafde
kunstenaars, die met recht op den naam van
degelijkheid en ontwikkeling aanspraak maken,
zich laten aankondigen door een programma, dat
krioelt van fouten en somtijds geheel onverstaan
baar is.
Benoemd tot surnumerair bij de posterijen de
heer M. Zandee te Goes.
Heden middag te 12 uren is door het garnizoen
te Amsterdam een groote parade gehouden bij
welke gelegenheid werden uitgereikt de tot
belooning van betoonde dapperheid bij de Atchin-
expeditiën toegekende ridderkruisen van de militaire
Willemsorde aan de le luitenants jhr. W. F. Clifford
Kocq van Breugel en L. Cadet, den sergeant
majoor G. P. C. van Bij ster veld en den marinier
le kl. H. Jansma, allen van het korps mariniers.
De uitreiking werd met eene toepasselijke aan
spraak verricht door den vice admiraal Brutel de la
Eivière, terwijl de luitenant-kolonel Beijën de
parade kommandeerde.
Het nieuwe station van den Rijnspoorweg
te Rotterdam is nog niet afgewerkt, doch in
zooverre voltooid, dat het houten hulpstation is
kunnen ontruimd worden. De wachtkamers der
beide klassen zijn reeds in de vorige week voor
het publiek opengesteld, terwijl het geheele gebouw
in de volgende maand gereed zal wezen.
De redacteur van het sinds korten tijd be
staande weekblad „de Liberaal", mr P. Brooshooft,
vroeger redacteur van het letterkundig weekblad
„de Tolk", zal zich naar Indië begeven óm zich
met de redactie der Samarangsche courant te
belasten.
Volgens een te Amsterdam ontvangen bericht,
is het Hollandsche schip Waalstroom14 Juni 11.
uit Amsterdam vertrokken, beladen met materieel
voor den ontworpen spoorweg van Delagoabaai
naar de Zuid-Afrikaansche republiek te Loreueo
Marques aangekomen.
Met datzelfde schip zijn een zestal werklieden
vertrokken, die het materieel op de plaats van
bestemming in ontvangst nemen, opslaan en in
elkander moeten zetten.
Dat het kafferhoofd Secocceni vrede heeft ge
vraagd, wordt bevestigd, doch president Burgers
heeft dien niet willen aannemen, voor hij het
oogenblik gekomen acht om zijn eischen te stellen.
De volksraad, wélke 27en Sept. 11. uiteen is
gegaan, heeft de oprichting van een permanente
grenspolitie van 250 man toegestaanwaarmede
de president vertrouwt den oorlog spoedig tot een
goed einde te zullen brengen.
Een der onder-kapiteins van Secocoeni is ge
vangen genomen, zoodat het aantal gevangen onder
kapiteins thans reeds zes bedraagt. (A. v. d. D.)
Men zal zich herinneren, dat verleden jaar
op het station te Rome een koffer is gevonden
met het lijk van een joDg meisje. De man, die
beschuldigd wordt deze schandelijke daad te heb
ben gepleegd, zal binnen kort te recht staan.
Hoogstwaarschijnlijk zullen bij de behandeling van
het proces belangrijke of althans romantische en
ook verschrikkelijke onthullingen plaats hebben.
In 1872 toch kwam een monnik Vincenzo Palazzo,
die in Amerika eenig fortuin had verworven, te
Napels aan en nam daar zijn intrek bij de familie
Gazzaro. Het duurde niet lang of hij had eene
liefdesbetrekking aangeknoopt met de schoone
slechts löjarige Guizeppina Gazzaro, maar onze
monnik begon weldra het leven te Napels moede
te worden en deelde zijne maitresse op zekeren
morgen mede, dat hij naar Amerika wilde terug-
keeren. Toen hij des avonds van dien dag te
huis kwam bleek het dat Guizeppina was ver
dwenen en met haar 15,000 franken in bankbil
jetten en andere papieren, die het eigendom van
Palazzo waren. Deze diende een aanklacht tegen
Guizeppina in en daar het niet gelukte haar te
vinden, werd zij bij verstek tot 5 jaren gevange
nisstraf veroordeeld. Over hetgeen sedert |haar
vertrek in 1872 of 73 tot het ontdekken van haar
lijk den 22en September 1875 met haar is voor
gevallen ligt nog een dichte sluier. Op laatst
genoemden dag ontdekte men op het station te
Rome een koffer die een afschuwelijken stank
afgaf en geopend zijnde vond men daarin het dubbel
gevouwen lijk eener vrouwde buik was geopend,
de ingewanden er uitgenomen en in plaats daar
van werk en zout in het lichaam gestopt. De
prachtige haren bedekten bijna het geheele
lichaamde eene schouder was een weinig scheef,
en hieraan vooral had men te danken dat men op
het spoor kwam. Door eene oproeping in de dag
bladen werd de moeder van Guizeppina opmerk
zaam en zij herkende in het vreeseiijk verminkte
lijk, dat reeds tot ontbinding was overgegaanhare
dochter, die eenige jaren geleden was gevlucht.
Nu men de identiteit van het slachtoffer kende
was de vraag wie de moordenaar was. Bij toeval
ontdekte, na tal van vruchtelooze nasporingen,
op zekeren dag in de woning waar zij te Acerra
het laatst had gewoond, de politie eene tasch met
scheurpapier, waaronder een enveloppe met het
adres„M. Salvatore Daniele, strada Madalena, 29."
Door tusschenkomst van de kapster, die Guizep
pina steeds had gekapt, kwam men tot de weten
schap, dat de heer Daniele haar oom was, en een
nader onderzoek leidde tot de zekerheid dat hij
de moordenaar is. Hij schijnt haar eerst alles te
hebben afgezet en zich ten slotte van haar te
hebben ontdaan op eene wijze als eenig is in de
geschiedenis van het crimineel recht.
De prinses Milena Petrowna, gemalin van
prins Nicolaas van Montenegro, wordt in den loop
der volgende week te Napels verwacht, alwaar zij
op raad der geneesheeren den winter zal doorbren
gen.
Voor een van de Parijsche rechtbanken is
thans een merkwaardig proces aanhangig door de
gravin de Montijo, moeder der ex-keizörin Eugenie,
ingesteld tegen eenige Fransche dagbladenla
Tribune, le Peuple, les Droits de l'Homme, le
Siècle, la Petite Republique en le Courier de
l'Aisne, wegens valsche mededeelingen omtrent
de geboorte der ex-keizerin. De eisch is veroor
deeling van ieder der bladen tot betaling
van 10,000 franken voor vergoeding van schaden
en intressen en plaatsing van het vonnis in 10
Parijsche en 20 provinciale bladen. Daar de
eischeres nog eenige documenten uit Spanje wilde
laten komen is de behandeling der zaak op haar
verzoek 8 dagen uitgesteld. De Bonapartisten be
weren dat de mededeelingen der bladen geput zijn
uit een zittingsverslag van het hof van Vallado-
lid in 1831 openbaar gemaakt in de Gazette des
Tribunaux.
In verband hiermede wordt medegedeeld, dat
het van den dag waarop voor het eerst sprake is
geweest van een huwelijk van de gravin de
Montijo met Lodewijk Bonaparte en gedurende het
keizerrijk onmogelijk is geweest in de bibliotheek
Richelieu of eenige andere bibliotheek dat deel
van de Gazette des Tribunaux machtig te worden
waarin de debatten van het proces tusschen generaal
Montijo en zijne vrouw zijn opgenomen. Het
antwoord van de bibliothecarissen was altijd weer:
dat deel is uit. Het compromitteerende deel was
zelfs niet in de bibliotheek der advocaten aanwe
zig; thans is het er voorhanden.
Deze verzameling, die tijdens de commune ver
brandde, is aangevuld door een exemplaar dat door
de erven Liouville is aangeboden. Men verzekert
dat zelfs in het archief van de Gazette des Tribu
naux het bedoelde deel ontbreekt, en het nogtoe onbe
kend is gebleven wie de dader van den diefstal is. Hoe»
wel men niet begrijpt waartoe thans die onthullingen
over het verleden van de gravin de Montijo kun
nen dienen ziet men in Frankrijk de behandeling
van het proces met belangstelling te gemoet.
Bij de aanstaande opening van den Duitschen
rijksdag wacht prins Bismarck een kostbare ver
rassing, nl. een groote bokaal uit kunstig geslepen
glas, voorzien met een deksel van gedreven zilver
in den vorm van een Pruisischen helm, waarop
zich aan de binnenzijde het familiewapen van
den prins bevindt. Het geschenk wordt door den
pachter van den restaurant in het rijksdaggebouw
den prins aangeboden.
Indische begrooting.
In zijne memorie van antwoord op het voorloo-
pig verslag der eerste kamer verklaart de minister
van koloniën:
Omtrent de veel besproken woorden door hem
in de tweede kamer geuit, nopens de conversie
van communaal in individueel bezit, dat van hem
in de eerste tijden niet zijn te wachten maatrege
len van ingrijpenden aard; dat hij niet wil vooruit-
loopen op de toekomst en dat hij aan de zaak
haar natuurlijken loop wenscht te laten.
Indien hij zijne meening niet heeft verborgen,
dat induvidueel bezit boven communaal bezit de
voorkeur verdient, dan heeft hij slechts herhaald
wat vóór hem reeds vele jaren geleden door ver
schillende ministers van koloniën is verklaard
zeer zeker zou het met zijne bedoeling in strijd
zijn, wanneer door het uitspreken van die meening
aanleiding werd gevonden om op den natuurlijken
loop van zaken te anticipeeren.
De minister wil wel erkennen, dat het moeilijk
zou zijn te bewijzen, dat het individueel bezit
overal op Java de oorspronkelijke toestand is
geweest. Hem stond voor den geest wat in ver
schillende Indische rapporten wordt medegedeeld
omtrent den invloed, dien de invoering en de
intrekking van cultures (waarbij over de gronden
der bevolking beschikt werd) op den vorm van
het grondbezit gehad had.
Tot staving van zijn gevoelen beroept de minister
zich op verschillende stukken, terwijl hij ontken
nend antwoordt op de vraag, of de conversie
uadeelig kan werken op de gouvernements-koffie-
cultuur. Waar in verband met deze aangele
genheid door hem gesproken werd van cultures,
had hij het oog op de gouvernements-suikercultuur,
ten behoeve van welke beschikking over de rijst
velden der bevolking noodig is.
De gronden, waarop de minister van oordeel is,
dat de Javaan inderdaad door het individueel
bezit zal worden gebaat, zijn ontleend aan de
geschiedenis, die heeft aangetoond, dat de over
gang van het communaal in individueel bezit,
mits niet ontijdig ingevoerd of van hooger hand
opgedrongen, overal gunstig op den economischen
toestand der bevolking heeft gewerkt.
Tot dusver heeft de conversie plaats gehad met
eenstemmigheid der deelgerechtigden. Later zal
beslist moeten worden, of daaraan moet worden
vastgehouden.
Vergadering van Dinsdag 14 November.
Voorzitter de heer Sprenger.
Afwezig de heer de Bruijne.
Na de arrestatie der notulen van de vorige
bijeenkomst geschiedde mededeeling van ingekomen
stukken, welke voor de leden ter lezing beschikbaar
werden gesteld.
Vervolgens kwam in behandeling een voorstel
van de commissie voor de maand October om aan
den minister van binnenlandsche zaken een adres
te richten, waarbij diens tusschenkomst wordt
ingeroepen bij het nadeel, op handel en verkeer
drukkende, door de onregelmatigheid in den dienst
en door de dienstregeling zelve op de zuiderlijn
der staatsspoorwegen, bepaaldelijk voor het ver
keer met Rotterdam en Amsterdam.
De commissie had een concept-adres opgemaakt,
hetwelk voorgelezenbehandeld en ten slotte met
eenige wijziging goedgekeurd werd.
Aan bedoeld adres, - hetwelk wij later in zijn
geheel aan onze lezers hopen mede te deelen,
ontleenen wij in hoofdzaak het volgende.
De kamer wendt zich direct tot den minister
om de urgentie der zaak en omdat door de exploi-
teerende maatschappijen 's ministers goedkeuring
voor de dienstregelingen verkregen is.
De ongeregelde aankomst der treinen acht zij
ongewettigd. Te meer betreurt zq dit terwijl te
Vlissingen, bepaaldelijk op de havenliju, ontwik
keling van vervoer en van personen-verkeer plaats
heeft, welke aldus niet bevorderd, eerder tegen
gewerkt wordt. Niet alleen 's lands belang wordt
door de ongeregelde aankomst en de onvolledige
dienstregeling geschaad, maar ook de veiligheid
van verkeer wordt bedreigd, vooral bij het gemis
van dubbel spoor; de behoefte hieraan wordt
steeds dringender. Moge het den minister gegeven
worden hierin te voorzien.
Vervolgens wordt in het adres een overzicht
gegeven van het aantal treinen waarmede men
Rotterdam en Amsterdam kan bereiken en omge
keerd van Rotterdam en Amsterdam naar Vlis-
singen.
Met een op de meeste treinen buitensporig op
onthoud te Roosendaal, Breda of Boxtel van o. a.
56 62 106, 57, 81 of 124 minuten, vraagt de
kamer of ten onrechte geklaagd wordt wegens
tijdverlies (uitgezonderd met den sneltrein naar
Vlissingen) over zoodanig spoorwegverkeer. En
dat waar het geldt de communicatie van de zee
haven Vlissingen met de twee groote koopsteden des
rijks; het internationaal verkeer langs eene route
tusschen Nederland en Engeland (Vlissingen
Queenboro-Londen), welke om hare kortheid,
veiligheid en zekerheid druk wordt gebruikt.
De kamer verzoekt den minister het daarheen
te willen leiden dat verbetering van correspondentie
worde aangebracht, vooral dat een sneltrein Roo-
sendaalRotterdam en Boxtel-Utrecht-Amster
dam worde ingelegd, aansluitende met dien van
VlissingenVenlo die te 9.30 vertrektwaardoor
men te 12.56 Rotterdam een uur vroeger dan
thans, te 1.40 Utrechtte2.30 Amsterdam zijnde
145 vroeger dan thanszal kunnen bereiken.
Om bedoelden specialen sneltrein van Roosendaa
in te leggen, kan na aankomst te Roosendaal
1 def LlU VW.ged-Ye1.-Ke»,»
10.57vertrokken worden te 11.18 om te 11.26
te Oudenbosch te kruisen met den van Zevenbergen
komenden trein; aankomst te Zevenbergen te
11.34 (Zwaluwe en Willemsdorp dóór), te Dordt
te 12.3, te Mallegat 12.26, te Rotterdam te 12.56,
in plaats van 2 uur zooals nu.
Voor de correspondentie Vlissingen-Amsterdam
van 'sBosch-Utrecht, kan een speciale sne trem
Boxtel-Utrecht na aankomst van den sneltrein
VlissingenKeulen te 12.23van Boxtel vertrekken
te 12.28 om (Vught door) s Bosch te 12.42,
Utrecht te 1.40 te bereiken (in plaats van 3.1
thans) en te 3.22 per Oosterspoorweg Amsterdam,
in plaats van thans 4.15, doch bij aansluitenden
sneltrein tot Amsterdam te 2.30, zijnde 1. vroeger
"amer merkt op, dat de maildienst tusschen
Vlissingen en Engeland meer aandacht en waar
bij de vaststelling van de
dienstregeling der staatsspoorwegen schijnt bestaan
tè hebben, niettegenstaande de Exploitatie-maat
schappij belangrijke voordeelen doordien maildienst
behaalt en nog meer behalen kan.
Met vrijmoedigheid en vertrouwen vraagt zij
den^ minister om voorziening in de behoefte aan
betere dienstvervulling dooi de verse
exploiteerende maatschappijen en van eene betere
dienstregeling voor het spoorwegverkeer van
VlissingenMiddelburg met Rotterdam en A
sterdam, terwijl zij verbetering voor de gehee
zuiderlijn van het hoogste belang voor den natio-
nalen voorspoed »ob., .00,1 - -
errootsche haven- en spoorwegwerken te Vlissi g
en te Middelburg, waaromtrent de inzichten van
hen die ze in het leven hebben geroepen meer en
meer bevestigd worden.
Bij de over het concept-adres gevoerde beraad
slaging gaf de heer Borsius als zijne meening te
kennendat de conclusie niet genoeg was gepre
ciseerd; aan deze bedenking zal worden tegemoet
g De heer Luteijn wijst op eene belangrijke zaak
welke in het concept niet wordt genoemd, dat
namelijk de Kon. maatschappij ook van Vlissmge
gebruik maakt voor den aanvoer van kolen. j
zou hierop alsnog gewezen willen zien. 0o
hij het wenschelijk achten, dat de door den secie-
taris overgelegde staatjes van te late aankomst
der treinen bij het adres aan den minister gevoegd
WDdeeheer B. A. Fokker merkte op, dat diegaatjes
o-een authentieke stukken zijn, zoodat hij het beter
acht die niet over te leggen, omdat als er e ene fout
I Tis de zaak zelve geheel bedorven wordt. De
heer Luteijn repliceerde hierop, dat hij