1876.
119e Jaargang.
Bonderciag
16 November.
TS
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke rsommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiëns 20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 17 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffitjj C°. Ie Brussel en Parijs.
Bij deze courant behooren twee Bijvoegsels.
Middelburg, 15 November.
FEUILLETONT,
Cheiwynd Calverley.
Benoemingen en besluiten.
0 n d e r vv ij s.
O
MIDDËLBURGSCHE COURANT.
Wij ontvangen den volgenden brief, aan welken
wij gaarne eene plaats gevenin de hoop daardoor
iets bij te brengen tot het tegengaan der onjuiste
berichtenwelke zelfs door onze groote bladen,
die toch beter ingelicht moesten wezenal te
vaak worden opgenomen.
„Waarde heer Eedacteur
„Vergun mij u mede te deelendat het door u
uit de Amst. courant overgenomen bericht, om
trent geschillen tusscben Nederland en België,
aangaande de grens tusschen beide rijken, ont
staan omtrent het niet kunnen uit den weg
ruimen van de moeilijkheid door de daartoe be
noemde internationale commissieen omtrent
het aanwijzen van de heeren Neiszeningenieur
verificateur van het kadaster (te Breda) en de
Cazenavespeciale inspecteur van het kadaster
in België (te Brussel) „om ter plaatse zelve eene
nieuwe en zeer nauwkeurige verificatie te doen,
welke tot grondslag van de nieuwe grensbepaling
zal dienen", van 't begin tot het eind onjuist
en van het geheele bericht geen enkel woord
waar is.
„Er issedert de grensregeling van 1843 nooit
geschil over de rijksgrens tusschen de gouverne
menten van Nederland en België ontstaan. Maar
de juiste grens tusschen de Nederlandsche gemeenten
Koewacht en Overslag, en de BelgischeMoerbeke
en Wachtebekeals welke bij de regeling in 1843
was aan gewezen: het midden van de Kreek,
loopende tusschen de genoemde gemeentenwas
onzeker geworden, tengevolge van de veran
dering welke die Kreek, zoowel door natuurlijke
oorzaken als door 's menschen toedoen had onder
gaan. Van daar moeilijkheden tusschen de aan
weerszijden van die Kreek wonende landbouwers,
vooral ten aanzien van hunne respectieve uitwa-
teringsbelangen.
„Teneinde deze uit den weg te ruimenbenoem
den de beide gouvernementenin Juli des vorigen
jaars, eene internationale commissie, bestaande,
behalve uit de hiervoren genoemde heerenuit
den heer Th. Libbrecht, voorzitter van den
provincialen raad en lid van gedeputeerde staten
van Oost-Vlaanderen te Gent, en den ondergetee-
kende, met den last de onzeker geworden
(onzichtbare) rijksgrens tusschen de genoemde
58
Naar het Engelsch van W. Harrison Aihsivorth.
BOEK VI.
X>e bepaling' in Calverley's
testament.
{Vervolg.)
Op het hooren van die boodschap, rees eene
helsche gedachte in Theresa's brein op.
„Geef baar drie of vier droppels uit dit fleschje,"
antwoordde zij aan de kamenier, haar het vergift
gevende. „Ik heb er juist zelve wat van ge
nomen, want ik gevoel mij ook niet wel. Onthoud
het goed: niet meer dan vier droppels. Pas daar
op. En als ge 'thaar ingegeven hebt, breng mij
dan bet fleschje terug."
„Wilt ge 't niet zelve aan haar geven, mevrouw
vroeg Eose.
„Neen, ik zou liefst mijne kamer niet verlaten,"
was het antwoord. „Houd u maar niet op!"
„Nu zal het gebeuren," dacht Theresa, toen Eose
op haar ontzettenden tocht weg was.
Ofschoon het slechts weinige oogenblikken
duurde eer de kamenier terugkwam, scheen dat
korte tijdsbestek aan Theresa eene eeuw toe. Zij
gemeenten op te sporen en voorstellen te doen
betreffende hare aanwijzing.
„Na meer dan éene samenkomst en na „ter
plaatse zelve eene nauwkeurige verificatie" gedaan
te hebbengelukte het de commissiedank zjj
vooral de uitnemende bekwaamheid van de beide
kadaster-specialiteiten in haar middende onzeker
geworden grens op te sporenin kaart te brengen
en door voorloopige bakens aan te wijzen.
„De beide gouvernementen hebben zich vereenigd
met de voorstellen van de commissievervat in
de processen-verbaal van hare werkzaamheden,
waaronder dat omingeval van goedkeuring der
aanwijzing van de grens, de voorloopig gestelde
bakens door grenspalen te doen vervangenonder
leiding en toezicht van de reeds genoemde kadaster
autoriteiten aan wie alzoo de uitvoering van de
voorstellen der commissie thans is opgedragen.
„Hieruit blijkt derhalve dat in ieder opzicht
bet tegendeel waar is van hetgeen de kwalijk
onderrichte correspondent van de Amst. courant
goedgevonden heeft haar mede te deelen.
„Ontvang enz.
„De voorzitter der commissie voornoemd,
G. A. Fokker."
Een aantal spoortreinen ondervonden gisteren
nog in alle deelen des lands vertraging, tengevolge
der toegebrachte beschadiging aan de wegen door
het omwaaien van telegraafpalen als anderszins.
Ook de telegrafische dienst was bijna naar alle zijden
belemmerd. Yele stoombooten konden niet door
varen tengevolge van den lagen waterstand op de
rivieren.
Hoe lang zal het nog duren eer men de tele
graafdraden onder den grond zal gaan leggen,
wat ook ten opzichte der defensie zulke groote
voordeelen zou hebben? Daardoor zou men althans
voor dit middel van gemeenschap eene storing
als de nu ondervondene voorkomen.
Omtrent de schade welke door de gewoed
hebbende stormen aan het spoor- en teiegraaf-
net zijn aangebracht, leest men o. a. in het
Utr. Dagblad het volgende:
Tusschen Geldermalsen en Bommel zijn de te
legraafpalen over eene lengte van onderscheidene
kilometers om verge waaid, zoodat tot herstelling
der telegrafische gemeenschap eenige dagen zal
noodig zijn. Ook tusschen Botterdam en Breda
was de aangebrachte verwoesting groot; op het
station Roosendaal zijn de ijzeren telegraafpalen
als riet gebogen. Nog nimmer heeft een storm
zulk een algemeene storing in de telegraaflijnen
aangebracht. Voegt men daarbij de ontzaglijke
gladheid van den grond, van de rails, van de
treeplanken der treinen, dan kan men zich een
kon de begeerte bijna niet onderdrukken, om naai
de kamer van haar slachtoffer te gaan.
Ro3e bracht het fleschje terug en Theresa nam
het met bevende vingeren aan.
„Heeft zij het ingenomen?" vroeg zij, op nauwe
lijks hoorbaren toon.
„Ja, mevrouw," antwoordde de kamenier. „Zij
had er veel tegen, maar de freule en ik hebben
haar toch eindelijk overgehaald."
„Daar hebt gij goed aan gedaan," hernam The
resa; „zij zal, voor dat het dag is, weêr beter zijn."
„Ik hoop het," zei Rose. „Maar ge ziet er zelf
zeer ongesteld uit, mevrouw."
„Ik gevoel mij ook in het geheel niet goed,"
was het wederwoord. „Doch let op mij maar niet
en keer naar juffer Calverley terug. Ik hoop,
dat ik nu wat zal kunnen slapen."
Zoodra Eose vertrokken was, sloot Theresa de
deur weder.
Onder den storm van gedachten, die in haar
woedde, behield zij eene soort van kalmte die
haar in staat stelde datgeen te doen, waartoe zij
nu overging.
Zonder een oogenblik te verliezen ontsloot zij
de toiletdoos, plaatste er het fleschje vergift weêr
in, nam er een fleschje uit dat er volkomen op
geleek en inderdaad een opwekkend vocht bevatte,
en sloot alles weêr zorgvuldig af.
Zij bediende er zich daarop zelf van en zette
het fleschje ter plaatse waar het fleschje met ver
gift had gestaan. Alvorens zich ter rust te begeven,
draaide zij het slot der beide deuren weêr terug,
denkbeeld vormen van de moeilijkheden, waarmede
de spoorwegdienst te kampen had, vooral op de
lilaen met enkel spoor, alwaar bij storing van de
telegraaf, de grootst mogelijke voorzichtigheid moet
worden inaehtgenomen om geen botsingen tus
schen de treinen te veroorzaken. Dank zij de
omzichtigheid van het personeel is, voor zooverre
tot heden bekend, alles zonder ongelukken afge-
loopen.
H. M. de koningin is gisteren te San Sebastian
in Spanje aangekomen, alwaar zij werd ontvangen
door den consul van Frankrijk, den burgerlijken
en den militairen gouveneur en het gemeentebestuur.
Na een bezoek aan de citadel en de kerken,
waarbij zij een menigte aalmoezen uitreikte, is
de koningin naar Tolosa vertrokken.
Volgens de Engelsche bladen heeft de prins
van Oranje een bezoek gebracht aan den prins
en de prinses van Wales op San dringham.
Niettegenstaande de verbroken telegraaf ons
sedert twee dagen onkundig liet van het verhan
delde in de eerste kanoer, zijn wij tot ons leed
wezen, wegens gebrek aan plaatsruimte en over
vloed van zaken die niet kunnen wachten, niet
in de gelegenheid onzen lezers een zelfs beknopt
overzicht te geven van het in vele opzichten
belangrijk debat. Wij hopen er later op terug
te komen.
Aangestipt zij dus alleen dat de kamer, na
eergisteren met algemeene stemmen de nieuwe
overeenkomst met de Maatschappij tot exploitatie
van staatsspoorwegen te hebben goedgekeurd, gis
teren tct de behandeling der Indische begrooting
overging. Daarbij werden zeer interessante ophel
deringen gewisseld tusschen den heer Hartsen, als
woordvoerder der conservatieven aan den eenen
kant, de heeren Duymaar van Twist en Pincoffs
van liberale zijde, en de ministers van koloniën
en binnenlandsche zaken.
Wie eenigszins op de hoogte is van den te gen-
woordigen politieken toestand begrijpt reeds waar
over dit debat geloopen heeft. Zachtkens, discree-
telijlc, als een heelmeester die een pijnlijk verband
aflicht, vroeg de heer Hartsen het conservatieve
kabinet om ophelderingen over de liberale conversie
denkbeelden, door den pas opgetreden minister van
koloniën onlangs ontwikkeld. De ministers ant
woordden allerlei dingen, o. a. deze „waarheden
als molensteenen"1° dat het ministerie voorne
mens is het gezag in Indië te handhaven; 2° dat
het ook in Indië het financieel evenwicht zal
bewaren, maar geld zal leenen als het noodig is
3° dat het niet in de Indische gemeentehuishouding
zal ingrijpen op onwettige wijze; 4° dat het alle
wetten en besluiten gematigd zal uitvoeren.
daar zij het raadzaam achtte zich onbezorgd voor
te doen.
Sliep zij inderdaad?
Hoe het mogelijk was kunnen wij niet verklaren,
maar zij had haar hoofd te nauwernood neergelegd
of zij viel in een diepen, gezonden slaap die door
geen droom gestoord werd en tot het aanbreken
van den dag duurde.
XV.
hoe dokter spencer ontboden werd.
De gasten, die te Ouselcroft logeerden, hadden
geen vermoeden van 'tgeen er gedurende den
nacht gebeurd was. Zij genoten eene kalme rust,
zonder eenige gedachte dat er in de naburige ver
trekken eene daad der duisternis gepleegd was.
Niemand had Rose's nachtelijken gang naar de
kamer van mevrouw Calverley gehoord, en daarna
was alles verder stil geweest. Was Mildred beter?
Sliep zij? In ieder geval hielden zij, die bij haar
waren, zich stil.
Toen dus in de talrijke huishouding reeds vroeg
beweging begon te komen, want men had een
buitengewoon drukken dag voor zich, was er geen
alarm van eenigen aard gemaakt.
Beneden had men er niets van vernomen dat
juffer Calverley in den nacht ziek was geworden.
De meiden waren overal bezig en maakten de
kamers in orde voor de ontvangst der gasten, die
een paar uren later voor den dag zouden komen.
Over conversie vernam men niet veel. Maar de
heer Alting Mees nam toch van zijne vroegere
verklaringen niets terug, al gaf hij dan ook de
banale verzekering dat hij niet voornemens is
den overgang van gemeentelijk in persoonlijk
grondbezit van regeeringswege te bevorderen;
wat trouwens door niemand verlangd wordt.
Zoo bevredigend waren de verklaringen des
ministers van koloniën en zoo weinig verontrustend
was het zwijgen van den heer Heemskerk over
de hoofdzaak dat de liberale sprekers zich tevreden
konden verklaren.
En de heer Hartsenwas ook content
Laat ons zijne gemoedsrust niet storen. Een
rechtgeaard conservatief heeft onder dit conserva
tieve ministerie al zooveel te dragen, dat het niet
edelmoedig, laat ons er in 't voorbijgaan bij
voegen, ook niet verstandig, is van een tegen
stander, om 's mans lasten nog te verzwaren.
In de Staats-courant van heden is opgenomen
het aan den minister van binnenlandsche zaken
uitgebracht verslag omtrent het derde congres van
Oriëntalisten, te St. Petersburg.
De Staats courant van heden bevat het konink
lijk besluit van den 20en October jl., bepalende
de plaatsing in het Staatsblad van het tusschen
Nederland en Monaco op 10 Augustus jl. te 'sGra-
venhage gesloten verdrag tot wederkeerige uitle
vering van misdadigers.
In hetzelfde nommer is opgenomen het koninklijk
besluit van den 5en dezer, betreffende vrijstelling
der houders van een getuigschrift, verkregen in
Nederland of in Nederlandsch Indië wegens vol
doend afgelegd eindexamen der hoogere burger
school met -vijfjarigen cursus, van het afleggen van
een nader examen in dezelfde vakken, voor zoover
die bedoeld mochten zijn in de verordeningen op
de benoembaarheid tot bepaalde ambten of bedie
ningen in Nederlandsch Indië.
entrepot-dok. Opnieuw voor vier jaren benoemd
tot directeur van het entrepot dok te Amsterdam,
belast met de dagelijksche leiding der zaken,
J. G. Matthes aldaarmet ingang van 1 Januari
1877.
Bij de akte examens voor middelbaar onder
wijs is o. a. toegelaten voor geschiedenis de heer
A. J. G. Paardekooperleeraar in het Neder
landsch de geschiedenis en het Fransch aan de
rijks hoogere burgerschool alhier.
Rose had den vorigen avond aan Harry Netter-
ville beloofd, dat zij 's morgens te zes uren in
den tuin zou komen om eene wandeling met hem
te doendoch ofschoon het een heerlijke ochtend
stond was kwam de jonge dame niet opdagen, tot
onuitsprekelijke teleurstelling van Harry.
Monsieur Zephyrus was gelukkiger. Laura had
ook van hare zijde beloofd vroeg op het pad te
komen, en zij hield haar woord.
Zij moest reeds zeer vroeg op zijn geweest, want
zij had zichtbare zorg aan haar toilet besteed.
Zephyrus was verrukt over haar uitzicht en costuum
en maakte haar in 't Fransch een aantal
hoogdravende complimenten, welke zij wist dat
juist niet veel te beteekenen hadden. Maar 't was
ontegenzeggelijk, dat zij er allerliefst uitzag.
Het paar bleef niet lang in het opene gedeelte
van den tuin, maar zocht meer afgelegen laantjes
op. Zij waren daarin echter nog niet ver, toen
zij een ander paar zagen aankomen, waarin zij
dadelijk Tom Tankard en Clarisse herkenden.
Men wisselde groeten in den deftigsten stijl,
roemde de schoonheid van den morgen en weidde
over het verrukkelijk gezang der vogelen uit,
doch toen men van elkander zou gaan, achtte Laura
bet wenschelijk Tom een vriendschappelijken raad
te geven.
„Als ge uw vader niet wilt ontmoeten," sprak
zij, „raad ik u het grasperk te vermijden. Hij
wandelt daar met mijnheer Higgins en onzen ouden
holmeester mijnheer Norris."
{Wordt vervolgd.)