Telegraphische berichten,
HSmdjtea.
Benoemingen en besluiten.
0 n d e r w ij s.
Kerknieuw s.
Landbouw.
Marine en leger.
Rechtzaken.
vele gevallen zelf het grootste geldelijk belang bij
de slavernij hadden.
Van meer belang is echter de uiting der gevoe
lens van de vrijgemaakten zeiven, welke zij niet
n gebreke bleven bij verschillende gelegenheden
te doen hooren.
„Bij mijne terugkomst van Si-Pirok te Padang-
Sidempoean schrijft de gouverneur, verzocht
een deputatie van gewezen slaven mij te mogen
spreken. Vergezeld van een groot aantal hunner
lotgenooten bodenzij mij als huldeblijk een kar
bouw, een zakje rijst en eenige klappers aan.
„De djaksa van Padang-Sidempoean was door
hen tot woordvoerder gekozen, nadat zij zorgvul
dig de punten hadden overwogen, die zouden
worden besproken.
„Daaronder was in het oog vallend, dat zij de
rechtmatigheid van het bestaan der slavernij ont
kenden en verklaarden door slaaf te blijven zich
slechts in het onvermijdelijke te hebben geschikt,
en dat zij oprecht beloofden thans, nu zij vrij
waren, het onrecht, hun door hunne vroegere
meesters aangedaan, niet op hen te zullen wreken,
maar als rustige ingezetenen aan het gouverne
ment te zullen toonen, dat zij alleszins de gunst
waardig waren, die hun was betoond.
„Zeer sterk uitten al de slaven hunne dank
baarheid, en de geestdiift werd algemeen toen ik
aan de leden der deputatie, na hunne toespraak
te hebben beantwoord, de hand reikte en daardoor
het openbaar blijk gaf, dat ik hen geheel en al
beschouwde als gelijkstaande met elk ander inge
zeten.
„Men verdrong zich om mij heen en zelfs kleine
kinderen werden aangebracht als om te doen blij
ken, dat de vrijmaking der slaven voor hen inder
daad van het hoogste gewicht was en dat allen
dit gevoelden."
„Dat de vrijmaking ernstig gemeend is, daarvan
is men overtuigd.
„De slaven achten zich geheel gelijk aan hunne
vroegere meesters en staan op hunne rechten.
„Daarom hebben de meesten hunne eigenaars
verlaten om onmiddellijk geheel voor eigen reke
ning, onbebouwde gronden te ontginnen.
„Een aardig voorbeeld van het gevoel van ge
lijkheid, dat hen thans bezielt, gaf een jeugdige
Mandelinger, die gebruik maakte van een oogen-
blik, waarop ik, reizende, van paard verwisselde
om mij zijn beklag te doen dat hij op een meisje
verliefd was, maar dat haar vader hem hare hand
weigerde omdat hij vroeger slaaf was geweest.
Hij riep mijne tusschenkomst in om dien vader
tot andere gedachten te brengen, daar ik toch
had verklaard dat er thans geen slaven meer be
stonden en allen in gelijke mate vrij waren.
„Yan de voormalige meesters in de residentie
Tapanoeli hebben verscheidene aanzienlijke som
men gelds voor den verkoop van hunne slaven in
handen gekregen. De meesten hebben zich daar
voor vee aangeschaft, zoodat de prijs er van dade
lijk aanzienlijk steeg. Door deze vermeerdering
van veestapel zal de welvaart der bevolking spoe
dig toenemen."
Bestaat er in alle opzichten reden om Nederland
geluk te wenschen met iederen maatregel, door
welke de smet der slavernij van ons koloniaal be
heer wordt weggenomen, dubbele aanleiding tot
tevredenheid hebben wij waar deze toepassing der
vrijzinnige beginselen eene bevolking betreft, zoo
tot zelfstandigheid geschikt en tot ontwikkeling
geroepen, als die van Midden- en Noordelijk Su
matra.
eebste kameb.
Gekozen tot voorzitters der afdeelingen de heeren
van Aylva, Cremers, Sassen, Hengst; tot rapporteurs
Dit was de oude Tankard. Hij had aan Chet-
wynd geschreven dat hij met zijn vriend Higgins
zou komen en hoopte dat dit niet onbescheiden
zou gevonden worden.
Chetwynd ging dadelijk met dien brief naar
Norris, en deze, die blijde was dat hij met Higgins
kennis zou maken, zet dat hij zorgen zou dat er
slaapplaatsen waren voor dat gewichtig personage
en voor Tankard, om niet te spreken van Harry
Netterville, Tom Tankard eu Zephyrus.
Met zulk een gezelschap beneden, scheen het
wel waarschijnlijk dat de partij van Belgrave
Square op Ouselcroft herhaald zou worden.
Na uitgerekend te hebben met welken trein lady
Thicknesse noodzakelijk moest komen, ging me
vrouw Calverley met haar rijtuig die dame aan
het station afhalen.
De bagage, die nog al omslachtig was, kwam
met Zephyrus, Higgins en Tankard in een afzon
derlijken omnibus.
Lady Thicknesse was eene der weinige personen
voor welke mevrouw Calverley eene wezenlijke
genegenheid koesterde. Zij liet het dan ook dui
delijk blijken, dat zij verheugd was haar te zien,
en daar 't een zeer schoone dag was hadden zij
een alleraangenaamst ridje naar Ouselcroft.
Lady Thicknesse verkeerde in eene zeer opge
ruimde stemming en vond alles mooi. De oprij
laan naar het huis noemde zij prachtig. Er was
geen eigenlijk park, doch de gronden waren zoodanig
begroeid, dat zij wel voor een park konden doorgaan.
Toen het rijtuig een oogenblik stil hield op eene
over de Indische begrooting de heeren den Tex
van Voorthuijzen, de Eaadt, Yiruly; over het
wetsontwerp op de coöperatieve vereenigingen de
heeren Prins, Hein, Pické, Hooft; over het con
tract met de maatschappij tot exploitatie van
staatsspoorwegen de heeren Prins, de Vos de Waal,
Schot, Thooft.
Morgen behandeling van alle kleine ontwerpen.
belastingen. Bij koninklijk besluit is G. van
Baaien, thans ontvanger der directe belastingen
en accijnsen te Kaalte c. a.benoemd tot ontvan
ger derzelfde middelen te Hengelo c. a. (Overijsel,
en is J. H. A. Modderman thaDS ontvanger der
directe belastingen en accijnsen te Geldrop c. a.,
benoemd tot ontvanger derzelfde middelen te
Twello c. a.
Bij den aanvang van dit kwartaal moesten 235
kinderen te Botterdam worden afgewezen, waar
voor plaatsing op de openbare scholen was aan
gevraagd. Door bijbouwing van lokalen zal in
de behoefte worden voorzien.
In de jongste openbare vergadering van den
raad van state is o. a. behandeld het beroep van
T. van den Velde jr., hulponderwijzer aan eene
openbare school te Amsterdam, wien door Ged.
staten vergunning is geweigerd buiten de school
uren godsdienstonderwijs te geven bij de Doops
gezinde gemeente.
De schoolautoriteiten en het gemeentebestuur
der hoofdstad adviseerden tot het verleenen van
de vergunning, maar Ged. staten van Noord-Holland
weigerden haar op grond van een koninklijk be
sluit, volgens welk het bekleeden van eene kerke
lijke bediening door onderwijzers van eene open
bare school, strijdig is met den geest der wet op
het lager onderwijs.
Door den kerkeraad der Herv. gemeente te
Baarland is uit een drietal, bestaande uit de
heeren van Dis en Kieboomcand. bij het Prov.
kerkfeest, iu Zeeland en ds. van Dolderpred. te
Nisseberoepen de heer van Discandidaat.
(N. G. ct.)
Het aantal leerlingen op de rijks landbouw
school te Wageningen bedraagt thans 32, ter
wijl de afdeeling hoogere burgerschool bezocht
wordt door 34, waaronder 2 leerlingen die 't
volgende jaar de landbouwschool hopen te bezoeken,
te zamen dus 66 leerlingen.
Uit Gent schrijft ons een der leeraren dat
de staatshofbouwschool aldaar dit jaar goed
bezocht is; zij telt thans 32 gewone leerlingen
(waaronder vijf Nederlanders) en 6 vrije leerlin
gen (waaronder éeu Nederlander).
(Landb. Ct.)
In de Landbouw-courant vinden wij de vol
gende mededeelingen betreffende den uitvoer van
vee naar Engeland.
In 1874 werd in Engeland de behoefte aan
vleesch voor 61,75 pet. gedekt, door vee in
het land gefokt en voor 28,25 pet. door vee uit
Ierland ingevoerdterwijl slechts voor 10 pet.
door buitenlandsch vee daarin werd voorzien.
Hieruit blijkt dusdat 90 pet. uit de drie konink
rijken zelf voortkomt.
plaats, waar het uitzicht bijzonder schoon was, zei
lady Thicknesse:
„Gij zijt wel zeer gelukkig, mevrouwDit is
eene plaats waar men zijn leven zou willen door
brengen en ik geloof dat lord Courland van 't zelfde
gevoelen zal wezen."
Mylady was even verrukt over het huis toen
zij het van nabij zag, als toen zij het van verre
had bewonderd. De tuinen waren zorgvuldig on
derhouden en toen zij er uit de vensters harer
kamer het oog over liet gaan, kwam het haar
voor, dat zij nog nooit schooner plaats gezien had.
Mevrouw Calverley had dadelijk na de aankomst
van Zephyrus een gesprek mét hem en gaf haar
groot genoegen te kennen, dat zij van zijne dien
sten gebruik zou kunnen maken.
Door hare complimenten gevleid beloofde de
talentvolle chef de cuisine haar een uitstekend
diner, doch verklaarde, dat hij, om dit te kunnen
leveren, het volstrekte gezag over de keuken moest
hebben. Dit werd hem gereedelijk toegestaan,
even als alles wat hij verder noodig had; en nu
begon bij zijne beschikkingen te maken, waarbij
hij door zijne hoofsche manieren de keukenmeid
en hare helpster met ontzetting vervulde.
Getrouw aan haar voornemen om zich iedereen
tot vriend te maken, was mevrouw Calverley ook
zeer beleefd en vriendelijk jegens Higgins en Tan
kard, die het zich, zoo als zij zeide, maar naar
hun genoegen moesten maken, terwijl zij Norri3
verzocht hun alle oplettendheid te bewijzen.
Harry Netterville en Tom Tankard kregen hun
De invoer van buiten verdeelde zich in 1874 op
de verschillende
Europeesche
staten als
volgt
runderen.
schapen.
rarkens.
België
1,086
103,193
1,552
Denemarken
26,800
14,456
7,330
Duitschland
57,368
305,186
13,527
Frankrijk
2,145
2,105
42,442
Nederland
67,987
308,460
43,736
Noorwegen
1,121
168
Portugal.
12,412
61
Eusland.
25
Spanje
19,509
113
4
Zweden
8,704
1,794
381
Andere landen
345
416
264
Totaal.
197,477
740,891
109,322
Uit bovenstaande opgaaf blijktdat in 1874 de
invoer van rundvee uit Nederland in Engeland
het grootste cijfer of ongeveer van den geheelen
buitenlandschen invoer bedroeg.
Het aantal uitgevoerde schapen en varkens
overtreft dat van alle andere landen en is even
eens zeer belangrijk.
Wordt de waarde van de uitgevoerde runderen
gerekend per stuk op f 190, die van de kalveren
op f 65, de schapen op f 30 en de varkens tegen
ƒ35, dan bedraagt alles te zamen eene som van
meer dan f 19,000,000.
Dit geld is door de Engelschen aan den Neder-
landschen veehouder betaald voor eigen product,
waarvoor de grondstof niet van elders behoeft te
komenmaar die de rijke bodem in zoo mime
mate oplevert. (Behalve dezen uitvoer uit Neder
land naar Engeland is in 1874 veel vee naar
België en Duitschland vervoerd, waarvan geene
cijfers bekend zijn.)
De luitenant ter zee le klasse jhr. C. C. van der
Wijckbehoorende tot de rol van Zr. M9. wacht
schip te Willemsoord en gedetacheerd aan boord
van Zr. Ms. instructievaartuig Ternate, wordt met
den 15™ op nonaetiviteit gesteld, en den 16en
worden geplaatst aan boord van Zr. Ms. brik Zee
hond de luit. ter zee le kl. A. de Bruijne als le offic.,
de luits. ter zee 2e kl. W. C. P. E. de Klopper,
J. A. H. Beck en D. A. Mensert, de adelborsten
le kl. J. A. Borel en jkr. J. F. Coertzen de Koek,
en de offic. van adm. 2e kl. J. G. Bebelaar.
Z. M. heeft bepaald, dat aan hen, die na afgelegd
voldoend examen, worden aangesteld tot 2e luite
nant hij de artillerie in Ned. Indië een gratificatie
voor uitrusting wordt verleend van /1600.
Den 16™ worden geplaatstaan boord van Zr. M".
schroefstoomschip Leeuwarden, de luit. ter zee 2e kl.
A. A. Sweep, met intrekking zijoer plaatsing aan
boord van Zr. Ms. schroefstoomschip Zilveren Kruis,
en de adelborst le kl. G. P. Posthuma; en aan
boord van laatstgenoemden bodem de adelborsten
le kl. O. J. E. baron van Wassenaar Catwijck en
G. J. Buys.
De 2e luit. bij het korps mariniers C. M. E. E. C.
von Bose, kommandeerende het detachement mari
niers, ingescheept aan boord van Zr. M". schroef
stoomschip Zilveren Kruis, wordt met den 15en dezer
ter beschikking gesteld van den kommandant van
genoemd korps, en den 16™ vervangen door den
len luit. C. J. Visser.
Bij beschikking van den minister van marine,
van 8 Nov., is de student voor den milit. geneesk.
dienst der zeemacht J. G. Driessen, op zijn ver
zoek, met den laatsten Sept. eervol uit die be
trekking ontslagen.
De ingenieur 2e kl. bij de marine G. Turk, wordt
den 16en geplaatst bij 's rijks werf te Willemsoord.
deel van die beleefdheden. Zij kwamen juist van
Knutsford terug, waar zij hadden moeten getuigen
in de zaak van Eomney en diens handlanger, die
daarop beiden tot zes maanden gevangenis waren
veroordeeld. Mevrouw Calverley gaf hare voldoe
ning over dien afloop te kennen en nam de ge
legenheid waar om de beide jongelieden haar
compliment over hunne manhaftigheid te maken,
't Was niet veel bijzonders wat zij zeide, maar Tom
was er verrukt over.
„Hebt ge wel gezien hoe lief zij tegen mij lachte
vroeg hij aan Netterviile. „Ik heb het u wel
gezegd, dat ik bij haar in een goed blaadje
sta."
Tom was niet bijzonder opgetogen over zijn
vaders onverwachte verschijning op het tooneel,
misschien uit vrees dat zijn eigen gewicht er door
verminderd zou worden.
„Wat ter wereld heeft mijn oude heer hier ge
bracht?" ze! hij tegen Netterville. „Wij hadden
hem best kunnen missen."
„Hij komt zeker een oogje op u houden" ant
woordde zijn vriend lachend.
„Neen, 't is om Higgins," hernam Tom„hij
kan niet leven zonder Higgins. Waar Higgins is,
moet Tankard wezen. Ik geloof dat als Higgins
met het spoor naar Jeruzalem ging, gesteld
dat er een spoor naar Jeruzalem is, Tankard
hem met den volgenden trein na zou reizen. Maar
mondje dicht! Daar komt de oude heer met Hig
gins. Ik hoop dat zij niet hebben gehoord wat
ik zet."
Door het gerechtshof te 's Gravenhage werd
gisteren o. a. behandeld de zaak van D. v. O., oud
26 jarendienstbode te Kapelleonder Nieuwer-
kerk, beschuldigd van diefstal in een bewoond
huis met behulp van binnenbraak.
Met behulp van een valschen sleutel had deze
vrouw het huis van een buurman, waarvan de deur
met een hangslot gesloten was, opengedaan en daar
uit een doosje, geplaatst in een ladetafel, vier van
de twaalf daarin verbergen guldens weggenomen.
Deze zaak was vroeger reeds wegens afwezig
heid van de besch. uitgesteld.
De besch. bekende ten volle het plegen van het
feit, welke bekentenis door getuigenissen gestaafd
werd. Adv.-gen. mr. v. Maauen eischte schuldigver
klaring en veroordeeling tot gevangenisstraf van
minstens 6 maanden en hoogstens 5 jaren.
Adv. mr. C. P. D. Pape verdedigde de besch.
door te wijzen op verschillende verzachtende om
standigheden, o. a. op de armoede waarin de besch.
destijds verkeerde.
Het hof veroordeelde de beschuldigde tot 3
maanden gevangenisstraf.
Bij de behandeling dezer zaak werd door den
president aan een getuige, die zich beklaagd had,
dat hij aan de hem uitbetaalde reis- en verblijf
kosten zoo veel was te kort gekomen en dat men
van zijn vergoeding had ingehouden, van welke
klacht in de nieuwspapieren kolommen gevuld wa
ren geworden, te kennen gegeven, dat hij tot den
laatsten cent alles ontvangen had, wat de wet hem
had toegelegd en dat hij, even als ieder ander
zich daaraan moest onderwerpen. Dagbl
Het Handelsblad bevat den volgenden brief
van den gezagvoerder van het Zwecdsehe stoom
schip „C. A. Axell" thans in het droge dok te
Vlissingen staande:
„De Axell staat hier in het droge dok om een
nieuwe schroef aan te zetten. De oude had
zekerlijk in uw oud kanaal een knoei gekregen,
daarenboven stootte het schip even bij het uit-
loopen van het dok te Amsterdam, toch bemerkte
ik geen hindernis, alvorens volle kracht te malen.
Wijl nu de Axell het eerst de Zweedsche vlag
door uw nieuw kanaal zoude vertoonen, waagde
ik de reis en kwam gelukkig hier met slechts
een blad aan de schroef. Uw nieuw kanaal is
prachtig voor uitgaande schepen; er valt nog veel
te doen om met zeilschepen veilig binnen te
loopen, dat is te zeggen met stormweder; want
met goed weder is er geen gevaar, zelfs is het
inloopen met harden storm niet zoo gevaarlijk
als de Nieuwediepers dit voorstellen. Dat blijkt
wel het best, wijl de Axell kon uitgaan met NW.
bries, hooge zee en slechts 30 ton ballast, benevens
een blad aan de schroef.
„Het kanaal dient zooveel verbeterd te worden
dat zeilschepen kunnen inloopen en het anker
uitwerpen; dat is hetgeen behoorde gedaan te
worden, dan is er geen gevaar om zonder loods
in te komen, wijl het water diep en het landge
zicht helder is.
„Het hangt er slechts van af of die diepte
bestendig blijft."
Den 6en dezer arriveerde te Hansweert het
te Grieth thuis behoorende aakschip „Vooruit",
kapitein W. Klazenaar, komende van Antwerpen
en bestemd naar Duisburg (Pruisen)beladen met
2700 hectoliters rogge. Nadat gemeld vaartuig
was ingeklaard en gesehut en de schipper zijne
reis wilde vervolgen, bemerkte hij eensklaps dat
het schip in zinkenden toestand was, en bleek het,
bij een onmiddellijk ingesteld onderzoek, dat er
't Scheen echter dat zij het wél gehoord hadden,
want beide dreigden hem met de vuist.
XII.
LORD C0URLAND KOMT OP OUSELCROFT.
Toen lord Courlanl en Scrope Danvers later
op den dag aankwamen, deed zich een bekoorlijk
schouwspel aan hen voor.
Op het grasperk, dat zoo glad was als fluweel,
waren allen, die het huis op dit oogenblik herbergde
vergaderd, en te oordeelen naar de mengeling van
stemmen, die het oor der aankomenden trof, sche
nen allen zich bijzonder goed te vermaken.
De beide jonge dames waren verdiept in een
balspel met Chetwynd en kapitein Danversen
sir Bridgnorth, die pas een uur geleden was aan
gekomen, onderhield zich met lady Thicknesse en
mevrouw Calverley. 't Was ongelukkig, dat al
de dames in den rouw waren, maar in weêrwil van
de somberheid der kleeding was het toch een
vroolijk tooneel.
(Wordt Vervólgd.)