11 ye jaargang. 1876, W oensdag 8 November. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent, Advertentiên i 20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer 0,20, Groote letters worden berekend naar plaatsruimte, Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffitï C°. Ie Brussel en Parijs. Middelburg, 7 November, Chetwynd Calverley, MIDDELRURGSCHE COURANT. In de beden gehouden buitengewone vergadering van den gemeenteraad te Vlissingeri opzettelijk belegd tot het benoemen van een hulponderwijzer, is als zoodanig benoemd de heer A. Cense, te Middelburg. Door de arrondissements-rechtbanken te Goös, te Arnhemte Amersfoort en in andere stand- plaatsen zijn aan de staten-generaal gericht adressen van instemming met een adres van de rechtbank te Brielle, waarbij deze verzoektzonder te tre den in eene beoordeeling van het aanhangig wets ontwerp op de indeeling der rechtbanken en kantongerechten, dat ontwerp spoedig in behan deling te nemen en af te doenopdatzoo wel in het belang der rechterlijke ambtenaren als van het algemeen, aan de bestaande onzekerheid een einde gemaakt worde. In de gisteren avond gehouden algemeene verga dering der Coöperatieve voorschotvereeniging en spaarbank alhier werden o. a. verschillende bij het bestuur ingekomen brieven voorgelezen ten bewijze voor de leden hoezeer de zaak der coöperatie en ook de Middelburgsche vereeniging elders de aandacht trekken. Daaronder bevond zich ook een brief van den secretaris der Haagsche voorschotvereeniging, bevattende eenige bijzonder heden omtrent den toestand dier vereeniging, die in vergelijking met de Middelburgsche in ledental en in omzet van kapitaal verre bij deze achter staat. Laatstgenoemde toch heelt gedurende het eerste jaar van haar bestaan, bij een ledental van onge veer 60 personen, bijna 14,000 omgezet en een winst van 11 pereent behaaldterwijl, bij eene storting van ƒ152.10 op het reservefonds en f 1207,83 op de aandeelenvoor een bedrag van 6135 aan voorschotten werd verleend. Met het oog op de aanstaande invoering der wet Op de coöperatieve vereenigingen werden door het bestuur de volgende voorstellen gedaan die met algemeene stemmen zijn aangenomen: 1° Om voor alsnog de boeken niet af te sluiten, geen rekening en verantwoording te doen over het afgeloopen boekjaar, en geen balans op te maken, maar de administratie te laten doorloopen op dezelfde wijze als thans geschiedttot het oogenblik waarin de nieuweovereenkomstig de wet te organiseeren vereeniging zal in werking treden. 52 Naar het Engeisch van W. Harrison Ainsworth. BOEK VI. Do bepaling in Calvextiey'S testament. (Vervolg.) Deze brief deed mevrouw Calverley oneindig meer verdriet dan genoegen, want zij vreesde nu, dat zij niet in staat zou zijn de wenschen van haar minnaar te vervullen en duidelijk zag zij in, dat hij zich niet zou tevreden stellen met het inkomen, dat bet voor haar vastgezette weduw- goed opleverde. Toen zij den brief nogmaals doorliep, trof dit haar nog sterker dan bij de eerste lezing. Zoo bedaard mogelijk overwoog zij alles. Wat kon zij doen? Zwarte denkbeelden drongen zich aan haar op. Er scheen slechts éen weg open te staan om uit de moeilijkheid te geraken. Sidderend deinsde zij er voor terug, maar telkens hield haar geest er zich weer meê bezig, totdat zij met de ge dachte vertrouwd werd en deze zich in een minder verschrikkelijk licht dan aanvankelijk aan haar vertoonde. 2° Om, daar te rekenen van 1° November jl. de leden aanspraak hebben op dividend, over het tijdvak van 1° November tot het oogenblik waarop de nieuwe vereeniging zal in werking treden, aan de leden een rente van 4 percent per jaar over het door hen gestorte bedrag uit te keeren uit het reservefonds. 3° Om de benoeming van leden van het hoofdbestuur en van commissarissen, ter voorziening in de periodieke aftredingenaan te houden eveneens tot het oogenblik waarop de nieuwe vereeniging zal zijn gevestigd. 4° Om aan hen, die in den loop van het jaar uit de ver eeniging zïjn getreden, van het door hen op entree en aandeel gestorte bedrag bij de vestiging der nieuwe vereeniging terug te geven zooveel als zij zullen blijken boven de entrée van 2,40 te heb ben gestort. Eindelijk is aan den kassier-boekhouder machti ging verleend om, teneinde hij de organisatie dei- nieuwe vereeniging met een geheel zuiveren toestand te beginnen, alle kosten van oprichting uit te betalen en, voor zoover de gemaakte winst zal blijken daarvoor niet voldoende te zijn, te putten uit het reservefonds, dat dan met dat bedrag zal worden verminderd. Zoo spoedig mogelijk zal bet bestuur een nieuw concept reglement in overeenstemming met de bepa lingen der eventueele wet aan de leden ter goed keuring aanbieden. In eene de vorige week te Goes gehouden vergadering is verslag uitgebracht over den toe stand der aldaar op den eersten Maandag van het loopende jaar geopende ambachtsschoolaan welk verslag, in de Goesche eourant opgenomen, wij het volgende ontleenen. Aangevangen met vier leerlingenwerd het onderwijs voortgezet met zeven, waarvan vier uit Goes en drie uit Kloetinge. Voor den nieuwen cursus hebben zich nog twee aangemeld, waarvan een uit Goes. Daar van de vijf Goesenaars twee in het weeshuis thuis behooren, zijn dus slechts drie leerlingen uit de Goesche burgerij afkomstig, welk gering aantal zeer te betreuren is. Het onderwijs ving aan met het vervaardigen der verschillende hulpmiddelen daarvoor benoodigd, onder leiding van den onderwijzer, door de leer lingen, zooals schaafbanken, kast, stelling voor een slijpsteen en wat verder in een volledigen timmermanswinkel thuis behoort. Vervolgens werd onafgebroken voortgegaan met het maken van al het werk dat door verschillende timmermansbazen besteld werd, waartoe eenige particulieren mede werkten, die aan hunne bazen verzochten het voor hen bestemde werk op de ambachtsschool te doen maken. Aan loon werd tot 31 Aug.jl. uitbetaald ƒ175, De stap, waarover zij dacht, kwam haar onver mijdelijk voor. Zij besloot lord Courland's brief te beantwoorden, docb slechts kovtelijk, en de beloften, die zij hem gedaan had, niet aan te roeren, ofschoon hij dat scheen te verwachten. Nog altijd was zij in hare overdenkingen ver zonken, toen Laura weêr bij haar kwam, en met de gemeenzaamheid, die aan deze verwende jonge dame eigen was, uitriep: „Bewaar me, mevrouw! Wat ziet ge bleek! Ik hoop, dat er geen ongeluk gebeurd is?" „Volstrekt niet," antwoordde mevrouw met een gedwongen lachje; „integendeel, ik heb een aller- liefsten brief van lord Courland ontvangen. Maar ik voel mij wat flauw. De lucht schijnt mij geen goed te doen en ik zal dus maar naar binnen gaan." „Ik kwam u zeggen, mevrouw," hernam Laura, „dat de oude Norris u zeer dankbaar is voor uwe goede voornemens jegens hem en mij verzekerd heeft, dat hij nu weer volkomen gerust is." „Hij had zich in het geheel niet ongerust be hoeven te maken," merkte mevrouw aan. Heb ik u reeds gezegd, Laura, dat het testament terug gevonden is?" „Waarlijk, mevrouw? En waar zoo?" riep Laura uit. „In de bovenste lade van het bureau." „Ik weet toch dat ik die allernauwkeurigst nagekeken heb." „Mijnheer Carteret zag het dadelijk liggen. welk bedrag, met het oog op den korten tijd en de weinige bedrevenheid der leerlingen, aanzienlijk geacht wordt. Het gedrag en de vlijt der leer lingen even als de ijver en de geschiktheid van den onderwijzer worden zeer geroemd. Wat de vorderingen der leerlingen betreft, deze schijnen bij oppervlakkige beschouwing bijna ongelooflijk. Intusschen kan dit verschijnsel geen verwonde ring wekken, wanneer men bedenkt, dat de leer lingen, in plaats van met het zoogenaamde krullen- jongenswerk te beginnen, waarbij van eigenlijk gezegd onderwijs in het vak zelf geen sprake kan zijn, terstond aaD den arbeid gezet worden en voortdurend onderwijs ontvangen. Worden op die wijze de vorderingen der leerlingen verklaard, daaruit blijkt tevens de deugdelijkheid der instel ling en de wenschelijkheid, dat zoo velen, als mogelijk is, van bet onderwijs gebruik maken. Het aanvankelijk in gebruik genomen lokaal is gebleken te klein te zijn en zal, naar het bestuur met het oog op den toestand der financiën en andere omstandigheden met grond verwacht, wel dra door een grooter, alleszins geschikt gebouw vervangen worden, waarin mettertijd ook onderwijs in eenig ander handwerk dan het timmermansvak zal kunnen gegeven worden. Het bestuur wijdt aan het einde van zijn ver slag eene korte beschouwing aan de oorzaken van de weinige deelneming, welke de ambachtsschool bij den Goeschen handwerksstand ondervonden. De zaak is nieuw, en wat nieuw isvindt bij ons volk in den regel niet spoedig ingang. Boven dien het doel der school wordt miskend en de tijd zal de vooroordeelendie tegen haar bestaan, doen wegvallen, vooral wanneer de goede vruch ten, die zij draagt, gezien worden. Die beide redenen zijn echter niet voldoende om het bedoel de verschijnsel te verklaren. Er is eene andere reden. De bepalingdat de leerlingen der am bachtsschool ook leerlingen der burgeravondschool moeten zijn, is het groote struikelblok. Neemt men die bepaling weg dan zal het aantal leerlingen der ambachtsschool binnen enkele dagen meer dan ver dubbeld zijn. Het bestuur is er echter zoo verre van verwijderd die bepaling op te willen heffen, dat het liever de geheele ambachtsschoolhoe hoog het die ook schatzou willen prijs geven, dan deze bepaling. Geen praetisehe ambachts school zonder theoretische burger-avondsschool geen ontwikkeling van de krachten en vermogens van het lichaam zonder die van den geest. Van de toekomst en van het overleg en de zorg van hen, die in de ambachtsschool belang stellen, meent men echter op den duur verbetering te mogen verwachten en de voorzitter der Goesche schoolcommissie, m'. J. G. de Witt Hamer, deelde ten slotte aan de vergadering mede dat door hem Doch spreek er maar niet overik zou niet gaarne willen, dat het tot praatjes aanleiding gaf. Ik ben voornemens, Laura, dezen middag naar Brack- ley te rijden en zal u meenemen." „Ik ben altijd blij met een ridje, mevrouw, vooral naar Braekley," antwoordde Laura. Toen beiden het huis binnentraden, ontmoetten zij den ouden hofmeester, die voor mevrouw Calverley eene eerbiedige buiging maakte. „Ik ben u zeer erkentelijk, mevrouw, dat ge zoo goed over mij gedacht hebt," sprak hij. „Ge zijt altijd zeer vriendelijk voor mij geweest." „Zooals ge ook verdiendet, Norris," antwoordde zij minzaam, „'t Is van uwe zijde een verkeerd begrip geweest, dat verzeker ik u. Ik heb nooit eenig voornemen gehad u te ontslaan en zou dat ook niet doen zonder behoorlijk voor u te zorgen." „Ik zou liever in mijne betrekking blijven, me vrouw," hernam hij. Als men een halve eeuw in een huis heeft doorgebracht, raakt men er aan gehecht." „Wees dan maar gerust, Norris," zei zij, „gij zult hier tot den einde blijven, dat beloof ik u." De oude hofmeester stamelde eene dankbetuiging, want de stem bleef hem in de keel steken, en mevrouw Calverley ging naar hare kamer. reeds eenige verschijnselen zijn waargenomen, welke op eene gunstige verandering doen hopen J Blijkens de Staats-courant van heden zijn in het tijdperk van 1 tot 28 October jl.volgens inge komen ambtsberichten, door longziekte aange tast io Gelderland 1in Zuid-Holland 19in Friesland 24, totaal 44 runderen. In het vorige tijdperk van vier weken waren 58 runderen door die ziekte aangetast. De Staats courant van heden bevat het aan den minister van binnenlandsohe zaken uitgebracht verslag van de commissie van 1 Augustus 1876 tot 1 Augustus 1877 belast met het afnemen der geneeskundige en tandmeestersexamens, volgens artikel 5 der wet van 1 Juni 1865 (Staatsblad n° 59)gewijzigd bij de wet van 8 Juli 1874 (Staatsblad n° 97) en volgens artikel 1 der wet van 24 Juni 1876 (Staatsblad n" 117). Naar aanleiding eener veronderstelling van onzen Haagscken correspondent in een zijner jongste brieven deelt het Vaderland met zekerheid mede dat de kapitein van Tuerenhout uitsluitend op zijn verzoek, dat op zijn gezondheidstoestand ge grond was, van zijne betrekking aan het ministerie van oorlog ontheven en overgeplaatst is. De kamer van koophandel en fabrieken te 's Hertogenbosch heeft bij adres de provinciale staten van Noord-Brabant uitgenoodigd ook hun nerzijds bij de regeering alsnog aan te dringen op het maken van een nieuwen Maasmondaan vang nemende beneden de Dieze en uitloopende in den Amer. De kamer wijst er op, hoe een groot deel van Noord-Brabant daardoor gebaat zou zijn en vooral hoe de toekomst van de gemeente s-Hertogenboseb er mede samenhangtwier toestand niet verbeteren kantenzij voor haar en den gan- schen omirek door de uitvoering van het hier be doelde lang gewenschte werk, alle gevaar voor verdere overstroomingsrampen voor altijd zij weggenomen. {Hhl.) Herhaaldelijk wordt te Kotterdam geklaagd over verstopte brievenbussen. De directeur van het postkantoor heeft bekend gemaakt, dat die ver stoppingen noeli aan de veelheid der brieven, noch aan de kleinheid der bussen moet geweten wor den, maar aan baldadigheid. Voortdurend worden de bussen door allerlei met moedwil daarin ge worpen voorwerpen voor de brieven versperd, ja zelfs worden ze schandelijk misbruikt als urinoirs Uit deze feiten blijkt dat het Nederlandseh V. WAT MEVRODWS TOILETDOOS BEVATTE. Na de deur gesloten te hebben ging mevrouw Calverley naar haar grooten klecdspiegel en riep nit „Geen wonder, dat Laura door mijn voorkomen getroffen werd! Wat zie ik verschrikkelijk bleek Ik moet zorgen, dat mijn uitzicht mij niet verraadt Doch haar gelaat nam eene lijkkleur aan en hare leden schenen haar den dienst te ontzeggen toen zij naar de deur trad die naar hare kleedka mer leidde. Zij bleef stilstaan, want eene schaduwachtige gedaante, die op haar overleden man geleek, ver sperde haar den weg. Doch Theresa was eene vrouw van geestkracht en liet zich door geen bijgeloovige vrees bebeersehen. Overtuigd dat die gedaante niets anders dan een voortbrengsel van hare verbeelding was, ging zij de kleedkamer binnen. Na een oogenblik te hebben stil gestaan totdat zij haar zelfbedwang geheel bad herkregen, ontsloot zij eene toiletdoos en nam er een kleiu kistje uit, dat voor reukflesckjes bestemd scheen. Toen zij ook dit kistje met een zeer klein sleu- telje van een bijzonderen vorm had opengemaakt zag men er vier kleine fleschjes in. Eén nam zij er nit, dat een zeer helder geestrijk voebt scheen te bevatten, hield het tegen het licht, trok er den stop af en rook er aan. Juist op dat oogenblik stoorde haar een klein

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 1